Hoe bevalt vakoverstijgend onderwijs?

Bij mij op school betekent vakoverstijgend werken, dat we twee keer per jaar een projectweek hebben waarin docenten geacht worden allerlei andere vakken te geven dan het vak waarvoor ze bevoegd zijn. Ik vind dit een gruwel: de leerlingen hebben recht op vakdocenten. Wat zijn jullie ervaringen?

26 Reacties

  1. Projectonderwijs
    Vanaf de jaren tachtig heb ik ervaring met dit soort gedoe.
    Niet gehinderd door veel kennis en inzicht werd daarmee collectief/leuk/inefficiënt tijd verleuterd.
    De eindcijfers waren altijd groepsgewijs voldoende; de leerlingen waren tevreden want ze hadden niet “gewoon les”; de -maatschappelijke ingenieurs- en de vakken achter de streep waren de grote pleitbezorgers; vakdocenten deden moeizaam en met tegenzin mee.
    Gelukkig is het nooit meer geworden dan een tussendoortje.
    Je kunt geen concert geven als de muzikanten hun instrument niet kunnen bespelen.

    Bij mijn pensionering, een aantal jaren geleden, heb ik mijn vakcollega’s een pen gegeven met het opschrift “Ik geef een vak”.
    Daarmee wil ik U een hart onder de riem steken; bied weerstand aan de vertrossing van het onderwijs. En voor Uw eigen levenslust en gemoedsrust geldt: “Schoenmaker blijf bij je leest”

  2. Een excuus voor knutselen en leuteren
    Wat ik er tot nu toe van heb meegemaakt doet mijn maag omdraaien.
    Inhoudelijk stelt het nooit ook maar iets voor; didactisch gezien lijkt het mij ook onzin.
    Waarom een vakoverstijgend project ‘de scooter’ als je niet weet wat verbrandingswarmte is, hoe ontsteking werkt, wat de principes van transmissie zijn?
    Diegenen die er de grootste voorstander van zijn, zijn inhoudelijk en/of qua klassenorde de zwaksten. Zij gebruiken die extra activiteiten om maar niet voor de klas te hoeven staan.

    Eerst weten wat een vak inhoudt, en daarna mag je proberen om dat vak te overstijgen (maar dan heb je er meestal al geen zin meer in)!

    • Knutselen en leuteren is in…
      afgaande op een radio-uitzending over vernieuwd chemie-onderwijs.
      Nu niet meer met een corpusculaire basis, maar met een mix van concepten en contexten.
      Ook ‘de scooter’ zit in dit SLO-pakket [klik meer]

      • Laten we afspreken dat we dan ook nee zeggen tegen directies.
        Laten we als we dit geleuter en kleuter vinden, dan ook allemaal onze mond open doen tegen directies en teamleiders die dit van ons vragen. Op mijn school was een hoop gemopper na de eerste projectweek. Komt er een (anonieme) enquête, blijkt een groot deel van de ontevredenen vooral positieve antwoorden te hebben gegeven. Daar heb je wat aan. Een beetje ruggengraat tonen, laten we daar eens mee beginnen.

        • Re: kritiek spuien
          Mijn ervaring leert dat wanneer de leiding projecten wil, ze de boel er toch doordrammen.
          Wij hadden op school een vergelijkbare situatie. Drie van de vijf docenten waren zeer kritisch, twee van de vijf vonden het geweldig.
          Aan die twee had de schoolleiding voldoende. Er zullen in een docentenkorps altijd mensen te vinden zijn die om welke reden dan ook graag aan een of andere vorm van ‘nieuw’ of ‘vakoverstijgend’ onderwijs willen meedoen. Deze figuren worden dan als excuus gebruikt.

          Een andere zaak is, dat je je kritiek altijd voorzichtig dient te brengen. Ben je al te uitgesproken, dan loop je het risico dat men je eruit gaat werken; ben je voorzichtig, dan ziet men je als een oude zeurpiet.

          Het enige dat echt werkt is wanneer de betrokken docenten zo’n plan unaniem afwijzen.

          • Enquête was anoniem
            Natuurlijk moet je voorzichtig zijn, maar bij een anonieme enquête hoef je jezelf niet al te zeer te censureren. Unaniem is wel een hele onbereikbare.

          • unaniem afwijzen?
            En zelfs dat helpt niet, want dan krijg je te horen dat het een gepasseerd station is.

  3. Projectweken; een ander geluid!
    Ik ben helemaal niet tegen een enkele projectweek zo nu en dan. Daar zit wel een voorwaarde aan: Deze weken moeten tevoren goed doordacht en gestructureerd worden, compleet met leerdoelen, werkvormen en al. Ik denk dat je daarmee leerlingen op een andere manier kunt motiveren. En passant doen ze ervaring op met andere vaardigheden dat alleen leren, toepassen en reproduceren. Bovendien geeft het ruimte voor zaken die anders minder makkelijk in te roosteren zijn.
    In de voorbereiding zit hem echter de kneep: meestal zijn daarvoor geen echte faciliteiten (tijd, geld, ruimte) en knutselen docenten in hun vrije tijd een geinig projectje in elkaar. Dan wordt het inderdaad jammer van de tijd, frustrerend voor de gemotiveerde leerling en docent en dus tijdverspilling. Het wordt dan alleen een leukbedoelde en dus meestal niet echt een leuke week. Een gemiste kans.

    • Precies, het is geknutsel
      en dus van geen waarde. De leerlingen zijn alleen maar blij dat ze geen gewone lessen hebben en intussen staat een docent wiskunde geschiedenis te geven en docenten Nederlands geven Duits. Dan vind ik dat we voortaan iedereen gewoon van de straat kunnen plukken en voor de klas zetten die een havo-diploma heeft.

  4. Vakoverstijgend onderwijs een ander geluid
    Beste mensen,

    ja ik ben het eens op deze manier vakoverstijgend onderwijs, dat is weggegooid geld. Dure (ahum) docenten laten plakken en knippen. Dat mogen de goedkopere onderwijs- en klassenassisten doen.

    Het echte vakoverstijgende onderwijs kunnen wij zelf in onze lessen doen. Niet zo extreem zoals nuy in de onderbouw wordt gedaan en waar door veel uitgevers handen vol geld aan is uitgegeven om nieuwe boeken te laten schrijven. Nee door in je lessen de link te leggen naar andere vakken.

    Zelf mag ik scheikunde en wiskunde geven. Ik geef natuurkunde en scheikunde (op allerlei nivo’s) ik heb daarnaast interesses in biologie, techniek, verzorging, geschiedenis en aardrijkskunde.
    Tijdens mijn lessen genruik ik materiaal uit die lessen welke ze daar reeds hebben behandeld, met mijn collegae heb ik regelmatig informele gesprekken om te achterhalen wat ze al wel en wat ze nog niet hebben behandeld. Zo hoef ik niet iets te gaan uit leggen wat de leerlingen al hebben gehad en weet ik ook wat ik wel zelf moet uitleggen, maar dan weet mijn collega wat hij niet meer hoeft te doen.

    Dat is voor mij vakoverstijgend onderwijs. De muren staan nog steeds, maar ik breng ramen aan, waardoor de leerlingen ook gaan zien dat het vak niet alleen tot dat ene lokaal en dat huiswerk tot die vent beperkt blijft. Helaas ik ben één van de weinigen die op deze wijze werkt. Er zijn zelfs docenten die liever niets loslaten en mij soms erg irritant vinden. So be it. Het gaat mij om de leerlingen dat ze verbanden gaan zien en dat geeft dan ook een klein beetje ontkrachting aan hun vraag waarom ze op school zitten.

    Leer ze de verbanden te zien door zelf het voorbeeld te geven.

    • Heel herkenbaar
      Zoals McNeacol het beschrijft is vakoverstijgend onderwijs prettig en zinvol voor de leerlingen en voor de docenten. Wij passen dit op onze school ook geregeld toe: vakken als bedrijfsmanagement, marketing en bedrijfseconomie (dat laatste geef ik zelf) laten zich uitstekend aan elkaar knopen. Mix er nog wat elementen uit de techniek bij en je kunt de blik van de leerling snel verbreden.

      Meest opmerkelijke commentaar over deze werkwijze dat elk jaar wel eens voorkomt: “Gunst, u overlegt met uw collega’s over de stof die we bij andere vakken krijgen?!”

      Marten

      • Talensecties schuiven als ijsschotsen langs elkaar heen
        Ik wou dat dit bij ons te bereiken viel, dat zou voor de grammaticale kennis een zegen zijn. Maar helaas blijkt notabene de sectie Duits helemaal niet geporteerd te zijn voor een steviger grammaticale ondergrond. ALs ze maar wat kunnen zwatelen …!

    • Re: vakoverstijgende MacNeacol
      Beste mijnheer McNeacol,

      ik denk dat u het volste recht heeft om uw lessen op uw manier te geven. Ik maak zelf ook wel eens een zijsprong, gewoon omdat ik dat leuk vind, en eigenlijk niet omdat ik daar zo diep over nadenk.
      Maar u weet net zo goed als ik, dat natuurkunde zeer innig verweven is met wiskunde, en dat goed formuleren, dus goed Nederlands, van groot belang is.
      U kunt geen schoolvak opnoemen, of ik kan wel een voorbeeld opnoemen dat het verband tussen dat vak en natuurkunde legt.
      Dat is dus helemaal niet mijn vraag.

      Ik vraag me alleen af wie degene is die vindt dat er een probleem is met ‘verbanden zien’? En dat dat probleem zo ernstig is dat het om een oplossing schreeuwt? Misschien is dat probleem er wel, maar dat is dan naar mijn smaak even groot als het probleem van een zere teen onder het eindexamen.
      Ik heb werkelijk wel ergere problemen. Kinderen die nooit hun boek inkijken; kinderen die hun huiswerk niet maken; kinderen die niet opletten; kinderen die niet weten dat ze de volgende dag een repetitie hebben. Kinderen die, vakoverstijgend, niet kunnen rekenen bij wiskunde, niet bij natuurkunde, niet bij scheikunde en niet bij economie. Kunnen ze bij mij wèl rekenen, dan doen ze het heus ook wel bij scheikunde. Op het vakoverstijgende karakter daarvan hoef ik ze niet te attenderen.

      Wat is het probleem waar dat vakoverstijgen de oplossing voor is?

      • vak overstijgen en goed rekenen
        Ik vind het wat te kort door de bocht om simpelweg te zeggen dat er geen ruimte is voor vakoverstijgend onderwijs als er geen prangend probleem is.

        Dat kinderen niet kunnen rekenen bij wiskunde, bij natuurkunde en bij economie heeft niets te maken met vakoverschijdend onderwijs zoals McNeal zich voorstelt. Het aangeven van verbanden naar andere domeinen ligt voor mij in dezelfde lijn als het aangeven van verbanden binnen je eigen vak. Mits gedoseerd toegepast is het een verrijking van het onderwijs. Het hoeft ook niet veel tijd te kosten.

        Natuurlijk is het zinloos om met kinderen die niet kunnen rekenen in een aardrijkskunde project te kijken of er nog wat aan oppervlaktes te rekenen is, maar het is wel zinvol omi in een wiskundeles het begrip oppervlakte eens iets breder te zien dan enkel bij rechthoeken.

      • oude garde
        Beste heer Stevin,

        Dank voor uw reactie, maar het is niet zozeer dat er een probleem is waar vakoverstijgend onderwijs een oplossing is. Het probleem is dat veeeeeeeeeel docenten hun vak in het vakje laten en de leerlingen de verbanden naar andere vakken niet leren zien. Dat veeeeeeeeel docenten het een worst is dat bepaalde begrippen, vaardigheden of andere zaken bij andere vakken al geleerd, verteld, uitgelegd is. Daar willen zij niets mee te maken hebben, niets van weten, ze leggen het zelf gewoon uit ondanks dat de leerlingen er al mee bekend zijn. Dat is het probleem.

        En inderdaad vakoverstijgend onderwijs is daar geen oplossing voor, wel vakoverstijgend overleg.

        Ik spaar voor mezelf en voor de collegae die wel gevoelig zijn voor het doorbreken van de muren (de echte hollandse hokjes geest dus overboord durven te zetten) tijd uit en we besparen de leerlingen verveling, omdat ze bepaalde zaken niet 2, 3 of soms zelfs 4 keer behoeven aan te horen.

        dat is wat ik bedoel. En dat is het gevolg van vakoverstijgend werken. Efficiëntie.

        • Sporadisch en beargumenteerd
          Vakoverstijgende projecten mogen van mij absoluut een plaats in het onderwijs hebben. Dan moet echter wel de relevantie van zo’n ondernemen duidelijk zijn. Als ik naar mijn eigen vak (geschiedenis) kijk, dan is het bijvoorbeeld bijzonder lonend om samen met mijn collega economie de Beurskrach van 1929 te behandelen. Negentiende-eeuwse pseudowetenschappen en de opmaat voor de rassenleer zou ik dolgraag samen met mijn collega biologie aanbieden.

          Belangrijk is dat vakoverstijgende projecten puur op inhoudelijke gronden bestaan en niet, wat vaak op scholen het geval is, om het ‘vakoverstijgen’ op zich. Vakoverstijgend onderwijs is het nieuwe toverwoord en leidt, wanneer het breed wordt toegepast, tot een verschrikkelijke vorm van vervlakking. Naar ik weet, is in de nieuwste Tweede Fase-wijziging (het duurt nog een paar jaar, maar het beleid ligt er al) vakoverstijgend onderwijs alles wat de klok slaat. Niet minder dan een absolute ramp. Vakoverstijgende projecten prima, maar sporadisch en volledig vakinhoudelijk onderbouwd.

          Ik hoop dat de vakoverstijgingsrage tijdig een halt wordt toegeroepen. De samenvoeging van vakken als geheel – en daarmee zijn we al een heel eind – is een ramp voor het onderwijs. Ik herinner eenieder graag aan een feit dat ik al bij verschillende topics heb geplaatst, maar dat mij nogal aan het hart gaat (vergeef mij daarom de hoofdletters):

          2 UUR AARDRIJKSKUNDE + 2 UUR GESCHIEDENIS = 3 UUR MENS & MAATSCHAPPIJ

          … de zoveelste bezuiniging die als noodzakelijke vernieuwing wordt gepresenteerd. Bij navraag kreeg ik overigens te verstaan dat het geen bezuiniging betrof, omdat de leerlingen het ‘verdwenen uur’ wel op school waren: lekker zelf aan het werk onder toezicht van een OOP’er. En daarmee ben ik overstegen naar een tweede topic en verwijs ik u naar de bijdrage ‘Het ei van Columbus’ van Candide.

          Protesteer!

          • ”2 UUR AARDRIJKSKUNDE + 2
            ”2 UUR AARDRIJKSKUNDE + 2 UUR GESCHIEDENIS = 3 UUR MENS & MAATSCHAPPIJ”

            Bij ons kan het nog efficienter:

            2 uur aardrijkskunde + 2 uur geschiedenis + 2 uur economie = 3 uur Mens en Maatschappij.

            Komt dat zien, komt dat zien!

          • Excellemundo!
            Het kan dus altijd zwarter. Maar het goede nieuws: de thema’s zijn fantastisch. Ik las even de reclamefolder van Mundo (een M & M-methode) en daarin werd gewag gemaakt van een thema over voedsel. Nou, doen we biologie, wiskunde, Duits en Nederlands erbij en we maken van zestien uur zo drie uur M & M, waarin we de leerlingen bijspijkeren in…

            Wat eten we?
            Waar eten we?
            Wat zit erin?
            Wat kost het?
            Wat aten we?
            Hoe vaak is twee keer eten maal drie keer eten?
            Was essen wir?
            En dat alles zonder spelfouten.

            Welk vak past eigenlijk niet onder de titel Mens & Maatschappij?

            Ik stel voor dat we alle vakken onderbrengen in Mens & Maatschappij en vervolgens in afzonderlijke lessen recht doen aan de onderdelen van de mens en zijn maatschappij. Laten we zeggen een paar uur geschiedenis, een paar uur wiskunde, een paar uur Duits en… ach verrek… we zijn full circle.

        • Het dubbel vertellen van dingen….
          ….is mijn dagelijks brood.
          Ze krijgen er geen genoeg van: trek je jas uit; ga zitten; een vektor heeft een grootte, een richting en een aangrijpingspunt; weerstand is spanning gedeeld door stroomsterkte.
          Als a = b maal c, dan b = a / c. Per les vertel ik dezelfde dingen aan dezelfde kinderen niet drie of vier keer, nee wel vijf of zes keer.
          En ook dan is het één of twee jaar later behoorlijk weggezakt.
          Nadert het eindexamen, dan begint de grote herhalingsronde weer opnieuw. Steeds weer kijkt de meerderheid van de leerlingen me verbaasd (soms opgelucht, en heel af en toe met iets van herkenning) aan. Van verveling merk ik weinig.

          U begrijpt, ik ben niet zo bang om mijn leerlingen te vervelen met herhaling. Mijn collega’s Nederlands herhalen JAARLIJKS het kofschip. Ik lees op deze site ook wel eens dat men in het basisonderwijs eens wat meer zou moeten herhalen.
          Eén keer verteld, niet meer herhalen, lekker efficiënt? Ik weet het zo net nog niet.

        • antieke gardist
          …”vakoverstijgend overleg”‘… / …???…
          Ik heb genoten van het feit dat mijn onderwijzers/docenten/(hoog)leraren elk op hun eigen wijze binnen hun eigen vak over eenzelfde begrip/onderwerp spraken.
          Juist door die diversiteit leer je te abstraheren; waarderen.
          Bespaar ons de efficiëntie van één boek; één methode; één docent; één leer!

  5. Vakoverstijgend als antwoord op suboptimalisatie
    Vakoverstijgend, wat is dat in hemelsnaam?
    Wordt hier mee bedoeld dat er door vakdocenten suboptimalisatie nagestreefd wordt? Bedoelt men bijvoorbeeld hiermee dat de docent wiskunde veel meer wiskunde onderwijst dan nodig is en daardoor de studenten op andere terreinen b.v. geschiedenis tekort doet omdat hij alle onderwijstijd opgemaakt heeft? Of dat de docent wiskunde zaken behandelt die niets met het toekomstige beroep te maken hebben? Leerplannen worden toch opgesteld vanuit de eindtermen of competenties, dus beginnend bij de output. Als dit zo gebeurt hoe en waarom ontstaat dan die suboptimalisatie wel in het oude systeem en niet in het nieuwe systeem. Tevens reist meteen de vraag hoe in het nieuwe systeem, het zgn vakoverstijgende onderwijs, het basis kennisniveau geborgd wordt.
    Denk even mee beste bonners. Je gaat wiskunde studeren en dan werken op een ROC. Binnen dit ROC word je geplaatst binnen de sector economie en administratie. In de projectweek geef je dan een les economie aan o.a. de docent Engels. Na 2 jaar word je overgeplaatst naar de sector techniek. Je geeft dan een les installatietechniek aan de docent constructie.
    Stel dat het 40 docenten betreft dan worden er 2 mensjaren gestoken in …?
    Yoep zou dan zeggen: nou daar gaat het van jeuken.
    Wat zijn we nu toch in hemelsnaam aan het doen?
    Corgi

    • We moeten helaas doen
      wat de directie zogenaamd van onderaf via teamvorming, geleid door middenmanagers, er door weet te drukken om zichzelf en anderen te kunnen wijsmaken dat we al een heel eind op weg zijn met de vernieuwde basisvorming.

      • En wat hier staat
        Even van internet geplukt:

        Vakoverstijgend onderwijs betekent dat je een aantal uren van de algemene vakken krijgt tijdens het beroepsvoorberijdende vak. Wij op het Schuttersveld, organiseren dat in projectweken. In de 3e en de 4e klas zijn er een aantal projectweken. Vet is van gpb, lees verder…Ik dacht dat alleen de auto van de directeur voorrijdt. Verder is er een aantal projectweken ….

        • Paardrijden
          En ooit hoorde ik op de radio iemand pleiten voor een verplicht schoolvak -paardrijden-.
          Gezien de vormende en paedagogische waarde kan dat ook deel uitmaken van het -vakoverstijgend onderwijs-.

        • wees blij
          “betekent” is tenminste met een t gespeld.

          Verder is duidelijk dat er enkel uren worden gekregen. Geen inhoud kennelijk. Lijkt geheel conform de werkelijkheid.

          Dames en heren dit project is mede mogelijk gemaakt dankzij de uren van Nederlands.

          Hmmm.. roept mogelijkheiden op. Sponsoring. Klinkt modern. Wiskunde sponsort het jaarlijke uitje naar de Efteling. Alle kinderen een t-shirt met de stelling van Pythagoras. Gekregen van wiskunde. Joepieieie.

Reacties zijn gesloten.