Functiewaardering

Het nieuwe functiewaarderingssysteem voor het voortgezet onderwijs laat een duidelijke trend zien: management is goed, academische vorming is niet van belang. Waarom dat eerste het geval is, is me duidelijk. Dat geldt tenslotte in de rest van de maatschappij ook, en het onderwijs hobbelt daar gevoeglijk achteraan. Maar het tweede is mij niet helder. Waarom mag academische kwaliteit niet gewaardeerd worden in termen van beloning? Dat is in de rest van de wereld toch ook het geval? Is dat ‘zielig’ voor de minder hoog opgeleide docent?

49 Reacties

  1. Opleidingsniveau docenten bijzaak?
    Deze vraag is zeer relevant. Zeker daar uit recent Brits onderzoek is gebleken dat de sterkst voorspellende factoren voor het succes van een student in een vervolgopleiding het talent van de student (logisch) en, jawel, de vooropleiding van zijn docent tijdens de huidige opleiding zijn. Dus niet het aantal jaren leservaring of bijvoorbeeld groepsgrootte. Geen bijzaak dus.

    Het complete onderzoek.

    • salarisdilemma
      Als je wilt dat dat er (ook) docenten met een academische vorming naar het onderwijs blijven komen zul je academici daar toch salarisvooruitzichten moeten bieden die gelijkwaardig zijn aan de salarissen die hen buiten het onderwijs worden geboden, zeker met al dat extra overbodig werk dat ze er op scholen bij moeten doen. Dan zouden in het onderwijs de salarissen voor academici weer moeten worden zoals vóór de HOS. Dat geldt zeker voor economie-docenten en docenten in de excacte vakken. Dat is naar buiten het onderwijs kijkend met oog voor de totale markt.
      Dat staat los van de vraag of dat binnen het onderwijs bekeken rechtvaardig is t.o.v. de docenten die aan moeilijke leerlingen onderwijzen.

      Seger Weehuizen

      • Mee eens Seger. Ongeacht of
        Mee eens Seger. Ongeacht of het ‘eerlijk’ of ‘rechtvaardig’ is: het is een feit dat ik en mijn academisch opgeleide jonge collega’s ons serieus orienteren op functies buiten het onderwijs. Zodra de recessie voorbij is, komt er ongetwijfeld een gigantische leegloop. Het mag interessant zijn om te werken in het onderwijs, het mag veel voldoening geven, maar ik zie al m’n vrienden van de universiteit binnen zes maanden na afstuderen meer verdienen dan ikzelf na zes jaar werken en van voldoening kan ik m’n huur, en m’n studieschuld, niet betalen.
        Als het huidige salarissysteem in het onderwijs blijft bestaan zullen mensen die leraar willen worden de kortste route daar naartoe volgen: die route gaat niet via de universiteit. Academici zoeken hun heil logischerwijs elders. De vraag is of ons onderwijs gebaat is bij zo’n ontwikkeling: slimme leerlingen op het VWO klagen nu al over het kennisniveau van hun docenten. Het mag qua “orde houden” vele malen eenvoudiger zijn les te geven aan bovenbouw VWO dan aan onderbouw VMBO, maar vakinhoudelijk is dat omgekeerd: ik moet zorgen dat ik verdomd goed ben ingelezen en voorbereid en de zaken verdomd goed op ’n rijtje hebben voordat ik m’n zeer intelligente en zeer kritische 5 of 6 VWO-klas binnenstap. Verbazend dat dat in discussies over functiewaardering doorgaans wordt genegeerd.

        Zoals ’n vriend het onlangs treffend verwoordde: het feit dat je in dezelfde sector werkt betekent niet dat je werk inhoudelijk hetzelfde is, niet dat voor alle functies eenzelfde opleiding geschikt c.q. vereist is en ook niet dat de salariering gelijk moet zijn. Een chirurg is niet zelden in vergelijking met het verplegend personeel veel slechter in het ‘omgaan met patienten’, hij echter heeft weer zijn specifieke kwaliteiten die in de medische sector net zo hard nodig zijn. En omdat voor chirurgen een langere en zwaardere opleiding vereist is en zij (mede daardoor) veel schaarser zijn dan verplegend personeel, wordt de chirurg beter betaald. Dat kun je oneerlijk vinden, het is zo in alle beroepsvelden, en door dit alleen in het onderwijs anders te willen doen jaag je de academisch gevormde docenten, die m.i. voor bovenbouw VWO, en voor onderbouw gymnasium, absoluut nodig zijn, vanzelfsprekend weg.

        • ontslag
          In de praktijk zullen de ontslagnames zich waarschijnlijk beperken tot jonge academici. Ik neem per 01 mei ontslag van een havo/vwo-school. Financiële overwegingen hebben daarbij geen rol gespeeld. Onderstaande verklaring heb ik aan mijn collega’s gegeven. Ik heb vele begripvolle reacties gehad en daarnaast ook (te) vaak de opmerking gehoord: “als ik nog jong was, was ik ook weg.”

          Pijnlijk detail: de schoolleiding heeft de mededeling voor plaatsing in het personeelsblad geweigerd. Ik heb toen voor het kopieerapparaat gekozen.

          +++

          Beste collega’s,

          Zoals de meesten van u wellicht gehoord hebben, heb ik eind januari ontslag genomen. Om te voorkomen dat er onduidelijkheden blijven bestaan omtrent de redenen hiervoor heb ik er voor gekozen kort een en ander uiteen te zetten in het personeelsblad. Sinds begin dit schooljaar is dat medium het, in opzet, multidirectionele communicatiemiddel binnen school.

          Mijn redenen zijn eenvoudig in te delen in twee aan elkaar gelieerde motieven. Ten eerste kan ik mij slechts af en toe vinden in de dogma’s die de overheid het onderwijzend personeel oplegt. De invoering van de Tweede Fase heb ik nooit meegemaakt, het karige effect ervan wel. De inhoud van vakken en profielen in de herijkte Tweede Fase wordt dusdanig verder verwaterd en verdund, dat ik weinig vertrouwen heb in het (eind)niveau dat we onze leerlingen aanbieden. Het middelbaar onderwijs tendeert naar een grotere inspanningsverplichting dan een resultaatverplichting van de leerlingen. Het vervolgonderwijs klaagt landelijk en ook vrijwel vakgebiedonafhankelijk. Ik voel daar een verantwoordelijkheid, waar ik in de huidige onderwijspraktijk geen ruimte zie invulling aan te geven.

          Mijn tweede motief is specifieker aan onze school gerelateerd. De laatste jaren krijgen scholen steeds meer mogelijkheden om het onderwijs zelf in te richten. Het verbaast mij dat onze school niet veel sterker inzet op beproefde methoden die onderwijskwaliteit en – niveau niet compromitteren. Sterker nog, ik heb de stellige indruk dat een groot deel van de leraren constructieve ideeën heeft over hoe de zaken aangepakt zouden moeten worden. Waarom steeds ingehuurd pedagogisch advies op allerlei gebied? Als de onderwijskundige wind over een paar jaar uit een andere richting waait, verkondigen deze “experts” voor hetzelfde geld en met evenveel overtuiging een andere mening. Dat beseffend is het absolutisme waarmee bepaalde zaken gepresenteerd worden op bijvoorbeeld studiedagen geen blijk van het op waarde schatten van de inzichten en intelligentie van het publiek. Leraren, vertrouw op uzelf!

          Anders dan de bovenstaande zijn er aan mijn kant geen overwegingen die een rol gespeeld hebben bij het nemen van mijn beslissing.

          Ralph Hanzen
          februari 2006

          +++

          • Dat zijn herkenbare zaken
            Dat zijn herkenbare zaken die je aansnijdt in je brief. Ik bedoelde ook niet te zeggen dat het enkel het salaris is dat jonge academici doet vertrekken: natuurlijk speelt ook de teloorgang van de kwaliteit van wat de leerlingen nog leren mee: juist academici zullen er moeite mee hebben dat leerlingen tegenwoordig fanatiek wordt aangeleerd samen te werken en vaardig te discussieren, maar dat hun vakkennis zo beperkt is dat zij nergens OVER kunnen discussieren (afgezien van oppervlakkige huis- tuin en keukenonderwerpen).

            Je ziet dus op meerdere vlakken dat het onderwijs een werkveld wordt waarin voor academici geen plaats is: inhoudelijk EN qua salaris. En dat lijkt mij voor in elk geval bovenbouw VWO en onderbouw gymnasium een zorgwekkende zaak.

          • Nicolaas Ulrich, Docent
            Nicolaas Ulrich, Docent Nederlands RSG Het Rhedens, vestiging Rozendaal

            Overigens ben ik van mening dat het afgelopen moet zijn met het gemekker van VMBO-docenten over hun zware werk. Ik heb op alle afdelingen (HAVO/VWO en VMBO) ervaring, en ik kan gerust zeggen dat de ‘geuzentitel’ die VMBO-docenten zich graag geven (‘bij ons is het pas moeilijk lesgeven…’)voornamelijk neerkomt op een onsterfelijk gezeur van zwakke broeders. En als je daar bijvoorbeeld geen orde kunt houden, dan kun je het nergens, vooral niet bij slimme etterbakken op een gymnasium!

            Deze bijdrage slaat natuurlijk op alles wat er op dit forum – naar aanleiding van ‘functiewaardering’- gezegd is.

          • En dan heb je het nog niet
            En dan heb je het nog niet eens over andere pedagogische aspecten van het eerstegraads leraarschap, zoals het voorlichten over en enthousiast maken voor een vakstudie, het voorleven van een academische, onderzoekende, kritische houding, het doorvertalen van de weerbarstige actualiteit naar algemenere wetenschappelijke inzichten, het bevorderen van leergierigheid en autodidactiek, het zorgen dat hoogebegaafden aan hun trekken komen, en het leiden van ‘ja, maar…’-discussies zoals vooral Vwo-leerlingen die graag aangaan.

          • VMBO vs VWO
            Ik (docent v.o., jonge eerstegrader) vind het hoog tijd dat de VMBO docenten eens stoppen met zeuren dat hun baan zo veel zwaarder is.

            Ja, onderbouw VMBO kost meer energie dan bovenbouw VWO. Echter wat betreft voorbereiding en na(kijk)werk is het VWO veel zwaarder.

            In een periode schoolexamens op het VWO is de werkdruk voor een eerstegraadsdocent veel hoger dan de collega op het VMBO. Al eens een proefwerk 5VWO vergeleken met een proefwerk 2vmbo? Ik wel, er is een wereld van verschil.

            Overigens vind ik het bizar dat een vmbo docent op een zwarte school in centrum amsterdam evenveel verdient als zijn collega op Texel. Maar daar is vooral het concept CAO schuldig aan.
            Van mij mag die excellente docent VMBO in Amsterdam best meer verdienen.

          • Over de herkenbaarheid van
            Over de herkenbaarheid van Ralphs bijdrage schreef ik al. Wat de ’teloorgang van de kwaliteit van wat de leerlingen nog leren’ betreft nog een enkel woord. Of leerlingen fanatiek aanleren samen te werken of te debatteren is geheel aan de leraar (of de vaksectie) ter bepaling. Zie je er niets in, dan zegt niemand dat het toch moet. Laat je dus niet gek maken.
            Vervolgens blijft dan de vraag hoe we onze leerlingen zo onderwijzen, dat ze *wel* voldoende vakkennis hebben om zinvol te discussiëren over relevante kwesties. Ook die taak ligt op ons bordje. Afschaffen van samenwerkend leren is heus geen automatische weg naar succes.

            Gelukkig wordt er in binnen- en buitenland veel vakdidactisch onderzoek gedaan. Daar zit troep tussen, maar ook interessante waren. Ook op dit terrein, het voeden van de onderwijspraktijk met wetenschappelijk verantwoorde inzichten, kan de academisch gevormde docent een centrale rol spelen. Er is veel bekend – en nog meer onbekend – op alfa-, beta- en gammadidactisch onderzoek. Wie meent dat leren lesgeven meer is dan een kwestie van trial-and-error, kan daar maar beter kennis van nemen.

            Al is het maar om te voorkomen dat ‘leuke ideetjes uit onderzoek’ in het onderwijs verworden tot idioterieën.

          • Dag Ralph,
            Ik heb vorig jaar

            Dag Ralph,

            Ik heb vorig jaar ontslag genomen bij een Havo-Vwo-school (ik begon in 1989 met lesgeven). Een optelsom van factoren zoals jij die beschrijft, maar ook het financiële argument weegt mee. Als academicus (en gepromoveerde) is er elders beter te verdienen en aangezien het leven met kinderen al duur genoeg is, en ik liever part-time werk omdat kinderen ook wel eens aandacht willen, was de knoop uiteindelijk toch snel doorgehakt.
            Ik sprak laatst een, eveneens academisch opgeleide, ervaren Volkskrant-redacteur die een overstap naar het onderwijs overwoog. Toen hij hoorde wat het salarisperspectief was, was het met zijn wens snel gedaan – met pijn in het hart, dat wel. Schaal 10 is gewoon niet concurrerend voor academici, zeker niet met een salarislijn die 18 to 20 jaar duurt. Startende, academisch opgeleide leraren van 25 tot 30 die kinderen willen en dus een huis moeten, die een studieschuld af te lossen hebben van een mastersopleiding en een jaar post-academische lerarenopleiding, mogen eisen stellen aan het salaris.

            De andere factoren die je noemt zijn herkenbaar, maar er valt ook veel op af te dingen. Ten eerste ligt het probleem van de ‘karige opbrengst van de Tweede Fase’ maar zeer ten dele bij de overheid. Ik heb de invoering van de Tweede Fase wel bewust meegemaakt, en me dood geërgerd aan de passiviteit waarmee dat op scholen gepaard ging. Met de ‘dogma’s’ en de ‘missives’ uit ‘Zoetermeer’ valt het feitelijk reuze mee – we hoeven ons alleen aan het examenprogramma te houden en dat is in 1997 met ruime invloed van vakleraren opgesteld. Voor de rest mag je als school c.q. als leraar *alles* zelf bepalen: de leerstof, de planning, de didactiek, de organisatievorm, de leermiddelen, de toetsing, de normering en overgangsregelingen – ja, zelfs de eindexaminering is grotendeels in handen van de leraar zelf. Ik ken geen leraar ter wereld met zoveel vrijheid als de leraar in Nederland. Het geklaag over Zoetermeerse (tegenwoordig: Haagse) circulaires is wat de docenten betreft niet terecht. Als de Tweede Fase is verkloot, is deze door de scholen zelf verkloot. Je kunt niet tegelijk verantwoordelijkheid claimen en krijgen – en deze bij het uitblijven van resultaten afschuiven.

            Wat Den Haag en de scholen wel kwalijk te nemen is, zijn centrale beslissingen over onderwijsfinanciën die de onderwijskwaliteit nadelig beïnvloeden. Zoals het aantal lesuren per jaartaak en het aantal leerlingen per klas. Dat is in Nederland aantoonbaar veel hoger dan in vergelijkbare Europese landen (zie OESO-rapport). Daarnaast worden de bevoegdheidsregelingen momenteel beentje gelicht om het (te verwachten) lerarentekort tegen te gaan. In het hele tweedegraadsgebied hoef je sinds vorige maand geen vakbevoegdheid meer te hebben (idioot dat daar zo weinig media-aandacht voor was) en onbevoegden mogen maar liefst vijf jaar ongediplomeerd leerlingen verknallen voor de Onderwijsinspectie er eens aan te pas komt. Bij een loodgieter zou niemand dat pikken, maar in het onderwijs is niks te gek.
            Ik mis het onderwijs elke dag. Elke dag. De leerlingen voorop. Ik weet zeker dat je dit gevoel herkent. Maar na vijftien jaar vertik ik het om nog langer Gekke Gerritje te spelen.

          • salaris
            Even kort regageren. Toevallig ongeveer tegelijkertijd met Ralph Hanzen heb ik ook ontslag genomen. Ik kom er graag en met trots voor uit dat ik dit wel
            voornamelijk deed om het lage salaris. Ik verdiende netto even weinig als ik aan WW ontving na afloop van mijn promotie. Als gepromoveerd eerstegrader
            met een leven lang studie en toewijding voor de wetenschap achter me, ervoer ik dit, in combinatie met een verregaande betutteling, als een regelrechte schande.
            Shame on you, schoolbestuur! Inmiddels werk in aan de universiteit van Bologna.

          • Losers zijn we 😉
            Losers zijn we 😉
            Ik las dit onlangs in Elsevier. Je weet dat het voorkomt. Maar als je het dan zo expliciet zwart-op-wit ziet, ….
            Ik ben niet jaloers, hoor 🙂

            “Van schulden houd ik niet”
            * Cardioloog en kunstschilder
            * Netto maandinkomen circa 29000 euro + inkomen partner
            * Netto maandlasten nieuwgebouwd huis 1500 euro
            “Als ik in een ander nest was opgegroeid, was ik misschien direct na school kunstschilder geworden. Maar zo’n soft beroep koos je bij ons thuis niet: mijn vader was rechter, mijn broer cardioloog. Het leek logisch dat ik dat ook zou worden. Ik heb geen spijt: de spanning en sensatie van de cardiologie vind ik nog steeds geweldig. Bij een spoedoproep moet je meteen handelen, of je patiënt gaat dood.”
            “Met schilderen begon ik pas na mijn studie, maar inmiddels verdien ik daarmee meer dan met de vier dagen per week die ik werk in de xxx ziekenhuizen. Netto houd ik als cardioloog ongeveer 125.000 euro per jaar over; aan de honderd doeken die ik maak twee ton.”
            “Van geld lenen houden mijn vrouw en ik niet. Zelfs de bouw van ons huis hebben we grotendeels met eigen geld gefinancierd. Mijn afkeer van schulden heeft misschien te maken met iets wat vroeger is gebeurd. Als kind heb ik geproefd aan onuitputtelijke rijkdom, maar ook aan armoede. Mijn vader maakte begin jaren tachtig een financiële misstap en bleef toen met gigantische schulden zitten.”
            [knip]
            “Omdat we allebei werken en twee kinderen hebben, geven we veel geld uit aan oppassen en werksters: 2.000 euro per maand. Aan vakantie betaalden we dit jaar 15.000 euro. We hebben twee weken een huis gehuurd in zzz met alles erop en eraan. [knip]”
            “Ik blijf liever thuis schilderen, vooral abstracte doeken. Vanuit mijn ooghoek kan ik televisie kijken: in totaal hebben we dertig plasma-tv’s en twintig dvd-recorders. Zelfs in de garage en op het dashboard van mijn yyy is er een gemonteerd. Niet dat ik veel kijk, maar het geeft me een rijk gevoel dat het kan.”

        • academicus in het onderwijs
          Ach, volgens mij kan het onze bestuurders helemaal niet veel schelen of er wel of geen academicus voor de klas staat. Voor de bestuurder is het eenvoudiger om een paar -niet te veel, een klein groepje volstaat- ‘algemene’ onderwijswijs-krachten aan te stellen die voor alle vakken de geprepareerde handboeken met een redelijke vaardigheid kunnen presenteren. Tel uit je winst: goedkoop, en bovendien hoef je niet op zoek naar een vakdocent bij ziekte. Gewoon een klein team van begeleiders dat alle vakken kan geven, dat is het ideaal van onze schoolleiders. Je maakt echt geen indruk met je uitroep dat straks alle academici het onderwijs hebben verlaten. De reactie zal niet veel lauwer zijn dan: nou, dat ‘managen’ we wel. Geen man overboord. Vakmanschap is een ouderwets begrip, de moderne docent moet ‘flexibel’ zijn. Je krijgt je gelijk pas over twintig jaar. Maar dan zijn onze bestuurders al lang met pensioen. Zie je, zo gaat dat in onderwijsland… (zucht en helaas).

          • Ik vrees dat je in je
            Ik vrees dat je in je cynisme de plank niet ver misslaat. Het management houdt zich doof en blind voor argumenten die pleiten voor het aannemen en beter belonen van academici. In een afname van onderwijskwaliteit geloven ze niet, ze wuiven het weg, en ze hebben er toch geen idee van hoe zoiets vast te stellen is. Assessment in het onderwijs is een lachertje.
            Misschien is het management nog gevoelig voor druk vanuit de samenleving, de ‘shoppende ouders’ in het bijzonder. Zo zou ik graag willen weten hoeveel academici er op een school lesgeven in onder- en bovenbouw van Havo en Vwo. Die gegevens zijn nog niet publiek, maar *als* ze dat worden, moeten scholen met de billen bloot. Naast slaag- en zak- en doorstoomcijfers zou de academische kwaliteit van het onderwijzend personeel tot de publiek gemaakte kwaliteitsfactoren moeten behoren. Iets voor op de ‘Onderwijskaart’?

          • Immers, een loodgieter moet
            Immers, een loodgieter moet ook kunnen aantonen ‘gediplomeerd’ te zijn. Waarom een leraar dan niet?

        • Je hebt het treffend
          Je hebt het treffend verwoord, Marieke. Zie mijn eerdere bericht in deze draad voor een eenvoudige poging tot kwantificering van het niveauverschil tussen een tweede- en een eerstegraads opleiding:
          – een langere VO-opleiding van een hoger niveau;
          – een hogere opleiding van een hoger niveau;
          – een jaar post-academisch onderwijs.
          Opgeteld levert dit een veel grotere vakdeskundigheid op en een marginaal verschil in pedagogische-didactische competenties (alleen al omdat tweedegraders op hun 17e aan de lerarenopleiding beginnen en academici pas na hun 22e, dikwijls aanmerkelijk later).

          De mythe dat de vakdeskundigheid van de eerstegrader zou worden gecompenseerd door een grotere pedagogische deskundigheid van de tweedegrader, moet daarom maar eens uitgeblazen. Ook de meeste tweedegraders heeft het jaren en jaren gekost om zich in het VMBO (LBO en MAVO) te handhaven. Dat zegt dus niets over hun aanleg, puur over hun ervaring, en die ervaring is ook door eerstegraders op te doen. Feit is dat die eerstegrader aanzienlijk hoger is opgeleid en dat dit op geen enkele wijze in het loongebouw wordt gewaardeerd.

          Ook ik heb inmiddels, na vijftien dienstjaren in het VO en een promotie op didactisch gebied, om financiële redenen gekozen voor een baan buiten het VO. Leraren zijn gewone mensen met kinderen en een hypotheek. Het is van de zotten dat we het alleen om de ‘roeping’ zouden moeten doen. Dat zou nog eerder te pas geven bij Kamerleden, die hun salaris overigens volgend jaar met 30-40% verhogen.

        • Education at a Glance
          ik heb net “Onderwijsprofiel vn Nederland -Analyse en samenvatting van Education at a Glance 2005 – Ministerie van OCW gedownloaded. Bij “Lerarensalarissen in het hoger algemeen secundair onderwijs” op blz. 41 staat nu in schuinschrift: “Het maximum salaris in het hoger algemeen secundair onderwijs betreft schaal 12. Alleen 1e graads leraren, maar niet alle, komen voor deze schaal in aanmerking. Uiteindelijk bereikt slechts een klein deel van de leraren in het hoger algemeen secundair onderwijs het hier getoonde einsalaris”.

          Hierover wat opmerkingen(van mij):
          1 Ik denk dat deze opmerking zeer recentelijk is toegevoegd aan tabel EAG2005, Tabel D3.1
          2 Ik meen begrepen te hebben dat “verdienstelijke” tweedegraads-docenten dit salaris-niveau (de schaal 12 wordt ook wel LD genaamd) ook kunnen bereiken. Maar dan vervullen ze voor een groot deel, grotendeels of helemaal andere taken. (Het fijne weet ik niet ervan)

          • Klopt: schaal 12 ook voor niet-academici
            Seger, volgens mij is je vermoeden correct: als je een leidinggevende functie hebt is het zeker mogelijk om schaal 12 te krijgen ook al ben je geen eerstegrader. De tekst die je aanhaalt, bevat dus inderdaad een onwaarheid. Een oud-collega (eerstegraads docent economie) van mij verwoordde het alsvolgt: “Als je alleen een cursus pottenbakken hebt gevolgd en je loopt met een map papieren door de gang, dan krijg je schaal 12.”

      • Centjes
        Toch zijn er relativeringen: Een academische opleiding duurt tegenwoordig vier jaar. Hoeveel duurt een HBO opleiding ook weer? Ook vier jaar dus.
        Daarnaast vraag ik me af waar je als doctorandus in pakweg Frans, Aardrijkskunde of Natuurkunde een beter betaalde baan kunt vinden. Ik denk dat er maar weinig banen beschikbaar zijn als je niet in het onderwijs wilt om salarisredenen.
        Maar: de discussie gaat verkeerd. Laten we niet NU gaan redetwisten over het salarisverschil tussen eerste- en tweedegraders.

  2. De primaire taak van een
    De primaire taak van een docent is het doceren, niet het etaleren van academische kennis. Daarom vond ik het in eerste instantie prima dat het nieuwe FUWASYS een groeimodel kon zijn. Ben je een goede docent, dan kun je “opklimmen”. Eén van de vele factoren die dit bepalen kan academische gevormdheid zijn, maar laten we er aub. geen vanzelfsprekendheid van maken. Sommige academisch geschoolde docenten kunnen amper uitleggen en/of enthousiasmeren, dát lijken me in het VO belangrijker kwaliteiten.

    • Onderwijs telt niet
      Vroeger kon je in het hbo schaal 12 bereiken als je meervoudig inzetbaar was, dus veel vakken kon geven. Of je dat goed deed, daar werd niet naar gekeken. Slechte zaak, die m.i. het aanzien van het vak docent zeer heeft geschaad.
      Nu is lesgeven schaal 10, maximaal 11 waard. Om 12 te bereiken moet je onderzoek doen. Veel van mijn collega’s, ook ikzelf, doen doorlopend onderzoek, o.a. om ons onderwijs te verbeteren en/of onze vakkennis te verdiepen. Maar dat telt niet. Het onderzoek moet passen in de beleidsvisie van de Hogeschool en verbetering en verdieping van je onderwijs past daar ironisch genoeg niet in.

    • Beste meneer (?)
      Beste meneer (?) Bokhove,
      wie beweert, dat een docent zijn academische kennis wil etaleren?Daar gaat het helemaal niet om. Maar de ellende van die hele FUWASYStoestand is, dat er helemaal geen waarde wordt toegekend aan de vakbekwaamheid van de docent.Een docent hoeft in die visie namelijk alleen maar het leerproces van de leerling te coachen.En dat is nou net hetgene, waartegen de meeste docenten steigeren.Het is het ontkennen van vakkennis, die noodzakelijk is om ervoor te zorgen, dat leerlingen de einddoelen halen.Als een leraar niet boven de stof staat,dan weet hij het doel niet, en staat zijn begeleiding in principe op hetzelfde niveau als het niveau van de leerling. Maar door zijn vakkennis is een docent in staat om te zien, of een leerling wel echt weet wat hij weten moet. Een docent met een academische opleiding weet bijvoorbeeld ook wat de aan hem toevertrouwde VWO-leerlingen op de universiteit te wachten staat, en welke eisen daar aan hen gesteld worden. Dit alles heeft niets met etaleren te maken, maar met verantwoordelijkheid voor je werk tegenover de leerling.
      En die opmerking over die academicus, die niet kan uitleggen of motiveren, slaat nergens op. Ik durf te beweren, dat dat soort mensen (bijna) niet meer voorkomt in het onderwijs.Als ze er al hebben rondgelopen, zijn ze er na een korte tijd gillend uit weggevlucht,want zonder die eigenschappen is het onmogelijk je beroep met plezier uit te oefenen.En bovendien wordt een academicus buiten het onderwijs beter betaald.

    • Geachte heer Bokhove, u
      Geachte heer Bokhove, u maakt zich schuldig aan een stroman-argument. Niemand bepleit het etaleren van academische kennis. Met het FuWaSys heeft dat niets te maken.
      Waar het FuWaSys in de praktijk ook niets mee te maken heeft, is het waarderen van onderwijskwaliteit. Laat staan het bevorderen ervan. Scholen hebben zelden of nooit verstand van, laat staan de moed voor, het beoordelen van onderwijskwaliteit van hun docerend personeel. Dus maken ze maar op andere aspecten onderscheid: wie wordt afdelingsleider, wie organiseert buitenlandse reizen, wie heeft de Praatgroep Studiewijzers voorgezeten? ‘Groeimodel’?

      Verder maakt u zich schuldig aan een overhaaste generalisatie. Dat sommige eerstegraadsdocenten ‘amper kunnen uitleggen en/of enthousiasmeren’ wil niet zeggen dat dit individuele kenmerk op de hele groep eerstegraders afstraalt. Er zijn ongetwijfeld ook beroerde pedagogen onder de tweedegraders. Dat laat onverlet dat er tussen eerste- en tweedegraad een fors niveauverschil kan bestaan, en dat dit verschil kan samenhangen met beloningsverschil.

      Tot slot ben ik het oneens met het onderscheid dat u suggereert tussen ‘academische gevormdheid’ enerzijds en ‘kunnen uitleggen’ of ‘kunnen enthousiasmeren’ anderzijds. Goed zijn in je vak is een enorme basis voor goed kunnen uitleggen en anderen enthousiast maken voor je vak. Het is zeker geen contraindicatie.

  3. Beloning VMBO versus Havo/Vwo
    Ik ben het helemaal eens met de stelling dat leraren/docenten beloond moeten worden naar kennis, kunde, inzet etc. Waar ik het absoluut niet mee eens ben is de ‘vanzelfsprekendeheid’ waarmee academische (of: 1e graads docenten) menen recht te hebben op meer salaris. Natuurlijk is het zo dat deze mensen meer opleiding genoten hebben dan 2e graads docenten. Maar zijn deze mensen klaar met hun studie dan is het lesgeven an sich relatief eenvoudig vergeleken met lesgeven binnen het VMBO. Is een VMBO docent klaar met zijn studie dan begint het voor hem of haar pas!
    U heeft uit mijn mail al op kunnen maken dat ik lesgeef binnen het VMBO. Zelf heb ik twee jaar lesgegeven binnen het Havo en VWO (ook bovenbouw). Ik wil niet suggereren dat het makkelijk lesgeven is binnen deze onderwijssoort. Qua theoretische kennis moet je veel meer in huis hebben. Maar binnen het VMBO komt het heel erg aan op je pedagogische kwaliteiten. Ik vind dat de klemtoon van beloning dus moet liggen daar waar hij hoort: namelijk de nadruk op het theoretische (didactische) binnen het Havo/VWo en de nadruk op pedagogiek binnen het VMBO.

    • over beloning 1e of 2e graad
      Beste Harold,

      Ik ben het helemaal met u eens. Het punt is dat met dat nieuwe miserabele lb-schaaltje, jullie allebei worden genept. Zowel de 2e als de 1e graads-leraar. Wist u dat een administratief functionaris in het hoger onderwijs met schaal 8 meer verdient dan u? Simpelweg ook omdat hij of zij gemakkelijk een 100% baan aan kan?

      Dus in plaats van af te geven op het salarisje van uw vakbroeder of -zuster – met het nieuwe lb-schaaltje is die ongelijkheid immers wel uit de wereld – kunt u zich beter inzetten voor een reele salariering van alle docenten in het voortgezet onderwijs.
      De CAO-onderhandelaars hebben er een potje van gemaakt, nergens wordt kennelijk zo slecht onderhandeld als voor de docent in het voortgezet onderwijs. Ik kan u mijn voorbeeld geven: ik ben 1e graads bevoegd. Ik kom uit het uni-versitair onderwijs. Aldaar had ik 15 dienstjaren en zat al drie jaar in schaal 10,12 Onlangs moest ik worden ingeschaald in de lb-schaal, omdat ik een baan had als geschiedenisleraar op een gymnasium. Om in de buurt te komen van mijn oude salaris 10,12 universiteit, moesten ze me op 18 dienstjaren zetten in de lb-schaal. En wat bleek: toen zat er nog 113 euro tussen bij voltijd met mijn oude salaris. En weet u wat dat betekent, schaalregel 18? Dat is voor drie dagen aanstelling 1200 euro netto per maand (zo’n 1900 euro bruto). Ook op het gymnasium kunnen ze niet meer dan drie dagen werk aan, een vak als gymnastiek dan misschien uitgezonderd. Voor een vak als het mijne,geschiedenis kan zelfs de meest ervaren talentvolle leraar maximaal 4 dagen werk aan.

      Dat is ook uw perspectief. Maakt u zich daar maar eens druk om. Ik doe graag met u mee. Ik heb deze website 5 minuten geleden voor het eerst ontdekt.

      Als u het weet, zegt u mij dan alstublieft hoe ik mijn noodkreet kan spuien richting Den Haag?

      Ze maken het onderwijs willens en wetens kapot met die salarissen. Laten ze daar eens iets aan doen in plaats van als maar te zeuren over onderwijsvernieuwing zus en zo.
      Als u de weg weet naar de instantie die hier over gaat, zou u mij daarover dan willen informeren?

      • Geachte BelG, het
        Geachte Belg, het ‘lb-schaaltje’ is niet nieuw maar een oude wijn in een nieuwe zak. Het is gewoon de nieuwe naam voor wat voorheen schaal 10 was (LB = voorheen schaal 10, LC = voorheen de (weinig gebruikte) schaal 11, LD = voorheen schaal 12. Een verhullende manier om het onderscheid in beloning tussen eerstegraads en tweedegraads docenten uit het nieuwe beloningsgebouw te weren. ‘Allemaal in de LB, want we zijn allemaal docenten, en over niveauverschil praten we niet in het onderwijs’.

        U heeft ongelijk dat in het HBO docenten ‘vanzelf doorgaan naar schaal 12’. Dat is allang niet meer zo. Het HBO heeft goed gekeken naar het kunstje dat in het VO is geflikt, en stelt docenten tegenwoordig ook aan in schaal 10. Evenals aan de universiteit, trouwens.

        Wat uw klacht over de salarisonderhandelingen betreft, meen ik dat u ongelijk heeft. Er is prima onderhandeld voor twee beroepsgroepen, namelijk de tweedegraders (die nu standaard LB krijgen, een marktconform salaris) en de zittende schaal-12-docenten (met een aanstelling van voor 1985). Verkwanseld zijn alleen de belangen van jonge eerstegraders. Alle anderen zijn er in loonschaal of jaarlijkse beloning op vooruit gegaan (al is dat laatste in percenten niet zoveel). Alleen de eerstegrader is m.i.v. 1985 tussen 22-25% in salaris gekelderd. Kom daar vandaag de dag maar eens om: de droom van elke werkgever, om de nieuwe lichting personeel opeens zoveel minder te hoeven betalen. Toch is dat precies wat is gebeurd (HOS-akkoord), met goedkeuring van de onderwijsbonden.

        Gevolg is dat steeds minder, en steeds minder getalenteerde, academici de weg naar het onderwijs inslaan. Een werkgever die slecht betaalt, moet daar rekening mee houden. Maar de gevolgen daarvan houden we liever ‘onder de pet’. Want het zou eens geld kosten.

        • UD’s zijn schaal 11 en 12
          hminkema, je schrijft ‘(…) stelt docenten tegenwoordig ook aan in schaal 10. Evenals aan de universiteit, trouwens’. Dat is niet waar; universitaire docenten krijgen schaal 11 of 12.

          • Ik schreef dat de
            Ik schreef dat de universiteiten tegenwoordig ook docenten aanstellen in schaal 10. U repliceert dat universiteiten UD’s aanstellen in schaal 11 en 12. Dat laatste is echter geen weerlegging van mijn uitspraak. Sterker nog, onderwijs geven was voor universiteiten nog nooit zo goedkoop als sinds de invoering van het aio-stelsel en het postdoc-stelsel. Lang niet alle docenten aan de universiteit vallen in de categorie U(H)D. Ergo: onderwijstaken die vroeger door medewerkers in schaal 11 of 12 (of hoger) werden uitgevoerd, worden tegenwoordig door medewerkers in schaal 10 uitgevoerd. Of minder (als aio werkte en doceerde ik een jaar onder het minimumloon).
            Bij www.academictransfer.nl kun je nu al postdoc-posities in schaal 9 (!) tegenkomen (UTwente). Gepromoveerd en wel. Foutje? Zelfs als het een vergissing is, blijkt hier toch wel dat een postdoc gewoon een ‘poor man’s UD’ is.
            Kortom, docenten worden op alle niveaus afgeknepen – nu de babyboom-generatie eerst goed voor zichzelf heeft gezorgd.

          • AIOs en postdocs
            Beste hminkema, ik weet niet in welk vak wat jij schrijft waar is, maar in de wiskunde, waar ik de situatie aan de Nederlandse universiteiten ken, is het zeker niet zo.

            Het is waar dat AIOs wel eens onderwijs geven, maar dat is heel weinig, en de reden ervoor is dat het een belangrijk onderdeel is van hun opleiding tot wetenschapper. Ze worden dus niet beschouwd als goedkope arbeidskrachten maar als wetenschappers-in-opleiding, zoals de naam ook al zegt.

            Iets vergelijkbaars geldt voor postdocs. Die hebben geen lestaak; maar sommige postdocs willen zelf graag lesgeven, meestal om onderwijservaring op te doen.

            En een postdoc is helemaal niet een poor-man’s UD, zoals jij beweert. De postdoc fase is een speciale fase in de carriere, waar je al je tijd aan onderzoek mag besteden om een eigen profiel op te bouwen. Voor velen is dit een heerlijke tijd, met vrijheid van handelen en reizen, en nog niet de verplichtingen van de vaste medewerkers.

          • Best mogelijk dat jij niet
            Best mogelijk dat jij niet bekend bent met het aanstellen van docenten in schaal 10 in de sector wiskunde, maar de nodige tegenvoorbeelden weerleggen jouw hypothese. Ik wees je al op de website ‘academictransfer.nl’. Daar vind je voortdurend vacatures voor de functie van ‘docent’ in schaal 10, met functievereiste ‘gepromoveerd’. Zie bijvoorbeeld vandaag ‘Docent mediterrane archeologie’. Ook zoekt de Universiteit Utrecht voor haar ‘Roosevelt Academy’ gepromoveerden voor ‘Lecturers English for Academic Purposes’ in schaal 10.
            Vreemd dat jij enerzijds de onderwijstaak van aio’s ‘heel weinig’ noemt en anderzijds ‘een belangrijk deel van hun opleiding’. Zo belangrijk is die taak kennelijk niet, als het maar ‘heel weinig’ is.
            Het gaat mij ook niet om de omvang van de onderwijstaak van aio’s en postdocs in proportie tot hun aanstelling; het gaat mij erom dat zij qua volume een aanzienlijk deel van het universitair onderwijs uitvoeren. Zoals je weet stellen universiteiten in enorme aantallen de (goedkope) aio’s aan, en wordt de postdoc-positie gebruikt om het aanstellen van UD’s te traineren. Alles bij elkaar opgeteld levert dat heel wat universitair onderwijs op dat wordt uitgevoerd tegen een betaling in schaal 10. Tel daar de ‘(toegevoegde) docenten’ en ‘lecturers’ bij, en je zult moeten toegeven dat wat ik stelde, juist is: dat universiteiten tegenwoordig docerend personeel ook in schaal 10 aanstellen. Net zo goed betaald dus als een ex-Havo-scholier met een tweedegraads papiertje op zak.

        • En in mijn herinnering
          En in mijn herinnering speelde de NGL, een bolwerk van schaal 12-ers, een dominante rol in de salarisverlaging van hun academische jongere broeders en zusters. Vergeet bij het zoeken naar de schuldigen ook niet de mogelijkheid van de broedermoord.

    • Beloning
      Harold,
      Helemaal mee eens. Lesgeven binnen VMBO vreet energie en als je dan in de 50 bent, is dat geen hele week vol te houden. En beloning: ho maar, die gaat naar de docenten bovenbouw H/V. Kinderen blijven inspireren, maar soms is de vakantie nog net wat we halen kunnen om vervolgens weer helemaal bij te komen en dan is de vakantie voorbij.Mensen op de werkvloer, die moeten beloond worden. Raar is het dan ook niet dat er weinig jonge docenten meer te krijgen zijn.

    • Eerstegraders zijn ook pedagogen – en aanzienlijk meer dan dat.
      Harold Zat schreef:
      – “Zijn [eerstegraders] klaar met hun studie dan is het lesgeven an sich relatief eenvoudig vergeleken met lesgeven binnen het VMBO.”
      – “Ik wil niet suggereren dat het makkelijk lesgeven is [in de bovenbouw van Havo en Vwo].

      U bent inconsequent, heer Zat. U beweert rechtstreeks dat lesgeven in het eerstegraads gebied ‘relatief eenvoudig is’ vergeleken met VMBO, en vervolgens trekt u deze bewering weer in. Dat kan dus niet.

      Lesgeven in de bovenbouw van Havo en Vwo vereist niet minder, maar wel andere pedagogische kwaliteiten dan in het VMBO. Havo- en Vwo-bovenbouwleerlingen *weten* meer, *kunnen* meer en *willen* meer. Dat vraagt om een veeleisende onderwijskundige en pedagogische aanpak, die leerlingen motiveert, bij de les houdt, en het niveau biedt waar deze leerlingen recht op hebben. Het vraagt ook om het voorleven van een academische en kritische houding, alsmede kennishonger en scherpzinnigheid – allemaal ‘vormende’, pedagogische doelen die aan goede Vwo-leraren hoge eisen stellen, en waar zij jaren voor hebben gestudeerd.

      Uw stelling dat lesgeven in het eerstegraads gebied pedagogisch minder veeleisend is, getuigt van een te smalle opvatting van pedagogiek. Pedagogische kwaliteiten van docenten gaan verder dan ‘orde houden’, ‘plezierig omgaan met je leerlingen’, ‘fatsoen bijbrengen’, ’troosten’ en ‘motiveren’. Overigens zijn deze kwaliteiten in het Havo en Vwo ook volop aan de orde, al ziet het er daar vaak wat anders uit vanwege andere (sociale en intellectuele) kwaliteiten van de leerlingen.

      Het gaat niet aan te doen alsof eerstegraders alleen ‘vakdocenten’ zijn en tweedegraders bij uitstek ‘pedagogen’. Hoge pedagogische eisen zijn in *elk* onderwijstype opportuun. Maar in het eerstegraads gebied zijn de vakinhoudelijke eisen een stuk hoger om pre-academisch onderwijs te verzorgen. Bovendien brengt de universitair geschoolde docent een aantal academische kwaliteiten de school binnen die nu ten onrechte in het salarisgebouw worden genegeerd – en die ertoe leiden dat getalenteerde academici het onderwijs als werkveld niet serieus overwegen.

      Je kunt het verschil in opleidingsniveau heel eenvoudig vaststellen:

      – 2e-graads: 5 jaar Havo + 4 jaar HBO, waarvan ca. 50% vak en 50% beroep.
      – 1e-graads: 6 jaar Vwo + 4 of 5 jaar WO (100% vak) + 1,1 jaar PAO (100% beroep).

      Als we aan het kwantificeren slaan en (conservatief) stellen dat VWO-onderwijs zo’n 30% moeilijker is dan Havo-onderwijs (en idem voor het WO versus HBO), dan volgt hieruit dat een 2e-graadsopleiding tot ca. 7 Havo-jaren aan vakkennis leidt en 2 Havo-jaren aan onderwijskundig-pedagogische kennis; en dat 1e-graadsopleiding tot ca. 13-14 equivalente Havo-jaren vakonderwijs leidt en 1,4 equivalente Havo-jaren aan onderwijskundig-pedagogische kennis. Daarbij is de eerstegrader nog academisch gevormd en beter in staat tot autonoom (verder) leren in het beroep en het vak.

      Het moet maar eens afgelopen zijn met het politiek-correct onder de tafel vegen van het niveauverschil tussen een tweedegraads en een eerstegraads lerarenopleiding. Als we dat niveauverschil miskennen, negeren, en blijven doen alsof ‘ieder zo z’n eigen kwaliteiten heeft’, ondermijnen we de belangrijkste factor in de kwaliteit van Havo- en Vwo-onderwijs: de kwaliteit van de docent.

  4. Overigens is het jammer dat
    Overigens is het jammer dat de discussies over dit onderwerp snel persoonlijk (begrijpelijk, daar niet van) worden ipv zakelijk, praktisch en inhoudelijk: als ik een betoog houd voor het binnenhouden van academici mede door een concurrerend salaris betekent dat niet dat ik het werk van mijn tweedegraads collega, die op zeilkamp met VMBO-leerlingen op sociaal gebied dingen met ze bereikt die ik nooit met ze zou kunnen bereiken, niet ontzettend waardeer en bewonder. Maar dat staat los van de discussie. De in mijn eerdere stukje genoemde chirurg draagt z’n operatie-assistent wellicht ook op handen. Dat heeft echter niets te maken met het feit dat hij, omdat chirurgen schaarser zijn en een langere/hogere opleiding nodig hebben, beter wordt betaald. Dat werkt nu eenmaal zo, in alle beroepsgroepen.

    • reactie op: overigens jammer dat
      Beste Marieke,

      Ik waardeer uw vurig betoog over hogere beloning voor academici. Als dat ze binnen het onderwijs kan houden: graag! Ik snap uw opmerking echter niet van het persoonlijke en het zakelijke. Ik wil juist de beloning voor het kennisniveau van de academicus (te lezen: eerste graders) en de pedagogische kwaliteit van de VMBO-leraar/leraar onderbouw Havo/VWO (te lezen: tweede graders). Hier lijkt mij niks persoonlijks aan!

      • Daarmee doel ik niet per se
        Daarmee doel ik niet per se op de discussie zoals die hier loopt. Het is echter wel mijn ervaring dat discussies over functiewaardering vroeg of laat altijd persoonlijk gemaakt worden: in plaats van inhoudelijke of praktische argumenten lees/hoor je dan “waardeer je soms niet wat ik doe? ik werk keihard hoor! dat moeten die eerstegraders maar eens proberen, die worden afgemaakt op het VMBO” en vroeg of laat komt er ook altijd een “ze hebben het zo hoog in hun bo”/ze voelen zich zeker méér dan anderen” voorbij. Niet nodig en al helemaal niet constructief.

  5. werken voor een ulo-salaris
    Maandag 19 september 2005 gelezen in De Volkskrant : je blijft in 10 hangen !
    Raak ! Het is of ik mijzelf hoor mopperen in de pauze in de docentenkamer.
    De grootste eensgezindheid in een docentenkamer kun je bereiken door
    te mopperen op de HOS.
    Het mag duidelijk zijn : ik ben van vó ó r de HOS.
    En toch : ik ben ook van na de HOS.
    Een casus.
    Vó ó r de HOS
    1968 Als onderwijzer ( kweekschool met hoofdakte) begonnen,
    1968-1973 drie LO’s: Beloning voor deze studies in de vorm van halve
    (geen examenvak) of hele periodieken. Automatisch !
    bv 1972 LO handenarbeid gehaald leverde f 35.- per maand op ( salaris toen f 1100.-)
    Dat was leuk! Kosten van de studie werden vergoed :
    Wet bevordering studiezin onderwijzers. ( waar is die gebleven ? )
    1977 ‘MO-A’ geschiedenis : automatisch naar schaal 2c .
    Een hoger salaris was een recht !!
    Het hoogste salaris dat mogelijk was op een mavo : 2c . HOS = schaal 10
    Na de HOS.
    1984 Eerste graad maatschappijleer Geen gevolgen voor salaris…..
    1992 Eerste graad geschiedenis. Geen gevolgen voor salaris…..
    Alleen nog lessen aan HAVO-VWO examenklassen
    Nog steeds geen gevolgen voor salaris.
    Nog steeds schaal 10 ( = 2c ! mavo/ulo)
    Conclusie: heel veel HAVO-VWO docenten werken dus voor een mavo / ulo salaris.
    Op iedere school is een heel klein reservaat voor de 12 -docenten…
    De eerlijkheid gebiedt nog het volgende te vertellen:
    Deze casus ben ik . Gedeeltelijk.
    Mijn ´afwijking´:
    1982-1995 gewerkt bij het MEAO . Maatschappijleer – bestuurlijke richting.
    Vereist : tweede graad. ( bv MO-A in twee jaar…LOI , dit voor de jarenteller hierboven)
    1983 Voorstel van de directeur : Wil jij schaal 11 ?
    Op grond van een tweede graad bevoegdheid passeerde ik collega´s
    in schaal 10 nb met één of zelfs twee eerste graad opleidingen
    De hele salaristoewijzing door schoolleidingen is dus nog absurder dan het lijkt.
    Er heerst willekeur in onderwijsland.
    Schoolleiders zijn kleine despootjes geworden , vaak niet eens verlichte….
    met vriendelijke groet
    Bert van den Bosch

    • alternatief voor vakbond
      In het kader van deze discussie is het wellicht interessant te weten dat er een vakbond, genaamd Alternatief voor Vakbond, is opgericht, die de BON-uitgangspunten onderschrijft: kijk op www.avv.nu of lees dit.

      BON en AVV zijn onderling niet gelieerd.

      • Dat is mijn bond
        Ralph, welke overeenkomsten zie je?
        Toevallig kan ik me er wel in vinden, maar ja, ik ben dan ook zelfstandige in een sector waarin flexwerk al bestond voordat daar een woord voor was.
        Ik zie de overeenkomsten met onderwijs niet zo. En zeker niet met de positie van leerkrachten die bepaald geen ‘eigen baas’ zijn. Zou je dat wel willen (ik ben niet tegen)?

        • functiewaardering
          AVV heeft aangegeven dat zij een apart onderdeel alleen voor docenten wil opzetten. Het wordt hoog tijd dat er een aparte CAO komt voor docenten. Daarnaast werken veel mensen in de zogenaamde flexibele schil. Ook voor hen zou er meer vakbondsaandacht moeten zijn en AVV wil dat doen. Daarnaast zijn zij ook overtuigd dat de functieordening, zoals ingevoerd bij het HBO, een onzinnig instrument is en z.s.m. moet verdwijnen uit de CAO.

      • dan word je in het onderwijs zéker niet meer oud
        Dat zogenaamde alternatief voor de vakbond probeert
        – een belangentegenstelling te creëren tussen jong en oud
        – ouderen af te schilderen als lui en verwend. Iedereen kan makkelijk langer doorwerken.
        Het is moeilijk om niet in hun valkuil te trappen en mijn moeizame onderwijscarrière (en ontslag op oudere leeftijd) met de hunne te vergelijken, laat staan de manieren om mijn kinderen goed op te voeden en op te vangen naast mijn baan. Ik wil niet vergelijken, maar ik ben ontzettend kwaad over hun populistische manier van benaderen van ouderen. Iedereen weet dat het, zeker als docent, echt lastig wordt om op wat oudere leeftijd nog goed te functioneren. Het werk vraagt eigenlijk alles van je en een full time baan is niet mogelijk.
        Word lekker lid van de AVV: dan weet je zeker dat je tot je 70ste moet werken voor de klas.

        • Functiewaardering
          Collega’s,
          Dit soort discussies ontstaat toch alleen maar omdat er pijn verdeeld moet worden. Schaal 12 moest schaal 10 worden om te bezuinigen.
          De oude garde heeft zich met succes verdedigd tegen salarisverlagingen maar zij hebben nooit gezegd dat schaal 12 eigenlijk te hoog was en dat je dat bij de nieuwkomers er maar af moest halen. Zij zijn het ook niet geweest die de minister hebben ingefluisterd dat hij moest bezuinigen. Zo gaat het nu ook met de bevoegdheden. Niemand heeft de vergrijzing in het onderwijs over het voetlicht kunnen brengen{managers dat hadden jullie moeten doen} en dus is er niets gedaan aan de opdrogende bron. Nu wordt de deur opengezet naar minder gekwalificeerd personeel. Een logisch gevolg van het voorgaande probleem. Dit alles wordt betaald uit een niveaus verlaging van de uitstroom. Kunnen wij dit laatste inzichtelijk en bij een breed publiek bekend maken dan behoeven wij elkaar niet meer te bevechten{de schaal 10 tegen de schaal 12 en de bevoegde tegen de onbevoegde} want dan blijven we zwak. En als wij zwak blijven gaat het verval door want wie anders gaat dit verval tegen houden?
          Corgi

  6. Zonde
    Ik heb alle bijdragen op dit forum gelezen. Wat me opvalt is dat we bezig zijn elkaar de grond in te boren. Ongetwijfeld is dat niet de bedoeling. Zo heeft de één een punt en dan weer de ander.Zo heeft die weer gelijk en dan weer niet of een beetje minder. Maar het resultaat is precies wat de politiek en besturen geweldig vinden.. Verdeeldheid is de basis om te heersen. Het zou me niet verbazen als de aanstichters van al dit leed in onderwijsland zich zitten te verkneukelen om wat wij elkaar naar het hoofd slingeren. Dat is nou precies hoe het al 30 jaar gaat. Men verdeelt, of zorgt dat men verdeeld raakt en heerst. Daar moeten we mee ophouden. We moeten kijken wat ons bindt en niet wat ons scheidt en het eerste is in veel grotere mate aanwezig dan het laatste. Laten we eerst zorgen dat we een machtsblok vormen en dan pakken we de onderlinge verschillen (van mening) wel aan. Wij zijn elkaars vijand niet.

    • Docenten voor docenten
      Ik ben het helemaal eens met Presley. Doceren is een vak dat wij allen beoefenen. Het is een vak en geen carriere. Een timmerman doet ook geen carriere maar is een vakman die met een gedegen opleiding en telkens meer ervaring steeds iets meer verdient.Docenten moeten als groep meer gaan verdienen en functiewaardering is voor bedrijven met allerlei carrieres en functiewisselingen. Vakmensen, zoals artsen en timmermannen, hebben een vak en kunnen dat steeds beter gaan doen door extra opleiding en ervaring. Functiewaardering is gebakken lucht , bezuiniging en zaait tweedracht.

      • Maatschap
        Er wordt wel eens gevraagd of we iets kunnen doen. Jawel. Maar het vereist wel veel lef en eensgezindheid. Rinnooy-Kan heeft ooit eens vastgesteld dat docenten zich beter kunnen verenigen in maatschappen. Dat betekent dus dat we massaal ontslag nemen en dat we dan op contract-basis (tegen echte tarieven) door scholen kunnen worden ingehuurd. Zou wel een stunt zijn. En als het verkeerd uitpakt? Krijg je een uitkering, hopelijk. Kan nooit veel lager zijn dan het loon dat je nu verdient.

      • doceren
        Annemarie,
        Helemaal mee eens. Bij invoering fuwavo was goed kunnen doceren nu op de meeste scholen GEEN voorwaarde om in lc of ld te komen. Daarom zijn er een aantal docenten die de vlucht naar voren hebben gemaakt (van LesBoer naar LesCoordinator) om zo hun gebrek aan kwaliteit te camoufleren. Geen wonder dat veel examenleerlinge NIET het onderwijs ingaan omdat ze merken dat lesgevende kwaliteiten NIET WORDEN GEWAARDEERD. Hoeveel examenjaren mkoeten er nog verstrijken voordat iemand doorkrijgt dat daarmee nederland Kenniseconomie ten grave wordt gedragen?
        Gert

  7. mo-A en mo-B
    Met weemoed denk ik terug aan de tijd dat het nog loonde om een mo-A diploma of zelfs een mo-B diploma te halen.
    In de jaren tachtig was het nog mogelijk om door je hersens te gebruiken je “op” te werken en meer te verdienen.
    En er werd niet gekeken op welke schoolsoort je werkte.

    Mijn inziens hebben alle leerlingen recht op docenten die goed geschoold zijn, of je nu op het VMBO zit of op het VWO. Dus weg met de zogenaamde “prestatie” functie: LB LC en LD die je verkrijgt door met je managers
    aan te pappen. En beloon de “echte” prestatie.

    Mijn motta:

    kennis is macht ( = lees salaris)

Reacties zijn gesloten.