Het verdwijnen van goed onderwijs staat niet alleen

Plasterk weigert onder het mom van de scheiding tussen Kerk en Staat de kerken te steunen hun monumenten in stand te houden. De kerkgebouwen zelf zijn allang leeggestroomd en de Kerk heeft door de toegenomen ontkerkelijking sinds de jaren zestig haar belangrijkste functie, die van gemeenschapsbinding, verloren.
Nu staan ze op het punt een voor een afgebroken te worden, omdat het geld en het doel ontbreekt om ze nog langer in stand te houden.
Het verdwijnen van onze kerkgebouwen, die eeuwenlang golden als oriëntatiepunt in het Hollandse landschap, staat niet alleen en is bijna metaforisch voor het verdwijnen van al het goede dat we bezitten en het verliezen van talrijke verworvenheden uit onze Vaderlandse en Westerse geschiedenis.
Dat Plasterk niet thuis geeft, duidt op de eerste plaats op een te rigide atheïstisch standpunt, maar vooral ook op een gebrek aan besef van een algehele teloorgang van onze westerse cultuur die ons land eeuwenlang gevormd heeft en gemaakt heeft voor wat we nu zijn.

Ik bevond me afgelopen Kerst in ons schone Limburg en zag daar op een verloren moment op de regionale TV een interview met André Rieu. Hij oogst successen over de gehele wereld, maar doet het – zoals hij zelf zegt – beslist niet voor het geld. Daarin wordt hij bekritiseerd door Joop van der Ende, die er overigens prat op gaat eigenhandig onze televisie naar de verdommenis te hebben geholpen. André Rieu zou te weinig zakenman zijn, want hij stopt zijn musici in te goede hotels.
Het interview werd tussendoor gelardeerd met fragmenten van zijn optredens. Daarin kon je zien hoe hij zijn orkest stilzet en met de minste bewegingen zijn Limburgse publiek op het Vrijthof aanzet tot het zingen van het Limburgs volkslied, met tranen in de ogen.
Het zijn tranen van heimwee naar een verloren paradijs en die tranen begrijpen we allemaal.

8 Reacties

  1. Nostalgie
    zal niet helpen om de vroegere buurtwinkel, kerk, pastoor, koddebeier, meester, … terug te brengen. De vernieuwlingen gaan door totdat blijkt dat ze verkeerd uitpakken.
    Voor het onderwijs is dat overduidelijk en daarom vindt het Bon geluid (eindelijk) gehoor.
    De neo-conservatieve dromen, de management ficties, de politieke windhandel zijn ook aan het instorten. En op de puinhopen moeten we gaan herbouwen. Dat geeft nieuwe mogelijkheden en nieuwe kansen.

    In een lawine is er één manier om je te redden: zwembewegingen maken om boven te blijven en naar de zijkant krabbelen.

    Zwem ze.

    • Kwalijke rol van de media…
      Ook in deze hebben de media een kwalijke rol gespeeld. NRC bericht hierover.
      De VK staat dit weekend bol van de kleinschaligheid, met name in de zorg.
      Verzorgingshuizen zouden niet meer dan 40 bewoners moeten hebben. Daar hebben ze geen doorligproblemen, voelen zich gelukkig enzovoort.
      De inspectie van de volksgezondheid snapt hier niets van, want alle tehuizen krijgen toch evenveel geld. Alleen hoofdinspecteur Jenneke van Veen is niet verbaaasd:’De menselijke maat die je aantreft in kleinschalige voorzieningen maakt dat er meer aandacht is voor de mens, dat men zich kan inleven in de bewoners. Dat zorgt voor kwaliteit’.
      Daar waren we bij BON al eerder achter.
      Maar kortgeleden huilden de media nog mee met de wolven in zake deschaalvergroting.
      Fortuijn hamerde op kleinschaligheid, de menselijke maat. Hij sprak over zijn oude HBS, maar dat werd (6 jaar geleden) nog uitgelegd als foute nostalgie en iedereen keek glazig voor zich uit.
      Nu is kleinschaligheid bijna modewoord geworden.
      Gelukkig maar, want in de zorg, maar ook op kleine scholen is alles gewoon beter, voor alles en voor iedereen.

      • Leve de media!
        Ik heb vaak fikse kritiek op bepaalde media. Anderen zullen juist kritiek op andere media hebben. Maar eerlijk gezegd heb ik absoluut niets te klagen over de aandacht van de media voor het onderwijs. Zowel kwantitatief als kwalitatief vind ik dat men het uitstekend doet. Dat is wel eens anders geweest, maar het duidelijke onafhankelijke geluid van BON vindt van links tot rechts weerklank. De media hebben hier duidelijk meer aandacht voor dan de politiek.

        Zelfs nu je zou verwachten dat de hype wel weer voorbij zou zijn, blijft het onderwerp onderwijs prominent geventileerd. Afgelopen zaterdag bv met een uitstekende reportage over realistisch rekenen bij RTL.

        • Rechtstreekse link…
          *hier*

          Overigens wordt ergens opgemerkt dat die moderne rekensommen zo vervuild zijn met taal, en als leerlingen dan een leesachterstand hebben dan kunnen ze beter die ouderwetse sommen maken. Dus niet: je hart slaat 60 keer per minuut, hoevaak is dat in een uur ? Maar gewoon: hoeveel is 60×60 en stampen maar, gewoon onthouden, zoveel is dat niet, zegt een “deskundige”.
          Leuk om deze discussie te koppelen aan de roep van Clientje om veel meer korte videoclips a la Teleblik, *lees verder…*

          • lijkt me niet
            Natuurlijk valt er van alles en nog wat te koppelen. Maar de situaties zijn hier toch ernstig verschillend,
            Bij rekenles gaat het er om te leren rekenen. Om dat te vergemakkelijken is er door de realisten bedacht dat er taal bij moest. Die taal nu blijkt zowel voor het leren rekenen lastig te zijn, als voor kinderen die taalzwak zijn.
            Datgene dat ooit bedoeld is rekenen makkelijk te maken, maakt het nu onmogelijk. Dat kan niet de bedoeling zijn. Daarom moet er op 2 zaken ingezet worden: leer de kinderen lezen en leer ze rekenen. Dat gaat het beste dor de zaken niet door elkaar heen te halen. In het filmpje pleit niemand voor tv fragmenten omdat de kinderen niet meer kunnen rekenen.

            Overigens vind ik het taalzwakke leerlingen zelf ook niet het sterkste argument tegen realistisch rekenen. Maar de verhaaltjessommen hebben veel meer nadelen dan allen voor taalzwakke kinderen. De contexten leiden sowieso erg af van het rekenwerk en je moet maar net begrijpen wat de auteur bedoelt. Dat heeft niet alleen iets met taalzwakte te maken, maar ook met de gegevens die je nodig hebt om een context te kunnen begrijpen. Zo las ik een gloedvol betoog over realistisch rekenen aan de hand van de opdracht om eens te berekenen of een kind in zijn leven een koe kan hebben opgegeten. Allemaal leuk en aardig, maar die context kan nogal afleiden voor vegetariërs, kan er toe leiden uitgebreid op zoek te gaan naar hoeveel eetbaar vlees er aan een koe zit en allemaal andere zaken die er alleen maar worden bijgehaald om het rekenen zogenaamd te vergemakkelijken, maar waar heel veel kinderen in werkelijkheid totaal in verdrinken.

            Overigens gaat het bij taalzwakke kinderen op de basisschool die moeite hebben met de context van de hartkloppingen om een andere groep dan bij havo-ers (mag ik hopen, al vrees ik dat zelfs dat niet meer gegarandeerd is)

          • Wat te doen dus?
            Taalachterstanden op de basisschool aanpakken?
            Alle kinderen, of alleen aanstaande havo-ers?

          • de vraag stellen is m beantwoorden natuurlijk Leo
            Het is een regelrechte schande dat het Nederland met al zijn rijkdom kennelijk niet lukt om (bijna) alle kinderen te leren lezen en schrijven. Mijn antwoord zal duidelijk zijn. En wellicht verschillen we van mening over de oplossing, maar ik neem aan dat je er wat betreft de noodzaak van verbetering van het taalonderwijs niet anders over denkt dan ik.

          • Op ’n schaal van 1 tot 11,
            verdient de verbetering van taal en rekenonderwijs, volgens mij ’n 6.
            Juffen (laatste meester) en kinderen de mogelijkheid teruggeven, om weer ’n gezond, haalbaar en effectief “onderwijs” (PO) aan te bieden, geef ik ’n 10.

Reacties zijn gesloten.