‘De Maas ligt langs dit dorp. Zij komt ernaartoe gestroomd. Zij vloeit er vriendelijk langs. Zij buigt er zich weer van af. Zij ligt in de blanke boorden der verzandingen in haar bochten, in het fluwelen groen van vlak gevlijde uiterwaarden, tussen de welige ruigten der grienden. Een stomertje trekt tegen stroom op. Een schokker ligt pal stil verankerd boven zijn spiegelbeeld, waar trillende rimpels in slaan. De kribben van basalt steken in het water, in de verte ligt een schuit, en over het water gaat nadrukkelijk het verre geratel der kettingen en kabels van het kalme, platte veer, waar mensen stil op staan en een klein paard droomt voor de stille kar. Het dorp ligt achter de dijk, het ligt met een straat, met een lange rij huizen hoog op de dijk. Een spits kerktorentje steekt boven de daken en boven de bomen uit. Een vrouw draagt moeilijk een zware wasmand de uitgelopen treden in de dijkhelling af. Zij gaat haar was bleken. Er zijn de korte stoten van wielslagen, een boer is met zijn kar tot vlak bij het water gereden, hij gaat melkkruiken met Maaswater vullen voor zijn vrouw, die morgen de was moet doen. De Maas brengt wat aan, schepen en schuiten, kasten, aken, schokkers, en stoombootjes uit de vaart op ‘s-Hertogenbosch en Rotterdam. De Maas neemt wat mee, de herinnering aan het spiegelbeeld van het dorp, en iets van de verdrieten en de vreugden die in de huizen wonen. Zij neemt iets mee, de droom van mensen die de stroom in de avond naderen en naar de verten zien….’
(Uit: ‘Dorp aan de rivier’ van Antoon Coolen, 1934).
‘Wie zijn wij om een eerstgeboorterecht uit te oefenen, hoezo is Nederland voor zijn inwoners? Iedereen heeft recht op dit stukje aarde, waarom zouden wij, toevallige inwoners, daar enig bijzonder recht op doen gelden?’
(Jacques Wallage)
(Uit: ’De schijnélite van valse munters’ van Martin Bosma, 2010)
Het onderwijs komt later. En dan de verbinding.
Coolen
Antoon Coolen, dat soort proza is toch niet meer om doorheen te komen. Neen, geef mij dan maar de boeken van de in het westen onderschatte schrijver Ton van Reen zoals “Het winterjaar” en “In het donkere zuiden”. Die heb ik in een ruk uitgelezen.
‘Dorp aan de rivier’ van Antoon Coolen….
…bereikt dit jaar zijn vierënveertigste druk, maar dat tussen haakjes.
Ik neem aan dat je de strekking van het verhaal niet ontgaat..
Interessant dat je Ton van Reen noemt.
Op mijn middelbare school had ik een klasgenoot die zich een vriend van Ton van Reen noemde. Ze moeten even oud geweest zijn.
Hij was weg van zijn eerste pogingen op het literaire pad.
Ik heb zijn naam daarna zelden nog horen vallen, totdat jij hem nu noemt.
Ton van Reen
Je zou Ton van Reen de roomse Jan Wolkers kunnen noemen. En dan bedoel ik de Wolkers van “Terug naar Oegstgeest”. Ik citeer: “De eerste full-size schrijver van het rijke roomse leven van eergisteren is Ton van Reen. Met “Het winterjaar” – over de dood van zijn vader in het hoogroomse Limburg – brak hij door naar een zuiver, ingehouden geluid over zijn land van herkomst” (Martin Ros in Hervormd Nederland) . Zijn relatieve onbekendheid verbaast me. In een goede bibliotheek in de buurt zal je zijn werk toch wel aantreffen. Andere interessante titels van zijn hand zijn o.a. “Roomse meisjes”en “Brandende mannen”.
De strekking van je verhaal ontgaat me overigens niet maar ik kan er weinig mee.
Opvattingen
De ene opvatting is de andere niet, maar voor opvattingen zoals in deze blog zou het toch goed zijn dat plaatsing wordt verbonden aan de voorwaarde van opheffing van anonimiteit.
Welke opvatting?
Het zal aan mij liggen, maar ik moet de eerste opvatting nog vinden in de citaten van Hals. Benieuwd waar hij heen wil …….
@Marten…
Het ligt aan jou:-)
politiek correcte onzin
Hals geeft in zijn BLOG “een tegenstelling verwoord” het volgende citaat van Jacques Wallage: ‘Wie zijn wij om een eerstgeboorterecht uit te oefenen, hoezo is Nederland voor zijn inwoners? Iedereen heeft recht op dit stukje aarde, waarom zouden wij, toevallige inwoners, daar enig bijzonder recht op doen gelden?’ De daarin verwoorde tegenstelling is het verschil tussen praktijkrecht (wie het eerst komt die het eerst maalt, een stukje grond behoort aan hem die het bebouwd heeft, grond kun je erven etc.; soms zijn die rechtsopvattingen strijdig met elkaar). Ik weet niet of Wallage met een ”stukje aarde” een agrarisch perceel bedoelt of een verblijfsvergunning maar ons land is te klein om miljoenen mensen toe te laten en niemand wil Nederlandse ingezetenen het land uitgooien omplaats te maken. Ik heb onderzocht of het citaat een aforisme, een epigram of een woordspeling voorstelt. Waar is de pointe, waar is de dubbele bodem en waar het paradoxale of absurde? Voor mij is het citaat onbegrijpelijk.
Definities uit Wikipedia.nl:
Een aforisme is een korte, bondige uitspraak, vaak niet meer dan een regel lang. Aforismen zijn vaak grappig, paradoxaal en/of absurd en bevatten vaak een boodschap van wijsheid.
Een epigram (puntdicht, sneldicht) is een kort en bondig gedicht met een woordspeling of pointe.
Een woordspeling is een combinatie van woorden die een komisch effect veroorzaakt. Soms is het ook bewust (ver)gezocht om de lezer op het verkeerde been te zetten of te doen nadenken. Men spreekt dan soms van boodschappen met een dubbele bodem.
Seger Weehuizen
(Wallage wilde brede scholengemeenschappen onder de naam “College” zodat iedere leerling zou kunnen zeggen “ik zit op college”. Hij vernietigde in Groningen een Zelftandig Gymnasium).
De laatste toevoeging
De laatste toevoeging verrast mij: ik weet niet beter of er zijn nu, evenals 50 jaar geleden, twee zelfstandige gymnasia in Groningen.
herinneringsstoornis?
In mijn herinnering is Wallage Commissaris der Koningin in Groningen geworden (of burgemeester van Groningen?)en heeft daarna een Gymnasium (gemeentegymnasium? ) zijn zelfstandigheid ontnomen. Wie weet daar het fijne van?
Seger Weehuizen
Wallage en Groningen
Wallage was burgemeester van Groningen. Er zijn 2 ‘zelfstandige’ gymnasia in Groningen. Beiden zijn onderdeel van een groter bestuur (maar hebben wel hun eigen rector en hun eigen gebouw).
Niet het fijne, wel een pijnlijk citaat
citaat
Ik zat in de oudercommissie van de scholen van mijn kinderen en maakte deel uit van de commissie onderwijs van de partij van de Arbeid in de stad Groningen, samen met Jacques Wallage, later Tweede Kamerlid, Fractievoorzitter, Staatssecretaris en tegenwoordig Burgemeester van Groningen. Een kort episode van betekenis uit die periode. Tijdens een vergadering van de commissie onderwijs, werd het voortbestaan van zelfstandige gymnasia aan de orde gesteld. Wallage pleitte voor de opheffing van de gymnasia. Hierop zei ik tegen hem: Jacques, als jij later kinderen krijgt (hij was in de twintig toen) en je wilt niet dat ze naar een gymnasium gaan, dan stuur je ze toch gewoon niet daar naar toe. Waarom wil je het zo regelen dat ook anderen dat niet kunnen doen? Zijn repliek is mij zo bijgebleven. “Je klinkt wel liberaal!”, wierp hij mij minachtend toe. Tekenend voor die tijd, zoals hierboven aangestipt.
/citaat
BRON
Dat soort mensen wordt in Nederland staatssecretaris van onderwijs: mensen die gymnasia willen opheffen en die geen opleiding in het hoger onderwijs hebben voltooid (Dijksma)…
Arm Nederland.
Ik ben zelf niet gecharmeerd van de selectiemethodes die de gymnasia gebruiken, daar kan en moet veel aan verbeteren, en ik baal ervan dat er geen zelfstandige athenea zijn. Daarom ga ik er nog niet voor pleiten om de zelfstandige gymnasia op te heffen. Ik begin nu wel te begrijpen hoe het komt dat er zo weinig zelfstandige athenea zijn, als ze überhaupt bestaan in Nederland.
‘Je klinkt wel liberaal’
Bart,
De grote liberale voorman Thorbecke had uitgesproken opvattingen over onderwijs, en de toegankelijkheid ervan: over dat laatste beslissen ouders bij voorkeur zelf, niet de ontvangende school. Een interessante episode in de Nederlandse onderwijsgeschiedenis. Het is natuurlijk wel aan de financierende overheid om onderwijs aan te bieden. Het is dus gewoon een politieke, democratische keuze hoe je het onderwijsstelsel wilt inrichten. Daar hebben huidige politieke partijen uiteenlopende ideeën over. Het gaat niet aan om ideeën van de ene of de andere partij denigrerend weg te zetten. Voor een verdediging van het zelfstandig gymnasium zie
M. A. Wes (Red.) (zonder datum). Van Parthenon tot Maagdenhuis. Moet het gymnasium blijven? Uitgeverij De Arbeiderspers. Synopsis.
@BenWilbrink…..
Je zegt:’Het gaat niet aan om ideeën van de ene of de andere partij denigrerend weg te zetten’.
Natuurlijk wel in het betreffende geval.
Het betreft de keuzevrijheid van kinderen en ouders. Bovendien is het kortzichtig en zelfs boosaardig om op ideologisch motieven de keuzevrijheid van anderen te beperken.
Beste Hals,
Als in een
Beste Hals,
Als in een vergadering van een afdelingscommissie van de PvdA zo’n 40 jaar geleden één lid oppert om het gymnasium op te heffen en een ander lid daar goed beargumenteerd tegenin gaat, wat is het dan voor logica om een gehele partij om de ene uitlating te veroordelen, in plaats van die partij te prijzen voor de andere uitlating?
De geschiedenis leert dat die tweede uitlating beter past bij de realiteit van vandaag. Het Praediniusgymnasium, waarvan het stadbestuur formeel de bestuurder is (als ik goed geïnformeerd ben), bestaat nog steeds en dat terwijl de PvdA in Groningen toch vaak in de positie is geweest om de dienst uit te maken.
Ik hoop dat je bij je kruistocht tegen “links” in gedachten houdt, hoe dat ook al weer zat met eerdere kruistochten.
@douwes: Je weet het toch wel?
Je weet natuurlijk wel dat het niet bij die ene opmerking is gebleven en dat Van Kemenade serieuze pogingen heeft gedaan om het gymnasium af te schaffen en ons mooie landje op te zadelen met het Duitse model, de middenschool, waarin geen plaats meer was voor excellente leerlingen, want dat mocht niet van het gelijkheidsbeginsel van de PvdA.
Je weet natuurlijk ook wel dat die poging uiteindelijk geleid heeft tot de al weer vergeten basisvorming, waarbij gymnasia uren Latijn, Grieks of oude geschiedenis moesten inleveren om te legoën op de zolder van het gebouw.
Je weet natuurlijk ook wel dat ook het studiehuis en het nieuwe leren voortgekomen zijn uit dezelfde politieke ideologieën en dat de schooluitval daarmee te maken heeft.
Je weet het toch allemaal wel?
Dan weet je ongetwijfeld ook wel dat je relativerende opmerking kant nog wal raakt.
Het Duitse model?
De middenschool ‘het Duitse model’???? De gesamtschule is ook in Duitsland nooit algemeen ingevoerd.
Oost-Duitsland
Hals,
Bedoel je de ‘Einheitsschule’ in Oost-Duitsland, ook wel bekend als de Duitse Democratische Republiek (DDR) die op instigatie van De Unie van Socialistische Sovjetrepublieken (USSR) tot onderwijshervormingen is overgegaan?
Hier
Het was daarna ook ‘en vogue’ in West-Europese landen met een grote invloed van de sociaal-democraten (dwz het op democratische wijze tot stand brengen van een socialistische republiek, zoals Nieuw Links wilde). Willem Drees stapte in die tijd uit de Partij van de Arbeid.
Hier en Hier
De Scandinavische landen vormen een bekend voorbeeld (denk aan de Nederlandse onderwijshoogleraren die tot op de dag van vandaag Zweden en Finland als voorbeeld nemen). Ondanks de ‘Black Papers’ (1969) en de parlementaire behandeling van de desastreus verlopen invoering van de middenschool in Engeland, wist men in Nederland in 1976 een Contourennota tot stand te brengen waarin de middenschool gepropageerd werd. Nederland Gidsland, het lichtend voorbeeld in de wereld, bleek selectief op de hoogte te zijn van internationale (wetenschappelijke) onderzoeken. Of was er in de jaren zeventig nog geen efficient telexverkeer tussen wetenschappers in Engeland en Nederland tot stand gekomen? 😉 Opmerkelijk is dat de Contourennota niet op het Internet te vinden is (zelfs niet als Wikipedia ingang), maar wel het commentaar van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Wie heeft de Contourennota, en wenst deze te ‘uploaden’ naar de BON-site? Alvast bedankt.
Hier en Hier en Hier en Hier
Contouren van een toekomstig onderwijsbestel
Sym,
De contourennota, en de vervolgnota, zijn op te halen van www.statengeneraaldigitaal.nl/
Ik heb ze maar even opgezocht, de URL’s zijn:
Contouren van een toekomstig onderwijsbestel
resolver.kb.nl/resolve?urn=sgd%3Ampeg21%3A19741975%3A0005614%3APDF
Contouren van een toekomstig onderwijsbestel 2 (Vervolgnota)
resolver.kb.nl/resolve?urn=sgd%3Ampeg21%3A19761977%3A0004850%3APDF
Oost-Duitsland (deel 2)
Dat we nooit vergeten… De wetenschap dient objectiviteit na te streven. Omstreeks de jaren zeventig werd sociologische onderwijswetenschap als ‘social engineering’ door bevriende politici uitgerold. De invloed van maatschappelijke denkbeelden in de – activistische – wetenschap is voor het onderwijs – en bijvoorbeeld de klimaatwetenschap – schadelijk gebleken. De jaren zeventig zijn hopelijk voorbij.
Nu overheerst de vermarkting van onderwijshervormingen.
Gaat het om een ‘paradigmawisseling’ in de gammawetenschappen? Of hebben we het over ‘oude wijn in nieuwe zakken’? Met andere woorden, komt ‘de vermarkting’ neer op een decentralisatie van de Zoetermeerse onderwijswetenschap(pers)? Spelen dezelfde actoren een rol? Wie het weet, mag het zeggen.
Om maar eens een stukje te citeren….
(Voor de luie lezer)
Met dank aan mijn encyclopedie (Sympathisant).
Ook ik kon de Contourennota niet vinden.
De commentator van het Nederlands Dagblad had niet veel op met het gedachtengoed van Jos van Kemenade, de energieke minister van Onderwijs in het kabinet-Den Uyl (1973-1977)….
De gesel van de commentator was bestemd voor de Contourennota, het magnum opus van Van Kemenade, waarmee hij in juni 1975 geschiedenis schreef. Nog nooit had een minister van Onderwijs zo’n alomvattend werkstuk afgeleverd. Het hele onderwijs, van de kleuterschool tot het volwassenenonderwijs, werd in de steigers gezet. Tot in de details werden de contouren geschetst van een samenhangend onderwijsbestel in het jaar 2000. Radicale vernieuwingen, zoals de invoering van een nieuwe basisschool en een middenschool, werden met veel verve gepresenteerd.
De nota was een duidelijk produkt van de vernieuwingsbeweging die de hele samenleving kleur gaf in de jaren zestig. ‘De verbeelding aan de macht’ was een kenmerkende leuze. Op tal van terreinen in het onderwijs – universiteiten, voortgezet onderwijs, volwasseneneducatie – waren al initiatieven tot ontwikkeling gekomen om het roer drastisch om te gooien. Met het aantreden van het kabinet-Den Uyl kwam daar het geloof in de maakbaarheid van de samenleving op regeringsniveau bij.
Twintig jaar later vindt Van Kemenade de nota, al zegt hij het zelf, nog steeds ‘een uitstekend stuk’.
@Hals: weetjes
Ik vermoed dat ik tegen deze “weetjes” anders aankijk dan jij.
Neem bijkvoorbeeld jouw weetje over het sudiehuis en het nieuwe leren. Ik ben er van overtuigd dat deze zijn voortgekomen onderwijskundige idealen, aangewakkerd door onvrede met de realiteit in het onderwijs op dat moment.
De verschillen in opvattingen over onderwijs zijn zonder er politieke voorkeuren bij te halen al groot genoeg. Als we alle verschillen dan ook nog eens door een politiek nogal gekleurde bril gaan bekijken, zal de discussie ongetwijfeld vastlopen.
Niet doen dus.
@ Douwes
Studiehuis
Toevallig is de invoering van Het Studiehuis door Wallage (PvdA) tezamen met Clan Visser ’t Hooft (PvdA) bewerkstelligd.
Hier (zie ‘Media’, derde artikel, op de helft van de weblog)
Het Nieuwe Leren
Het betreft ‘(sociaal) constructivisme’. waarbij de autoriteit van de leraar wordt uitgehold ten voordele van de leerling – dat denken de propagisten tenminste. ‘Sociaal constructivisme’ – Vygotsky en Piaget, via het postmodernisme (‘alles is subjectief’ – persoonlijke constructie) alweer een uitstapje naar de Frankfurter Schule (aanval op ‘autoriteit’ door Adorno c.s. enz.).
Hier en Hier en Hier en Hier
Voorzichtig zeg ik dat de waarneming van Hals zo gek niet is. Aan de andere kant, je ziet steeds weer dezelfde namen van onderwijswetenschappers opduiken, waardoor uw punt ook kracht kan hebben. Is het van politiek naar onderwijs, of van onderwijs naar politiek – voor de decentralisatie, waarbij de waterdragers de ‘wetenschappers’ zijn? Wordt er vernieuwd om te vernieuwen? Volgt men onderwijsmodes – denk aan VS. Beleidsmedewerkers moeten ook wat om handen hebben. Of wordt er vernieuwd vanuit noodzaak?
Het betreft hier toepassing van ‘wetenschap’. Of is er een andere, politieke bezuinigingsagenda gevoerd? De oorzaak zal aan een samenstel van factoren liggen. Hierbij hoef je ’toevallige’ politici niet altijd te verwijten hun partijpolitieke belangen bij de invoering te gebruiken, als er zulke ‘evident bewezen’ wetenschappelijke theorieen aan de hervorming ten grondslag liggen (LOL). Daar zit veel pijn. Mensen bezitten een onwrikbaar geloof in wetenschap en wetenschappers. Politici ook. De zaak ligt dus gecompliceerder dan men denkt. Veel sociologen hebben een politieke kleur (geen wetenschappelijke opmerking ;-).
Aangewakkerd?
Het probleem is dat ik betwijfel of de vernieuwingsidealen werden aangewakkerd door onvrede over het onderwijs. Op een gegeven moment werd vernieuwing een doel op zich, zonder dat expliciet aangegeven werd voor welke problemen de vernieuwing een verbetering zou kunnen zijn.
Inmiddels weet ik het wel: zodra mensen belang krijgen in het bedenken van veranderingen (of je ze nou vernieuwing, innovatie, renovatie of hoe dan ook noemt) dan gaan er andere zaken spelen dan de logica.
Hetzelfde probleem hebben we (en hadden we) met de beleidsmedewerkers in Zoetermeer. Het was hun belang om nieuwe dingen te bedenken anders hadden ze simpelweg geen werk. Het belang om bestaande dingen goed te onderhouden of stapsgewijs te verbeteren was niet spectaculair genoeg om daarop je baan te kunnen behouden.
Let op: Zoetermeer is….
…..nu Den Haag.
De Hoftoren naast het Centraal Station.
Gemakkelijk bij demonstreren:-)
Het gymnasium en de middenschool
Mag ik hem er even inkoppen? 😉
“Zu einer Neuauflage der Gesamtschuldiskussion kam es Anfang der 1990er Jahre im Rahmen der deutschen Wiedervereinigung. Während westdeutsche Gesamtschulbefürworter hofften, die bereits vorhandenen Einheitsschulen der DDR in Gesamtschulen umzuwandeln, forderten Teile der ostdeutschen Bevölkerung das dreigliedrige Schulsystem. Die Einheitsschule der DDR beruhte also nicht auf einer einhelligen Zustimmung. So kam es nur in Brandenburg in Folge der Landespartnerschaft mit dem von der SPD regierten Nordrhein-Westfalen zu einer quantitativ bedeutsamen Einführung der Gesamtschule.”
de.wikipedia.org/wiki/Gesamtschule
Tot het meerlagige systeem behoort van oudsher het gymnasium. Het blijft opzienbarend, dat als je mensen de vrijheid geeft, na jaren goede opvoeding, ze toch weer voor het westerse systeem kiezen. Het is genoegzaam bekend dat aan de opvattingen van Wallage het gymnasium af te schaffen een ideologische reden ten grondslag lag. De blauwdruk voor die ideologie is in 1976 in de Contourennota vastgelegd, de roemruchte jaren van Nieuw Links en Den Uyl. Het zou mooi zijn als de vrijheid van onderwijs zoals vastgelegd in onder meer artikel 23 Grondwet en artikel 2 van het 1e protocol van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) niet slechts om godsdienst en levens/filosofische overtuigingen (denk aan IederWijs; Montessori, Jenaplan enzovoort) zou gaan, maar om vrijheid van onderwijs in het algemeen – of wordt dat organisatorisch en vanuit generaal kwaliteitsperspectief te ingewikkeld? ;-).
Grondrechten dienen om de burgers te beschermen tegen de willekeur van de staat/overheid. De vrijheid van onderwijs is er één van. Ook in een democratie.
Vrijheid van onderwijs?
“de basisvorming maakt het mogelijk alle mogelijke belangrijke pedagogische vragen aan te pakken” vond Jacques.
Dank je voor de
Dank je voor de referentie.
Hals heeft eigenlijk al voor mij geantwoord. Zolang we met elkaar afspreken dat de overheid vrijwel al het onderwijs verzorgt (Neyenrode, waar mij vader aan heeft gestudeerd, is een uitzondering) heeft geen politieke partij het recht om kinderen onder hun niveau te onderwijzen (behalve de echte genieën waarvan je er misschien 10 in een grote gemeente hebt).
Ik ben het met Thorbecke eens dat ouders (burgers) het recht moeten hebben om toegankelijk onderwijs te organiseren, maar wat zou hij hebben verstaan onder toegankelijkheid? De gymnasia zijn niet echt toegankelijk voor de meeste leerlingen. Niet zo zeer omdat ze selecteren maar omdat er slechts 1 selectiemoment is waarvan het ook nog de vraag is ofdat die selectie zorgvuldig gebeurt, al is het maar omdat de kandidaten niet de kans krijgen om zich serieus voor te bereiden op dit landelijke toelatingsexamen (CITO).
Indien de gymnasia werkelijk toegankelijk willen zijn dan zouden zij:
– zelf een transparant toelatingsexamen moeten organiseren waar leerlingen zich zo zorgvuldig als dat zij dat willen op kunnen voorbereiden
– meerdere selectiemomenten moeten organiseren zodat laatbloeiers ook nog de kans krijgen om dat meer elitaire onderwijs te krijgen.
Het feit dat er wel nog veel zelfstandige gymnasia bestaan maar er niet of nauwelijks zelfstandige athenea bestaan is veelzeggend, aangezien toch wordt verondersteld dat het niveau hetzelfde is. Waarom mogen gewone VWO-ers niet naar fijne, kleine schooltjes gaan tussen hun peers zoals de gymnasiasten mogen. Waarom word niet op elke VWO-school Grieks en Latijn aangeboden?
De zelfstandige gymnasia zijn populair omdat kinderen in een relatief veilige omgeving naar school kunnen gaan tussen hun peers, omdat het een elitaire safehaven is. Daar is niets mis mee, de vraag is alleen waarom dat voor de andere VWO-ers, waarvan er 3-4 keer zo veel zijn, niet of weinig wordt georganiseerd. Idem voor de havisten en de VMBOT-ers.
Middelen
Bart,
Je leeft in een wenswereld waarin er onbeperkte middelen zijn om iedereen een toppositie in de samenleving te bezorgen. Dat bestaat dus niet. De middelen zijn beperkt, en topposities zijn er per definitie extreem weinig. Toponderwijs is duur, de kwestie is dan: wie betalen ervoor, en wie profiteren ervan? Ziedaar een politieke issue van grote proporties.
De wenswereld van de niet bureaucratische school
Ben,
Volgens mijn perceptie zijn de onderwijskosten juist enorm gestegen na de decentralisatie en fusieverplichting.
Het beleid was bedoeld om de Zoetermeer oekazes – de top down politiek/ideologisch geinitieerde onderwijshervormingen – voor de toekomst te voorkomen en meer vrijheid aan de rectoren zelf te geven om het onderwijs op lager niveau in te richten. De decentralisatie kan echter niet voltooid zijn indien er geen onafhankelijke controlemechanismen tot stand zijn gebracht. Denk aan hoe de mededinging in de werkelijk vrije markt is gereguleerd.
De onderwijsmarkt is m.i. voor de meerderheid van scholen niet een werkelijk vrije markt, daar de bekostiging via de overheid plaatsvindt, en daarnaast het ‘product’ zo weinig differentiatie mogelijk maakt. De praktijk leert dat de (schijn van) vrije mededinging in het onderwijs voor een groot deel door een bloeiende communicatieafdeling, nieuwe gebouwen enzovoort wordt opgewekt. Concurrentie op de inhoud van het onderwijs is niet zo eenvoudig, daar er een leerplicht met duidelijk (?) omschreven kerndoelen bestaat. Dan blijft de keuze voor goede begeleiding door bevoegde docenten over, maar daar is juist geen geld voor (?!).
Het ’toponderwijs’ hadden we m.i. voordat de hervormingen plaatsvonden. Het hoeft niet zo ingewikkeld, duur en zeker niet elitair te zijn. Daarvoor is Beter Onderwijs Nederland opgericht.
Een aardig artikel over decentralisatie en de daaruit ontstane nieuwe kostbare gedentraliseerde bureaucratie – iedere school legt via een omvangrijke administratie verantwoording af, terwijl het vroeger centraal ging – het ideale model moet nog worden uitgevonden? ;-):
Hier
De draad van Hals wordt hierdoor wel verlaten.
Ook dit is waar
Sym,
Je hebt helemaal gelijk. Pas op met die Kleinknegt, een van de auteurs van het artikel dat je noemt. Hij is een linkse dwarse econoom, heeft altijd iets verrassends te vertellen.
Concurrentie in het onderwijs is een bizar idee. Aan de andere kant: concurrentie dringt zich altijd wel in bepaalde vormen op, betrokkenen hebben altijd wel enig belang bij het maximaliseren van winst. Winst? Ja, onderwijsinstellingen mogen natuurlijk geen winst maken, maar alle centen die ze bij een handige exploitatie over kunnen houden, zijn dan te besteden aan leuke dingen in het bestuursgebouw en misschien ook wel op de onderwijsvloer?
Dat er mega-kapitalen verspild worden aan controle en bureaucratie neemt dat andere probleem niet weg: hoe richten we ons onderwijsstelsel in, respectievelijk welk groot onderhoud is ervoor nodig? Of concreter: individuele maximale consumptie van publiek bekostigd onderwijs is ongewenst (en aan de belastingbetalers niet te verkopen), dus waar gaan we de grenzen leggen?
Reactie (2) op De wenswereld – bureaucratische school
Het sinds decennia bestaande accent op de onderkant van de onderwijsmarkt – financieel; inhoudelijk; organisatorisch; sociologisch – mag verlegd worden naar aandacht voor goed onderwijs in het algemeen. Nu is het effect van het beleid dat 80% van de schoolgaande jeugd ‘zich toch wel redt’. Ongelijkheid vanuit positieve discriminatie.
< sarcasm mode on/> Het lijkt dat Nederland in een zelf gecreerde negatieve spiraal is beland. Het kan zo zijn dat het niet te verzorgen percentage ‘dat zich wel redt’ inmiddels op 50% is gesteld en lager wordt. Hiermee klopt de theorie van de’Verelendung’ volledig! 😉 Gefeliciteerd! 🙂 – < sarcasm mode off/>
‘Pavlov’s dog’ wil ook wel eens een ander hondenbrokje. – Een tik op de neus kan wonderen doen teneinde de zieligheidsriedel in koor weer te doen blaffen. – Pfff, dat is elitair… Het hondje wacht met grote verschrikte ogen op straf en het weigeren van subsidie.
Om terug te komen op de draad van Hals: grenzen bestaan niet, en iedereen verdient een plekje in Nederland. Hoe zieliger, hoe beter. Wij zorgen voor u.
Ja, elitair onderwijs is duur zegt men en het maaiveld ligt laag. Zullen we beginnen met beter onderwijs voor iedereen?
Niet alleen elitair onderwijs kost veel geld
Laten we niet vergeten dat slechts een kleine minderheid het elitaire onderwijs aankan. Wanneer je de extra kosten voor de leerlingen in elitair onderwijs verdeeld over alle leerlingen tezamen dan valt het nogal mee met die extra kosten voor de belastingbetaler.
Laten we zeker niet vergeten dat ook echt LTS-onderwijs duur is en dat scholen voor speciaal onderwijs al helemaal duur zijn (maar wellicht minder duur dan geïntegreerd onderwijs).
Ik vind dat we niet zo moeten zeuren over de kosten van het onderwijs. Iemand heeft op dit forum al eens wat getallen laten zien waaruit blijkt dat het geneuzel in de marge is. Zoveel kost het de belastingbetaler helemaal niet om eerstegraadsleraren marktconform te betalen en voor havo’s en VWO’s enkel eerstegraadsleraren aan te nemen. Als ik het mij goed herinner spreken we dan over een paar Euro per Nederlander per maand en dit terwijl we nog enorm veel kosten kunnen besparen door het onderwijs anders te organiseren (opheffen van al het overbodige personeel, leraren in dienst van de overheid).
Nederlanders zijn zeurpieten wanneer het over onderwijskosten gaat. Koop wat minder straaljagers, verkoop een fragat (hoe leuk ik als nerd die speeltjes ook vind :D), verhoog het percentage van de topschijf voor de inkomstenbelasting met 1 procentpunt…
Waarom blijven Nederlanders zo teren op de grote wetenschappelijke bijdrage die Nederland in het verleden leverde (drie van de eerste vier nobelrpijzen voor de fysica waren voor ons) terwijl we weinig geld overhebben voor het hedendaagse onderwijs?
Anderzijds betalen we salarissen van vele tonnen voor het managen van een bejaardentehuis, geven we god weet hoeveel geld uit aan adviesbureaus, wachtgeldregelingen en oprotpremies…
Selectie voor gymnasium
Bart,
Het gymnasium kent meer selectiemomenten. Indien leerlingen het niveau van het onderwijs niet aankunnen, dan wel liever geen klassieke vakken in hun pakket hebben, om welke reden dan ook, moeten ze afscheid nemen. Vòòr de Tweede Fase kon je slechts zeven vakken in je vakkenpakket hebben, tenzij je een faculatief achtste of negende vak wilde volgen – extra uitdaging/brede interesse enz. Tegenwoordig dienen de klassieke vakken in een profiel te passen.
Dankzij harde strijd, en de vereniging voor Vrienden van het Gymnasium, is het onafhankelijke gymnasium van de opheffingsdood gered. Dat viel niet mee, kan ik me nog herinneren. De ‘Schreibtisch’ ideologie (‘iedereen is gelijk’) dat leerlingen hetzelfde onderwijs dienen te volgen kon geen verscheidenheid velen. Selectie lijkt in deze ideologie per definitie onrechtvaardig te zijn. Uitstellen is het devies. [Contourennota 1976: onderwijs is een welzijnsinstelling dat *voorbereidt* op deelname in de maatschappij – geparafraseerd.].
Pas na de grote verplichte fusies – ideologisch en financieel geinstigeerd (zou mooi zijn als deze ‘geldbesparing’ eens wordt doorgerekend 😉 – is het gymnasium een toevluchtsoord geworden voor leerlingen (en hun ouders) die waarde hechten aan de geborgenheid van een kleinere school. Het onafhankelijke gymnasium is na de onderwijshervormingen, hoewel wat minder, in de maalstroom van de algehele kwaliteitserosie mee gegaan.
Selectie voor gymnasium (deel 2)
Gymnasiumafdelingen binnen scholengemeenschappen presteren uitstekend. Je begint/begon daar, volgens mij, tov gymnasium één jaar later met Latijn en Grieks. Het moet gezegd, klassieke talen beginnen vroeg, maar is dat niet bij ieder (verplicht) vak? Je kunt voor de klassieke talen ook Frans of wiskunde invullen, of ‘exotische’ vakken als Spaans of filosofie. Het is moeilijk in een later stadium andere vakken te volgen. Ieder vakkenpakket sluit een ander vakkenpakket uit.
Achteraf komt de wijsheid. Het blind staren op het ‘elitaire’ karakter van het zelfstandige gymnasium vind ik niet juist.
Er zijn mensen die binnen een scholengemeenschap van HAVO naar VWO overstappen. Dat betekent dat je er vak(ken) bij moet nemen (vroeger: van zes naar zeven vakken), bijvoorbeeld wiskunde, maar dat kan ook Latijn of Grieks zijn. Je moest dan van voor af aan beginnen. Is dat onrechtvaardig? Er zijn zoveel (naschoolse) studiemogelijkheden tegenwoordig. Achteraf hadden we wel veertien vakken willen volgen. 😉 Alle ideologieen ten spijt, in het leven kunnen niet alle risico’s voor iedereen worden geelimineerd. Laatbloeiers zijn van alle tijden. M.i. is goed onderwijs met tussentijdse overstapmogelijkheden ‘omhoog’ of ‘omlaag’ de reele middenweg.
Dus: waar gaat het bij jou om. Om een kleine school met een bepaalde uitdagende sfeer – moet je bij de politiek zijn: defuseren – of om het volgen van klassieke talen op zichzelf beschouwd? Staar je niet blind op het categorale gymnasium. Kinnesinne heb je ook van talen naar exacte vakken en vice versa. In Nederland kun je met doorzettingsvermogen worden wie je wil zijn. Goed onderwijs – met aandacht voor wie nodig heeft – kan daar de basis voor vormen. Het opbouwen van een netwerk gaat vanzelf.
Gymnasium(afdeling) moet onafhankelijk zijn
Ik herinner mij dat mijn kinderen op een brede scholengemeenschap collectieve proefwerken kregen met gelijke opgavenbladen voor de MAVO- en de HAVO- en VWO-afdelingen. Het Gymnasium werd niet eens afzonderlijk genoemd. Er waren ogaven bij die niet door leerlingen van de eerste categorie gemaakt hoefden te worden en opgaven die niet door leerlingen van de laatste categorie gemaakt hoefden te worden. Een duidelijk denken in leerjaren i.p.v. in niveauverschillen. Alleen daarom al is een scholengemeenschap in de huidige vorm onaanvaardbaar. Als je al die schooltypen bij elkaar in één gebouw en organisatie bij elkaar wilt houden zal je op zijn minst moeten federaliseren zodat elke school van de verschillende typen opgaven kan maken die bij haar schooltype passen.
Seger Weehuizen
Niet denigrerend benaderen??
Het is mijn burgerrecht gedachtengoeden van politiek partijen met heel veel dedain neer te zetten. Wie is U dat U dit zou gaan veroordelen??
Daarom pleit BON m.i. voor behoud (herstel, voornamelijk) van de gedegen vakkennis van de leraar. Leraren die veel kennis hebben, kunnen aldus in vrijheid les gaan geven.
In vrijheid en liefde. Liefde tot het vak blijkt steeds te werken. De leraar ziet dat gewoon voor zijn eigen ogen gebeuren.
Als die liefde door theoretici wordt vertaald naar ‘regels’, blijken de bureaucratisch geworden ‘regels’ niet in staat de grote resultaten van die liefde te evenaren.
Klinkt dit hoogverheven?
Toch is dit gewoon de ervaring van alledag.
Snappen pennelikkers niet, dat blijkt wel.
Dit is m.i. ook wat Cordula Rooijendijk wil. Ze snakt naar duidelijke idealen die het onderwijs weer een bezielde richting kunnen geven. Ik denk dat ze vooral pleit voor gedegen kennis van de leraar in combinatie met een gedreven liefde voor zijn vak.
Wat zij vertelt in het radio-interview is helemaal herkenbaar. Ik kan het eigenlijk allemaal bevestigen wat zij zegt. Mogelijk heeft zij de geschikte statuur om beleidsbepalers tot dezelfde inzichten te brengen. Ik hoop het werkelijk van harte.
Ik heb mijn buik helemaal vol van al die papieren ideale werkelijkheden.
Ik zie een nuchterder regering Rutte/Wilders dan ook met groot genoegen tegemoet (niet BON, dat moge duidelijk zijn, maar vooral persoonlijk).
@moby:De meeste BONners….
…zijn oud-links, maar daarmee zal het onderwijs nooit beter worden.
Bewijs?
Hoe wil je bewijzen dat “de meeste BONner oud-links zijn”? En wat is dat eigenlijk, oud-links?
Was het niet
Jong&niet-links: deugt niet.
Oud&nog-links: niet wijs.
François Guizot
Hendrikush,
“N’être pas républicain à vingt ans est preuve d’un manque de cœur; l’être après trente ans est preuve d’un manque de tête.”
~François Guizot (1787-1874) – Frans staatsman.
Georges Clemenceau (1841-1929) – Frans staatsman – heeft ‘republikein’ vervangen door ‘socialist’. Mensen denken dat het citaat van Winston Churchill (1874-1965) afkomstig is, maar dat is onjuist.
In het Nederlands: “Als een man geen socialist is tegen de tijd dat hij 20 is, heeft hij geen hart. Als hij nog steeds socialist is tegen de tijd dat hij 40 is, heeft hij geen hersens.”
Hier en hier en hier.
Cultuurrelativisme….
De uitspraak van Wallage getuigt van een ongelooflijk soort cultuurrealtivisme en ontkent voor een heleboel mensen de liefde voor het land. Dat is wat anders dan nationalisme waar vroeger de zonen voor de oorlog in werden gestuurd.
De liefde voor het land is een zeer hechte en diepgewortelde verbondenheid die van generatie op generatie is doorgegeven, zowel door de monden en geschriften alsook door de genen zelf.
De afbreuk daarvan door het cukltuurrelativisme van een zekere Maxima, Wallage en vooral linkse sociologen en geschiedkundigen (welke sociologen zijn niet links?)
is een ontkenning van het diepst gewortelde levensgevoel dat een mens in leven en de mensheid in stand houdt.
Daar zijn prachtige boeken over geschreven en schilderijen van gemaakt.
Leraren die dat niet inzien of ontkennen heb ik liever niet voor mij of voor mijn kinderen en kleinkinderen voor de klas.
(Daar gaat dit onderwerp over, Marten.)
Onderwerp
Eindelijk wordt het duidelijk: dit onderwerp gaat over Hals’ diepgewortelde haat tegen “links”, verder niks. Weten we dat ook weer.
Dit mooie land…
Ze hebben de samenleving en dit mooie land hier kapot gemaakt.
Dat wil niet zeggen dat ik niet achter de doelstellingen van BON kan staan.
Ook ik ben tegen marktwerking en tegen de managers in het onderwijs.
Maar dat weet je ook wel.
“Ze”
Ach ja, die beruchte “ze”. Toch wel gemakkelijk om zo’n eenduidig vijandbeeld te hebben.
Mee eens, maar jammer van dat ‘links’
Deze uitleg ontbrak inderdaad nog aan je blog, Hals. Je hebt zeer gelijk, dat vind ik wel. Dit soort beeldtaal mist ontzettend in ons onderwijs. (Wat ook geweldig mooi was, was de documentaire van de Waal bij Avro’s Close up!) Je zou op het laatst niet meer weten of en waar je nu eigenlijk thuishoort: zolang iets niet geduid wordt krijgt het geen betekenis. (En bij die duiding hoort dan ook een soort van ‘viering’ van de dingen, denk ik, het mooi en indrukwekkend maken ervan, zoals in taal en beeld, en daar dan samen van genieten in je klas.)
Alleen wordt het een probleem zodra je jouw tegenstelling politiek gaat duiden, zoals met ‘links’. Voor je het weet krijg je dan ‘bruin’ retour! Ook niet zo erg, maar nou niet om je meteen mee te vereenzelvigen.
Wat dan te doen, om sturing te geven aan deze zo fundamentele gedachte ? De cultuurrelativisten confronteren met de gevolgen van hun idealen: de opstand der ontevredenen. Volendammers bijvoorbeeld hebben als je het mij vraagt minder haatgevoelens naar de Islam toe dan naar de regelneven en -nichten die hun leven vanuit verre kantoortorens bepalen en beïnvloeden. Als BONners zouden we het recht moeten opeisen in de Volendamse klaslokalen te bepalen wat daar ter plekke het belangrijkst is, kinderen inleiden in de vreemdelingenwijsheid van kantoortorens of in de wijsheid van de Volendammer en omstreken.
Het plaatselijke moet zijn recht gaan opeisen, zo denk ik daarover. Niet omdat dat superieur zou zijn aan ‘andere culturen’, maar omdat geen mens het zonder inleiding in zijn eigen, specifieke omgeving kan stellen. Het is een pedagogische vereiste, wat jij aankaart, Hals, geen politieke. We hebben het hier in het Westen als je het mij vraagt veel te lang zonder een dergelijke duiding moeten stellen. We leven op een tijdbom: als je hem niet onschadelijk maakt explodeert hij in de vorm van Moslimhaat of erger. We kunnen er maar beter bijtijds bij zijn!
@Guido Evers….
Dank voor je heldere toelichtig, Guido.
Ik overschat mijn lezerspubliek blijkbaar.
Niets nieuws onder de zon
“het gymnasium dreigde te worden opgeheven, net toen arbeiderskinderen steeds meer naar het gymnasium konden.”
Uit het draaiboek van een Dwingeland.
Relatie met onderwijs
Ik zie nog steeds geen relatie met onderwijs Hals.
@mark79….Moet ik nou alles uitleggen?
Moet ik nou alles uitleggen, Mark?
Alle dingen hebben samenhang, dat weet je heus wel, en anders kon je dat lezen in mijn commentaar bij ‘De terreur van links’.
In veel gevallen komt het overkoepelende idee op de eerste plaats.
Zaken en zeker het onderwijs moeten uitgelegd en bekeken worden vanuit die bredere context. Wellicht wat minder als je, zoals jij, wiskunde geeft.
Maar dat houdt niet in dat ook een wiskundedocent er een maatschappij-, onderwijs- en levensvisie of wijsheid op na moet houden.
nog steeds niet over onderwijs
Dit forum is er niet om jouw maatschappij- en levensvisie uit te venten. Dit forum is er om beter onderwijs te bediscussieren.
Links-rechts?
Waarom kunnen mensen van allerlei politieke pluimage zich achter de BON-doelstellingen scharen?
Omdat ze gezien hebben hoe linkse en rechtse en “neutrale” bestuurders en wetenschappers meegeholpen hebben machthebbertjes op hun troon te zetten. Die gaat het om eigen status, geld en gewin.
Daarom kan en moet BON boven de partijen staan.
Daarom ook is het hier niet de plaats om persoonlijke ideologische vetes uit te vechten, dat verzwakt de Vereniging alleen maar.
Dank je
Phil.