Quote van de week:
‘Kwaliteit? Dat is het verschil tussen hoe een leerling binnenkomt en hoe hij weer naar buiten gaat.’ – Een leraar tijdens een van de kwaliteitsconferenties georganiseerd door het Ministerie van OCW.
De start van het nieuwe parlementaire seizoen ligt alweer een paar weken achter ons. Maar het was een vliegende start! Met de presentatie van verschillende plannen, met leuke informatieve en inspirerende werkbezoeken en met Kamerdebatten.
Maatschappelijke stage
Het begon met de landelijke opening van het middelbare schooljaar. Op het Kandinsky college – een geweldige VMBO-school, die de Gouden Schoolbank gewonnen heeft dit jaar – maakte ik bekend dat komend schooljaar ruim 61.000 middelbare scholieren een maatschappelijke stage gaan lopen. We trekken hiervoor twaalf miljoen euro uit. De maatschappelijke stage moet in 2011 op alle scholen in Nederland zijn ingevoerd. En veel scholen zijn hier allang mee bezig. Daarbij komen dus nog de scholen die zich hadden ingeschreven voor de proef. Hieraan doen circa 275 scholen en een veelvoud aan maatschappelijke organisaties mee verspreid over heel Nederland. Hier deed ik ook de voorspelling dat binnen nu en vijf jaar de maatschappelijke stage het meest populaire vak op school zal zijn. Die kans bestaat gewoon.
Onderzoek (Universiteit Utrecht) naar nu lopende projecten in Nederlandse scholen stemmen zeer positief. Leerlingen die op maatschappelijke stage zijn geweest scoren hoger dan leeftijdgenoten op burgerschapsaspecten: zo tonen zij bijvoorbeeld meer begrip voor mensen met een afwijkende mening, vinden ze respect voor de mensenrechten en het vermijden van overlast tegenover anderen belangrijker dan andere leerlingen. Ouders delen deze opvatting, en onderschrijven in zeer grote mate nut en noodzaak van de maatschappelijke stage, blijkt uit onze eigen onderwijsmeter. Al met al werd het een speciale zonnige dag op het Kandinsky met champagne en rapper Overtref. Hij had speciaal voor de opening van het VO-schooljaar een rap geschreven. Als dat geen hit wordt…Luister naar de rap via de link onderaan deze pagina.
Regeling kwaliteit VO
In de week die volgde, presenteerde ik de regeling kwaliteit VO, met 200 miljoen voor het uitvoeren van de ambities die eerder zijn geformuleerd in de kwaliteitsagenda voor het voortgezet onderwijs. Mooie plannen is 1, boter bij de vis is 2. Het mooie van de regeling is dat scholen zelf mogen bepalen hoe en aan welke van de prioriteiten ze het geld besteden. Belangrijk hierbij is dat scholen in overleg met leraren, ouders en leerlingen moeten besluiten welke doelstellingen met het geld dienen te worden gerealiseerd. Op die manier zijn scholen in staat op hun eigen wijze werk te maken van de landelijke doelstellingen en krijg je op school ook de discussie over kwaliteit. De reacties op het voorstel waren op een uitzondering na positief. Er spreekt vertrouwen uit in het scholenveld. En terecht: scholen weten vaak zelf heel goed op welke punten ze kunnen verbeteren.
Vakmanschap
Vaak spreek ik over mijn trots op het mbo. En ik word elke dag trotser. Zo heb ik vorige week een aantal maal de Euro Skills bezocht. En ik was niet de enige: Eurocommissaris Figel, burgemeester Opstelten, wethouder Geluk van Rotterdam, Loek Hermans, en last but not least HKH Prinses Maxima! Tijdens de opening gaf ik aan dat het beroepsonderwijs het hart is van de Europese economie. Dat lijkt misschien wat overtrokken maar hoe zou Europa eruit zien zonder technici, loodgieters, verpleegkundigen, bloemisten, metselaars, metaalbewerkers, kappers of bakkers?
Vakmanschap is een van de belangrijkste instrumenten voor het versterken van de Europese kracht. Nog te weinig zijn we ons bewust van de mooie dingen die in ons beroepsonderwijs gebeuren. Euro Skills is daarom ook zo’n mooi podium. En ook daarom was het zo ontzettend mooi om die trots tijdens Prinsjesdag ook daadwerkelijk te mogen uitdragen. De jurk en hoed die ik droeg tijdens Prinsjesdag waren speciaal voor mij ontworpen door mbo’ers. Hans Hutting, Hesse-Anne Rosalia, Anneloes Wenting, Esther Lensink van de vakopleiding Fashion & Design Support van ROC Rijn IJssel uit Arnhem hebben onder leiding van de docenten Gregorie Bolder en Ans Zijlstra-Aarts echt een prachtoufit gemaakt. Ik kreeg op Prinsjesdag zelf dan ook veel complimenten! Bekijk het filmpje onderaan deze pagina.
Schooluitval
Voortijdig schoolverlaten is en blijft een van mijn topprioriteiten. En het VSV team Nederland is compleet! Ik ben erg blij dat alle regio’s in Nederland de ambitie hebben onderschreven om voortijdig schooluitval de komende jaren fors te verminderen. Met 40 procent welteverstaan. Dat betekent dat het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters in 2012 moet zijn gehalveerd ten opzichte van 2002. Deze ambitie kunnen wij niet halen zonder de inzet van gemeenten, scholen en van alle organisaties die op lokaal niveau zijn betrokken bij de zorg voor kinderen en leerlingen.
In de afgelopen maanden ben ik heel Nederland doorgereisd om de afspraken te ondertekenen en wie ik ook sprak, of het nu de wethouder, de docent, de zorgverlener of de leerplichtambtenaar betrof: allemaal zijn ze blij met de ambitie en allemaal zijn ze bereid om het stof uit de schoenen te lopen voor deze leerlingen die voortijdig uit de boot dreigen te vallen. De betrokkenheid en de ‘drive’ in de regio’s om jongeren die kans te geven, door ze vroegtijdig en soms letterlijk aan de haren erbij te houden, is inspirerend. Schooluitval moet omlaag, dat zijn we aan deze jongeren verplicht. Het is een forse klus, maar wie de lat niet hoog legt, zal nooit wat veranderen. Geen ambitie is te hoog als het gaat om de toekomst van onze kinderen.
Lerarenopleidingen
De afgelopen week stond helemaal in het teken van de presentatie van mijn agenda voor de lerarenopleidingen. Een mooie set maatregelen die tot en met 2011 worden genomen om de kwaliteit van de opleidingen van leraren te versterken en de instroom van met name academici in het onderwijs te vergroten. Het belangrijkste voorstel is de introductie van de educatieve minor: een verkorte universitaire lerarenopleiding die samen met een afgeronde bachelor de bevoegdheid geeft om in het vmbo-tl en de eerste drie jaren van havo en vwo les te geven. De eerste opiniepeiling over dit idee onder studenten is bijzonder positief. In een enquête gehouden onder 800 studenten geeft 1 op de 4 studenten aan serieus te overwegen de educatieve minor te gaan volgen. Nog eens 26 procent wil meer informatie. Meer dan de helft vindt het dus de moeite waard. Sterker nog, de enquête wijst uit dat 86 procent van de studenten de educatieve minor een goed idee vindt. Een vliegende start? Ik dacht het wel.
(OCW: Van Bijsterveldts weblog, 1 okt 2008)
Kinderbijslag…
Overigens was gisteren op het journaal dat de overheid van plan is bij ouders van voortijdige schoolverlaters van 17 en 18 jaar de kinderbijslag in te houden.
Even de blik scherpen s.v.p.
Mevrouw Van Bijsterveld wikt en weegt haar woorden. Dat noopt tot goed lezen.
“Het belangrijkste voorstel is de introductie van de educatieve minor: een verkorte universitaire lerarenopleiding die samen met een afgeronde bachelor de bevoegdheid geeft om in het vmbo-tl en de eerste drie jaren van havo en vwo les te geven.”
Hier is geen sprake meer van een “gedeeltelijke” of “geclausuleerde” bevoegdheid, maar van ‘een bevoegdheid om (in het tweedegraads gebied) les te geven’.
Bij mij heet dat: een tweedegraads bevoegdheid.
En daar zit voor mij een probleem.
Hoezeer ik ook de toestroom van academici naar het vo toejuich, het moet natuurlijk wel om de *juiste* academici gaan. Niet om sociologen die mijn vak, Nederlands, komen geven met te weinig vakkennis. Niet om politicologen die wiskunde geven van 1 vmbo tot 3 gymnasium, omdat politicologie ‘ook iets met statistiek is’. Onder ‘meer academici in het onderwijs’ verstonden we volgens mij dat er meer mensen met een masteropleiding wiskunde in het vo wiskunde gaan geven, en meer masters neerlandistiek Nederlands komen geven. Dito voor de andere vakken.
Academici uit andere stroomgebieden zijn van harte welkom als collega in het vo, maar wat mij betreft moeten ze zich qua vakkennis normaal bijscholen, zoals het beroep dat vereist.
De gemakkelijke oplossing die Van Bijsterveld voorstaat, is dat scholen massaal tweede- en derdejaars studenten inhuren, lekker goedkoop, van welke discipline dan ook. De rector mag helemaal in z’n uppie uitmaken welke student hij voor welk vak inzet. Minimale begeleiding erbij, en klaar is kees.
Omdat ‘de opleiding’ meer ‘op de school zelf’ moet plaatsvinden, zul je merken dat scholen deze legitieme, goedbedoelde beunhazerij willen aanzien voor een ‘opleiding in de praktijk’ en dat vakkennis en een bredere blik op het leraarschap dan de betreffende school kan bieden, het onderspit delven.
Paard. Troje. Uitkijken geblazen.
Alle vakken?
Helemaal mee eens, Couzijn, maar wie zegt er dat die bevoegdheid zomaar voor alle vakken geldt? Logischer lijkt mij dat die alleen geldt voor het vak waarin de bachelor behaald is. En als dat geen schoolvak is, hoort daar ook geen bevoegdheid bij.
Re: alle vakken?
Daar is eerder een discussie over geweest op de BONsite JTS. In de schoolvakken (wiskunde, natuurkunde, duits) zijn er bijzonder weinig studenten. Een maatregel gericht op hen zet geen zoden aan de dijk. Van Bijsterveldt is erg vaag, het is niet uitgesloten (om het zacht te zeggen) dat de bedoeling is dat iemand met een bachelor psychologie op scholen wiskunde kan gaan geven. Waakzaamheid is geboden!
Ja, alle vakken
Je creëert een leergebied ‘Mens En Techniek’, daarbinnen bedenk je het innoverende nieuwe schoolvak Mens en Calculatie, kortweg M&C genoemd, en vervolgens neem je een halve psycholoog aan als docent ‘M&C’. De wiskunde-uurtjes worden dan geïntegreerd in het nieuwe vak.
Beunen in teamverband
Tegelijk, met de wet-BIO is de mogelijkheid gecreërd dat de tweedegraads bevoegdheid niet meer als vakspecifiek wordt gehanteerd, maar dat tweedegraads bevoegden ‘in teamverband’ elkaars vakken mogen geven, mits er maar ergens een bevoegde collega rondloopt die op papier verantwoordelijk is, en mits de rector het prima vindt.
Dat betekent dat als er in het onderbouwteam ergens een docent wiskunde rondloopt, dat er dan drie onbevoegden wiskunde mogen geven, of dat nou psychologiestudenten betreft of bijklussende biologieleraren.
Dat geldt dus voor alle vakken.
De Tweede Kamer is met deze wet akkoord gegaan. Ik kan me slecht voorstellen dat de consequenties daarvan erg doordacht waren, maar ik kan me wel meer niet voorstellen van politici da toch waar blijkt te zijn.
Is dat wettelijk vastgelegd.
Op de scholen waar ik bij betrokken ben, zullen de schoolleidingen dat kost wat kost voorkomen. En zichzelf respecterende schoolleidingen, (die bestaan! Ik ken gelukkig geen gevallen waar dat niet zo is) zullen dat terwille van de kwaliteit van het onderwijs nooit in hun hoofd laten.
Zo’n situatie heeft zich nog niet voorgedaan, maar mij is onbekend dat er met de wet BIO zo’n mogelijkheid zou zijn gecreëerd. Staat dat ergens zwart op wit. Als schoolbestuurder zou ik dat graag willen weten.
In de Wet op het Voortgezet Onderwijs per 29 mei 2006
Zie de huidige Wet op het Voortgezet Onderwijs, gewijzigd per 29 mei 2006. De wijzigingen zijn hier te vinden:
www.minocw.nl/documenten/regeling_onderbouw_vo_2006.pdf
Het gaat om wijzigingen van de artikelen 33, die de eerste twee leerjaren van het hele vo betreffen (dus niet het hele tweedegraads gebied). Lees voor ‘vakoverstijgende programmaonderdelen’ gerust ‘leergebieden’ waarin door ’teams’ wordt lesgegeven.
“4a. Indien in het onderwijsprogramma, bedoeld in artikel 11c, sprake is van vakoverstijgende programmaonderdelen, kan in de eerste twee leerjaren worden gewerkt met teams die verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van het onderwijsprogramma voor die vakoverstijgende programmaonderdelen voorzover wordt voldaan aan de volgende
voorwaarden:
a. leraren die deel uitmaken van een team zijn ieder in het bezit van een bewijs van bekwaamheid als bedoeld in het eerste lid, onder b, met dien verstande dat de leraren in het team als geheel in het bezit zijn van de bewijzen van bekwaamheid voor de vakken die zijn betrokken bij het
vakoverstijgende programmaonderdeel,
b. leraren die deel uitmaken van een team zijn ieder verantwoordelijk voor de kwaliteit van het deel van het onderwijs van het desbetreffende vakoverstijgende programmaonderdeel waarvoor zij in het bezit zijn van
een bewijs van bekwaamheid, en
c. het onderwijs in het desbetreffende vakoverstijgende programmaonderdeel kan worden verzorgd door leden van het team alsmede door andere leraren die daartoe naar het oordeel van het bevoegd gezag geschikt zijn.
Aanvulling
Verderop lees je wat er wettelijk mogelijk is als een collega geen bevoegdheid heeft op het moment van invoering van de wet-BIO: dan wordt het ‘bewijs van bekwaamheid’ (= de bevoegdheid) vervangen door ‘voldoen aan de bekwaamheidseisen (de 7 competenties). Bovendien krijgt het schoolbestuur de bevoegdheid om bekwaamheid van haar leraren te bepalen. In dat geval geldt verder ook lid c:
“c. het onderwijs in het desbetreffende vakoverstijgende programmaonderdeel kan worden verzorgd door:
1°. leden van het team, en
2°. andere leraren die daartoe naar het oordeel van het bevoegd gezag geschikt zijn. Daarbij stelt het bevoegd gezag, de opvattingen van de leden van het team in aanmerking nemend, vast of de inhoudelijke of didactische kennis en vaardigheden van deze leraren voldoende zijn.
Indien dat niet het geval is, wordt eveneens vastgesteld hoe hierin alsnog wordt voorzien. Het bevoegd gezag legt dit vast in de geordende gegevens, bedoeld in artikel 37a.”
Kortom, de onbevoegde wordt in dit geval alleen geweigerd als zijn collega’s hem niet accepteren én de schoolleiding hem niet accepteert. volgens mij een nauwelijks realistisch scenario. En als de onbevoegde onvoldoende vakkennis blijkt te hebben, mag hij gewoon doorgaan mits er maar een of andere afspraak gemaakt wordt over eventuele bijscholing.,
Slappe hap.