karakterontwikkelings onderwijs

ik geef les op een vmbo school. Veel van mijn tijd ben ik bezig met opvoeden,… laat elkaar uit praten, met twee woorden spreken, blijf met je handen van andere af, respecteer andermans eigendommen, niet schelden etc etc.
In 1994 is door de Verenigde Naties ”the virtues guide” uitgeroepen als beste karaktervormend model ter wereld.
Zoiets dergelijks zou verplicht moeten worden op alle scholen.
Als we onze kinderen van jongs af aan zouden helpen met het positief ontwikkelen van hun karakter zou de leerkwaliteit en -kwantiteit vanzelf omhoog gaan door een beter leerklimaat in de klas.
Er zullen docenten zijn die zeggen, opvoeden is voor de ouders. Aangezien een hoop ouders zelf niet weten hoe ben ik van mening dat er voor het onderwijs een hele mooie taak weggelegd is.
graag ideeen, reacties en opmerkingen

7 Reacties

  1. welkom r.hulscher
    Welkom op deze onvolprezen onderwijs site!

    Er kunnen wellicht redenen zijn waarom het onderwijs een opvoedtaak zou hebben, maar het feit dat ouders dat niet doen of niet goed zouden doen is in zichzelf nauwelijks een argument.
    Als ouders hun kinderen niet meer kleden, is dat dan ook een mooie taak voor het onderwijs? Als kinderen geen ontbijt meer krijgen? Geen goede slaapplaats? Aks ouders de kinderen niet meer naar school brengen, moet het onderwijs ze dan ophalen? Natuurlijk niet. Het feit dat een bepaalde groep of bepaalde individuen een taak laten liggen betekent in het geheel niet dat een ander, laat staan perse het onderwijs, die taak moet oppakken.

    Op de eerste plaats blijkt het overnemen van taken en verantwoordelijkheden te leiden tot verdergaande verzaking van degene die de taak in eerste instantie had. Als je taken van ouders overneemt, dan gaat het van kwaad tot erger.

    Op de tweede plaats zijn er heel veel instanties in Nederland die zich gevraagd en ongevraagd kunnen bemoeien met de opvoeding door ouders die het nalaten.
    Er is echter maar één instantie die zich bemoeit met het onderwijs: de school. Dus mocht het al noodzakelijk of wenselijk zijn die taken van ouders over te nemen/ouders te ondersteunen, dan nog zijn andere instanties daarvoor geschikt (of behoren daarvoor geschikt te zijn).

    Op de derde plaats leidt het uitvoeren van de opvoedtaak op school er toe dat de taak van de leraar verandert. Van onderwijzer wordt hij opvoeder. Veel onderwijzers zijn juist onderwijzer geworden omdat ze wilden onderwijzen. Als ze hadden willen opvoeden, dan waren ze wel in de jeugdzorg gaan werken. Uiteindelijk leidt dat er toe dat er een ander type onderwijzer op scholen komt te werken. Dat is nu natuurlijk al heel lang aan de gang. Vrouwen in plaats van mannen en vrouwen. Mensen die het leuk vinden “iets” met kinderen te doen in plaats van mensen die het leuk vinden dingen uit te leggen.

    Tenslotte (geloof ik) en misschien wel het belangrijkste. Kinderen iets leren. Taal en rekenen, maar ook geschiedenis en andere vakken, draagt misschien wel meer bij aan de opvoeding dan allerlei meer opvoedingsactiviteiten als “met twee woorden leren spreken”

    Wat zou dan wel een reden zijn om ook in het onderwijs iets aan opvoeden te doen? Eigenlijk kan ik maar één echte reden bedenken: als het werkelijk niet anders kan en gebrek aan opvoeding het leren in de weg staat. Maar dan moet de opvoeding volslagen doelgericht zijn, een beetje zoals destijds dienstplichtigen werden opgevoed door het leger. Begrijp me goed: het hoeft niet te gaan zoals de sergeant dat deed, maar er moet een pedagogisch klimaat worden gecreëerd waardoor leren goed mogelijk wordt gemaakt. Verdere opvoedingstaken zijn uit den boze.

    • rechten en plichten
      Wel, mijnheer Hulscher, ik ben het bijna helemaal met 9_11_1989 eens. Maar ik wil graag opkomen voor de rechten van de leerwillige. Dat is iemand die naar school gaat met de wens om iets te leren. Of dat is omdat hij leergierig is of om later in zijn leven meer kansen te hebben doet er niet toe. Als in een klas eerst tijd in opvoeden gestopt moet worden en dan pas met het eigenlijke onderwijs begonnen kan worden is die eerdere tijd van de leerwilligen afgepakt. Naar mijn gevoel heeft de overheid dat recht niet. Zodra in een klas blijkt dat leerlingen die zich onopgevoed gedragen de les verstoren en zij onverbeterlijk blijken moeten zij afgescheiden worden van de leerwilligen. Het leerrecht van het individu moet prevaleren over de leerplicht van allen.
      Seger Weehuizen

  2. Inz. opvoeden
    Ik zou opvoeden zolang het voor een goed verloop van de les nodig is. ‘Monden dicht’, ‘laat elkaar uitpraten’, beleefdheid, ‘blijf met je handen van andermans spullen af’ is voor zo’n les broodnodig. Ik denk dat u op die manier al meer dan genoeg op te voeden heeft en ik zou zeker niet naar nog meer zoeken. Valt er dan iets te kiezen? Het lijkt mij eerder een bittere noodzaak.

  3. Je kunt maar één ding goed doen
    Hulpverlener en opvoeder ben ik naast mijn docentschap ook een beetje, máár:

    We kunnen als onderwijsgevenden niet alles doen en zéker niet alles goed doen. Als er keuzes moeten worden gemaakt, dan dient de absolute prioriteit te liggen bij kennisoverdracht. Karaktervorming is ook leuk, maar daar is de school niet primair voor bedoeld en docenten zijn er niet voor opgeleid. Opvoeding kan overigens veel beter in een kleinere setting dan in een klas met gemiddeld 25 jongeren.

    Als die ouders niet willen (of kunnen) opvoeden moeten leerkrachten die taak niet op school gaan uitvoeren. Daar moeten andere oplossingen voor gezocht worden.

    Als ouders niet opvoeden en docenten niet meer onderwijzen (omdat ze op moeten voeden) dan hebben we van alles het slechtste.

    De school is er om belangrijke kennis en vaardigheden te verwerven. Pak dat de leerlingen niet af, want dan komen ze écht nergens!

    Ik werk op een MBO en zie dat veel van mijn leerlingen én geen noemenswaardige kennis hebben opgedaan én ook niet zijn opgevoed in die zin dat ze doorzettingsvermogen, temperamentbeheersing, een goede studiehouding en enige organisatievaardigheden (zoals een agenda gebruiken, een lunch mee en de juiste schoolspullen bij je hebben) hebben aangeleerd. Van alles het slechtste dus.

  4. Opvoeden
    En nog als toevoeging: het zal per schooltype enorm verschillen, maar veel kinderen weten best hoe ze zich horen te gedragen, alleen misdragen ze zich zo nu en dan omdat ze de neiging hebben om grenzen af te tasten. In de brugklas beginnen ze braaf; in klas 2 en 3 zijn ze soms niet meer te houden. Niet omdat ze degenereren of hun opvoeding “vergeten”, maar omdat ze puber worden en er van alles verandert.

    Ze weten best hoe het hoort, want bij hun soms strenge ouders, op bezoek bij oma, en bij bijbaantjes gedragen ze zich ook prima. Maar in een schoolklas waar ze sociaal punten kunnen scoren door klasgenoten of de docent omlaag te halen, of in rangorde kunnen dalen door “braaf” te zijn, werkt het allemaal anders. Ze weten meestal best dat wangedrag niet goed is, maar juist omdat ze beseffen dat er geen grote consequenties aanzitten (de willoze of machteloze docent stuurt ze er niet uit, eruitgestuurd worden is niet erg, je krijg toch geen straf, de straf is niet erg, je blijft toch niet zitten, je blijft toch op school), gedragen ze zich zo, of blíjven ze zich zo gedragen. Todat ze weer wat ouder zijn (klas 5, 6) en het vanzelf luwt, met of zonder “opvoeding” door de docenten.

    Ik denk dat vooral veel ouders opgevoed moeten worden: díe moeten leren:
    – hoe ze hun kinderen beter kunnen opvoeden;
    – dat een goede opleiding en daaraan mééwerken belangrijk is;
    – daar hun kinderen en regering voor achter hun broek te zitten.

    Maar ja, ouders opvoeden, daar is het opvoeden van kinderen nog kinderspel bij.

    • Toch nog ’n pareltje.
      De machteloze docent.
      Welke vent

      wil te boek staan
      voortaan

      als ’t willoze
      boze, rare, leraren Kareltje?

  5. overheid gebruikt scholen oneigenlijk
    Dat de overheid niet geïnteresseerd is in het recht van leerling om cognitieve zaken te leren maar de leerlingen bijeen wil drijven in een schoolgebouw blijkt ook wel uit de bepalingen m.b.t. het afstandsonderwijs. Een instelling zoals het LOI is een erkende instelling voor schriftelijk onderwijs maar geen school in het kader van artikel 1 onder b van de leerplichtwet. Reden hiervoor is dat het LOI geen dagschool is. Het gevolg is dat het voor een leerling van 15 jaar, omdat hij volledig leerplichtig is, niet mogelijk is om enkel onderwijs te volgen via het LOI. Dat hoewel een voorbereiding op het eindexamen door het LOI zeer intensief is. Een leerling is dus verplicht om naar een erkende dagschool te gaan ook als daar veel tijd verdaan wordt met flauwe kul, opvoeden en orde houden.
    Seger Weehuizen

Reacties zijn gesloten.