De PvdA en de 10 geboden van BON

De 10 Geboden van BON volgens de PvdA

De vereniging Beter Onderwijs Nederland is in begin 2006 opgericht met als doelstelling:
het zo goed mogelijk tot bloei laten komen van de potenties van leerlingen en studenten door gedegen vakinhoudelijke en algemene vorming.

1. Bestuur, beheer en inrichting van onderwijsinstellingen moeten in het teken staan van gedegen onderwijs door gekwalificeerde en inspirerende docenten. Het beschikbare budget van niet-universitaire onderwijsinstellingen moet primair besteed worden aan onderwijs en aan alles wat daartoe aantoonbaar bijdraagt.

De PvdA onderschrijft de stelling volledig. Voor de PvdA zijn docenten het kapitaal van het onderwijs en de leerlingen onze toekomst. We stellen dus hoge eisen aan docenten. Op voorstel van de PvdA is de wet aangescherpt om het aantal onbevoegde docenten voor de klas fors te verminderen. Docenten moeten zich primair kunnen richten op het bieden van  kwalitatief goed onderwijs. Dat vraagt om voldoende onderwijstijd voor goede leraren die de ruimte moeten krijgen maatwerk te bieden. Daar moet het onderwijsgeld dus aan ten goede komen en niet aan de zoveelste reorganisatie of overhead.

2. Directie- en beheersfuncties mogen niet exorbitant beloond worden en moeten primair worden vervuld door mensen met onderwijservaring, die bij voorkeur naast hun bestuurs- of beheerswerkzaamheden zelf onderwijs verzorgen.
Zeggenschap over de inrichting van het onderwijs binnen de instituten moet liggen bij leraren en docenten.

De PvdA wil dat topinkomens in de semipublieke sector aan banden worden gelegd. In het onderwijs, maar bijvoorbeeld ook in de zorg en bij woningcorporaties gaat het salaris van de minister-president als maximumnorm gelden. Ook buitensporige bonussen worden aangepakt. De PvdA heeft zich vanuit de Kamer zeer verzet tegen de aparte CAO voor bestuurders in het Voortgezet onderwijs, waarbij weer allerlei extra’s mogelijk werden gemaakt, terwijl de leraren op de nullijn staan. En dankzij Kunduz op de nullijn blijven staan!

3. De onderwijsinstelling biedt primair vakinhoudelijke en algemene vorming aan leerlingen en studenten en heeft alleen binnen die context ook een opvoedende taak. In het geval van nevenactiviteiten van de opleiding (brede school) is het onderwijsdeel daarvan strikt gescheiden.

De PvdA vindt dat er prioriteiten gesteld moeten stellen omdat tijd kostbaar is. Daarom moet zeker zijn gesteld dat de elementaire vaardigheden op het gebied van taal en rekenen voldoende aandacht krijgen door de hele schoolcarrière heen. Ook in het MBO en HBO.
We moeten voorkomen dat ieder maatschappelijk probleem wordt doorgeschoven naar het onderwijs in de vorm van weer een lespakket.

4. Leerlingen van verschillende intelligentieniveaus, met verschillende vaardigheden en interesses, moeten na de basisschool in onderscheiden schooltypen lessen volgen met op hun capaciteiten toegesneden vormen van onderwijs.

Verschillende soorten onderwijs zijn heel belangrijk om alle kinderen werkelijk te beiden wat ze nodig hebben. Zo zijn lang niet alle leerlingen gebaat bij grote zelfstandigheid. Niet alle leeftijden zijn al in staat om zelf verantwoordelijkheid te dragen voor hun leerproces. Daarom moet er meer maatwerk komen in het onderwijs. Alle leerlingen en studenten hebben recht op een helder gestructureerd onderwijsaanbod en professionele begeleiding.

5. Het verschil tussen (overwegend) theoretische en (overwegend) praktische opleidingen moet worden gehandhaafd, dan wel hersteld.

Geleidelijk aan is al het onderwijs “algemeen vormend” geworden en is een kortere weg via een praktische opleiding naar de arbeidsmarkt verdwenen. Maar de behoefte daaraan, zowel bij sommige leerlingen als bij bedrijven, is onverminderd groot! Het aanbod voor leerlingen die slecht theoretisch leren maar wèl praktisch kunnen leren moet dus beter. De PvdA wil daarom de komende jaren meer ruimte voor initiatieven als de Werkschool en Vakscholen, waarin de praktijkopleiding tot vakmanschap centraal staat.

6. Directe instructie en oefening onder leiding van een vakkundig docent, in overzichtelijke groepen met een royaal aantal contacturen per vak, is in beginsel de meest effectieve vorm van onderwijs, mits goed uitgevoerd door de docent en binnen de opleiding ondersteund.

De PvdA wil waar nodig onderwijstijd ook verlengen. Denk aan hele jonge kinderen met ontwikkelingsachterstanden. Niet alle leerlingen zijn gebaat bij grote zelfstandigheid. Niet alle leeftijden zijn al in staat om zelf verantwoordelijkheid te dragen voor hun leerproces. Daarom moet er meer maatwerk komen in het onderwijs. Alle leerlingen en studenten hebben recht op een helder gestructureerd onderwijsaanbod en professionele begeleiding door bevoegde en bekwame docenten.

7. Omdat gestreefd wordt naar het onderbrengen van leerlingen met ongeveer gelijke potenties in groepen of klassen, kan het onderwijs grotendeels klassikaal zijn; aan allen worden op hetzelfde moment, op dezelfde manier dezelfde eisen gesteld. Aandacht voor de individuele leerling is er, waar nodig of wenselijk, binnen de structuur van  een gemeenschappelijk programma.

Klassikaal onderwijs biedt inderdaad nog volop mogelijkheden om maatwerk te leveren voor leerlingen. Goede, objectieve toetssystemen zijn een hulpmiddel om ontwikkeling verder te stimuleren en achterstanden tijdig te onderkennen. Leerlingvolgsystemen, breder dan taal en rekenen alleen, moeten daarom actief worden gebruikt op de school zodat leraren en schoolleiding verbeteringen kunnen oppakken. Referentieniveaus zetten de standaard voor de toetsen van het leerlingvolgsysteem. Scholen kiezen hun eigen leerlingvolgsysteem, hierbij hoort ook een eindtoets.

8. Ernstige probleemleerlingen moeten worden verwezen naar op hun problematiek toegesneden vormen van speciaal onderwijs. Er moet niet minder maar juist meer onderscheid gemaakt worden tussen typen onderwijs, om kinderen in hun verscheidenheid tot hun recht te laten komen.

Inderdaad, ernstige probleemleerlingen moeten ook in de toekomst gewoon terecht kunnen bij Speciaal onderwijs. Het speciaal onderwijs moet dus niet verdwijnen maar worden versterkt. De PvdA wil dat alle scholen in één regio samen verantwoordelijk worden voor de zorg voor alle leerlingen. Het extra geld voor zorg en begeleiding moet daar ook aantoonbaar aan worden besteed. Ouders en leraren moeten vanaf het eerste moment worden betrokken bij de opzet van de zorg.

9. Bij het afnemen van eindexamens/afstuderen moet de overheid onafhankelijk en bij elke gelegenheid controle uitoefenen, om de kwaliteit van diploma’s te waarborgen.

De PvdA zet zwaar in op degelijk funderend onderwijs tot en met een serieus examen, zodat een diploma in Nederland altijd wat voorstelt. Selectie hoort plaats te vinden op de voorliggende school, in de keuze van het niveau, bij het overgaan naar een volgende klas en bij het eindexamen. Een onafhankelijk inspectie, die ook echt optreedt waar problemen zich structureel voordoen, is onmisbaar.

10. De salariëring van leraren en docenten moet over de gehele linie worden verhoogd en gedifferentieerd naar gelang het schooltype waaraan ze les geven en hun niveau van opleiding. Vakinhoudelijke bijscholing moet worden gefaciliteerd en beloond. De nullijn voor leraren gaat wat de PvdA betreft onmiddellijk van tafel. Jonge, goed opgeleide professionals moeten worden verleid zich in te zetten in het onderwijs. Als we goede leraren willen moeten we daar gewoon voor betalen. Elke kwaliteit kent immers zijn prijs. De lerarensalarissen moeten de loonontwikkeling in de markt volgen. De achterstand die nu is ontstaan zal moeten worden ingelopen omdat we anders straks gewoonweg niet voldoende goed opgeleide mensen voor de klas hebben. We zijn tegen prestatiebeloning maar vóór beloning op basis van het schooltype en de opleiding en ervaring van de docent. Leraren en schoolleiders volgen in de toekomst verplichte bij- en nascholing. We maken daarbij gebruik van het beroepsregister voor leraren. Voor schoolleiders komt er ook een beroepsregister. De Lerarenbeurs, een initiatief van oud-minister Plasterk, wordt voortgezet.

 

Auteur J.R.V.A. Dijsselbloem, lid van de weede Kamer der Staten Generaal.

3 Reacties

  1.  

    Geldt niet alleen voor de PvdA.

    www.trendmatcher.nl/p/pimpollen.html

    Klik op Making Shift Happen en bekijk de filmpjes over het feestje waarop men zich weer trakteerde. De CEO's van CBEgroup, allemaal komen ze langshakkelen. Veel borrelpraat ook. Lodewijk Asscher opent het feestje. De lastige vragen over CBEgroup moeten echter eerder aan CDA en D66 gesteld worden.

  2. Hoe denkt de PvdA over

    Hoe denkt de PvdA over clubjes als de CBEgroup en hun propagerende rol van het Nieuwe Leren?

    www.cbe.nl/staffing/html/Nieuwsbrief/nieuwsbrief8mei2008.html

    Afgaande op Samsom's lauwe reactie op PvdA graaiers in woningcooperatieland (Gat van Nederland, 3 september) is er nog weinig reden tot optimisme over een echte omslag bij de PvdA. En hoe gaat men om met de erfenis van Jo Ritzen? 

    • Wat is ‘de’ PvdA in jouw

      Wat is ‘de’ PvdA in jouw vraag?  De woordvoerder hoger onderwijs van de fractie in de TK houdt pizza-bijeenkomsten met studenten.  Het is heel goed om contact te houden met afnemers van onderwijs, natuurlijk.  In oude tijden (voordat Kok de socialistische veren uit de partij schudde) was er een schimmige (want niet democratisch samengestelde) club van hoogleraren die de fractie van de TK bij de les van het onderwijs hield.  Het is mijn stellige indruk dat de PvdA, ondanks een enkele poging daartoe van ook al weer een tijd geleden, niet in staat is om expertise die onder de leden aanwezig is, effectief te organiseren als ondersteuning voor politici op de diverse terreinen.  De economische en financiële problematiek vormt hier hopelijk een uitzondering op, maar ook daar ben ik niet zeker van.  Met andere woorden: de onderwijswoordvoerders in de PvdA wisselen sneller dan er verkiezingen zijn in dit land, continuïteit in kennis en beleid is er dus al heel lang niet meer, iedere nieuwe woordvoerder moet het zelf maar een beetje uitzoeken, na iedere verkiezing dus weer een nieuw geluid.  Dat levert zwalkend beleid op. De ene keer tegen selectie aan de poort, de andere keer moet die er juist worden doorgedrukt.  Enzovoort.  Als het CPB zegt dat studenten maar een fractie van de kosten van een hogere opleiding voor eigen rekening nemen, dan papegaait de PvdA (in de persoon van fractievoorzitter Tichelaar) dat kritiekloos na (Wat staat hier? Inderdaad, het CPB doet zijn werk niet behoorlijk. Studenten hebben namelijk ook nog zoiets als gederfd inkomen, en een afbreukrisico wanneer zij een studie staken en met een studieschuld blijven zitten, of een studie blijken te hebben gedaan waarmee zij op de arbeidsmarkt niet uit de voeten kunnen. Tichelaar, als oud vakbondsman, had daar natuurlijk nog nooit van gehoord.  Studenten hoeven zeker niet in de watten te worden gelegd, maar maak dan liever een rechtstreekse vergelijking tussen de behandeling van studenten in het mbo-traject, en die in het hoger onderwijs, of de verdeling van middelen en kansen wel fair is). 

Reacties zijn gesloten.