Jonge leraren liever niet voor de klas

Ik bevestig de stelling dat er geen gebrek aan docenten is, als we allemaal bereid zijn om klassen les te geven en als we ophouden met het verzinnen van taakjes, die ten koste gaan van het lesgeven, zegt de rector van het Haags Montessori Lyceum vandaag in Den Haag Centraal.
Ik voer de laatste tijd veel gesprekken met zittende en aankomende docenten over hun lestaak voor het komende jaar.
Er wordt bij mij een open zenuw geraakt als een jonge, aankomende docent zegt dat zij het ‘leuker’ vindt om zorgkinderen individueel te begeleiden dan een hele klas.
Uitspraken als:”Ik ben héél goed in één-op-één-gesprekken…” of “…kunt U mij ook inzetten voor coaching van kinderen met leerproblemen….” brengen mij nog net niet tot razernij.
Wat is er aan de hand in Nederland?
Waarom herleiden we alle kinderen tot unieke probleemgevallen?
Het antwoord is simpel en schrijnend tegelijk. Er zijn te weinig vakdocenten, die het werken met acht tot tien klassen per week als het hoogste goed beschouwen.
Huidige docenten sprokkelen het liefst zoveel mogelijk niet-lesgebonden taken bij elkaar om minder les te hoeven geven. Zo houden we het docententekort kunstmatig hoog.
Het lijkt wel of tegenwoordig alle problemen onder het mom van professionaliteit oplosbaar gemaakt moeten worden. Scholing, cursussen, een extra master orthopedagogiek, alles wordt in het werk gesteld om het kernprobleem te omzeilen, namelijk dat sommige academici nu eenmaal nooit een goede docent worden.
Jonge docenten moeten leren door te bijten om greep te leren krijgen op een klas en ouders moeten stoppen met het eisen van prinses-op-de-erwt-behandelingen voor hun liefdesbaby.

Een rector naar mijn hart.

9 Reacties

  1. Sociaal werker in plaats van vakdocent
    Uit de uitspraken van deze leraren blijkt volgens mij ook dat veel jonge leraren zichzelf meer zien als sociaal werker dan als vakdocent.

    • personeelstekort in de zorg
      Dan zouden die leraren beter ander werk kunnen gaan zoeken.

  2. kernprobleem ?
    Voor een groot deel kan ik me vinden in de uitspraken van bovenstaande rector.

    Maar ik heb moeite met zijn omschrijving van het “kernprobleem”, “namelijk dat sommige academici nu eenmaal nooit goede docent worden”. Alsof alle andere 1e graads docenten, 2e graads docenten, onbevoegde docenten etc. etc. wel allemaal goede docenten zijn of zouden kunnen worden. Belachelijk gewoon. Als ik hem was zou ik maar blij zijn met die paar academici die nog voor het onderwijs kiezen.

    Laten we wel wezen: m.i. moet je aanleg hebben om docent te zijn. En veel docenten hebben gelukkig aanleg hiervoor. Het is dus niet een beroep dat je van begin tot eind kunt leren. M.a.w. als je talent hebt kom je een heel eind Uiteraard moet je wel nog vanalles leren over onderwijs en lesgeven etc. Bovendien dien je over meer dan voldoende vakkennis te beschikken. Dat laatste is net zo belangrijk (of misschien nog wel belangrijker?) Naarmate je langer lesgeeft zul je dan steeds beter worden. Iemand die geen talent heeft voor het onderwijs, maakt niet uit met welke achtergrond of vakkennis, zal nooit een goede docent worden. En ook het volgen van cursussen zal dan nauwelijks tot verbetering leiden.

    Verder zijn er genoeg docenten (en daar ben ik er ook een van) die helemaal niet bezig zijn met “het sprokkelen” van niet lesgebonden taken. Veel docenten doen dit echter omdat extra taken vaak eerder tot een hoger salaris leiden etc.
    Beschrijvingen van extra taken en certificaatjes van extra (flut) cursusjes kun je in je file stoppen (goed voor je POP en om hogerop te komen,….. braak)

    Los hiervan denk ik niet dat het lerarentekort ophoudt te bestaan als “wij” met z’n allen weer alleen maar les gaan geven. Maar dat is weer een andere discussie.
    Marlie

  3. Inz. liefdesbabies
    Een liefdesbaby betekende ‘oneigenlijk kind’ voordat het niet trouwen in de mode kwam. Sindsdien is het ‘kind dat door de ouders wordt gezien als bezegeling van hun liefde’. Bedoelt u niet gewoon lieveling of oogappel?

    • eigen voor wie?
      Het woordenpaar “oneigenlijk kind” lijkt alleen maar in overdrachtelijke zin gebruikt te kunnen worden, Het is me niet gelukt te achterhalen wat het niet-overdrachtelijk betekent. Volgens uw definitie zou het een natuurlijk maar niet buitenechtelijk kind moeten zijn, dus geen product van overspel. Vanwege het woorddeel eigen dacht ik dat het zou slaan op de wettelijke vader die niet tevens de biologische vader is.
      Maar dat al dan niet getrouwde koppels spreken van een liefdeskind is begrijpelijk omdat het “kiezen voor kinderen” niet meer vanzelfsprekend is. Er is trouwens een beroemd architekt genaamd Libeskind.
      Seger Weehuizen

  4. jonge leraren liever niet voor de klas
    Zou het misschien zo kunnen zijn dat lesgeven (op de Nederlandse manier: te grote klassen en 27,28 uur per week als je geen neventaken verricht) gewoon als te zwaar wordt ervaren en men daarom vlucht in de niet-lesgebonden taken?

    Lesgeven is het mooiste vak dat er bestaat, maar dan moet je wel voldoende tijd krijgen om er iets goeds van te maken. 35 minuten “opslag” per lesuur om de les voor te bereiden, toetsen te maken en na te kijken, cijfers in te voeren en te vergaderen is eenvoudigweg te weinig. De Nederlandse docent geeft 15% meer les dan zijn gemiddelde Europese collega.

    Het zou prettig zijn als de maatschappij wat minder problemen op het bordje van de scholen zou leggen, maar dan moet de vrijgekomen tijd niet naar nog meer lessen gaan, maar naar tijd om die lessen te verbeteren. En dan zou het ook prettig zijn als die maatschappelijke problemen inderdaad door andere instanties adequaat zouden worden verholpen. Als een kind door zorginstanties een paar maanden op een wachtlijst wordt geplaatst, wendt men zich toch weer tot de school, of, op zijn minst, werkt het probleem door in de les. Misschien heeft het HML hoofdzakelijk prinses-op-de-erwt-problemen, op veel scholen hebben leerlingen problemen van heel andere orde.

    Als een academicus een fatsoenlijk salaris krijgt, genoeg tijd om iets van zijn lessen te maken, en zijn lestaak kan vervullen in een goed functionerende organisatie en een niet al te belabberde werkomgeving, dan zou het tekort aan eerstegraders snel verholpen zijn. Dan komt DE BESTE DOCENT weer VOOR DE KLAS.

    Ik neem aan dat op het HML de C- en D-schalen als eerste naar mensen gaan die nu al veel te lang tegen een veel te laag salaris goed lesgeven? Op de meeste andere scholen kiest men ervoor die leraren als eerste te bevorderen die zich profileren in allerlei niet-lesgebonden taken. Via de functiemix is het portfolio ook op de middelbare school doorgedrongen.

    Teja Bodewes, lerareninactie

    • Re: Liever niet voor de klas
      Ik ben het grotendeels met je eens, Teja. En ik heb gisteren de website van LerarenInActie even snel bekeken, en ik moet zeggen: het maakt een onverwacht degelijke indruk, en voor het eerst overweeg ik nu om me erbij aan te sluiten. Ik wil alleen nog even informeren of ik mijn huidige rechtsbijstandsverzekering kan inperken, want anders ben ik dubbel verzekerd voor arbeidsconflicten – zonde van het geld.

      Overigens: klassen van 30 leerlingen vind ik op zich niet te groot zolang een school maar adequaat om kán en wíl gaan met zich misdragende leerlingen. En als een school daar níet adequaat mee kan omgaan, dan vind ik zelfs een klas van 20 leerlingen te groot.

Reacties zijn gesloten.