Is de verwachting van Ad Verbrugge reëel: zal het parlement zicht krijgen op wat er werkelijk aan de hand is door de inspecteurs te inspecteren?
Heeft een parlement die afstand tot het maatschappelijk gebeuren dat het in staat is die te doorgronden en daar ook in te sturen? Toont Ad Verbrugge de nodige afstand om de problematiek in meer dimensies te zien?
Die vragen moeten voor een groot deel met nee beantwoord worden.
De oproep houdt de veronderstelling in dat weloverwogen overwegingen hebben geleid tot organisatievormen en praktijken die de oorspronkelijke wens van het parlement of hier, het onderwijs geweld aan doen.
Is niet sprake van een historische ontwikkeling waarbij de dienstverlening zich organiseerde en normeerde naar een industrieel proces model? Het onderwijs is in deze ontwikkeling een van de velen.
Is het hierbij mogelijk een persoon of een groep aan te spreken op de nadelige gevolgen van deze ontwikkeling op de kwaliteit en beroepsbeleving in die sectoren?
Gaan inspecteurs, besturen en managers niet per definitie vrij uit zonder overigens onschuldig te zijn?
Hoeveel inspecteurs, bestuurders en managers zijn niet een tijdje wethouder, gedeputeerde of volksvertegenwoordiger?
Hoe voorziend kan men zijn in nadelige gevolgen van complexe ontwikkelingen?
Koesteren niet de “slachtoffers”: de dienstverleners, zoals docenten en zorgverleners, zich in de duidelijkheid en zekerheid van de systemen? Voorschriften, werkafspraken, protocollen, intercollegiale toetsing, enz, enz. Een zelfgekozen slavernij (de la Boëtie) ?
Is niet deze ontwikkeling zo sterk en onstuurbaar dat zelfs voorbijgegaan wordt aan bewezen wetenschappelijk inzichten ?
Denk bijvoorbeeld aan psychologische kennis over betrokkenheid en voldoening in werk en de gunstige gevolgen daarvan voor dat werk en voor het welbevinden van de mensen die zich dan kunnen ontplooien.
Denk aan het inzicht dat strenger straffen niet helpt.
Wat roept een samenleving over zich af die tegen beter weten in inzet op repressie en sancties. De gemiddelde strafduur neemt allengs toe; voor steeds meer “ overtredingen “ wordt een Halt sanctie ingesteld
Het is vanuit het parlement dat hier het hardst om wordt geroepen. Wanneer wordt hier geroepen om een parlementaire enquête?
Een enquête over de verwording van de zorg is op termijn onvermijdelijk.
Een gezondheidszorg waar het gezucht van de beroepsbeoefenaars dat van de patiënten onhoorbaar maakt.
Heeft de processtructuur van de organisatie in de zorg schade teweeg gebracht? Tegen welke lat moet die gemeten worden? Wordt die aan het zicht onthouden door een bureaucratische laag? Protocollen en toetsingen verbeteren en sturen bij maar tenderen ook naar het gemiddelde.
In de preventieve sector valt weinig of niets te meten en bestaat een paradijs op aard voor coördinatoren, netwerken, platform overleggen, stuurgroepen, taskforces en weet wat niet meer. Deze sterven zelden een natuurlijke dood. Zij overstijgen de natuurwet van tijdelijkheid door metamorfose: een nieuwe doelstelling, een verbeterde samenwerking of gewoon naamsverandering staan garant voor voortbestaan.
Opdrachtgevers, lees Gemeenten, en uitvoerders leven in een folie á deux.
Waarom zou dit op landelijk niveau anders zijn dan lokaal?
Zijn de uitverkorenen die plaatsnemen in het parlement niet ook afkomstig uit de samenleving die zich heeft gevormd naar de normen en de modellen van functionele en beheersbare processen? Kennen zij anders of zijn zij anders dan de geest van deze tijd?
Zij kunnen vaststellen dat zoals het gegaan is dit niet gewenst is en zij kunnen aangeven hoe het wel gewenst is maar zij kunnen niet anders dan dit. Het parlement hoeft niet werkeloos zijn. Het kan enquêteren.
Wat wil je hier zeggen?
Een wat warrig betoog Philip.
Ik heb eigenlijk geen idee wat je punt nu is (kan ook aan mij liggen natuurlijk).
tekstverklaring?
Ben ik er ver van af als de bedoeling van dit stuk is om te beweren dat iedereen die meedoet met dergelijke veranderingen dat doet omdat het leuk werk oplevert? Projectje hier, conferentietje daar, stuurgroepje zus en taskforceje (wie heeft dat %$%$#-woord uitgevonden?) zo.
En omdat na elk projectje dezelfde groep liefst doorgaat met potverteren moet er een ander projectje worden bedacht. ALs het maar pegels oplevert.
En dat doet het, want uitgeven van projectgelden is de favoriete bezigheid van politici. Ze hebben invloed, scoren telkens opnieuw in de strijd om de media aandacht en kunnen het geld relatief makkelijk uit de eigen begriting danwel uit tijdelijke meevallers halen. Het is maar een project, dus drukt alleen tijdelijk op een begroting.
ALs dat de porté van de tekst is, dan kan ik er wel mee instemmen. Al blijven de mensen aan de top even schuldig en wordt er door hen evenzeer gestuurd als bij keuzes die te maken hebbe met de kwaliteit van het onderwijs. Dit is zelfs erger.
Kun je ook zeggen wat jezelf denkt
Ook ik snap het verhaal niet helemaal. Ik neem aan dat onder je ‘vragen’ allemaal meningen verborgen zijn. Voor mij zou het makkelijker zijn als je (liefst kort en bondig) je mening zou formuleren.
Kortom: ik snap niet waar je met al je vragen naar toe wilt.
Situatie hopeloos, maar niet ernstig
Volgens mij staat hier: Situatie hopeloos, maar niet ernstig.
Heden is een reactie op het verleden
HNL is een antwoord op gesignaleerde problemen uit het verleden.
Ik pik er twee belangrijke uit t.w. de student doet te weinig en wat hij doet is niet goed. Hij beschikt over allerlei, slechts half gevulde, containers met snel verouderde kennis en hij kan deze kennis niet toepassen en hij kan niet werken in teamverbanden door een gebrek aan (sociale)vaardigheden. De schuld hiervan is dan gevonden in de opzet van het onderwijs met als belangrijke boosdoener de verpersoonlijking van alle ellende zijnde de overbeschermde, solistische, niet met zijn tijd meegaande en saaie vakdocent en daarnaast de verkeerde aansturing vanuit Den-Haag.
De oplossingen liggen dan ook voor de hand. Begin met het doorknippen van de Haagse lijnen door de instellingen te verzelfstandigen. Tegelijkertijd dient de docent aangepakt te worden door hem van zijn vak af te halen door multidisciplinaire projecten en tevens zijn rechtspositie uit te kleden zodat hij gedumpt kan worden.
Het resultaat is een totale chaos met zichzelf verrijkende bestuurders aan het roer van deze chaos, allerlei vormen en gradaties van fraudes, een compleet beschadigde generatie docenten en vooral een ongelofelijke verspilling van maatschappelijk talent en als laatste een creatie van een zeer kansarme generatie.
Wie is er nu verantwoordelijk voor de analyses en de gekozen oplossingsrichtingen, juist de politiek.
Wie is er nu verantwoordelijk voor de invoering van de oplossingsrichtingen, juist de besturen.
Kun je dit met een onderzoekje af, nee dus. Deze totale wanprestatie moet zonder enige vorm van vrijblijvendheid geanalyseerd kunnen worden. Persoonlijk vind ik ook dat er heel hard afgerekend moet worden met de verantwoordelijken waarbij ontslag het minste is.
De huidige jeugd wordt de eerste generatie ooit die minder bekwaam is dan de vorige hetgeen in de toenemende globalisering voor het ergste doet vrezen.
Corgi
Even ter herinnering
Nog niet eens zo heel lang geleden (eind negentiger jaren van de vorige eeuw) zaten hogeschoolbestuurders in de schalen 16 t/m 18. Het maximum was schaal 18 BBRA-schalen. Rond 1998 gingen er geruchten rond, dat de voorzitter van een College van Bestuur niet meer in schaal 18 zat, maar meer werd betaald. Dat kon, maar dan moest hij wel een tijdelijke benoeming krijgen. Daar kan ik nog inkomen: als iemand het erg goed doet, mag hij meer inkomen claimen, maar als het dan mislukt ===> wegwezen. Zo zijn de spelregels. Helaas is daar niet veel van terecht gekomen, want een Raad van Toezicht bepaalt of iemand zodanig disfunctioneert, dat deze moet vertrekken. Het systeem is dus niet goed. Veranderen dus, meenemen met de Parlementaire Enquete.
Nog even ter aanvulling: uit de brief van de Minister van Onderwijs n.a.v. brief van de AOb: “Zoals eerder genoemd geldt in de sector HBO de voorwaarde dat toelagen alleen mogen worden toegekend als er sprake is van een aanstelling van maximaal vier jaar. Deze voorwaarde is opgenomen in het controleprotocol voor deze instellingen. Gezien de aandacht en discussies op dit onderwerp heb ik tóch besloten de HBO-raad te vragen om de naleving van deze specifieke voorwaarde te evalueren en mij daarover te rapporteren.”