Scholen hebben de belangrijke maatschappelijke opdracht om het maximale te halen uit de talenten van leerlingen en studenten. Ook moeten ze voorzien in de vraag naar een goed opgeleide beroepsbevolking op alle niveaus en voor alle sectoren. Dat is een absolute voorwaarde voor het realiseren van een kenniseconomie. Nederland is van oudsher een land geweest met veel ruimte voor verschillen in aanpak in het onderwijs. Die verworvenheid moeten we niet loslaten. Leerlingen en studenten hebben recht op professioneel onderwijs dat in alle opzichten voldoet aan de kwaliteitseisen en aan het wettelijk gegarandeerd minimum aan onderwijstijd. Daarover zijn de laatste tijd veel klachten. Het nieuwe kabinet roept nu een commissie in het leven, die bouwstenen moet aanleveren voor kwaliteitsverbetering. Wij geven graag een voorzet, zodat die commissie meteen een vliegende start kan maken:
• Onderwijsinstellingen stemmen hun onderwijsconcept(en) af op (soms heel verschillende) leerlingenpopulaties die zij bedienen en op de behoeften van de omgeving waarin ze werken. Ontwerp en uitvoering steunen op expertise van de onderwijsprofessionals, die daarvoor binnen het beleid van de instelling de nodige ruimte krijgen.
• Docenten in alle sectoren van het onderwijs moeten goed gekwalificeerd en inspirerend zijn. Dat begint met een goede lerarenopleiding. Om docenten voor het onderwijs te behouden, moeten er ook binnen het leraarsberoep mogelijkheden zijn voor verdere ontwikkeling en scholing. Ook docenten die niet kiezen voor een managementfunctie, moeten op basis van functiedifferentiatie binnen het leraarsberoep zicht hebben op hogere salarisschalen, binnen een landelijk kader. Bij de beoordeling voor overgang naar een hogere schaal moet de combinatie van scholing, ervaring en functioneren een rol spelen. Daarnaast moet het mogelijk zijn om tekorten aan bepaalde docenten (te denken valt aan o. m. docenten voor bèta-vakken) aan te pakken door de betaling te verbeteren. Onderwijsinstellingen moeten hiervoor voldoende geld krijgen en dat daadwerkelijk aan stimulerend carrièrebeleid besteden.
• Naast goed personeelsbeleid vallen ook investeringen in leermiddelen, gebouwen, ICT, en organisatieontwikkeling onder de verantwoordelijkheid van de schoolleiding c.q. het college van bestuur. Mede daarom is het belangrijk dat daarbinnen een belangrijke plek is weggelegd voor mensen met een onderwijsachtergrond.
• Secundaire uitgaven in onderwijsinstellingen moeten zoveel mogelijk beperkt blijven. Besteed het geld in eerste instantie aan zaken die het onderwijs zelf of de directe ondersteuning betreffen. Voor grote investeringen moeten scholen geld kunnen reserveren, maar in een omvang die in verhouding staat tot het doel van de investering. Daarbij moet de instelling rekening houden met de al aanwezige reserves.
• Toets de bereikte resultaten op leerlingenniveau. Stel regelmatige toetsing (bijvoorbeeld voor 4-, 8- en 12-jarigen) verplicht om tot een succesvol achterstandbeleid te komen. Stem inhoud en zwaarte van die toetsen af op voorgeschreven einddoelen. Leraren dragen in eerste instantie zelf verantwoordelijkheid om de vorderingen van hun leerlingen te meten.
• Scholen die achterstandfaciliteiten accepteren, moeten ook een resultaatverplichting op zich te nemen om achterstanden te verkleinen.
• Toets, in samenwerking met consultatiebureaus, de taalontwikkeling van peuters. Een taalachterstand op jonge leeftijd kan dan al via voorschoolse educatie worden weggewerkt.
• Maak de Cito-eindtoets (of een qua inhoud en zwaarte daaraan geijkte toets) verplicht voor alle leerlingen van alle basisscholen. Besteed daarin ook aandacht aan technische aanleg en competenties. De uitkomsten verschaffen een totaaloverzicht van de prestaties in het basisonderwijs en bieden scholen de gelegenheid tot onderlinge vergelijking.
• Om te komen tot een geobjectiveerd eindexamen in het voortgezet onderwijs, is het wenselijk de cijfers van het centraal schriftelijk eindexamen en die van de schoolonderzoeken apart te vermelden. Steekproefsgewijs moeten schoolonderzoeken worden getoetst op de juiste moeilijkheidsgraad, tenzij scholen ze betrekken van professionele toetsenbanken.
• Een overzichtelijk onderwijssysteem houdt rekening met verschillen in leerstijlen en interesses van leerlingen, maar ook met verschillende kwalificatiebehoeften op de arbeidsmarkt. Daarom moet sprake zijn van heldere en logisch op elkaar aansluitende leerroutes. De keuze tussen een theoriegerichte of een praktijkgerichte route moet in de onderbouw van het voortgezet onderwijs kunnen worden gemaakt. Hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs moeten elk hun eigen profiel behouden.
• Voor leerlingen met een ernstige handicap of ernstige leermoeilijkheden moet voldoende plaats te zijn in het speciaal onderwijs.
• Het is goed dat in het middelbaar en hoger beroepsonderwijs aandacht is voor meer algemene competenties zoals samenwerking en communicatie. Dat mag echter niet ten koste gaan van het opdoen van vakkennis. Voldoende onderwijscontracturen en goede begeleiding door vakkundige docenten zijn vereisten.
Diverse onderwerpen kunnen op korte termijn door het onderwijsveld zelf worden opgepakt. Maar ook de overheid moet in actie komen. Wij roepen alle betrokken organisaties die zich in deze uitgangspunten kunnen vinden op om samen met ons op te trekken en deze kwaliteitsagenda te realiseren
Loek Hermans, voorzitter MKB-Nederland
Bernard Wientjes, voorzitter VNO-NCW
kwaliteitsagenda van en voor de middenstand
wat wijze woorden van onze middenstandsprofessoren !
ik had al eens op dit MKB-VNO-NCW geschrift gereageerd (weblog sassoc 15.03.2007|00:23| ;
de heren zijn vermoedelijk tamelijk goed in centen tellen en op de buidel passen ; maar tamelijk slecht in educatieve adviezen ; ronduit ignorant in educatieve bezigheden zoals toetsen&testen, en schandalig nalatig in die ene sector waar ze althans een bijdrage hadden kunnen leveren aan beter onderwijs : het leerlingenstelsel ;
de weblog begint als volgt :
hoera : werkgevers hebben een opinie over onderwijs ;
[het perbericht van 15 maart (novum) is gelijk aan bovenstaande weblog (weblog Hals 28.03.2007|20:15)en is in het onderstaande (vervolg-2-) niet opnieuw weergegeven) ;]
een mening hadden ze trouwens, van tijd tot tijd, vroeger ook al – een periodieke mening, zeg maar (wat niet refereert aan de periodieke verhoging) ; maar nu hebben ze ook een mening over de salariering van leraren ;
surprise – het MKB, de consort van VNO-NCW, zingt mee ; de MKB centen^tellers cohabiteren met hun grotere ondernemer^broeders en zingen samen het loflied van de selectieve beloning, weer eens iets anders dan 2 kopen 3 betalen, of andersom ;
en nu halen de consorten er ook nog de CITO nitwits erbij, deze inverte instelling die precies kan meten (“testen”) of het onderwijs aan 4-, 8- en 12-jarige leerlingen wel rendeert ; rendeert zó dat de kuikentjes op ieders niveau worden gesorteerd ; testen, die hap, verplicht testen zeggen de zeergeleerde confraters van NVO-NCW-MKB er bij ;
wat enorm, wat al wijsheid ; wat suf dat niemand dat eerder heeft bedacht ; wat nuttig advies van onze vaderlandse middenstandige toeters ;
(vervolg kwaliteitsagenda v.v. middenstand -2-)
maarten sev
kwaliteitsagenda v.v. middenstand -2-
(vervolg -2-)
edoch, foutje – aan het advies onbreekt de ultieme paragraaf ; de confraters hebben verzuimd om erbij te zeggen wat dan wel het doel van al dat onderwijs en alle testerij zal wezen ;
laten we behulpzaam zijn en raden : gaat het erom, de kinderen van vroegs af aan te conditioneren (“opvoeden” klinkt natuurlijk beter) tot de gewillige gehoorzame serviele consumenten, waar het MKB zijn raison d’être aan ontleent ; hoe treffend dit lange termijn denken, waarop het VNO-NCW zich laat voorstaan ; alles met de middelen van selectieve salariering en verplichte testing ;
hoe zat het ook al weer met het leerling^wezen, het onderwijs veld tussen theorie en praktijk ? het praktisch leren, stages, en dan niet alleen op ambachtelijk niveau maar net zo goed in de vmbo, havo en vwo stromen van het onderwijs ; in het bijzonder betreffende leerlingen tussen 12 en 18 jaar, maar zelfs daarvoor en ook nog daarna ?
de kleine minderheid van bedrijven niet te na gesproken, vergelijk de sitatie van het leerling^wezen eens met, bijvoorbeeld, duitsland of singapore ?
wie zei daar “fun stage”, hang^jongeren ? criminelen ? hoeveel leerlingen zijn er niet gedesillusioneerd door het verzaken van de liaison tussen bedrijfsleven en onderwijs ?
hoe gretig waren NVO-NCW en MKB steeds, de afgelopen 40, 50 jaar, om dit praktijk gerichte onderwijs te faciliteren, daadwerkelijk te ondersteunen, mee te financieren ?
de echo roept : we stellen voor dat de salariering selectief verbeterd moet worden ; we betalen al belasting ; en die kan dan weer heel geschikt naar de betere selectieve salariering van goedgekeurde leraren ; hoe sorteer je die ? leuke klus voor gedeclasserde managers uit het onderwijs, of voor overbodige ambtenaren op het ministerie ? ;
welnu, rapport^schrijvers bij VNO-NCW-MKB : er zijn wel betere, effectieve vormen van geld^overdrachten in het onderwijs te bedenken ; hun rapportcijfer tot nu toe : een 2.
(persbericht 15-03-2007 deleted)
maarten sev
Accent circonflex
Hoe komt dit accentteken in jouw teksten?
accent circonflex
met opzet ; het is iets nieuws, ongewoons ; het ^ dient om germanismen (de lange woorden, bijvoorbeeld : eisenbahnknotenpunkthinundherschieber, ook interessant voor de NS) te ontmantelen in hun delen ;
germanismen zijn al heel lang ingeburgerd in het nederlands (niet, bijvoorbeeld in het frans), maar nog steeds monsterlijjk (mijn mening) ;
maarten sev