Wellicht zou ‘Beter Onderwijs Nederland’ een BON-certificaat moeten gaan invoeren
en dat onder luid getoeter en trompetgeschal gaan uitreiken aan dié scholen,
die de leerling en de vakinhoud centraal hebben staan.
De mensen hebben dan een vrije keuze tussen scholen van het ’traditionele leren’
en het zogenaamde ‘nieuwe leren’.
De marktwerking doet de rest.
Wij sturen onze kinderen dan natuurlijk en masse naar een school met een BON-CERTIFICAAT.
Bij sollicitaties kunnen onze kinderen later dan vertellen
dat zij op een BON-school hun opleiding hebben genoten.
BON-CERTIFICAAT = KWALITEITSGARANTIE.
We kunnen beginnen de reguliere Gymnasia een BON-certificaat te verlenen.
BON-certificaat voor scholen van het ’traditionele leren’
Een voorzet voor criteria (12-punten-plan):
1. Vakinhoud en kennisoverdracht centraal (goed opgeleide docenten)(beroepsonderwijs terug)
2. Leerling centraal (zittenblijven weer mogelijk)(probleemleerlingen naar speciaal onderwijs)
3. Zeer gestructureerd lesaanbod (minimaal 28 lesuren per week)
4. Klassicaal onderwijs (100% naar 75% in de hogere jaars)(docent vrij in methodiek)
5. Plaats voor zelfstudie (glijdende schaal)(huiswerk op school)(laptop in plaats van rugzak)
6. Docenten maken samen op democratische wijze het beleid (vaksecties)
7. Kleine directie, gerecruteerd uit oudere lesgevende docenten (boven de 50 jaar)
8. Directie verplicht een aantal uren voor de klas (contact met de werkvloer)
9. Gelijke (en hogere) salarissen voor docenten en directie gebaseerd op urenaantal
10. Democratisch gekozen directie voor maximaal 2 x 3 jaar
11. Eigen examens voor BON-scholen (onder overheidstoezicht)(kwaliteitsbewaking diploma’s)
12. Kleine scholen (max. 600-800 leerlingen) en kleine klassen (ca. 20 leerlingen)
‘Een BON-certificaat voor de GOEDE school’.
certificaat
Interessante gedachte die ook bij ons door het hoofd speelt.
Doe eens een voorzet voor wat criteria.
Ralph
BON-CERTIFICAAT (criteria)
BON-certificaat voor scholen van het ’traditionele leren’
Te beginnen toe te kennen aan alle reguliere Gymnasia.
Een voorzet voor criteria:
1. Vakinhoud en kennisoverdracht centraal
2. Leerling centraal
3. Zeer gestructureerd lesaanbod
4. Klassicaal onderwijs (100% naar 75% in de hogere jaars)
5. Plaats voor zelfstudie (glijdende schaal)
6. Docenten maken samen op democratische wijze het beleid
7. Kleine directie, gerecruteerd uit oudere lesgevende docenten
8. Directie verplicht een aantal uren voor de klas
9. Gelijke salarissen voor docenten en directie gebaseerd op urenaantal
10. Democratisch gekozen directie voor maximaal 2 x 3 jaar
11. Eigen examens (onder overheidstoezicht)
12. Kleine scholen (max. 800 leerlingen)
Zulke scholen moeten nog wel
Zulke scholen moeten nog wel worden opgericht,
Over wat bedoeld wordt met “leerling centraal” mag geen misverstand ontstaan. (N.B. Het gaat niet om de opsteller van de 12 punten maar om de mensen die ze lezen, niet-BON-leden). Het gaat niet om het opleuken van een les. De leraar staat boven de leerling en trekt hem omhoog; als de leraar omlaag gaat is dat alleen maar omdat de leerlig niet in zo grote stappen stijgen kan
BON-scholen
Een BON-school behoeft niet nieuw te worden opgericht.
Iedere bestaande school kan het BON-certificaat verwerven, als zij kiezen voor het ’traditionele leren’
en een BON-school worden.
Wenslijst?
Ik bedoelde dat er nog geen school bestaat die aan alle bovenstaande eisen voldoet. Als een bestaande school aan al de eisen moet voldoen zal zij nog heel wat moeten veranderen. Als alleen kiezen voor het traditionele leren vereist is ligt dat anders.
‘Traditioneel leren’
[img_assist|fid=118|thumb=1|alt=De dorpsschool volgens Jan Steen (1672)]
Beste Hals,
Het is misschien een kleinigheid (het staat in ieder geval buiten de discussielijn), maar ik heb bezwaar tegen het gebruik van de term ’traditioneel leren’. ‘Traditioneel’ is in principe dan wel een waardevrij woord, in de praktijk is het dat echter niet (het valt in die zin te vergelijken met de term ‘conservatief’). Ik vermoed dat je enigszins dezelfde mening hebt als ik (anders hoor ik het zeker), omdat je het woord ook tussen aanhalingstekens zet.
Door je onderwijsvisie te omschrijven als ‘traditioneel’ (ook al is het tussen aanhalingstekens) geef je tegenstanders gemakkelijke munitie, die je weliswaar kunt pareren door de term ‘traditioneel’ toe te lichten en aan te geven wat je wel en wat je niet bedoelt, maar die tijd –ik denk bijvoorbeeld aan de discussie in Rondom 10- is vaak niet gegeven. Bovendien is het verloren tijd.
Daar komt bij dat ik het woord ‘traditioneel’ de lading niet vind dekken, ook niet in de waardevrije betekenis. Volgens mij zijn er weinig docenten die 100 procent van de lestijd het woord (willen) voeren en een ijzeren regime voeren. Dat zie ik als ‘traditioneel’, maar misschien heb ik alleen zo’n jaren ’50-associatie. Volgens mij zoekt een goede docent een balans tussen instructie en zelfstandig laten werken (waarbij kennis centraal staat) en dat is best modern.
Het Nieuwe Leren doet mij daarentegen zo nu en dan denken aan het hoofdelijk onderwijs van de zeventiende eeuw, waarbij leerlingen aparte programma’s volgden, leerlingen taken individueel lieten controleren bij de (slecht geschoolde) onderwijzer, lesroosters en vaste leerprogramma’s niet bestonden en alle leeftijden samen het lokaal deelden, oftewel: de chaotische klaslokaaltaferelen van Jan Steen waarbij het rumoer van het doek af knalt (klik afbeelding). Dus als we het dan toch over ‘traditioneel’ moeten hebben?
Catilina
Mee eens
Lang genoeg traditioneel wordt vanzelf weer modern.
Dat is nu aan het gebeuren.
Verder, mee eens natuurlijk!
Komt ons bekend voor …… !
Lang genoeg traditioneel wordt vanzelf weer modern.
Dat is nu aan het gebeuren.
Hihi, dat komt ons bekend voor …… !
Groet,
Marten
Lijkt me wat beperkend
Beste Hals,
Als een school alleen BON-school zou kunnen worden wanneer men daar kiest het ’traditionele leren’ (wat dat dan ook precies mag zijn) denk ik dat je goede *elementen* uit HNL onnodig buiten de deur houdt. Het op de een of andere manier door leerlingen zelf laten ontdekken wat ze kunnen en willen lijkt mij niet puur slecht, het wordt alleen op veel scholen op zo’n lompe c.q. knullige wijze ingevoerd. Of zeg ik hier nou iets heel raars mee?
Groet,
Marten
Kleinschalige experimenten
Kleinschalige experimenten die goed doordacht zijn en goed en objectief geevalueerd worden op onderwijskundige criteria moeten natuurlijk altijd mogelijk blijven. Soms zouden die zelfs binnen de verantwoordelijkheid van de individueles docent uitgevoerd kunnen worden
Leuk lijstje, enkele vragen en aanvullingen
De leerling centraal kan misverstanden oproepen. Dat moet misschien wat duidelijker uitgelegd worden.
Waarom persé eigen examens en geen landelijke examens?
Ik zou hier graag nog aan toevoegen: minimaal 28 klokuren per week onderwijsaanbod. Voor mij is een school met 800 leerlingen nog te groot. Ik vind 600 het maximum voor het voortgezet onderwijs en 400 voor het basisonderwijs. Ook mis ik de kleinere klassen: maximaal 16 leerlingen in het beroepsonderwijs, maximaal 22 leerlingen op het algemeen voortgezet onderwijs.
Voor docenten vind ik ook dat ze schoolgebonden weektaken moeten hebben, een eigen goede werkplek en ALLE extra klussen (cursussen, vergaderingen, buitenschoolse activiteiten, projecten, ontwikkeluren) moeten in werktijd kunnen.
Mee eens en doe mee
Best Hinke,
Met de leerling centraal bedoel ik: de leerling niet opofferen aan een systeem of ideologie,
maar het onderwijs in dienst stellen van een zo optimaal mogelijke ontwikkeling van de leerling of student.
Een school van 600 leerlingen verdient vanzelfsprekend ook mijn voorkeur.
Het 12-punten-plan is een voorzet, met de bedoeling het aan te vullen met alle goede ideeën op dit forum.
Met elkaar kunnen we een perfect model formuleren.
TOEVAL? GEEN TOEVAL.
Bij toeval las ik pas gisteren (20/11) in nrc.nl over het TIENPUNTENPLAN van Presley Bergen van 12 juni jl.
Tot mijn vreugde waren er veel overeenkomsten.
In tegenstelling tot hetgeen enkele reacties op het BON-CERTIFICAAT suggereren, ben ik het volledig met hem eens.
IK geef toe, ik chargeer af en toe een beetje, maar dat is om het beeld helder te stellen.
Gaat het om de vorm?
Toen ik je voorstel zaterdag las had ik associaties met heel ouderwets onderwijs. En wist ik zelf eigenlijk niet goed te verwoorden in hoeverre ouderwets de juiste associatie was, en zo ja, of dat dan werkelijk datgene is wat ik als BONner zou willen.
Ik denk dat het lijstje een aantal zaken bevat die gaan over de vorm van het onderwijs. Punten die voor mij niet essentieel zijn. Ik moet klassikaal onderwijs als voorbeeld. Klassikaal hoeft niet persé beter te zijn dan individueel of zelfs groepsgewijs onderwijs. Het gaat er mij om dat er een vak wordt overgedragen en dat er een docent is die daar veel kennis van heeft. Dus geen groepjes een week laten modderen, maar een docent die op verschillende momenten inhoudelijk inspringt (gevraagd en ongevraagd). In een klas kunnen verschillende groepjes op die manier aan het werk zijn.
Ook het punt salarissen is kort door de bocht. Niet alle docenten hebben hetzelfde salaris, dus dat van het management kan al helemaal niet gelijk zijn aan “het” docentensalaris. Ook ben ik geen principieel tegenstander als een rector meer verdient dan een docent. Dat is altijd ook zo geweest en heeft voor- en nadelen, maar is niet iets waar ik me druk om zou willen maken. De idiote verschillen bij grote scholen nu moeten wel aangepakt.
Wie welk beleid moet bepalen is ook zo iets. Ik weet niet of democratie daar zo’n goed idee is. Ik denk wel dat vakinhoudelijke beslissingen en didactische beslissingen genomen moeten worden door de vaksecties. Voor de overstijgende beslissingen kun je iets als een medezeggenschapsraad instellen, wellicht iets gewijzigd tov de huisige situatie.
Kortom: ik ben voor een beperking van de regels. Vakinhoud en kennisoverdracht staan centraal, de docenten zijn vakmatig en didactisch hoog opgeleid en zij hebben het voor het zeggen als het om inhoud/didactiek gaat.
Of men dat met hoorcolleges of op Socratische wijze vorm wil geven is afhankelijk van de docenten, de school en de leerlingen/studenten
Vorm is vrij
Ik ben het eens met D-Day en oneens met Hals (“Met elkaar kunnen we een perfect model formuleren”). BON moet leraren en leerlingen de vorm van het onderwijs niet dwingend opleggen. BON moet ervoor pleiten dat er voldoende keuze is aan scholen en aanpakken (keuze voor leerlingen/ouders en voor leraren) en dat aan bepaalde randvoorwaarden voldaan is (opleidingsniveau docenten, zeggenschap ligt bij de docenten etcetera). GEEN one-size-fits-all perfecte modellen!
VAN ALLES HET BESTE
Ik ben ook voor LAPTOP in plaats van RUGZAK.
Zo traditioneel ben ik ook weer niet
Ik geef les op zeer uiteenlopende leerwegen van VMBO tot HBO en Universiteit.
In alle sectoren spelen op dit moment dezelfde problemen.
Het 12-punten-plan zoekt naar kernpunten die als MATRIX kunnen dienen
voor alle soorten onderwijs op alle niveau’s.
Vanzelfsprekend bevinden zich alle 12 punten in de bespreekzone.
Salarissen wel gelijk
Ik geef les op VMBO tot universiteit en heb diverse functies bekleed.
Ik kan echt niet zeggen dat hoger onderwijs moeilijker zou zijn dan middelbaar onderwijs.
Ooit ben ik op de middelbare school begonnen.
Toen ik mijn eerst colleges gaf op hoger onderwijs moest ik afkicken van de stress
en wennen aan het luie leventje dat ervoor in de plaats was gekomen
Ook directietaken heb ik altijd veel gemakkelijker gevonden dan lesgeven aan de pubertjes op de middelbare school.
Plato zei al dat idealisme de enige reden moest zijn om leiding te willen geven.
Hij vond dat politici dan ook niet beloond moesten worden.
Ik ben die mening ook toegedaan.
Directieleden hebben het over het algemeen gemakkelijker dan de mensen vóór de klas
en zij dienen dan ook niet meer te verdienen.
Salaris zal dan ook geen reden meer zijn om een leidinggevende positie te ambiëren.
Moet U eens kijken wat er gebeurt in alle sectoren van de maatschappij,
wanneer de topsalarissen zouden worden afgeschaft.
managements salarissen
Ook ik ben tegen idioot hoge salarissen en zou misschien wel zo ver willen gaan om managers niet meer te belonen dan docenten. Veel slechter dan het nu is kan het niet worden.
Alleen… Ik denk niet dat we aan dergelijke doelen moeten gaan werken. Het staat relatief ver af van ons onderwijs doel en is volledig verweven met de algemeen maatschappelijke opvattingen over salaris. Het werkt contra productief om dergelijke op zich te waarderen ideeën mee te nemen in de strijd die we voeren voor goed onderwijs.
DIE PIKORDE MOET ERUIT
Ik denk dat het een goed plaatje is en een duidelijk nieuw concept (andersom denken)
meer kans van slagen heeft dan schaven aan een bestaand model.
Bovendien vind ik gelijke salariëring een prima methode is om het plaatje goed te krijgen.
Meer salaris betekent in Nederland hoger in de pikorde.
Hoe meer salaris hoe belangrijker je stem.
Die pikorde moet eruit.
Docenten en directie moeten de school maken op basis van gelijkheid.
De directie zou wat mij betreft democratisch gekozen moeten worden uit de oudere docenten (boven de vijftig)
en voor niet langer dan 2x drie jaar.
Begeerlijke functies
Beste Hals, er bestaat niet zoiets als rechtvaardigheid als het om beloning gaat. -Er zijn in de maatschappij begeerlijke functies en minder begeerlijke functies en afschuwelijke functies. De enige kwaliteiten die tellen zijn die welke iemand, grosso modo, in staat stellen om een begeerlijke functie te verwerven. Dat betekent: van alles het beste: veel aanzien, veel geld en weinig vervelend werk.
Ik heb een voorbeeld uit de eerste hand. Mijn zwager is wiskundige- en een goed wiskundige (hij is echt van een uitzonderlijke klasse: is van de middelbare (gymnasium) school gekomen met 3×10!). Hij heeft echter niet de kwaliteiten die nodig zijn om een bgw. functie te verwerven. Hij zit thuis, gedesillusioneerd.
Daarentegen zie je veel handige mensen die wel bgw. functies vervullen- terwijl deze mensen vakinhoudelijk e.d. de mindere zijn van bv. mijn zwager.
Wat betekent dit? Wel, dat je stelling dat leidinggevenden het ook voor minder zouden doen niet waar is- als je hen geld zou ontzeggen, zouden ze het zich op de volgende vergadering weer toeeigenen. Je gaat er aan voorbij dat Plato niet alleen aan de leider strenge eisen stelt, maar daarbij ook de maatschappij anders inricht- zodat goed leiderschap ook echt kan gedijen.
Het soort leiders dat wij hebben, past in onze maatschappij. Nee, het woord ‘passen’ is niet goed gekozen: het soort leiders dat wij hebben is onontkoombaar in de maatschappij waarin wij leven. -Wij bewonderen mensen om hun handigheid waarmee ze mensen aftroeven in debat, wij bewonderen ze om wat ze bereikt hebben, en we bewonderen ze om hun bezit of schoonheid. Doekle Terpstra lijkt me echt het soort leider dat in onze maatschappij gedijt: handige prater (ik ben geen partij voor zulke mensen, in een vergadering vegen zulke mensen de vloer met je aan), geen last van principes (kan dus in iedere functie mee), enz. -En geloof niet dat het ooit anders zal zijn.
GELD ALS LOKAAS
Is meer geld dan de oplossing?
Ik denk dat vele mensen een leidinggevende positie ambiëren vanwege het salaris dat er tegenover staat.
Dat zijn veelal niet de besten, zoals U ook betoogt.
Schakel de salarissen gelijk en mensen komen om andere redenen bovendrijven.
Uit idealisme, omdat ze het graag doen of omdat ze het goed kunnen.
Dat is ook wat Plato bedoelt
Denkt U eens mee en andersom.
Stel je eens voor dat de salarissen gelijk zouden zijn,
hoeveel mensen zouden er van stoel verwisselen
en hoe zou de wereld er anders uit zien?
John Rawls
(Beste Hals, richt ik je opvoeding te gronde als ik je beleefd verzoek om mij niet aan te spreken met ‘u’?)
Iets dergelijks wordt betoogd door John Rawls: hoe zou je de wereld inrichten als je niet op voorhand zou weten wie welke functie zou gaan vervullen (nou ja, hij zegt het iets ingewikkelder). Volgens hem zou dit mensen dwingen om eerlijk te zijn, want het eigenbelang is nu ‘afgedekt, verborgen’. Als je in zo’n geval zou pleiten voor enorme salarisverschillen, kan zich dit tegen je keren: want wie zegt dat jij degeen bent die het hoge salaris zal krijgen?
Maar nu: stel dan dat alle lonen, tot op de cent, gelijk aan elkaar zijn. Dan zou, in onze maatschappij, een jacht worden geopend op banen waarin je veel zeggenschap hebt: wat, per saldo, op hetzelfde neerkomt als veel geld hebben.
Verder zou een aantal mensen, net als nu, nog steeds ontevreden zijn over het werk dat ze doen- mensen zouden elkaar benijden, enz. Het ene werk is minder gezond dan het andere werk, enz.
Nogmaals: in Plato’s standenmaatschappij heeft iedereen een plaats die bij hem of haar past- en daarom zijn de mensen niet ontevreden. -In onze maatschappij leeft echter de gedachte dat je aan de weg moet timmeren. Tevreden zijn met wat je doet en hebt is niet echt een optie, want het kan altijd beter.
Plato’s school is zo opgezet dat iedereen er op het juiste niveau uitstroomt: wie talent heeft voor de handel, wordt een blijde handelaar, enz. Iedereen gegarandeerd op de juiste plaats. -Bij ons zit niemand op de juiste plaats: had je wat beter je best gedaan, zou jij ‘de toko’ hebben kunnen ‘runnen’.
KONINGIN?
‘U’ mag toch ook? Misschien bent U wel de koningin.
Hoewel ik dan weer ‘je’ zou zeggen.
karwei afmaken; de capo al fine
Ook ik geloof niet dat BON het probleem van de topsalarissen in zijn algemeenheid moet aanpakken maar moet zien te bereiken dat overal in den Lande ouders kunnen kiezen voor BON-onderwijs. Je kunt daarbij proberen veranderingen binnen het ontstane politiek-educatieve complex te bereiken maar Leo Prick heeft er naar mijn gevoel terecht op gewezen dat dat in strijd zou zijn met de persoonlijke belangen van de belangrijke politici van de drie machtigste politieke partijen. Je kunt ook proberen de politici met hun eigen opvattingen om de oren te slaan Leidt marktwerking tot de beste waar voor het minste geld? Doe dan niet zo flauw, heren en dames politici, en maak van onderwijs dan een echte markt. Verbreek het monopolie van de gevestigde onderwijsorganisaties door voor door de overheid gesubsidieerd onderwijs alleen nog maar kwaliteitseisen te stellen.. Als je nu een nieuwe school wil oprichten kunnen de gevestigde belangen dat nog vrijwel altijd moeiteloos tegenhouden. Er wordt namelijk onderzocht of zo’n nieuwe school wel nodig is en de gevestigde belangen zorgen er vrijwel altijd voor dat de conclusie “nee” is. Laat nieuwe en gevestigde scholen concurreren en zorg dat resultaten bij staatsexamina een belangrijke rol spelen bij het beslissen over toekenning van staatssubsidie. Mijn verwachting is dat, vergelijkbaar met de rol van de zelfstandige gymnasia, de BON-scholen in korte tijd het overige onderwijs zouden verdringen. Laat de voorstanders van de vrije markt hun karwij afmaken; de capo al fine
TAM-TAM en BON-CERTIFICAAT
Dan toch maar met spoed de belangrijkste criteria voor BON-scholen formuleren en publiceren
en vervolgens de Gymnasia en andere scholen die zich verzetten tegen het ‘nieuwe leren’
en aan onze criteria (willen) voldoen met veel tam-tam een BON-CERTIFICAAT verlenen.
TAM-TAM en BON-certificaat II
Ja, een BON-certificaat moet er snel komen. Het is sneller samengesteld dan nieuwe BON-scholen (scholen van BON of nieuwe scholen volgens de uitgangspunten van BON) gesticht kunnen worden en het kan het ontstaan van BON-scholen bevorderen. Niet hoeft het echter zo te zijn dat scholen die zo’n certficaat krijgen helemaal model staan voor BON-scholen. Ik denk dat we voor BON-scholen ook nog een aantal vakinhoudelijke wensen hebben die nu nog niet terealiseren zijn. Het heeft ook geen zin om te eisen dat het voor het verlenen van BON-certificaten een school op alle uitgangsunten van BON hoog scoort. Aan elke uitreiking zou een motivering moeten worden toegevoegd. Een gezaghebbende scholenlijst van scholen met BON-certificaat voor first opinion t.o.v. de gegevens van het ministerie van OCW versterkt BON.
De organisaties van Zelfstandige Gymnasia, die in Amsterdam bezig zijn om een nieuw zelfstandig gymnasium op te richten zouden ons misschien kunnen en willen helpen bij het stichten van scholen voor bovenmiddelmatige leerlingen. Maar BON moet wel oppassen dat haar imago van een vereniging die voor de belangen van alle leerwillige leerlingen opkomt, onafhankelijk van zijn capaciteiten, niet verloren gaat. Als we op dit moment alleen aan Zelfstandige Gymnasia of scholen die zich slechts op getalenteerde leerlingen richten BON-certificaten zouden kunnen uitreiken kunnen we dat beter niet doen.
Bestuursopvatting: kwaliteitskeurmerk “BON-school” vraagt rust
Dames, heren,
Een kwaliteitskeurmerk “BON-school” dient met enige rust ingevoerd te worden. Zomaar snel-snel wat toetsingscriteria op de “TAM-TAM” gooien en met spoed stempeltjes aan vriendjes gaan uitdelen werkt beslist averechts: wij vallen dan in de valkuil van de slager die zijn eigen vlees keurt. Verschillende scholen hebben aangegeven zeker belangstelling te hebben om ons keurmerk te verwerven, maar zijn huiverig omdat zij de (terecht) eerbiedwaardige namen van hun school niet meteen willen verbinden aan een nog niet uitgestabiliseerde club revolutionairen. Om die reden is de bestuurswerkgroep het kwaliteitskeurmerk op een rustige en gedegen manier achter de schermen aan het voorbereiden. Daarbij worden ook gesprekken met scholen gevoerd. Mocht u belangstelling hebben op een doordachte manier en met kennis van kwaliteitszorg aan dit initiatief bij te dragen, dan houd ik mij van harte aanbevolen voor uw inzet. Nu echter, op het forum, pleit ik er sterk voor de grote-stappen-snel-thuistoonzetting te matigen [ Commentaar MAP: Paul, ik vind jouw toon hier ook te hard. ‘Matig je toon’ zeg je tegen een brutaal kind, niet tegen een enthousiaste meedenker. Ik denk dat je bedoelt: matig je verwachtingen over snelle actie; maar het is een goed idee waar nu al op de achtergrond aan gewerkt wordt. ]. Een keurmerk “BON-school” heeft alleen kans als wij erin slagen het keurmerk een gedegen uitstraling mee te geven.
Met vriendelijke groet,
Paul Bezembinder,
bestuurswerkgroep
OPENHEID, ENTHOUSIASME en INFORMATIE
Wel mee eens, maar dan ook graag wat meer OPENHEID van het Bestuur (op dit forum),
– opdat wij weten hoe de stand van zaken is
– we daaruit inspiratie en moed kunnen putten
– we mooie plannen rond kunnen bazuinen
– en wellicht erover mee kunnen praten
Zo deze openheid er al is, waar kunnen we deze informatie vinden?
En als P.S. “Enthousiasme is meest niet ‘rustig'”
openheid…..Nee dank u!
Ik weet niet of openheid altijd goed is.
Nee.. laat ik beter formuleren.
Ik weet dat openheid soms erg contraproductief kan zijn.
We zijn bezig met een “gevecht” waarbij heel veel mensen en instellingen heel grote belangen hebben.
Helaas is openheid daarbij gevaarlijk. We weten dat alemaal omdat bijna iedereen hier onder pseudoniem schrijft.
Ik heb tot nu toe een enorm vertrouwen in het bestuur. Ze hebben iets voor elkaar gekregen waar niemand avan ns een half jaar geleden van had durven dromen.
Ik denk dat het bestuur dat vooral moet blijven doen op de manier die hen goeddunk. Openheid is mooi en fijn, maar zo gauw het contraproductief is ben ik voor elke vorm van achterkamertjespolitiek die nodig is om ons legitieme doel te bereiken.
Zodra de verhoudingen binnen het onderwijs weer genormaliseerd zijn, zodra besturen en managers en docenten ouders en leerlinegn weer in alle openheid met elkaar kunnen overleggen wil ik dat ons bestuur ook open is.
Misschien hebt U gelijk.
Misschien hebt U gelijk.
Dat laat ik aan de wijsheid van het Bestuur over.
OF TOCH NIET?
Bij nader inzien klinkt mij de reactie van Dhr.Paul Bezembinder wat al te bezadigd
en zeker ook enigszins paternalistisch. [ Commentaar MAP: mee eens, zie mijn edit van zijn bericht. Ik denk dat dit gewoon een verschrijving is. ]
Dat er achter de schermen overleg gevoerd wordt, accoord.
Maar de alarmerende berichten uit ‘Nederland Onderwijsland’ noopt ons ook tot veel lawaai en heftige protesten.
Het feit, dat er zoveel onderwijskrachten in het nauw gedreven worden,
zal ook de bestuurswerkgroep van BON tot spoed moeten dwingen.
Van een zekere rust kan m.i. geen sprake zijn.
Dan liever:’EEN KLEINE REVOLTE NAAST STIL OVERLEG’.
Revolte?
Beste Hals,
Die kleine revolte kun je ook op een andere manier doen dan door BON-certificaten aan scholen te geven. Dit laatste moet met veel zorg gebeuren wil je het geloofwaardig maken.
Het bestuur is volgens mij heel hard bezig met het helpen van onderwijskrachten die in het nauw gedreven worden. Dit heeft echter niet zoveel te maken met BON-certificaten (waarom jij die link legt ontgaat mij dan ook).
Commentaar van een ander bestuurslid
Beste Hals, wees verzekerd: het bestuur, wij, waarderen je inzet en we delen je enthousiasme voor dit plan. Maar het bestuur heeft de taak om lange-termijnbeleid te maken, een veel korte-termijnissues zijn aan dat lange-termijnbeleid ondergeschikt. Dat het bestuur hierin een iets andere afweging maakt dan jij zou doen, dat is onvermijdelijk.
Maar zoals gezegd, aan het plan wordt gewerkt; dit gaat gewoon gebeuren.
MOOI
MOOI