Bestuursreactie 1040-norm

Het bestuur van BON steunt de scholierenacties tegen de 1040 uur niet zonder meer. Dat aantal uren correspondeert namelijk met 40 weken van 26 uur, en dat is op jaarbasis op het eerste gezicht helemaal geen onredelijke inspanning om van scholen te vragen. Leerlingen hebben eigenlijk gewoon recht op dat aantal uren. BON protesteert wel tegen de ‘ophokplicht’ van leerlingen (verplichte sportdagen, huiswerkklasjes, babysit-uurtjes enz.), die veel scholen in de praktijk invoeren om de norm van 1040 uur te halen. De ingrepen van de staatssecretaris maken expliciet dat deze ophokplicht geen verzinsel is.

Inzoverre de scholierenacties erop gericht zijn om voor de invulling van hun uren onderwijs op niveau te eisen, stemt het bestuur van BON graag in met de acties. Maar als de acties erop gericht zijn om het aantal lesuren zomaar zonder onderbouwing naar beneden te halen, dan steunen we de acties niet, en de niet-onderbouwde ingreep van de staatssecretaris ook niet. De jeugd van Nederland verdient beter onderwijs dan zij nu krijgt (de goede scholen niet te na gesproken), maar een onverstandig pleidooi voor minder uren zonder meer brengt dat doel niet dichterbij.

De discussie zou eigenlijk vooral moeten gaan over gewenste leeropbrengsten, en vervolgens over een daarvan af te leiden urennorm. Misschien is de uitkomst van die discussie wel dat de urennorm verhoogd moet worden.

75 Reacties

  1. Het ijzer smeden nu het heet is
    Te laat BON! De 1040 urennorm is reeds een gepasseerd station
    LAKS biedt vandaag een petitie aan met 54.000 handtekeningen voor Beter Onderwijs.
    (‘Het Komitee wil vandaag gebruiken om te lobbyen voor beter onderwijs. Vanavond wordt bekend of de grote landelijke actie van vrijdag door zal gaan.’)
    Het zou een gemiste kans zijn als BON en de landelijke lerarenorganisties zich niet soldair zouden verklaren met LAKS.
    Leraren en leerlingen moeten hun krachten bundelen nu de camera’s op draaien staan

    • solidariteit met actie
      Ik onderschrijf de stelling dat wij als onderwijsmensen hoognodig ook aktie moeten voeren om te laten weten dat we onze steeds weer toenemende werkdruk niet langer pikken. Solidariteit met leerlingen tegen b.v. het ophokverschijnsel en de nutteloze surveillance hierbij is dringend nodig.
      Ik vond dat we gewoon mee actie moeten gaan voeren!! Hoogste tijd; ik ben het zat!!

  2. Liever realistische en haalbare norm dan ‘loffelijk streven’
    Ik deel de zorg van het BON-bestuur over de kwaliteit van de gegeven lessen. Als grootste bezwaren van de manier waarop scholen proberen de 1040-urennorm in te vullen, zie ik:
    – verspilling van tijd voor leerlingen door verplicht deel te nemen aan ineffectieve bezigheden;
    – verspilling van tijd en geld door leraren en NOP in te zetten voor ineffectieve bezigheden;
    – uitholling van de norm voor ‘goed onderwijs’ door allerhande bezigheden toe te staan binnen de norm. Het ‘versoepelen’ van Van Bijsterveldt is in feite het legitimeren van oneigenlijke bezigheden.

    Tegelijk is er nu de situatie dat scholen gedwongen worden te voldoen aan een norm die *niet ontleend is aan de bestaande realiteit*. Zelfs de allerbeste scholen voldeden en voldoen niet aan de 1040-urennorm, en dat gegeven op zichzelf diskwalificeert de norm. Ook is al lang en breed duidelijk dat voor goed onderwijs geen wettelijk verplichte 1040 uur nodig zijn, wat bijvoorbeeld blijkt uit het feit dat het gemiddeld aantal wettelijk verplichte onderwijsuren in westerse OESO-landen slechts 880 is (zie Education at a Glance 2007, Indicator D1, Tabel D1.1). Daaronder ook landen met uitstekend onderwijs.

    Is 1040 uur dan wenselijk? Alleen als de kwaliteit daarvan gegarandeerd is, en dat is zij niet. Ook is het onjuist een minimumnorm voor kwaliteit te verwarren met een (vermeend) loffelijk streven. Het is de goden verzoeken om scholen te dwingen tot een situatie waarvan bekend is dat ze die niet kunnen realiseren met de bestaande middelen (voldoende, en voldoende gekwalificeerde docenten). Daarmee koers je op valse compromissen.

    Het lijkt mij verstandiger dat BON een realistisch standpunt inneemt. Geen onhaalbaar loffelijk streven, maar een haalbare en gewenste realiteit moet het doel zijn. Dat is: een lagere norm (bijv. 960, tussen huidige norm en OESO-gemiddelde) maar dan goed vakonderwijs door bevoegde docenten.

    • Korter en beter
      Het lijkt mij ook dat je je beter kunt richten op – en uitspreken voor – minder uren (bijvoorbeeld 900 uur) met kwalitatief hoogwaardig onderwijs, al is het maar uit pragmatische overwegingen. Met het voortdurend dalende aantal leraren is het invullen van 900 uur minder moeilijk dan de huidige 1000/1040 uur.

      Dat, zoals Hals betoogt, LAKS nu een beetje met de eer gaat strijken valt volgens mij nogal mee. BON heeft hierin ontzettend veel en zeer goed voorwerk gedaan. Al zou een publiek optreden van een bestuurslid – bij voorkeur de voorzitter – BON ook bij “het grote publiek” beter op de kaart zetten. Daaronder zitten ook de ouders van wie we hier met zijn allen betreuren dat die nog relatief weinig in actie komen.

      • Hoe kom je aan een goede norm?
        Bij het bepalen van een goede minimumnorm zijn er een paar richtlijnen:

        1. wat is de realiteit? hoeveel klokuren les blijken scholen met voldoende tot goede resultaten jaarlijks te geven? dat is bij lange na geen 1040 uur;

        2. wat moet er allemaal binnen die minimumnorm vallen? als het aan de staatssecretaris ligt: de verplichte lestijd, de maatschappelijke stage (72 uur in drie jaar) en sinds zondag ook niet-verplichte ‘maatwerkactiviteiten’ (40 uur); wie een voorkeur voor een norm uitdrukt, kan dus maar beter duidelijk zijn in wat hij/zij er onder verstaat;

        3. de beperkte beschikbaarheid van bevoegde leraren: welk aantal uren is dan (op enige termijn, in redelijkheid) haalbaar? afdwingen dat scholen 1040 uur met bevoegde vakdocenten vullen is absoluut ondoenlijk; wie dat wil, moet bij voorbaat ofwel concessies doen aan die 1040 uur, ofwel concessies doen aan de beroepseisen van vakdocenten, en beseffen dat die concessies jarenlang meegaan.

        Het eerste – concessies doen aan het loffelijk streven van de 1040 uur – heeft dan mijn voorkeur, ten gunste van de kwaliteit van de leraar en zijn/haar lessen. Dat zou ik ook verwachten bij de Vereniging Beter Onderwijs Nederland (niet: Vereniging Meer Onderwijs Nederland). ‘Meer’ is alleen onder bepaalde voorwaarden ‘beter’, en die voorwaarden zijn niet vervuld.

        Overigens zijn er onder de BON-leden toch ook leraren die zelf papa of mama zijn van kinderen in het vo? die kunnen volgens mij in beide hoedanigheden naar buiten treden.

  3. Houd eens op met commentaar.
    In deze week moeten de leraren geen verstandige terzijdes poneren (BON-bestuur) en al helemaal geen gecompliceerdere nuanceringen (Couzijn) inbrengen, of vraagtekens plaatsen bij randverschijnselen als het wangedrag van een stelletjes raddraaiers.
    Je moet allereerst laten zien waar je staat: aan de kant van de leerlingen of niet.
    De rest komt later.
    Maar nee, we blijven commentaartjes afscheiden, in anonimiteit ook nog. Bah.

    Willem Smit

    • He?
      Hoezo “gecompliceerde nuanceringen”? Glashelder, wat mij betreft.
      En waarom zou Couzijn zijn verstandige reactie niet mogen geven?
      Op radio en TV word je doodgegooid met onzinverhalen van mensen die niet weten hoe het zit. Die te lui en/of te dom zijn om naar verstandige argumenten te luisteren. En wij zouden niet mogen reageren?

      En Couzijn is nou juist ook nog één van degenen die niet anoniem is.

      En een kreet als “Ik sta aan de kant van de leerlingen.” Alsof dat iets duidelijk maakt, waarna je verder kunt…

  4. Zeer verstandige stellingname
    Ik vind dit een heel verstandige stelling van het bestuur.
    De gewenste leeropbrengsten zijn het doel en helaas nu vaak te laag.
    Feitelijk kun je dus niet zeggen dat 1040 te hoog is. Scholen kunnen of willen de uren niet naar behoren invullen en afhankelijk of het kunnen of willen is zijn maatregelen noodzakelijk. Laten we het daar dus over blijven hebben.
    Wie van de voorstanders garandeert dat de 960 uren over 3 jaar geen 800 wordt op het moment dat het kwalitatieve tekort echt groot begint te worden. De besturen en leerlingen weten nu immers hoe je de uren zonder inhoudelijk debat, snel verlaagd krijgt.
    Corgi

  5. 1040-hype
    Staatssecretaris Bijsterveldt in P&W van 26november2007:
    […]
    Ik ga over de onderwijstijd. We hebben twee jaar geleden in de Kamer de norm vastgesteld van 1040 uur. Over 40 weken gezien gaat het dan over 5.5 uur/dag… niet eens.
    […]

    Zie daar: weer een nieuwe variant op het werkschema van Van der Hoeven uit 2006 waar 38.5 lesweken als norm in de tijd werd genomen, omdat de officiele vakantietijd voor leerlingen (dus niet docenten!) op 13.5 weken lag. Wel met de fout dat 1040 eigenlijk naar 1027 uren verlaagd had moeten worden om weer op 32 lessen per week uit te komen.

    Waar gaat over? Feitelijk zijn nu tov verleden 27 uren/jaar <=> 8.5 min/dag anders invulbaar!
    De VO-raad sleutelt dapper mee, maar kennelijk met het doel de aandacht van het echte probleem af te leiden.

    Mevrouw Houben zegt het voor de POOV-commissie (28november2007/Ouderorganisaties) heel helder:
    […]
    Die norm is er altijd geweest. Is alleen niet uitgevoerd… is niet gehandhaafd.
    […]

    Ze weet natuurlijk dat in het verleden leerlingen meer vakantie hadden omdat in lestijd vergaderd werd.
    Het niet vinden/uitvallen van docenten kan natuurlijk nooit een reden zijn om de MOT-norm dan maar aan te passen.
    De schreeuwers in het YouTube-deel van P&W 26november2007 hebben geen idee waar ’t over gaat.

    Een dag later haalt Tichelaar in P&W fel uit naar B. en het snelle akkoord met de VO-raad.
    De hype verplaatst zich naar de Kamer…

    • Prikklokmentaliteit
      Laat de overheid de globale leerstof bepalen aan de hand van de eindexameneisen, laat die scholen vervolgens een beetje hun gang gaan en ga er niet met een stopwatch bovenop zitten.

      • Tegenovergesteld
        Maar dat is dus precies het tegenovergestelde van wat de overheid doet. Die beschrijft de leerstof zo vaag dat je niets aan hebt (voorbeeld, van Couzijn geleerd op deze site, de examenprogramma’s Nederlands voor HAVO en VWO zijn identiek!!). Maar over het proces wordt van alles voorgeschreven (die 1040 uur is het meest in het oog springende).

        Maar ik zou zeggen: eerst de leerstandaarden vastleggen en dan pas de processtandaarden weghalen.

  6. Kennelijk heeft ook BON niet goed zicht
    op wat je als docent allemaal voor onzinnige projecten en oppasactiviteiten te doen krijgt die met je vak als docent niets uit te staan hebben, puur dankzij de 1000/1040 uur. Het is toch klinkklare nonsens dat wij hier veel meer uren geven dan in ons omringende landen? En dat zou nodig zijn? Zijn Nederlandse leerlingen dommer of trager? Ik kan deze koudwatervrees niet volgen. Nu is het moment om je macht te laten voelen. Nu is het moment om eisen op tafel te leggen. Ik wil als docent geen halfbetaalde uren meer op een mij totaal onbekende klas moeten passen, die zit te balen omdat ze een verplicht zogenaamd vrijwillig studieuur hebben. Leerlingen maken onnodig lange dagen. Dat gaat ten koste van hun huiswerk.

  7. Helemaal eens met bestuur!
    Ik ben blij dat het BON-bestuur zijn commentaar heeft geformuleerd zoals zij dat gedaan heeft. Daarmee ben ik het helemaal eens.
    Het gaat ons en de leerlingen niet om de 1040 uur. Het gaat erom dat leerlingen niet urenlang ‘zelfstandig’ moeten werken, idioot veel tussenuren krijgen en niet de kwaliteit van onderricht krijgen waar ze recht op hebben.

    Helaas hebben de bezuinigende managers de leerlingen laten weten dat die 1040 alleen maar op die manier is in te vullen. Ten onrechte koppelen zij een slecht rooster, vele tussenuren en overbodige ‘zoek-het-zelf-maar-uit-uren’ aan die 1040 uur. Dat is een bedriegelijke koppeling. Een complicerende factor is bovendien dat vele leerlingen nauwelijks lijken te weten waar het over gaat, maar duidelijk liever willen rellen dan in de klas willen zitten. Slechte zaak, ook voor de zaak zelf.

    Mijn eerste prioriteit ligt bij goed onderwijs: lesgeven, huiswerkmaken, kennis opdoen, leren. Wellicht kan dat ook met iets minder uren, maar tot nu toe zie ik dat er steeds op uren wordt bezuinigd: Nederlands, een absoluut belangrijk hoofdvak, moet het met 3 uur per week doen. De moderne vreemde talen soms met nog minder. Van de exacte vakken weet ik te weinig, maar ik hoor wel vaak dat ook die leraren vinden dat ze veel te weinig uren krijgen. Tel daarbij nog op dat een halve schoolbevolking géén aardrijkskunde of geschiedenis meer krijgt. Dat geeft mij een beeld van Armoe Troef.

    Geef die kinders in 40 weken per jaar gewoon 1040 uren LES! Wedden dat er dan minder gemopperd wordt.

    • Lolbroeken die stakers
      In dit kader ook wel humoristisch. Na aanleiding van de stakingen is er een enquete gehouden onder scholieren met de vraag; ‘hoeveel uren les per dag vind je reeël?’
      Het niets verhullende antwoord: 83% vindt 6 uur per dag normaal. En dat terwijl de 1040 uur uitgaat van een gemiddelde lesdag van 5.4 uur.

      Historia vitae magistra

      • Wat nog rest is
        Indien de 5.4 uren voor 83% geen probleem is dan is wat nog rest alleen maar de feiten dat ze om 5.4 uur les te krijgen misschien wel 9 uur op school moeten blijven en dat ze in al die tussenuren feitelijk niets doen en dat een deel van de lessen geen inhoud hebben door kwalitatief verkeerde docenten. Volgens de politiek is dit een organisatieprobleem en volgens de scholen een financieel. Als ik het ziekteverzuim neem, wat drie keer te hoog is en waar niemand zich druk over maakt, dan lijkt de politiek gelijk te hebben.
        Zijn er ook argumenten die pleiten voor het standpunt van de scholen?
        Corgi

      • Uren, dagen, jaren vliegen als een schaduw door het veld
        Hangt van de formulering van de enquete af. Als je scholieren vraagt ‘hoeveel uren per dag les vind je normaal’, dan denken de meeste leerlingen volgens mij in lesuren, met een duur die op hun school gangbaar is (50 minuten, of 40, of 80). Het antwoord ‘6 uur per dag’ mag dan niet verbazen, want dat is volgens mij het meest voorkomende aantal geroosterde lessen (niet: klokuren) op een normale schooldag (er bestaan vele afwijkingen van deze modus).

        De norm van 1040 uur gaat uit van een bepaald aantal volledige lesweken per jaar, waarvan ik me afvraag of die op de meeste scholen wel wordt gerealiseerd. De norm die jij noemt, 5,4 uur per lesdag, komt neer op 192 lesdagen ofwel 38,5 volledige lesweken; met 6 of 7 vijftig-minutenlessen per dag. Daar gaan 3 of 4 dagen (24 uur in elk onderbouwjaar) voor de ‘maatschappelijke stage’ van af, en nog eens 7,5 dag vanwege ‘de facultatieve 40 uur versoepeling’. Netto kom je dan op 181 volledige schooldagen, ofwel 36,2 volledige schoolweken verplicht voor iedereen. Dat lijkt me haalbaar. Wat iets anders is dan: noodzakelijk, want daarvoor ontbreekt ieder bewijs.

        Noodzakelijk lijkt mij dat al die uren bedacht, gegeven en begeleid worden door bekwame docenten die hun vak verstaan. Daarvoor is geen deugdelijk alternatief. Maar van alle docenten die nu in het vo werken, is slechts twee derde bevoegd voor de vakken die ze geven. In dat verband had Van Bijsterveldt het gisterenavond in het spoeddebat al over ‘aanvullende cursussen’ om een zij-instromer even te upgraden. Zo serieus neemt OCW de kwaliteit van leraren, dat als de zelfgecreëerde nood aan de man is, je mensen in een ommezientje tot ‘bevoegde’ kunt bombarderen. Laat dat voor ambtenaren gelden, het geldt niet voor leraren.

        In januari volgt een debat met de minister over onderwijs*kwaliteit* i.p.v. kwantiteit. Voor die tijd zouden leraren, en zou BON, getamboereerd moeten hebben. Ook ik wil daaraan mijn steentje bijdragen maar zoek nog naar tijd.

        • Papieren zeggen niets terug als je ze op een andere stapel legt.
          Als we de Lissabon norm ooit nog willen halen kan dat alleen maar door HO diploma’s te degraderen. Als we merken dat mensen zonder diploma moeilijk aan een baan komen, dan geven we MBO diploma’s weg aan bijstandsgerechtigden. Als we te weinig basisschool leerkrachten hebben dan zetten we onderwijsassistenten zelfstandig voor de klas met een vaak enkel formele verantwoordelijkheid voor een wel bevoegde docent. Als we een tekort aan bevoegden hebben, verklaren we Jan en alleman bevoegd. Als 1040 uur niet gehaald wordt dan verklaren we de maatschappelijke stage ook voor lesuren. Als de cito scores op de school te laag zijn, dan laten we de zwakke leerlingen niet mee doen. Als je administratie maar goed zit.
          Veranderen van papieren kan zoveel gemakkelijker dan veranderen van de werkelijkheid en het past ook beter bij de favoriete bezigheden van veel bestuurders: papieren zeggen niets terug als je ze op een andere stapel legt.

          • Schamperen als tegenwicht voor woede en droefenis
            Hier mag van mij een lijstje omheen. Misschien doe ik dat nog wel, en komt hij bij ons op de werkkamer te hangen. Chapeau!

      • Lolbroeken die schoolbestuurders.
        Niet alleen leerlingen hebben niet zoveel inzicht in wat de 1040 uren-norm betekent. Om 6 uur vandaag was er een programma op de radio over, waarin een paar mensen, waaronder de rectrix van een Haags Lyceum, optraden. Die rectrix begon met te zeggen dat uren tellen maar onzinnig is, en dat het om de kwaliteit gaat. Een andere discussiant rekende voor dat als er veertig lesweken in een jaar zijn, de urennorm neerkomt op 26 uur per week. Daarop reageerde de rectrix “Ik heb Gymnasium beta gehad, maar dit hogeschoolrekenen kan ik niet volgen”. Ik betwijfel of de kwaliteit van het onderwijs wel in goede handen is bij zo een rectrix.

        Paul Huygen

        • Schaamcompetenties
          De kandidaat is in eenvoudige praktijksituaties in staat om een duidelijk herkenbaar schaamgedrag te vertonen indien hij moet toegeven dat hij zelfs eenvoudige taken niet of onvoldoende kan uitvoeren.

          Er mankeert duidelijk een en ander aan haar schaamcompetenties, zou ik zo zeggen. Welk bureau heeft haar geassessed?

          • Haha, die is leuk!
            Schaamcompetenties!

            Voor een cursus kun je haar altijd doorsturen naar onze specialist, JL. Die heeft mij met goed gevolg geplaatst in een quantum-mantra cursus. Ik zie alles nu veel positiever. Ik denk nu bijvoorbeeld dat het binnen twintig jaar goed komt met het onderwijs.

            En nu ik je toch aan de lijn heb: bedankt voor de verslagen van de commissie D’bloem. Heel handig.

      • uren of klokuren
        Laten we het hele probleem helder houden. Hallo, wakker worden. Wat doen we met het woord “gemiddeld”. Ik leer mijn lln. dat gemiddeld niet zo heel veel zegt. Terwijl alle deskundigen te pas en vooral te onpas praten over gemiddelden. Wat doe je met je gemiddelde aantal klokuren ná een toetsweek, of zijn die bij jullie ook al afgeschaft.
        Dames en heren word eens wakker, wat gebeurt er met de werkdruk???
        Tijd voor actie en wel met z’n allen!!!!!!!
        Wake up!
        We worden gepakt

  8. Zwakke reactie van het bestuur!
    Los van de vraag of 1040 uren redelijk of reëel is, ziet het bestuur hier een belangrijk aspect over het hoofd: de taakzwaarte van de leraar.
    Het urenfetisjisme heeft er op veel scholen toe geleid dat de taakbelasting van de leraar nog verder is toegenomen.
    Het tekort aan leraren is al eerder genoemd, maar zelfs als er wel genoeg leraren te vinden zijn is het nog maar de vraag of dat wat uithaalt: de scholen hebben immers vrijwel geen extra geld gekregen om te voldoen aan de (te strenge) eisen.
    Gevolg is, dat er met evenveel mensen meer leerlingen bediend moeten worden (er is immers geen geld om meer leraren aan te stellen), en om de zittende leraren beter te betalen dan wel hun taak te verlichten is al helemaal geen ruimte meer. Integendeel: het gevolg is, dat de klassen nog groter worden, dat het aantal wekelijkse lesuren en het aantal lesweken worden opgerekt, en daarmee de taakbelasting.
    Ik citeer uit de uitgangspunten van Beter Onderwijs Nederland:
    “Om de leraar of docent in staat te stellen zijn vak optimaal uit te oefenen, mag het aantal te geven lesuren en het aantal en de omvang van te onderwijzen klassen of groepen niet te groot worden”.
    Het ongenuanceerd handhaven van de 1040-uren norm brengt het realiseren van dit ideaal niet dichterbij, maar juist verder weg.
    Daarom moet het bestuur krachtiger stelling nemen tegen de 1040-uren-norm, zolang daar geen middelen tegenover staan om deze te realiseren zonder dat dit leidt tot een feitelijke taakverzwaring van de docent.

    • Staat los van elkaar
      In principe staan het aantal uren dat een leerling les moet volgen en het aantal uren dat een leraar les moet geven los van elkaar. Als de overheid wil dat leerlingen 1040 uur les per jaar krijgen en zich wil houden aan het in de huidige CAO afgesproken uren les dat een leraar mag geven, dan zal ze misschien geld uit moeten trekken voor meer leraren.

      Als een winkel besluit ook op zondag open te gaan, dan betekent dit niet dat alle medewerkers tegen hetzelfde loon als voorheen die extra dag moeten gaan werken.

      Er is natuurlijk de kwestie van de praktische uitvoerbaarheid (tekort aan geld, tekort aan leraren zelfs als er geld zou zijn).

      • Nee Mark, niet “misschien”
        Mark79 zegt:
        “Als de overheid wil dat leerlingen 1040 uur les per jaar krijgen en zich wil houden aan het in de huidige CAO afgesproken uren les dat een leraar mag geven, dan zal ze misschien geld uit moeten trekken voor meer leraren. ”

        Het aantal uren dat een leerling moet volgen en het aantal uren dat een leraar les moet geven is uiteraard niet hetzelfde, maar er bestaat wel een duidelijk verband tussen.
        En als de overheid werkelijk 1040 klokuren kwalitatief goed ingevulde lestijd per jaar wil, is dat geen vrijblijvende zaak maar is het een NOODZAKELIJKE VOORWAARDE dat de financiering daaraan wordt aangepast.
        Tot nu toe was de – toch al krappe – financiering immers ingesteld op BRUTO 1040 uur, een aantal dat in de praktijk meestal niet gerealiseerd werd, terwijl zelfs in die situatie de werkdruk van leraren, zoals onderzoek herhaaldelijk heeft uitgewezen, al aan de hoge kant was.

        • Ja JTS, wel misschien
          De financiering is nu helemaal niet afgesteld op de noden van het onderwijs. Het is maar net wat Bos overheeft nadat de prachtwijken etcetera aan de beurt zijn geweest. De overheid kijkt niet naar wat het wil met het onderwijs en hoeveel geld daar dan voor nodig zou zijn (en om dan eventueel de ambities naar beneden bij te stellen als ze het geld niet weten te vinden).

          Het is waar dat Nederland in internationaal opzicht weinig uitgeeft aan onderwijs en dus lijkt het redelijk te veronderstellen dat de problemen in het onderwijs deels door geldgebrek komen.

          • bekostiging
            Uit het document dat adios aanhaalt blijkt zonneklaar dat de bekostiging NIET voldoende is om 1040 uur te geven,
            Zie ook het door mij in februari geplaatste commentaar op www.beteronderwijsnederland.nl/?q=node/1401.
            Dat was een commentaar op het door adios gelinkte brondocument.
            De personele bekostiging is minstens 10 en waarschijnlijk 20% te laag blijkt.
            Zo lang het getal van 1040 gehandhaafd blijft, moeten directies wel creatieve oplossingen bedenken:
            – Sjoemelen met onderwijstijd (wel op het rooster, maar zo dat geen leerling ze volgt; huiswerk als onderwijstijd; enz)
            – Werkdruk van docenten verhogen (verlaag de opslagfactor met bv 0,2 en je spaart zo maar een aantal docenten uit)
            – Assistenten aanstellen die ophokuren begeleiden (kan wel 1400 uur per jaar per assistent)
            Het bedenken van creatieve oplossingen is zo eenvoudig dat heel veel directies de smaak te pakken hebben gekregen en lekker doorgaan met creatief zijn. Het levert allemaal geld op voor al die extra zaken die directies zo belangrijk vinden.
            Het blijft helemaal fout dat die directies veel te ver doorschieten. maar zolang de bekostiging ver onder de maat blijft, moeten directies in beperkte mate creatief zijn.
            Mijn oplossing?
            Minimaal 960 klokuren per jaar, gegeven door voor het vak bevoegde docenten. Een hogere (ca 10%) personele bekostiging voor de scholen. Een school die niet aan de voorwaarde voldoet onder curatele stellen. Als je dan namelijk niet aan de voorwaarde voldoet, moet er gesneden worden in het management en management ondersteuning en dat doen ze zelf nooit.

          • Creatieve oplossingen
            Zo lang het getal van 1040 gehandhaafd blijft, moeten directies wel creatieve oplossingen bedenken…
            En dat doen ze ook, want lumpsum is niet geoormerkt. Daarom moet de lumpsum verdwijnen. *Creatieve bekostiging!*

          • Duimschroeven aan en draaien maar
            Wms schreef: “Mijn oplossing? Minimaal 960 klokuren per jaar, gegeven door voor het vak bevoegde docenten.”

            Als je weet dat er nu al veel te weinig bevoegde docenten zijn (een derde van alle vo-lessen wordt onbevoegd gegeven), dat de komende jaren veel bevoegden vertrekken en er veel te weinig bevoegden voor terugkomen, wat dan?

            Dan is jouw oplossing absoluut niet realiseerbaar, ook al zouden alle Nederlanders erachter staan.

            Tegen beter weten in die oplossing doorzetten leidt slechts tot valse compromissen, ongebreidelde excuusoplossingen, vaagheid, willekeur en afglijden. Kortom, dat wat nu gebeurt. Want jouw oplossing is de huidige praktijk (een hoge lesnorm met 100% formele bevoegdheidseis). Toch wijkt de praktijk meer en meer af.

            Een alternatieve ‘oplossing’ is de definitie van ‘bevoegd’ te veranderen. Daartoe kun je de opleidingseisen verlagen, zodat beunhazen eerder bevoegd raken (een stoomcursus voor zij-instromers, van MO-B naar PHBO). Je kunt ‘bevoegd’ ook vervangen door ‘benoembaar’, wat OCW doet, in navolging van de beunhaaswet BIO, die iedere gymleraar toestaat wiskunde te doceren.

            Ook mogelijk: de bevoegdheid serieus nemen, scholen nu verplichten voor een duidelijk en haalbaar deel van de opleiding bevoegden in te zetten (zeg 75% van de lessen), scholen financieel te belonen die dit halen en financieel te straffen die tekortschieten. De straf uiteraard groter dan het te behalen ‘voordeel’. Vervolgens laat je de norm van 75% in acht jaar tijd oplopen tot 95% (voor enige frictie-onbevoegdheid moet ruimte zijn).

            Ik zie dit als enige weg naar gezond onderwijs en een gezonde onderwijsarbeidsmarkt. Die twee hebben veel met elkaar te maken. Ouders en leerlingen kun je volgens mij zo meekrijgen. Als zelfs leerlingen al om bevoegde, vakbekwame docenten roepen!

          • Feedback s.v.p.
            Het was een klein beetje heel erg laat gisterenavond toen ik dit bericht postte, en zo verdwijnt het gemakkelijk over de rand van de aandacht. Maar ik zou het op prijs stellen als forumleden op het concrete voorstel (laatste twee alinea’s) feedback willen geven.

            In het algemeen lijkt het mij nuttig als BON standpunten inneemt m.b.t. beleidsmiddelen, niet alleen doelen. We zien immers (dagelijks in de POOV) dat bewindslieden, ambtenaren en schoolleiders in staat zijn middelen in te zetten die mooie doelen eerder verder weg dan dichterbij brengen. Over mooie doelen heb je eerder overeenstemming dan over effectieve middelen.

            Het onderwijs verkeert in sommige opzichten in zo’n penibele staat dat de discussie over effectieve middelen hoog op de agenda moet staan. Als er een lerarentekort is, moet daar met kracht aan gewerkt worden – in plaats van het als excuus te gebruiken voor concessies aan kwaliteit en forse bezuinigingen. BON kan maar beter meedenken over hoe ons dat dan lukt, voldoende en voldoende gekwalificeerde docenten voor de klas. Als we het de bewindslieden en schoolleiders op hun manier laten aanpakken, durf ik niet te vertrouwen op de goede afloop.

          • Als BON met een concreet
            Als BON met een concreet voorstel komt a la “nu eisen dat 75% bevoegd is, later dat 95% het is”, met de door jou beschreven maatregelen als een school in gebreke blijft, zat dat voorstel zeker wel ouders, leerlingen en actualiteitenprogramma’s meekrijgen. Het tij is er wel naar. Alles en iedereen praat over het niveau en de kwaliteit. Den Haag komt nu weg met plannen die die kwaliteit niet gaan verhogen en wellicht zelfs verlagen, omdat er geen duidelijke alternatieve voorstellen bekendheid genieten. Men denkt nu: “er wordt 1 miljard geinvesteerd, lerarensalarissen gaan omhoog, kortom komt wel goed met dat onderwijs. Dat de AOB sputtert is normaal, dat doen ze altijd”. Komt er een voorstel om te eisen dat scholen een fatsoenlijk percentage van hun eisen bevoegd laten geven dan zal dat veel instemming krijgen. Elke weldenkende ouder aan de borreltafel is er in elk geval voor. Schrijven die een paar ingezonden brieven naar kranten dan wordt dat met een beetje geluk wel opgepikt.

            Ik denk dat een concreet voorstel als dit hard nodig is, voordat de huidige storm weer gaat liggen, Nederland tevreden achteroverleunt omdat ‘er meer wordt geinvesteerd in onderwijs’, en pas over een paar jaar weer ontdekt dat het absoluut niet heeft geholpen.

          • 75%
            Minimaal 75% wordt al snel maximaal 75%.
            Waarom niet het veel simpeler 960 uur per jaar door bevoegde docenten en curatele als dat niet lukt.
            Ik snap ook wel dat er door arbeidsmarktfrictie altijd wat onbevoegdheid overblijft, maar dan graag getoetst door een externe partij (inspectie) = eenvoudigste vorm van curatele.

          • Downgrading
            Beste Wim,
            Er blijkt te weinig geld om 1040 uren in te kunnen vullen maar het ministerie wil ze toch handhaven, dat is raar. Gaan we nu mee met het idee dat de bekostiging toereikend is voor ???? uren dan wordt de bekostiging de norm, je doet wat er kan gezien de hoeveelheid geld.
            Ga je hierin mee dan degradeert alles naar een inspanningsverplichting ook in geld. Het onderwijs wordt daarmee een melkkoe waar je volgend jaar nog meer op kunt bezuinigen want dan gaan ze gewoon weer minder doen of ze negeren de CAO nog meer.
            Waarom denk je nu dat iemand zich wel aan 960 uren houdt en niet aan 1040?
            Corgi

          • Waarom 960 uur?
            Waarom 960 uur?
            960 uur is de praktijknorm van voor de lumpsum. Weliswaar was toen de norm 1067 maar dat was alleen een rekennorm om tot 32 wekelijkse lessen van 50 minuten te komen. Dat er dan netto maar 36 of 37 lesweken overbleven, was toen geen enkel probleem. Dus de voorkeur voor 960 uur is geen kwestie van bekostiging maar een gevestigde en bewezen onderwijspraktijk. 1000 of 1040 is qua bekostiging niet te handhaven en je moet dan wel sjoemelen. Dat weten directies en dat weten inspecties. De inspectie moet dan ook wel smoezen accepteren. 960 uur is wel goed uit te voeren. Niemand hoeft dan nog gesjoemel toe te staan.
            (960 uur in de onderbouw en 900 uur in de bovenbouw; havo/vwo ; ik weet niet hoe het bij het vmbo zit)

          • Openheid
            Mooi streven.
            Daar hoort dan bij dat openbaar moet zijn hoeveel procent van de lessen op een school bevoegd, onderbevoegd dan wel onbevoegd gegeven wordt. Uitgesplitst per leerjaar/afdeling.
            Ik denk dat alleen al publicatie van deze gegevens de scholen een zet in de goede richting zal geven. Ouders zullen veel sneller aan de bel trekken, dan wel met de voeten stemmen.

            Scholen moeten wel de financiële middelen krijgen om deze bevoegde docenten fatsoenlijk te betalen en om deze docenten de zekerheid van een echte baan te geven.

            Probleem is nog wel: als er over 8 jaar toch nog te weinig bevoegde docenten zijn, wat dan?

          • Zeker, publicatie werkt als
            Zeker, publicatie werkt als een tierelier. Scholen binnen een regio concurreren zich een ongeluk, en investeren nu veel in PR-matig gunstige ‘uiterlijkheden’. Reken maar dat ze meer in het onderwijs zelf gaan investeren als bekend wordt dat op de school om de hoek 85% van de lessen door bevoegden gegeven wordt en bij henzelf maar 70. Als zoiets op internet, in het plaatselijke krantje, of voor mijn part in de Elsevier staat, for all to see…dan wil geen school onderaan bungelen.

          • Noodoplossingen
            Ik ben het ermee eens, dat als er niet voldoende bevoegde docenten zijn, er naar noodoplossingen moet worden gezocht.

            Ik vraag me alleen af wat het effect van die financiële straffen zal zijn. De overheid heeft het onderwijs ooit ‘op afstand geplaatst’ in een vlaag van religieus marktdenken. Maar bij een markt hoort concurrentie, en die is er in het onderwijs doorgaans niet. Als een schoolbestuur niet capabel is om met de middelen die het heeft redelijk onderwijs te geven, wat heeft het dan voor zin om wat van die middelen af te nemen? Ik zou eerder denken dat de overheid scholen die niet aan de eisen voldoen ‘onder curatele’ zou moeten stellen, of de directie of het bestuur ervan vervangen. Als je toch persé in markoplossingen zou willen denken, dan zou je bij een slecht presterende school een deel van de ruimte in beslag kunnen nemen en ter beschikking stellen aan een wel succesvolle schoolorganisatie, zodat die daar een dependance zou kunnen maken en ouders/leerlingen een keuze krijgen.

            Groet,

            Paul Huygen

          • Duimschroeven / voederbakken
            Zoals ik elders al meldde: ik vind dit een prima voorstel, en sowieso ben ik er ook helemaal voor dat BON naast doelen, ook concrete beleidsmaatregelen aandraagt, die ook nog eens rekening houden met wat redelijkerwijs haalbaar is.

            Wat die percentages en termijnen precies moeten zijn: geen idee. Dit is natuurlijk wél iets wat je wilt kunnen onderbouwen, dus daar moet je informatie over hebben. Verder weet je niet van te voren hoe groot de krapte gaat worden: groeit de economie harder, dan valt te verwachten dat de krapte harder toeneemt, waardoor ook welwillende scholen de doelen moeilijker kunnen halen. Waar het natuurlijk allemaal om moet draaien, is dat het voor scholen realistisch moet zijn om te halen met de middelen die ze ervoor krijgen. Maar het lijkt me ook een prima manier om alvast meer geld naar het “primaire proces” toe te trekken; de uitstoot van het overbodige management kan alvast gaan beginnen zonder dat OC&W de grootschaligheid direct zelf hoeft aan te pakken, want dat zien ze steeds maar niet zitten.

            Nog een paar punten van onduidelijkheid:
            – splits je het ook uit naar eerste- en tweedegraadsbevoegd?
            – als je uitgaat van bevoegd voor het gegeven vak (dus niet de voor gymnastiek bevoegde gymleraar die scheikunde geeft, telt als onbevoegd voor die scheikunde-uren), hoe zit dat dan met scholen die voor de onderbouw bijv. voor scenario 3 of 4, voor leergebieden dus, hebben gekozen?

            Heb je overigens nog meer concrete voorstellen op de plank liggen?

          • BAPO
            Ik las gisteren dat BAPO staat voor Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen; daarmee is mijn eerdere vraag dus ook beantwoord; het is dus inderdaad puur een regeling die ooit is ingesteld om ouderen langer aan het werk te houden. En nu wil OC&W ouderen nóg langer aan het werk houden, vanwege het dreigende/bestaande tekort, en wordt de BAPO ingekrompen?

            Dus eerst maken ze deeltijdwerken aantrekkelijker om docenten binnenboord te houden, en nu maken ze deeltijdwerken onaantrekkelijker, om, opnieuw, docenten binnen boord te houden?

            Of is een oudere docent die “op eigen kosten” meer in deeltijd gaat werken met zijn verhoogde Rinnooy Kan-salaris net zo “goed” af als dat-ie was met het huidige salaris + huidige BAPO-regeling en is het dus vooral een relatieve achteruitgang (ten opzichte van jongere generaties docenten, of ten opzichte van wat het anders geweest zou zijn), en niet zozeer een absolute?

          • Waar het geld vandaan moet komen
            Waar het benodigde geld vandaan moet komen, dus belastingverhoging, of bezuiniging op bijv. defensie, ontwikkelingshulp, infrastructuur, stedelijke vernieuwing etc. is een zaak waar je persoonlijk natuurlijk een mening over kunt hebben, maar die op een een webforum dat draait om beter onderwijs en waar mensen nogal uiteenlopende politieke visies hebben een hoop negatieve spanning kan veroorzaken die uitmondt in discussies die verder niets met onderwijs te maken hebben.

          • Maar als
            de financiering voor behoorlijk/goed onderwijs onvoldoende is en er wel extra geld wordt uitgetrokken voor andere zaken moet iedere politieke stroming tot de conclusie kunnen komen dat die andere zaken dus belangrijker zijn.

          • Juist Mark, dat is precies wat ik bedoel:
            Er is, niet “misschien” maar ZEKER meer geld NODIG voor kwalitatief goed onderwijs. Twijfel bestaat hooguit daaraan, of de overheid dat ook inziet en de nodige midddelen ter beschikking stelt. Tot nu toe is dat inderdaad nog niet het geval, de wal heeft het schip nog niet gekeerd.

            Inmiddels zie ik hieronder dat ook wms, adios en couzijn dit thema uitdiepen.

        • Vrijdagmiddaggedachte
          JTS schreef: “Het aantal uren dat een leerling moet volgen en het aantal uren dat een leraar les moet geven is uiteraard niet hetzelfde, maar er bestaat wel een duidelijk verband tussen.”

          Wat is dat duidelijke verband dan?

          Je kunt in theorie ook 1040 uur volledig klassikaal lesgeven met alleen maar bevoegde docenten die slechts 20 uur per week lesgeven. Mark wijst er op dat je dan wel meer docenten nodig hebt. Klopt dat niet?

          Of bedoel je dat er *in de praktijk* een verband ontstaat omdat schoolbesturen proberen hun leraren op te zadelen met de extra-lesgeef-last, en er docenten zijn die daar om goede of slechte redenen aan toegeven? Daar heb je wellicht gelijk in, maar het is natuurlijk wel misbruik van de situatie.

          De overheid claimt dat ze scholen voldoende betaalt om 1040 klokuren les te geven (hier en daar lees ik zelfs 1067 uur) bij een onderwijstaak van 25 of 26 lesuren (van 50 minuten) per docent. Als scholen slechts 960 uur realiseren, blijft er dus geld aan de strijkstok hangen. Als docenten dan worden ingezet om het aantal van 960 naar 1040 te verhogen, moet dat niet bovenop hun lestaak komen, maar domweg als onderdeel van die reguliere lestaak.

          Ik heb al langer de indruk dat geld dat voor het primaire proces (leerlingen, leraren, klaslokalen) is bedoeld, aan andere zaken wordt uitgegeven. Nog een managersvoordeel van die ‘lumpsum’: noch OCW, noch schoolbesturen zijn gehouden aan een bepaalde uitgave voor het primaire proces. De zak met geld maakt alles onzichtbaar.

          Wat fijn zou zijn, is een grafiek waarin de reëele nationale uitgaven voor louter de onderwijssalarissen in de jaren 1976-2007 worden weergegeven, per leerling, per lesuur, per onderwijssector, en liefst gecorrigeerd voor inflatie en gerelateerd aan loonstijgingen in andere sectoren, de uitgaven in andere publieke sectoren, en de kosten voor het levensonderhoud.

          Kun je lachen.

          Kan BON hiertoe het CBS geen opdracht geven?

          • Lumpsum
            Misschien is dat wel een resultaat van de verhoren: afschaffing van de lumpsum. Geoormerkte gelden naar het onderwijs. Of een veel betere verantwoording.

          • Antwoord op Couzijns vrijdagmiddaggedachte
            Heel simpel: die 1040 uren bestonden tot voor kort alleen op papier, het was een soort bruto-aantal, of een papieren ideaal, dat niet aan de praktijk geralateerd was. In de praktijk bedroeg het volgens allerlei schattingen (zie ook deze draad) pakweg 960 uur.

            Wanneer wij nu ineens ZONDER EXTRA MIDDELEN in plaats van 960 uur 1040 uur moeten realiseren, betekent dat op korte termijn:
            OF een taakverzwaring van ongeveer 8%, als alle andere bezigheden hetzelfde blijven
            OF het verwaarlozen van andere, ook belangrijke taken naast het lesgeven.
            En op langere termijn:
            Grotere klassen (zodat de leerlingen met evenveel docenten meer uren les krijgen), of
            Meer lesuren per docent per week.

            Zonder extra middelen komt het, uit de lengte of uit de breedte, dus neer op een taakverzwaring met een factor 1040/x waarbij x staat voor het aantal lesuren dat voor de bureaucratische controle van de beruchte 1040 uur feitelijk werd gerealiseerd (dus circa 960).

            Aangezien 960<1040, is de opvatting van Mark dat je dan meer docenten nodig hebt uiteraard juist, maar dat kan niet zonder extra middelen.

            Dat veel scholen geen 1040 maar slechts 960 uur realiseren komt mijns inziens dan ook niet (of althans niet in de eerste plaats) doordat er willicht geld aan de strijkstok blijft hangen, maar eenvoudig omdat de gefourneerde middelen niet toereikend zijn om het gewenste aantal uren (met voldoende bevoegde en fatsoenlijk betaalde docenten) te realiseren.

          • CVO bestuurders
            Via bovengenoemde website, doorklikken naar downloaden publicaties kom je bij een andere publicatie: Onderwijsbeleid Overheid (070719).pdf.

            Onder de indrukwekkende titel
            Het gevaar van longitudinale historische discontinuïteit en horizontale incoherentie in het huidige landelijke onderwijsbeleid.
            komen hierin allerlei hypes en andere vernieuwingen aan bod. O.a. de 1040-urennorm.

    • Inderdaad: dit jaar
      is er bij ons veel meer vergadertijd in de jaaragenda opgenomen. Wat ik helemaal stuitend vind is dat er nu scholen zijn die hun leerlingen gaan bangmaken om aan de staking deel te nemen! Laf, laf, laf.

    • Onderwijsformule
      In hoeverre staan nu de taakbelasting van docenten en de gatenkazenroosters etc. in verband met:
      1 het hanteren van pullmodellen i.p.v. pushmodellen
      2 dat het paradigma van de student zoals gehanteerd wordt vanuit
      HNL niet (geheel) juist is.

      Mijn stelling hierbij is dat deze 2 punten de kern van de ellende zijn zoals gevoeld wordt door de leerlingen en docenten en indirect door de leiding. De 1040 urennorm legt deze problemen bloot. Met andere woorden de crux zit in de onderwijsformule.
      Corgi

  9. 1040
    Ik begrijp er niks meer van.
    1040 klokuren =1248 lesuren per jaar.
    Mijn normjaartaak in mijn “brief” is gebaseerd op 36 weken. Waarom wordt er bij de 1040 klokuren uitgegaan van 39 weken. Wie het weet mag het zeggen. Ik trek mijn eigen conclusie.

    • Bij een normjaartaak
      met 39 lesweken blijft er te weinig tijd over voor alle andere mooie taken die de school nuttig vindt.
      En dan valt de hele taakbelastingssystematiek in duigen. En daar ziet het management geen oplossing voor. Bedankt marianne voor dit veelzeggende punt van kritiek.

  10. 1040 uren
    Laten we het over 1 ding helemaal eens zijn als docenten: het “babysitten”, “ophokken”, “bezighouden”, van leerlingen behoort niet tot onze taak en is volkomen onzinnig. Docenten zijn soms net gewone mensen, ze zijn ook wel eens ziek. Daardoor vallen er uren uit. Als daar nou eens geld voor vrijgemaakt zou worden om goede vervanging te realiseren. Er zijn scholen waar dit bijv. prima geregeld is met gepensioneerden, vutters. Die blijven “een beetje in de running”, krijgen nog een leuk zakcentje en zijn gediplomeerd. Maar “invaluren” waarbij alleen maar doorlopers, puzzeltjes of wat diesmeerzij gemaakt worden zijn totaal nutteloos.

    Voor wat betreft de leerlingenacties: vernielingen, beledigingen e.d. zijn uit den boze. Maar protesteren op ernstige en soms ludieke wijze mag gewoon als KWALITEIT maar met hoofdletters wordt geschreven, want daar hebben ze recht op.
    Dus 1 van DE speerpunten van BON: gekwalificeerde docenten die hun eigen vak kunnen doceren.

    In de jaren 60/70 ging het toch ook allemaal goed als er eens een docent ziek was. Een enkel tussenuurtje is geen probleem, of het rooster kon vrij simpel “ingeschoven” worden.
    Waarom kan een computer dat niet terwijl het vroeger handmatig altijd wel kon.

    • Omdat
      er tegenwoordig roostermakers zijn die van op afstand roosteren. Daar hebben ze een rooster-coordinator voor, een hoofd roosterbureau en twee roostermedewerkers alsook op een tafeltje tussen de bureau’s een broodrooster. Dit kost verschrikkelijk veel geld zodat er niets meer overblijft voor vervanging.

      • Niet alleen dat. Wij hadden
        Niet alleen dat. Wij hadden tot voor kort een ouderwetse roostermaker, een wiskundige die het vooral deed met pen en papier op gigantische vellen met ruitjes.
        Die deed het al dertig jaar, en klaagde steeds dat het tegenwoordig nauwelijks meer mogelijk is een fatsoenlijk rooster te maken. Hij gaf als hoofdreden aan dat het onderwijs steeds meer een sector wordt voor vrouwelijke parttimers, die allemaal het eerste uur vrij willen om de kinderen naar school te brengen, de woensdagmiddag, of liefst de hele woensdag, vrij, en als het even kan ook geen zevende of achtste uren want dan kun je kindlief weer niet op tijd ophalen van school. Dat legt enorme claims op het rooster.
        Daarnaast kan ik me zo voorstellen dat basisvorming en tweede fase met de talloze (deel-)vakken een en ander er ook niet eenvoudiger op hebben gemaakt.

  11. Ophokken en Tussenuren
    Bij ons op school wordt de onderbouw bij een uitvaluur (ziekte, (on)verwachte afwezigheid) netjes voorzien van een leraar middels een ingeroosterd waarnemingsuur. Bij hoge ziekte/afwezigheid loopt dit wel in de soep. Bij start en einduren kunnnen deze leerlingen naar huis.
    De bovenbouwklassen worden geacht om zelfstandig te studeren in de mediatheek/ studiezalen etc.

    Een ander probleem is het grote aantal tussenuren of springuren (gatenkaas) van de bovenbouw havo/vwo. Dit is vaak in de orde van 6 lesuren per week gemiddeld op een rooster van 32 lesuren. Veel te veel, aangezien er ook individuele roosters van leerlingen tot 8 a 9 tussenuren bevatten.
    Dit fenomeen is gegroeid door de toename in keuzevrijheid in de individuele roosters van leerlingen in de laatste jaren.
    De akties van leerlingen zouden tegen de hoogte van de onnodige wachttijden van deze uren moeten gaan. Iets wat in de school zelf kan worden opgelost in gesprekken tussen leerlingenraad en schooldirectie. Ook roostermakers zouden bij dit gesprek moeten worden betrokken.
    De effectieve dagelijkse verblijftijd op school kan hiermee worden verkort, hetgeen een wens is van de leerlingen.

    • Gesprekken helpen niet altijd
      Je schrijft terecht dat de problemen in de bovenbouw komen door de toegenomen keuzevrijheid.
      Daar kan je met gesprekken niet veel aan doen.
      Je moet als school wel nadenken over het dilemma: veel keuzemogelijkheden, maar dan slechte roosters, of weinig keuzes (alleen de wettelijk verplichte mogelijkheden, en ook geen Latijn en Grieks) maar dan wel compactere roosters.
      Maar je kunt niet de kool en de geit sparen.

      Je schrijft ook over mediatheek/studiezalen. Dat klinkt me als muziek in de oren.
      Wij hebben één mediatheek waar (als er geen les gegeven moet worden) misschien dertig leerlingen kunnen werken.
      Studiezalen: nul.
      Wel een aula die veel te klein is om alle leerlingen te kunnen bevatten. Leerlingen werken daar wel, maar erg effectief is dat meestal niet.

  12. lesuren is niet gelijk aan klokuren
    Ik hoor en lees in alle media enkel het woord “lesuren”, zelfs in de Tweede Kamer, terwijl het toch duidelijk om “klokuren” gaat. Laat iedereen dit duidelijk communiceren, binnen en buiten de school. Waar is overigens de AOB??????????

  13. 1040 onderzoeken
    Met 1040 (klok)uur lessen van 50 minuten per les in, zeg 37 weken, moeten er dus 1040*6/5 = 1248 lessen per jaar gegeven worden. Dat is verdeeld over 37 weken 33,7 ofwel 34 lessen per week. Blijkbaar is dat het uitgangspunt.

    Nu kun je zelf aan de slag. Als volgt:
    Ga per leerling in de bovenbouw na hoeveel lessen die per week aangeboden krijgt. Natuurlijk alleen de lessen Ne, Fr,…, Lo tellen. Niet de ‘ophoklessen als studieuren, keuzewerktijd,…
    Trek dat aantal lessen af van 34. Zo zie je hoeveel lessen een leerling per week mist.
    Tel dat voor alle leerlingen op en deel door de gemiddelde groepsgrootte. Deel dan nog door 25 om aan het aantal FTE’s te komen die je school te kort komt.
    De roostermaker kan je de benodigde informatie zo leveren.

    Alternatief is alle leerlingen verplichten minimaal twee keuzevakken te laten volgen. Maar daar demonstreerden de leerlingen al met succes tegen…

    Swier

    • Eerst maar wat vooronderzoek
      Dag Swier, sommige van je aannames kloppen niet. Zo zijn er geen 37, maar 40 schoolweken in het jaar (zie bijdragen van Bonnie en mij). Hoe de school 1040 klokuren verdeelt over die 40 weken, bepaalt de school zelf. Ook hoe lang de lesuren duren. Als ze maar optellen tot 1040. Jouw ’34 lessen per week’ is dus geen ministerieel uitgangspunt. Een school die 700 90-minutenlessen roostert in 40 weken (17,5 les per week) voldoet ook aan de norm.

      De 1040-urennorm is slechts van toepassing op de onderbouw. Voor de bovenbouw niet-examenklassen geldt een norm van 1000 uur; voor examenklassen minder (want minder lesweken tot de examenperiode).

      Ten onrechte stel je dat studieuren, keuzewerktijd etc. niet meetellen als lestijd. Dat tellen ze wel, gelet op de ministeriële definitie (afdwingbaar begeleid, ingeroosterd en verplicht, onder verantwoordelijkheid van een ‘benoembare’ docent). Het ‘verplichte’ karakter is voor 40 uur onnodig, sinds Van Bijsterveldts laatste ingreep in reactie op de leerlingdemonstraties. Een bezigheid is dus per definitie ‘lestijd’ als deze verplicht is (behalve die 40 uur), op afroep ‘begeleid’ door de conciërge, en ‘onder verantwoordelijkheid’ van de gymleraar valt.

      Ook ten onrechte meen je dat de leerlingen ‘met succes’ demonstreerden tegen het verplicht maken van keuzevakken. De enige reactie die de leerlingen teweegbrachten, is Van Bijsterveldts toegeving dat binnen die 1040 uur voor 40 uur facultatief onderwijs *mag* vallen. Maar het is aan de school ter bepaling of zij die 40 uur ook echt vrijwillig maakt. Dat hebben leerlingen niet op de scholen afgedwongen.

      Tot slot mag je ook 24 uur per onderbouwjaar aftrekken i.v.m. de ‘maatschappelijke stage’. Zo kom je op 16,5 verplichte 90-minutenlessen per week. Drie, soms vier per dag voor een leerling. Nog geen veertien 90-minutenlessen per week voor een docent, in plaats van 25 korte lessen. Scheelt in de voorbereiding!

      • Eerst vooronderzoek
        Beste Couzijn,

        Dank voor je reactie. Maar je reactie nodigt uit voor een enkele toelichting:

        37 weken
        leerlingen hebben 60 vakantiedagen, plus de gebruikelijke feestdagen en dan nog het starten en eindigen van het schooljaar.

        90 minuten-lessen
        Met dezelfde rekenregels kun je narekenen dat je met een 90 minuten lessen systeem zeker 19 lessen per week moet geven.

        De demonstratie
        De genoemde betoging sloeg op de demonstatratie onmiddellijk na invoering van de tweede fase waarin mw. Adelmund al heel snel een verlichting toe stond.

        Definitie lestijd
        Dat de minister en de staatssecretaris allerlei zaken mee willen tellen als “lestijd” kan alleen maar uitgelegd worden als een poging om het lerarentekort te verbergen.

        Tenslotte
        Lijkt me een inventarisatie van de echte tekorten bij de club die beter onderwijs voorstaat de beste plaats. Maar ik besef goed: voldoende lessen zijn een nodige voorwaarde, geen voldoende.

        Swier

        • Het valt niet mee
          Beste Swier,

          De leerlingen hebben maximaal 60 vakantiedagen, dus 40 lesweken. Zo regelen wij dat in Nederland. Gedurende het schooljaar hebben ze 1040 klokuren les. Het is aan de school om te bepalen of ze elke week 26 klokuren les hebben of dat er nog ‘boekeninleverdagen’ en ‘opstartdagen’ zijn of ‘eindejaarsdagén’ of ‘een extra feestdag’ enzovoorts. Prima als een school die plant, maar dan moeten ze de gemiste lessen op een ander moment inhalen.

          Ik ben het niet met je eens dat het aantal 90-minutenlessen op 19 komt, en ik heb duidelijk aangegeven waarom. Bestudeer de gegeven argumenten en kom met duidelijker bewijs van het tegendeel.

          Wat de demonstratie en de definitie van lestijd betreft, is de feitelijke uitkomst ongewis. In ieder geval hebben we Van Bijsterveldts onmiddelijke reactie (40 uur facultatief).

          Te hoop lopen tegen de ministeriële definitie van ‘lestijd’ lijkt mij een goed idee. Helaas vinden we schoolleiders en politici op onze weg.

  14. 1040 uur en de besturenbonden
    Het is jammer dat in de discussie en de protestacties van de scholieren er geen enkel commentaar van de kant van de besturen te lezen was, behalve dan dat de 1040 uur niets te maken had met kwaliteit die de vo scholen leveren.
    De roep om goed ingevulde lessen, desnoods 38 weken van 30 lessen, kan ik helemaal begrijpen. Maar het geld voor die lessen werd al jaren door het ministerie via de lumpsum aan de scholen overgemaakt.

    Wat is er toch met dat geld gebeurd? Waar is dat aan besteed als nu weer geroepen wordt om meer geld voor salarissen voor leerkrachten om de ophokuren en KWT uren en studiehuisuren om te zetten in leraarlessen of contacturen?

    Of was het studiehuis dan toch een gewone bezuiniging waarbij contacturen omgezet werden in huiswerkuren of iets dergelijks ( zie hierboven) en de leerkracht ineens een verdubbeling van het aantal klassen voor hun neus zag. Wie heeft er nog zicht op, nu met de lumpsumbekostiging? De MR-en niet, daar zit niet de expertise om jaarrrekeningen te bekijken, nog afgezien van dat vrijgestelde uurtje per week voor een gewoon lid om als volwaardige gesprekspartner voor directie en bestuur te kunnen fungeren.

Reacties zijn gesloten.