e-book

Gisteren werd op het journaal de e-reader gepresenteerd met een boek van Max Westerman.
Gaat het nu toch echt gebeuren en heeft het invloed op het onderwijs?
En heeft Plasterk wel goed opgelet, toen hij de gratis schoolboeken introduceerde?
Eind jaren negentig leek het elektronische boek of e-book een zachte dood te zijn gestorven. Nu lijkt er dan toch een nieuwe generatie elektronische boeken opgestaan, dankzij Sony, Philips en een Amerikaans bedrijf met de naam E-Ink. Het nieuwste e-book draagt de naam Librié.
In april is in Japan de eerste Librié op de markt gekomen. Het elektronisch boek weegt 190 gram, is 12 millimeter dik en kan zo’n vijfhonderd boeken (van gemiddelde dikte) opslaan. De prijs ligt rond de 375 dollar.
Het heeft een ongekend scherp contrast waardoor het vrijwel vanuit elke hoek kan worden gelezen, zowel in fel als juist zeer zwak licht. Daarnaast gebruikt de display van de Librié alleen stroom wanneer een nieuwe pagina verschijnt. Daardoor kan de gebruiker 10.000 pagina’s lezen voordat de batterijen moeten worden verwisseld.
Als de boekenbranche moeilijk gaat doen, zijn er onvoldoende boeken voor de consument om van internet te kunnen downloaden. Maar het belangrijkste obstakel is uiteindelijk toch psychologisch. Wie verruilt zijn lekkere boek in bed voor een elektronische variant?
Op de peiling van het journaal kiest op dit moment 89 procent voor een echt boek boven een digitaal boek.

3 Reacties

  1. Variant:)
    In mijn klas is het muisstil.
    Er zitten 25 leerlingen op hun laptop te werken.
    Ze vinden het prima naar school te komen en leren sneller dan voorheen.
    Heel soms vraag ik hen iets in de boeken op te zoeken.
    Dan voel ik weerstand, dat vinden ze niet leuk.
    Problemen met d’s, t’s en voltooide deelwoorden zijn van ver verleden tijd.
    Daarvoor hebben ze een zelfcorrigerend programma ontwikkeld en voor niemand is het ’n probleem.
    In de lokalen is internetaansluiting en zoeken op google doen ze graag.
    Het maken van scripties vinden ze een feest.
    Rugklachten door te zwaar ingepakte rugzakken kent mijn klas niet meer.
    Mijn leerlingen komen met hun cd-tje of USB-stick naar school.
    Daarop is hun huiswerk opgeslagen, maar vaker nog hebben ze het al naar school gemaild.
    Leren is een stuk gemakkelijker geworden. Ze doen het spelenderwijs.
    Eén keer hebben zij hun laptop aangeschaft, aan het begin van hun schoolcarrière.
    Dat leek even een forse uitgave, maar bleek vele malen goedkoper dan het jaarlijkse boekenpakket.
    De overheid hoeft het inmiddels ook niet meer gratis aan te bieden, want dat is verleden tijd.
    Maar vooral het leerniveau is aanzienlijk gestegen.
    Ze kunnen dingen, die ik niet na kan doen, althans niet met die snelheid.
    Het lesgeven is richtingaangeven, waarheen het moet, vanuit de visie waarheen ik wil.
    Leren met computer vinden ze leuk. Het lijkt op spelletjes doen, maar dan iets anders.
    Soms willen ze nog een ouderwets mooi verhaal. De meester moet vertellen.
    En voor hun verjaardag vragen ze een boek.

Reacties zijn gesloten.