BIJSCHOLING

Als oude man zonder ervaring met lesgeven in het middelbaar onderwijs staat mij als ideaal het onderwijs, zoals dat vóór de Mammoetwet was, voor ogen. Ik zie dat dan door de ogen van een leerling. Ik kan me maar weinig docenten herinneren die slecht lesgaven of moeite hadden met de leerstof die ze ons bij moesten brengen. Als ik dan lees dat de politici vinden dat leraren alleen in salaris vooruit mogen gaan als ze zich bijscholen staat daar iets onbegrijpelijks. In mijn ogen is de stijging van het salaris met de leeftijd nodig omdat iemand buiten het onderwijs meestal ook steeds meer gaat verdienen naarmate hij ouder wordt. Een overstap na 15 jaar onderwijs naar een job in het bedrijfsleven is moeilijk omdat een leraar bij zijn lestaak maar geringe extra kennis en vaardigheden opdoet die daar gehonoreerd worden. Een leraar die direct al goed lesgeeft zou eigenlijk vanaf het begin tot aan zijn pensioen hetzelfde moeten verdienen. Dat zijn salaris toch stijgt is nodig om te voorkomen dat jonge nieuwkomers die zich zich door een hoger salaris hebben laten verlokken het onderwijs in te gaan daarna ontevreden zijn omdat er geen vooruitgang in hun inkomen meer is. Van de meeste docenten die ik mij uit mijn schooltijd herinner had ik nooit het gevoel dat ze door een cursusje didaktiek of paedagogiek of door vergroting van hun leervakkennis betere docenten zouden worden.
Ik begrijp dat voor onderwijsinstituten brede inzetbaarheid aantrekkelijk is en dat zij een docent daarvoor extra willen betalen. Maar eerstegraders met een doctoraal examen hebben genoeg vakkennis en intelligentie om zich op eigen kracht aan de veranderingen van de leerstof in hun vak aan te passen. Misschien zou een jaartje theaterschool afdeling one-man-show bij sommige docenten belangrijk bijdragen aan hun didaktische vaardigheden. De introduktie van computers vereiste een eenmalige bijscholing voor alle docenten die voor docenten in de exacte vakken best wat uitgebreider zou kunnen zijn.
Overigens zijn er ook vakken waarvoor de eisen juist verlaagd zijn. Door het afschaffen van vertalen bij de moderne talen hoeven de docenten die deze onderwijzen het Nederlands niet meer zo goed te beheersen. Bij de klassieke talen wordt daar tegenwoordig juist veel nadruk opgelegd zodat er voor leerlingen die dat leuk vinden een extra reden is om voor een gymnasiale opleiding te kiezen..
Al met al begrijp weinig van de wens van politici om geld vrij te maken voor bijscholing van docenten en hen te belonen als ze daaraan meedoen.