Onder deze kop vond ik een artikel van 9/2/07 op de site van de Algemene Vereniging Schoolleiders. Het artikel vermeldt de conclusies van een onderzoek van TNS NIPO. Vreemd genoeg heeft dit in de media geen aandacht gekregen. Het onderzoeksrapport is ook te downloaden. Kinderen blijken notabene over landen te leren die niet meer bestaan en spellingregels te leren die al zijn afgeschaft. Voor het artikel, klik hier.
Reacties zijn gesloten.
lesmateriaal
Bij sommige vakken zullen ze met dat verouderde materiaal nog erg blij zijn. Meer oefenstof, minder plaatjes, geen opdrachten om zelf, of nog liever in een groepje, de tekst af te maken. Je hoeft nog niets in je steeds omvangrijker Portfolio op te bergen. Kortom, minder tijdverspilling.
Niet bestaande stof
Dat is toch geen probleem dat kinderen leren over landen die niet (meer) bestaan. Het individueel-constructivisme leert ons immers dat de nieuwe NET-leerling zijn eigen werkelijkheid creëert en dat je daar als docent maar beter geen leidende rol in kunt spelen.
vakoverstijgend
Landen die geschiedenis zijn, in een aardrijkskundeboek, dat willen we tegenwoordig toch.
Oud lesmateriaal
Dat is van alle tijden. Als onderwijzer maak je zelf je lesmateriaal. Je kiest wat je uitkomt en loopt niet klakkeloos achter een boek of methode aan. Vroeger gaf je zelfs diktaten. Zo sprak mijn leraar scheikunde als beginzin voor zijn diktaat de onsterfelijke woorden uit
“Het meeste water is er in de zee”. Wij schreven dat op, leerden dat uit ons hoofd en hadden pas later in de gaten dat je daar om kon lachen.
Kamervragen gesteld
Door zowel de SP als de PVV zijn kamervragen gesteld naar aanleiding van dit onderzoek. Zie hier de vragen en antwoorden van de SP; hier die van de PVV.
‘verouderd’ materiaal
Hadden de scholen de oude rekenboekjes en taalboekjes nog maar!! Als de marginale verschillen in de spelling de enige zouden zijn die worden gemaakt, mogen we ons gelukkig prijzen.