“De meester weer aan het roer”

Op de site van De Meesterklas is een aankondiging te vinden van een themadag “De meester weer aan het roer”.

Citaat:
“Een cryptische omschrijving voor de gedachte dat de werkvloer aan de professionals toebehoort. De huidige veelheid aan managementvormen bepalen in te grote mate de manier en inhoud van het onderwijspakket en de manier waarop de onderwijspersoneel moet onderwijzen.

Deze hiërarchische manier van organiseren wordt ook wel het `Angelsaksische model` genoemd: een organisatiemodel met een top/down structuur dat in een groot deel van de westerse wereld wordt gehanteerd.

In deze structuur is onderste laag in de organisatie alleen bezig met uitvoeren van werkzaamheden. Dat doet in onze visie geen recht aan de professionaliteit en autonomie van de onderwijs en onderwijsondersteunend personeel.

Een organisatievorm die meer zelfbestuur aan de professionals op de werkvloer geeft is het “Rijnlands model”. Daar willen we met elkaar op doorpakken en middels een inleiding met elkaar over spreken. Een organisatievorm met minder managementlagen en meer mogelijkheid tot besluitvorming laag in de organisatie. Een organisatievorm waarin meer bottum/up wordt besloten.”

Dit lijkt prima in lijn te liggen met de BON-ideeën. Zijn er eigenlijk verbindingen tussen BON en De Meesterklas? Misschien zouden alle LEDEN VAN DE MEESTERKLAS wel BON-lid kunnen worden ……

6 Reacties

  1. Onderdeel van de overbodige speklaag
    “De Meesterklas is hét platform voor de Medezeggenschapsraden in het onderwijs.”
    Dat heeft dus niet zoveel te maken met het echte werk van de onderwijzer.
    De school is géén bedrijf en de toegevoegde waarde van de MR is verwaarloosbaar voor het werk in de klas.

    • De macht van een MR is
      De macht van een MR is inderdaad beperkt. Dit komt omdat de docentengeleding een conflict kan krijgen met zijn baas en omdat de oudergeleding vaak een goede relatie wil houden met de school/directie uit angst dat het ten koste van hun kinderen zou gaan. Zelf ben ik MR lid op de school van mijn kinderen, en hoewel de invloed beperkt is, probeer ik wel degelijk toegevoegde waarde te bieden voor ouders, kinderen maar zeker ook voor de docenten. Dat is dan inderdaad meestal faciliterend (gebouwen, organisatie). Ik heb ook wel geprobeerd het realistisch rekenen aan te pakken via de MR (dat is dus wel het echte werk van de docent). Echter onderwijsinhoudelijk heeft de MR geen stem, werd mij al snel duidelijk gemaakt.

      Als Meesterklas zich uitspreekt voor meer autonomie van de docenten, lijkt mij dat toch wel winst, hoe beperkt ook.

    • MR-meesters
      Aan het kromme taalgebruik, het veelvuldig hanteren van het P-woord en het geleuter over ‘modellen’ kan je wel zien dat deze mensen al enigzins tot die speklaag behoren.
      Toch is de opzet van zo’n bijeenkomst sympathiek; toch zouden die MR’s (medezeggenschapsraden) een grote bijdrage kunnen leveren in de strijd tegen het machtsmisbruik van de bestuurders. Dat de MR’s vaak niet bevolkt worden door de meest strijdbare of assertieve figuren; het zij zo. Zij zijn echter wel een voor de hand liggende plaats om tegengas te geven aan de onderwijsvernielers. Alle bijdragen in die richting moeten worden aangemoedigd.

      • Dat de MR’s niet worden
        Dat de MR’s niet worden bevolkt door strijdbare, assertieve personen waag ik, zonder het direct op mezelf te betrekken, te betwijfelen. Waarom je anders via de MR inzetten voor de school?

  2. Angelsaksisch
    Ik neem aanstoot aan dat het hiërarchische model ‘angelsaksisch’ genoemd wordt. Is het Rijnlandse ‘befehl ist befehl’ niet hiërarchisch? Een lesje cultuurgeschiedenis zou ‘de meesterklas’ goed doen.

    • Sorry mark79….
      …maar je weet het wel.

      Het Rijnlands model is de naam die gebruikt wordt voor een systeem van maatschappelijke ordening. Het wordt meestal gebruikt als een alternatief voor het zogeheten Angelsaksisch model waarbij alle ruimte aan de krachten van de vrije markt wordt gelaten en de overheid zich zoveel mogelijk afzijdig houdt. Dit laatste wordt ook wel neoliberalisme genoemd, een moderne variant op het laissez-faire kapitalisme.

      Het Rijnlands model is vernoemd naar het kapitalisme met een menselijk gezicht zoals dat eertijds door de West-Duitse SPD werd gepropageerd. De toenmalige hoofdstad Bonn lag immers in het Rijnland.

      Het Rijnlands model veronderstelt een overheid die zich actief bezighoudt met zaken als milieu, ruimtelijke ordening, onderwijs en sociale vraagstukken. In deze zin wordt ook wel van de sociale verzorgingsstaat gesproken. Voorts veronderstelt het een samenwerkingsbereidheid tussen overheid, werkgevers en werknemers. Daar waar de tegenstanders van het Rijnlands model vooral aandringen op loonmatiging, deregulering, en privatisering als nuttig voor de economische vooruitgang, zien de aanhangers van het Rijnlandse model vooral de betrekkelijke consensus tussen de diverse partners, het goede opleidingsniveau van de bevolking, de stabiliteit en de afwezigheid van al te scherpe misstanden als belangrijke voorwaarden voor de technisch-economische ontwikkeling.

      Het Rijnlands ondernemingsmodel legt de nadruk op het middellange- en langetermijndenken, waarbij continuïteit van de onderneming belangrijker is dan het nemen van een snelle kortetermijnwinst. Wel is de naar Rijnlands model vormgegeven onderneming vaak meer gesloten dan de Angelsaksische variant, die zijn financiering hoofdzakelijk via de beurs verkrijgt, daar waar de Rijnlandse onderneming meer via families en banken wordt gefinancierd. Overigens zijn er geleidelijke overgangen denkbaar.

      (WIKI)

Reacties zijn gesloten.