Column van Youssef Azghari, vandaag in Trouw.
Het nieuwe leren versus het oude leren lijkt me overigens een vals dillemma (en dat is niet de enige drogreden waar Azghari zich van bedient).
Reacties zijn gesloten.
Column van Youssef Azghari, vandaag in Trouw.
Het nieuwe leren versus het oude leren lijkt me overigens een vals dillemma (en dat is niet de enige drogreden waar Azghari zich van bedient).
Reacties zijn gesloten.
Copyright & kopiëren; 2025|WordPress thema door MH Themes
Wie is dit?
Azghari is docent communicatie en cultuur aan de Avans Hogeschool in Breda en Den Bosch. Meer informatie staat: hier. En dit is zijn onderzoeksplan. Nu weet ik eindelijk wat ik waard ben: ik heb oud geleerd, dus ik ben lui! Bedankt, Youssef.
De mens is lui van nature,
De mens is lui van nature, dus dit lijkt me een argument tégen het nieuwe leren!
Kinderen zeker.
Behalve als de Gameboy wacht.
Nee
Nee, de mens is onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad (de mannen dus, zal Elsbet Etty zeggen, zie haar column van vandaag in NRC Handelsblad: “Het beest in de man”).
Ja zo is het
Dat geldt altijd voor ‘de ander’ en nooit voor jezelf.
Je zegt,
wat je bent.
Sum
ergo cogito
Cogito ergo sum
Natuurlijk!
Weer slordig van Hals:)
Nee hoor
Het was een bewuste verdraaiing; omdat ik besta denk ik wel eens na!
Wie tuint er nu…
…in?
Onnozele hals
tuint er in
Vooruit dan maar.
Je bent wat je zegt.
Sorry Hals
maar die bal voor open doel kon ik niet laten liggen.
Is dit nu wat ze ‘digitaal pesten’ noemen?
Was een…
…mooie goal!
Het is niet genoeg dat de docent
met passie de kennis overdraagt.
Dat schrijft Youssef Azghari.
Het oude leren is vooral iets voor de luie leerling.
weet je wat soms knaagt
wie betaalt mijn aow
en waarom mijn buurvrouw klaagt
wat ze toch ruikt in haar wc
maar het meisje dat me vraagt
naar het woord dat ze niet begrijpt
of het cijfer 0 bestaat
waarom ze zoveel schreeuwen in haar straat
lacht, als ik zeg dat ik het niet zeker weet
schrijft mijn letters in haar schrift
natuurlijk dat ze me vergeet
gelukkig zit ze
in haar eigen lift
Leo, spreek jij altijd en overal
in dichtvorm- is dat iets van het bo,
en vinden jullie dat daar niet mal,
en denk je: deed iedereen maar zo,
dan was het niet zo’n zwijnenstal?
Ach denk maar zo, Doekle van de hbo,
Leert t vlug aan Slagter van ’t vo:
de lonen kunnen wel in vrije val,
want t onderwijs zit half pas in t dal.
Nee Simon,
dichten, doet durven denken
en noopt tot nogmaals
schenken
Hier past het citaat van de dag
“We zijn uitserveerders van koffie die we niet zelf hebben gezet.” Dat gebeurt er als we Het Echte Leren moeten verruilen voor HNL. Welke student zit er overigens op te wachten om – notabene tegen betaling – medeverantwoordelijk te zijn voor zijn eigen opleidingsprogramma? Azghari heeft zeker oordoppen in gedaan en een zonnebril opgezet toen studenten met hun bus langs de hbo’s kwamen rijden om klachten in te zamelen.
Mensen, biecht eens even op
wat wij vroeger voor flauwe ongein uithaalden op school. De man denkt echt dat we als brave hendriken en hendrika’s in die banken hebben gezeten. Wat een karikatuur.
Er werden er bij ons regelmatig geschorst en ook in de examenklas kan ik me veel gespijbel herinneren. Tijdens die zelfgekozen tussenuren zat men om de hoek in het café een kaartje te leggen of een joint te roken.
Ik heb nog meegemaakt dat het dragen van een lange broek werd afgesproken, omdat het nog verplicht was om als meisje een rok aan te hebben. Dat hebben we drie weken lang volgehouden en we hebben gewonnen. Van welke planeet komt Azghari? Het Rode Boekje voor Scholieren. Moet ik nog meer voorbeelden noemen?
Zo moe van
Hier word ik nu zo verschrikkelijk moe van. Deze man heeft helemaal niet in de gaten dat hij bezig is met het oude leren. Hij stelt alleen de lesinhoud of opbouw ter discussie.
“Via hoorcolleges over wat we zoal kunnen leren van westerse en oosterse filosofen, ruimte voor debat, dialogen en reflectie prikkelde ik mijn studenten tot (na)denken. Dat is niet alleen mij goed bevallen, maar ook de studenten die mijn lessen als ‘uitdagend’ en ‘verrijkend’ omschreven. Als ik het volgens het oude leren had aangepakt, had verteld welke filosoof wanneer wat waarom dacht, was hun denkvaardigheid geen millimeter verbeterd”.
Of je wel of geen feitjes voorbij laat komen is afhankelijk van je doel. Bedenk ook dat studenten vaak de materie zelfstandig gewoon niet begrijpen, dat moet je uitleggen. Elk college opnieuw denk ik na over mijn studenten en wat en hoe en hoe lang ik ze iets ga vertellen.
Corgi
Satyrisch bedoeld?
Het democratisch ik-tijdperk…?
Mondig opgevoed…: brutaal en zonder manieren?
Vallen in slaap…: geen concentratievermogen?
Competentiegericht onderwijs… komt uit de politiek: Kletsen… en voor de kennis huren we een adviesbureau!
En het nieuwe leren …
… is vooral iets voor de luie docent
😉
Azghari
Oei, wat zijn we weer snel beledigd! Azghari stelt immers alleen dat hij doet wat de bedoeling van dat nieuwe (gekantelde) leren was: leerlingen zélf laten nadenken over de lesstof, in plaats van te accepteren dat die leerling alleen dát weet (of niet weet, natuurlijk) wat de docent hem of haar heeft verteld, binnen de context waarin die docent dat heeft verteld, en vanuit de denkwijze van de docent zelf.
Hij stelt terecht dat reproductief leren die leerling geestelijk lui maakt, en dat dóet het ook, óf de leerling wordt opstandig en leert voortaan óndanks zijn docent (Ikzelf heb daar de nodige ervaring mee, en daar zal ik niet alleen in staan).
Wat Azghari niet vertelt is dat de meeste mensen alleen reproductief kúnnen leren. Gewoon een kwestie van intellectuele mogelijkheden, heb ik ooit geleerd. Dus (en dát zal vast vaak NIET gebeuren) moet je als docent de leerlingen die niet aan dat niveau beantwoorden, natuurlijk daarbij helpen. Dat kan ook (juist wél) binnen dat nieuwe leren.
Ik zag zelfs een opmerking dat ‘nieuw leren’ vooral favoriet zou zijn bij ‘luie docenten’. Ikzelf kén geen eenvoudiger methode dom mijn pensioen te halen dan jonge mensen in zo groot mogelijke groepen MIJN verhaal te vertellen. Maar was het niet juist het idee om dat tot HUN verhaal te maken? Dán moeten ze worden gestimuleerd om HUN EIGEN verhaal te construeren. Dát was en is het doel van dat nieuwe leren. De rest is detail.
Reinder H. Koornstra
Was het maar zo simpel
Om je eigen verhaal te kunnen construeren moet je wel erg veel weten: je moet weten welke bouwmaterialen er zijn, je doet er goed aan om veel stenen in voorraad te hebben.
Voor je eigen verhaal moet je dus veel heldere, verstandige, samenhangende kennis opbouwen. En dan, na lang verzamelen en opbouwen met hulp van verstandige duidelijke docenten die overzicht hebben, en vaak ook een eindeloos geduld om omissies op te sporen, krijg je langzamerhand vat op de werkelijkheid. Via associaties en verbindingen die je plotseling ziet, kun je dan uit die enorme berg voorraadkennis misschien ooit je eigen verhaal maken.
Zoals Bloom cs indertijd al constateerde, is dat het hoogste niveau van het leren, na feitenkennis, herkenning van begrippen, analyse, synthese is dat het hoogste stadium dat niet iedereen haalt.
Het constructivistisch denken gaat voorbij aan het punt dat de meeste mensen alleen via experts tot helderheid komen. Veel leerlingen verdrinken in de veelheid van feiten waarmee ze oa via internet overspoeld raken. Mijn eigen aha-erlebnisse, waarin het me lukte het overzicht te krijgen, verkreeg ik begenadigde leraren, universitaire docenten en auteurs die ik pas in een bepaalde fase van feitenstapeling begon te begrijpen.
@ Koornstra
Enkele opmerkingen:
1) leerlingen zélf laten nadenken over de lesstof, in plaats van te accepteren dat die leerling alleen dát weet (of niet weet, natuurlijk) wat de docent hem of haar heeft verteld…
Met andere woorden: voorkennis activeren. Elke (goede) docent doet dit dit m.i. al. Wat u hier voorstelt, dat leerlingen hun eigen verhaal contrueren, lijkt mij alleen een zinnig opdracht als dit uitgaat van een zeer gefundeerde basiskennis. De beste manier om dit te bereiken is m.i. nog steeds de leerlingen er op te wijzen wat daadwerkelijk belangrijk is (als docent heb je jaren lang voor gestudeerd om deze keuze te kunnen maken… ga me niet vertellen dat leerlingen deze keuze net zo goed zelf kunnen maken).
2) Ikzelf kén geen eenvoudiger methode dom mijn pensioen te halen dan jonge mensen in zo groot mogelijke groepen MIJN verhaal te vertellen.
Mag ik vragen wat uw vooropleiding is aan waar u doceert? In mijn beleving is er niets makkelijks aan om aan grote groepen leerlingen op eigen kracht, vakinhoudelijk en didactisch, een kwalitatief hoogstaande, doorlopende leerlijn aan te bieden. Leerlingen begeleiden terwijl ze hun werkstukjes/presentaties voorbereiden/googlen vind ik van een heel andere orde, en tot dat verzanden m.i. opdrachten waarbij leerlingen, zonder goed onderlegd te zijn, hun eigen verhaal moeten contrueren.
3) De rest is zeker geen detail.
Plannen en zelfstandig werken kunnen je hersenen
pas na je twintigste levensjaar … Ik citeer hier hoogleraar Jolle Jelles, neurobioloog en neuropsycholoog van de Universiteit van Maastricht. Via deze link kunt u een pdf lezen over zijn bevindingen ten aanzien van de geschiktheid van het nieuwe leren voor pubers. Hij is daar op grond van de staat van rijping van de hersenen negatief over.
Over de stimulans die de leerling nodig heeft, schrijft hij: “Een leerling moet worden gemotiveerd door zijn omgeving om te leren, maar dan wel met lesstof die voldoende spoort met de fase van hersenontwikkeling. Stimulators kunnen ouders zijn, maar ook juist docenten (…). ”
Reproductief?
Zoals wel vaker lijk je hier aan te geven dat het oude leren reproductief leren zou zijn. Ik herkan dat in het geheel niet. Niet van mijn eigen school- en studietijd en zeker niet van mijn eigen lessen.
Ik leer de studenten een aantal technsche vaardigheden en daarnaast vooral een manier van denken die past bij het vak. En dat gaat voornamelijk in collegevorm. Met interactie waarbij studenten ideën opperen en anderen daarop reageren. Waarbij ik uitdaag om verder te kijken of de eigen gedachten te controleren. Van geen kanten doe ik enkel voor en zij doen enkel na. Weinig kans ook om lui achterover te zitten te te wachten tot het college voorbij is.
Het kan ook heel goed voorkomen dat men op de toets iets moet bedenken dat in zekere zin buiten de stof (in enge zin) staat.
Het is verrassend hoeveel studenten veel meer kunnen dan enkel reproductief leren. Maar dat moet je dan wel voor elkaar krijgen in interactie met docenten (in plaats van in interactie met google)
Juist al die producten, al die presentaties en verslagen,zelfs al die POPs en potfolio’s zijn allemaal reproductie: knippen en plakken van internet, overschrijven van de leerdoelen van de andere studenten, overnemen van de juiste jargon om de pop mee te vullen. Als er iets geestdodend is, dan is het dat wel. Robot-achtige reproductie. En dat niet een paar keer, maar in het Hoger Onderwijs vier jaar lang aan een stuk. Jakkie.
Kortom: HNL=reproduceren van loze begrippen, zonder diepgang en eigenlijk ook zonder breedte.
Ik geef exacte vakken (wis / nat en informatica), maar ik ben er van overtuigd dat het ook kan bij talen of bij de mens-vakken.
Bij uitstek geschikt voor de luie student endocent, zonder diepgang en zonder breedte.
Weinig inhoud dus.
De knipschaar en de lijmkwast
En dan moet je er ook nog bij bedenken dat studenten al een paar jaar knippen en plakken op de middelbare scholen achter de rug hebben. Kan de opbrengst van onderwijs nog verder omlaag, vraag je je af.
Een geschiedenisles …
… is bij mij – wat betreft mijn ‘voordracht’ – toch vooral een onderwijsleergesprek. Ik stel vragen, mijn leerlingen geven/bedenken antwoorden en adhv die antwoorden ‘componeer’ ik de aantekeningen die ik op het bord zet.
Natuurlijk heb ik van te voren bedacht wat ik wil vragen/vertellen maar ik laat toch vooral de leerlingen bedenken wat ik op het bord moet zetten – en waarom.
Goed gezegd
Zeker op de middelbare school is het al héél lang niet meer (indien ooit?) zo dat de docent alleen maar vertelt en de leerlingen luisteren. De uitdrukking “een beurt krijgen” bestaat al vele tientallen jaren en is een beproefde didactische methode.
ahum… Beste BertvanZ het is hopelijk zo
dat bij jou in de klas de leerling af en toe ‘DE beurt’ krijgt, en niet ‘EEN beurt’. Dit is, vooral in zedelijk opzicht, wel een erg belangrijk verschil!
Barsten je leerlingen niet in lachen uit als je zegt dat je een van de leerlingen een … wilt geven?
Pardon
“De beurt” bedoelde ik uiteraard.
Ik ben overigens geen leraar, maar student (dit als bewijs dat BON niet voor “Boze Onderwijsgevenden Nederland” staat).
Ben zelf door schade en schande wijs geworden 😉
Ik begreep niet waarom ze de hele tijd in lachen uitbarsten. Ach, heb ik ze met mijn onwetendheid een aardige morgen bezorgd… Daarna heb ik er altijd keurig op gelet.
Schertsend
Ik hoop dat je mijn opmerking m.b.t. luie leraren toch als “schertsend” opvat – zie de smiley in mijn bericht.
Onderwijzen is meer dan je verhaal vertellen
Geachte Reinder H.
Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat jouw manier van onderwijzen een zeer uitzonderlijke is. Alleen je verhaal vertellen doe ik in ieder geval niet. Ik neem aan dat geen enkele zichzelf respecterende docent alleen zijn verhaal vertelt. Misschien voor jouw informatie de taken van een docent:
– bepaalt welke leerdoelstellingen er omtrent welke stof er in welke hoeveelheid lessen behandeld gaat worden
– bereidt een ‘verhaal’ voor dat inhoudelijk logisch en samenhangend in elkaar zit en afgestemd is op de doelgroep. Dit verhaal hoeft niet noodzakelijkerwijs geheel door de docent verteld te worden. Hiervoor zijn meerdere werkvormen mogelijk. Ik denk aan: vertellen, klasseleergesprek, stukken laten voorlezen door leerlingen, bekijken van een presentatie (bv dia’s of powerpoint), gezamenlijk bespreken van illustraties, stil lezen van informatie in het boek
– kiest opdrachten of werkvormen waarmee de bedoelde stof verinnerlijkt kan worden door de leerling. Afhankelijk van de doelstelling kan de stof begrepen, gereproduceerd of toegepast worden. Kennis, houding en vaardigheden kunnen op vergelijkbare manieren aangeleerd worden; slechts de formulering van de doelstelling is anders.
– ontwerpt wijzen waarop de resultaten van voornoemd onderwijsproces getoetst kunnen worden.
– Kijkt de toetsresultaten na, beoordeelt deze en evalueert mede aan de hand van de toetsresultaten het succes van het onderwijsproces, inclusief het eigen aandeel van de docent hierbij.
– Gebruikt de evaluatieve informatie voor het voorbereiden van nieuw onderwijs.