106 Teletekst wo 20 aug
***************************************
Veel minder aanmeldingen bij pabo’s
***************************************
` Tot nu toe hebben zich veel minder
pabo-studenten aangemeld dan in 2007,
zegt de IB-Groep,die onder meer de
studiefinanciering regelt.Het aantal is
met 10,8 procent gezakt.Op 1 oktober
sluit de inschrijving definitief.
Vooral onder hoogopgeleiden daalde het
aantal.Wel zijn er meer inschrijvingen
uit de groep die toelatingsexamen moet
doen omdat hun vooropleiding eigenlijk
te laag is.
Volgens de hbo-raad is de opleiding
zwaarder geworden,waardoor mensen zich
minder snel aanmelden.Veel aankomende
studenten zouden worden afgeschrikt
door de ingevoerde rekentoets.
De ratio van de HBO raad
Volgens de HBO raad worden aankomend studenten afgeschrikt omdat de opleiding zwaarder zou zijn. Maar in het bericht staat dat juist de groep lager opgeleiden groeit. Daar kan alleen óf een hele ingewikkelde redenering achter zitten, of het is gewoon een automatische reactie van Doekle (die wel vaker aantoont er niets van te begrijpen).
On de radio hoorde ik dat het allemaal niet zo erg was dat er minder aanmeldingen waren, want er was werkloosheid in het basisonderwijs. Ook dat is opmerkelijk gezien de inspanningen die gedaan zijn om met zij-instromers en andere noodverbanden een lerarentekort op te lossen. Dat tekort zou nog toenemen omdat er een groep oudere docenten aan het afzwaaien was.
Nu is voorspellen moeilijk, maar juist het aantal schoolgaande kinderen in toch niet zo moeilijk te voorspellen. Ook de aantallen afgestudeerde pabo-ers is simpelweg een kwestie van optellen.
Ik moet mijn best doen om niet paranoïde over te komen, maar het zou zomaar eens kunnen zijn dat er allerlei mensen belangen hebben om een tekort te faken. Onderwijsassistenten zijn namelijk goedkoper dan leerkrachten, en die onderwijsassistenten moet je wel voor de klas zetten als er te weinig echte leraren zijn.
HBO raad
De HBO raad slaat de plank weer eens flink mis. Het aantal aanmeldingen van VWOers is gedaald en van VMBOers is gestegen. Dus die eersten zijn blijkbaar bang voor de rekentoets en de laatsen niet? Kom op HBO-raad!
De VWO-ers kunnen beter reflecteren
En daar gaat het allemaal om natuurlijk. Die VWO-ers weten dat hun opleiding in vergelijking met 20 jaar geleden weinig meer voorstelt. Zij weten dus dat hun taal- en rekenvaardigheid te wensen overlaat. Vandaar dat het ook VWO-ers zijn, die zijn leerbaar, hebben pops geschreven, weten waar ze nog niet zo goed in zijn.
Die VMBO-ers hebben dat natuurlijk ook gedaan maar zijn vanzelfsprekend minder bedreven in het navelstaren. Vandaar dat ze zich minder goed realiseren dat ze zwak in taal- en rekenen zijn.
Logisch toch?
Met het nieuwe leren kom je werkelijk overal onderuit Mark. Elke ratio wordt omgedraaid. Naast anti materie hebben we nu ook anti-leren. En het doet zijn werk volgens verwachting
over navelstaren gesproken …
Het zijn juist de VMBO-ers die met ’n portfolio de opleiding verlaten, en (nog) niet de VWO-ers.
??
Zijn de aanmeldingen voor de ‘academische’ Pabo meegenomen in de IBG telling?
Stookt de HBO-raad van Doekle het vuurtje aan uit eigenbelang?
Er wordt druk gerekend …
… tijdens de zomercursussen op de PABO. Zie dit artikel uit BN/De Stem en andere Wegener-kranten:
Blokken op de zomerpabo
door Mayke Calis. dinsdag 19 augustus 2008 | 07:26 | Laatst bijgewerkt op: dinsdag 19 augustus 2008 | 09:05
Pabo’s trekken zich de berichten aan over hun slecht spellende en rekenende studenten. Op zomercursus werken die hun achterstanden weg. ‘Op de middelbare school deden we alles met rekenmachientje.’
Het is stil in de klas. De groep pabo-studenten heeft zich over een paar rekensommen gebogen. Drie jongens en 21 meiden. Waar hun mede-hbo-studenten nog van een weekje vakantie genieten, zijn zij begonnen met een zomercursus om hun taal- en rekenniveau op te krikken.
Voor de tweede keer organiseren tal van pabo-opleidingen door het hele land een spoedcursus taal en rekenen vóór het echte studiejaar begint. Op de Hogeschool Nijmegen en Arnhem zijn studenten in groten getale op komen dagen.
Van de ongeveer 240 eerstejaars hebben zich 175 studenten ingeschreven voor de cursus.
‘Bij windkracht tien is de windsnelheid ongeveer 27 meter per seconde. Hoeveel kilometer per uur is dat?’
De blonde Lizzy Meuleman moet ervan zuchten. „Blij dat ik deze cursus doe”, zegt ze. „Ik ben nooit zo goed in rekenen geweest.” Op het mbo kreeg ze amper rekenles, zegt Lizzy. Alles wat ze nog weet, is blijven hangen van de basisschool.
Van rekenleraar Bert Claessens moeten de leerlingen aan het begin van de les een ‘smiley’ tekenen die overeen komt met hun gevoel voor rekenen. Veel studenten tekenen een somber gezichtje.
Claessens vindt het jammer dat bij sommige mensen een cultuurtje bestaat van ‘wij kunnen toch niet rekenen en dat geeft niks’. „ Bijna nooit hoor je iemand dat zo stellig over taal zeggen.” Hij vindt het belangrijk de studenten juist de lol in rekenen bij te brengen.
Alleen goede antwoorden geven is voor pabo-studenten niet genoeg. Als ze voor de klas staan, moeten ze ook de verschillende manieren waarop kinderen tot een oplossing komen herkennen én daarop inspelen. „Bedenk een paar manieren om 1012 min 889 uit te rekenen”, vraagt hij de klas.
Een meisje loopt naar voren en schrijft 1001 min 900 op het bord. „Aan de ene kant elf erbij, aan de andere kant elf eraf”, verklaart ze. Nee dus. Claessens tekent twee stapels pannenkoeken. Aan de ene kant komt er wat bij, dan aan de andere kant ook, legt hij uit.
In de pauze staan de studenten wat na te praten. Vooral hoofdrekenen vinden ze moeilijk. „Op de middelbare school mochten we alles met een rekenmachientje doen”, zegt de zeventienjarige Manon Meijer. „Zelfs de meest eenvoudige sommen rekenden we niet meer zelf uit”, voegt Karin Krouwel toe.
De laatste tijd oefent Meijer in winkels. Probeert ze alvast zelf uit te rekenen hoeveel iets kost. Ook over de taallessen op het mbo wordt geklaagd. „Dat was bij ons een keuzevak”, zegt een jongen. Hij heeft, zoals de meeste mbo-ers hier, een diploma voor onderwijsassistent. Maar het gevoel dat hij kinderen echt kan assisteren bij taal en rekenen heeft hij niet.
Na de pauze kijkt taaldocente Marjon Oerlemans een spellingstoets na. „De verleden tijd van faxen is met een t. De stam is fax, dat is een s-klank, dus geldt de regel van het Kofschip.”
Studenten verbeteren hun fouten. Ook het formuleren blijkt moeilijk. „Hoe duur kost die laptop? Wat is daar fout aan?” vraagt Oerlemans.
Uiteindelijk heeft niemand alles goed. Anke, met haar zwarte kleren en Loesje-agenda, heeft met vier fouten het beste gescoord. Ze verklaart: „Wij hebben op de havo extra taaltoetsen gehad.”
Drie jongens en 21 meiden.
Baart me meer zorgen.
Pabo-jongens vs. pabo-meisjes?
Dit grote verschil is in ieder geval aanleiding tot een interessante vervolgvraag: is er verschil in capaciteiten tussen de (kleine) groep jongens en de (grote) groep meisjes?
M.a.w. kiezen *andere* jongens dan meisjes voor de pabo?
Welke inductieve statistiek zouden jullie gebruiken om deze verschillen te bepalen? Aan de hand van welke variabelen?
Inzake het echte werk
Misschien wat flauw van me, maar toch: veelzeggend is dit citaat uit ‘de Stem’
.. een spoedcursus taal en rekenen vóór het echte studiejaar begint.
Rekenen en taal is kennelijk niet het echte werk. Volgens mij is het nu juist precies datgene wat aan basisschoolkinderen moet worden onderwezen. Je wordt wel nieuwsgierig naar wat ze dan gaan doen in het echte studiejaar.
Echte werk
Ik sta wel achter de formulering dat na de spoedcursus het echte werk gaat beginnen. Doe je het anders, dan zou dat basisschool vaardigheid in het rekenen tot de (HBO) opleiding zou behoren. HBO studiepunten (credits) voor PO vaardigheden. Dat lijkt me werkelijk te gek. Wat je zou willen is dat de studenten op de Pabo, vanaf het begin, alle basisschoolstof beheersen. Op de Pabo kan men daar dan extra kennis en inzicht bovenop aanbrengen. Zo zouden de pabo studenten moeten weten wat voor de VO wiskunde noodzakelijke voorkennis is. Zouden de Pabo studenten moeten kunnen meepraten in de huidige discussie over realistisch rekenen. Bij andere vakken geldt iets vergelijkbaars. De spelling en andere taalregels zouden bekend moeten zijn, maar op de Pabo zou men aandacht moeten besteden aan jeugdliteratuur (gebeurt overigens), aan extra grammatica (is geen PO onderwerp meer en komt op het VO ook nauwelijks uit de verf), aan de didactiek van leren lezen en schrijven en de zin en onzin die daarover wordt beweerd. Geloof me: hier is heel erg veel over te leren en je kunt op een basisschool bij heel veel leerlingen observeren hoe hoe het leren lezen in zn werk gaat. Meer dan genoeg (vakinhoudelijks) te doen op een Pabo, laat de eigen vaardigheid op PO niveau ajb buiten de studiepunten blijven.
Exegese van een citaat
Ja, ik geloof u best, en in een andere tijd had zo’n zinnetje mijn aandacht niet eens getrokken. De vraag is of die journalist het net zoals u bedoelt, en of de PABO’s zelf er ook zo over denken.
Je kunt zo’n zin ook heel goed lezen als de gedachte van iemand die hoofd- en bijzaken door elkaar haalt (waarbij de vakinhoudelijke kwaliteiten als bijzaak, waaraan je hoogstens nog even een spoedcursus besteedt, worden beschouwd).
Re: exegese
Ook dat kan ik me goed voorstellen. Ik merk het bij veel onderwerpen: we zijn zo langzamerhand zo vaak geconfronteerd met de meest zotte zaken dat het voor de hand ligt om meervoudig interpreteerbare opmerkingen ook in die sfeer van gekte te begrijpen. Vaak wordt het namelijk ook zo bedoeld helaas.
Rookgordijn?
Wanneer is de rekentoets voor aankomende PABO-studenten? Misschien is het rekenen van de spoedcursus helemaal gericht op het halen van dat examen maar wil de betreffende PABO er niet mee te koop lopen dat zo veel leerlingen met een te lage startkwalificatie aan de studie beginnen. Taal maakt dan deel uit van het rookgordijn.
Seger Weehuizen