Debat in de Kamer over onderwijsvernieuwing een oefening in anonieme zelfkastijding

Als de SP de schuld van de ellende bij de bewindslieden legt, ontsteekt Femke Halsema in woede: ‘Een gotspe!’
Het is een zonderlinge figuur, dinsdag in de Tweede Kamer: een parlementair onderonsje. Niet het kabinet is zoals gebruikelijk aangetreden in de blauwe stoelen van ‘vak K’, maar acht Kamerleden uit acht verschillende politieke partijen.
De commissie-Dijsselbloem legt verantwoording af over haar veelbesproken onderzoek naar de grote onderwijsvernieuwingen van de jaren negentig – het vmbo, de basisvorming, de Tweede Fase. Doel: rugdekking van de hele Tweede Kamer, zodat het kabinet een antwoord moet formuleren en ‘Den Haag’ daadwerkelijk leert van de fouten uit het verleden.
Het debat dat zich ontrolt, is voor veel partijen een oefening in zelfkastijding. Vooral de PvdA gaat diep door het stof, hoewel de namen van de meest betrokken bewindslieden (de PvdA’ers Netelenbos, Wallage, Ritzen) net als in het rapport onbenoemd blijven. ‘Mijn partij heeft het voortouw genomen’, stelt PvdA-Kamerlid Staf Depla. ‘Dan draag je een zwaardere verantwoordelijkheid dan als je alleen bij de stemming je hand hebt opgestoken.’ Wat alle 150 Kamerleden destijds deden, beklemtoont Depla nog maar even.
Ook D66 en GroenLinks – de laatste zelfs zonder deel te nemen aan een regering – gaan diep door de knieën. ‘Wij dragen medeverantwoordelijkheid voor de onverantwoorde opeenstapeling van maatregelen en de slechte en te snelle uitvoering’, zegt Femke Halsema van GroenLinks.
Ze ontsteekt in woede als de SP, die destijds ook akkoord ging, de schuld van de ‘onderwijsvernielingen’ zonder meer bij de betrokken bewindslieden legt. ‘De SP heeft ingestemd zonder ook maar het debat te volgen. Het is een gotspe dat u nu durft te zeggen: we wisten van niets. Wat een ongelofelijk zwaktebod.’
De commissie-Dijsselbloem – die pas donderdag antwoordt – krijgt het in het debat geen moment echt moeilijk. Er is vooral lof, in de varianten veel tot heel veel. De kritiek, op accenten, komt van de christelijke partijen CDA, SGP en ChristenUnie. CDA’er Jan-Jacob van Dijk stelt vragen bij de conclusie dat de kwaliteit van het onderwijs is gedaald. ‘Taal en rekenen zijn achteruit gegaan. Maar zijn dat de enige taken van een school? Wij vinden van niet.’ Ook Arie Slob van de ChristenUnie stoort zich aan het oordeel als zou alles in het verleden fout zijn gegaan. SGP-voorman Bas van der Vlies noemt de conclusie dat de overheid het onderwijs in de jaren negentig heeft verwaarloosd ‘wel wat ongenuanceerd’. Maar al met al is de Kamer toch vooral positief.
Pas in de vertaalslag naar de hedendaagse onderwijskwesties steken de partijpolitieke scheidslijnen weer de kop op. En dan blijkt het commissierapport opeens voor velerlei uitleg vatbaar. Een ieder shopt naar hartelust en vindt een onderbouwing voor zijn eigen standpunt. ‘Dijsselbloem zegt: géén ideologisch ingegeven maatregelen, géén maatregelen die onvoldoende zijn getest. Waarom gaat de coalitie dan toch door met de gratis schoolboeken?’, fulmineert D66’er Alexander Pechtold.
Ook over de maatschappelijke stage, de hervormingen in het speciaal onderwijs voor gehandicapte kinderen en het nieuwe competentiegerichte leren in het middelbaar beroepsonderwijs krijgt het rapport de partijen niet op een lijn.
Op één puntje wordt de Kamer het eens: de beoogde invoerdatum van het competentieleren in het mbo (2010) is niet langer heilig.
Die andere diagnose van de commissie, dat regering en Kamer te dicht op elkaar zitten en coalitiedwang en knellende regeerakkoorden desastreuze gevolgen kunnen hebben, wordt alleen opgeworpen door de oppositie. ‘Regeerakkoorden zijn gediskwalificeerd tot politieke schuilkelders voor rücksichtsloze doordrammers’, oordeelt Ineke Dezentjé-Hamming van de VVD. ‘De huidige opstelling van dit kabinet en de volgzame Kamerfracties boezemen mij niet erg veel vertrouwen in.’

(VK)

8 Reacties

  1. Koppen zullen er niet rollen…
    Zoals bovengetekende al voorspelde: Ze zullen geen schuldigen aanwijzen en vooral ‘…we moeten hieruit leren voor de toekomst’.

    De Kamer gisteren: ‘We zijn allemaal schuldig, (…dan is niemand schuldig…)’ en ‘….we moeten hieruit leren voor de toekomst’.

    Toen Jasper van Dijk zich hieraan trachtte te onttrekken, ontstak heksje Halsema in hevige woede:’Ook de SP was medeplichtig, ook al zaten ze volgens Jasper van Dijk toen nog niet eens in de Kamer!

    • SP
      De SP zit sinds 1994 in de 2e kamer. De wet op de basisvorming is in 1990 aangenomen, daar kun je de SP dus niet op aanspreken. De tweede fase en het VMBO zijn wel wet geworden toen de SP in de kamer zat. Daarover heeft de SP dus kunnen stemmen.

        • Stemmen
          Ik reageerde op de opmerking dat de SP toen niet in de kamer zat, dat is voor sommige onderwijsvernieuwingen dus waar, maar voor andere niet.

          Volgens het rapport Dijsselbloem zijn zowel tweede fase als VMBO met `algemene stemmen’ aangenomen. De SP heeft dus niet tegengestemd.

      • De Wet op de Basisvorming – 27 mei 1992
        Volgens Europa NU over Wallage:

        Bracht in 1992 de Wet tot invoering van basisvorming in het voortgezet onderwijs (Stb. 270) tot stand. Daarin worden kerndoelen geformuleerd voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs en voor het lager en voortgezet beroepsonderwijs. De basisvorming duurt drie leerjaren, waarin ten minste 1280 lesuren van 50 minuten moeten worden gegeven, en bestaat uit een verplicht deel en een vrij pakket. Om als school voor subsidiëring in aanmerking te komen moet aan een minimumnorm van 240 leerlingen worden voldaan: kleinere scholen moeten fuseren tot scholengemeenschappen. Het wetsvoorstel werd in 1987 ingediend door minister Deetman en staatssecretaris Ginjaar-Maas.

        Toen hadden we het nog over de 1067 urennorm…

  2. Er niet onderuit kunnen?
    Aardig is ook het stuk dat de VK als link onder het betreffende artikel heeft gezet:
    KLIK

    • Gedraai
      En waar Tineke N. kennelijk alleman de arm omdraaide; zo is Ursie L. een poot uitgedraaid.
      Maar zij was wel de enige die haar poot stijf probeerde te houden; en achteraf volkomen terecht.

  3. CGL in 2010 niet langer heilig?
    En waaraan gaan we dat merken? Krijgen alle ROC’s nu een brief dat het nog steeds moet, maar dat we zelf mogen weten wanneer? Blijven de oude eindtermen voor het MBO bestaan naast de nieuwe halvegare competenties?

Reacties zijn gesloten.