Colleges op internet is net zoiets als slecht onderwijs van slechte leraren. De leerling is in dat geval op zijn boeken aangewezen. Zoiets als de Leidse onderwijsinstellingen van vroeger: ' zelfstudie thuis' ofwel ' wij schrijven u de boeken voor, verder zoekt u het zelf maar uit'. Verder is het niet helemaal een verkeerde gedachte van de man die het concept in de media ventileerde. Want we verkeren in een tijd waarin de leraar op de ROC's door een coach is vervangen. Maar wie in aanmerking neemt wat de kern van werkelijk goed onderwijs is: het scheppen van nieuwe perspectieven, bevlogenheid en inspiratie, de setting, de leeromgeving waarin studenten en leerlingen zich bevinden, en vooral de helpende hand die je op school geboden wordt, zal al snel tot de conclusie moeten komen dat 'colleges op internet' een goede leraar nooit zal kunnen vervangen en dat het idee dus eigenlijk onzin is.
Reacties zijn gesloten.

Ik kwam vanmorgen het
Ik kwam vanmorgen het volgende op Linkedin tegen over lessen en colleges:
"Het verwerven van kennis en vaardigheden kan natuurlijk door zelfstudie; niemand zal ontkennen dat zoiets in beginsel mogelijk is, en beter mogelijk met goede hulpmiddelen en coaches, dan zonder. Moeten we dat willen? De psychologie van het leren: leren gaat vooral langs de weg van het maken en vervolgens corrigeren van fouten. (Mijn referentie is: Stellan Ohlsson, 2011, ‘Deep Learning’). Daar is niet noodzakelijk een tutor, docent of instructeur bij nodig, maar is het verstandig om het dan inderdaad maar zonder leraar te doen? Nee dus. Die leraar maakt verschil. De leraar signaleert sneller dat er iets fout gaat. De leraar weet meestal ook heel goed waarom er iets fout is gegaan, anders dan de leerling die daar nog geen scherp idee over kan hebben. De leraar weet ook hoe het anders moet, en kan dat aan de leerling overbrengen. Dat moet dan wel een vakleraar zijn, en niet een coach. Kortom: een vakleraar maakt het verschil in doeltreffendheid en doelmatigheid van het leren. Gaat het om een factor tien? Hoe moeten we dat waarderen? Is daar onderzoek naar gedaan? Mogelijk gaat het om veel meer dan een factor tien, omdat er cumulatieve effecten zijn. Exponentiële groei. Daar komt nog de volgende beschouwing bij. In groepssituaties, zoals klassikaal onderwijs, is er sprake van plaatsvervangend leren (‘vicarious leanring’) bij die leerlingen die op zeker moment alleen maar toeschouwer zijn bij het leren van een klasgenoot in dialoog met de vakleraar. Dat plaatsvervangend leren doet niet echt onder voor direct leren van de vakleraar. Met andere woorden: de vakinhoudelijke dialoog in de groepssituatie is dus zeer veel doelmatiger dan die in de situatie van een op een tutoring"
En zie verder: www.benwilbrink.nl/projecten/lesgeven.htm#college