Bestek Wikiwijs rond…

Aan het eind van een vorig wikiwijslijntje werd gemeld dat in juli meer nieuws zou komen. Opnieuw iets te optimitisch. Maar op 12 augustus 2009 was het dan zover: een brief met het programmaplan Wikiwijs als bijlage ging richting Kamer.

Door minitieus uitvlooien van de begroting vond minister Plasterk 3.000.000 euro. Voor aannemer Hans Lodders voldoende garantie om met de bouw van de wikiwinkel te beginnen.

Uit het bestek:

  • Wikiwijs is een open platform.
  • Wikiwijs is primair van, voor en door docenten.
  • Wikiwijs keert in beginsel geen financiële vergoeding uit voor bijvoorbeeld het ontwikkelen van leermateriaal, het afkopen van licenties op software of voor ondersteuningsmateriaal.
  • Bij de realisatie van de verschillende componenten van Wikiwijs is het gebruik van open standaarden een verplichting en zal maximaal gebruik worden gemaakt van open source. Deze realisatie gebeurt zoveel mogelijk op basis van bestaande en beschikbare componenten.
  • Om het leermateriaal op een eenvoudige manier vindbaar te maken, is een heldere en eenduidige beschrijving van het materiaal noodzakelijk: metadata-afspraken gebaseerd op open standaarden.
  • Onderzoek vormt het fundament onder de keuzes bij Wikiwijs en levert input voor het formuleren van verder beleid ten aanzien van open, digitaal leermateriaal.

Begin 2010 kan het vakkenvullen beginnen, ondanks heftige kritiek van D66 in het AO Werken in het onderwijs

Een groep Educatieve Architecten is bezorgd en reageerde een tijd terug via een open brief:
Professionalisering van de educatieve auteur Om welke competenties gaat het? In 2008 publiceerde de VvEA een competentieprofiel van de educatief auteur, waarin drie niveaus worden onderscheiden: de uitvoerend auteur, de proces- en eindredacteur en de conceptauteur (www.educatieveauteurs.nl). Voor de meeste leraar-auteurs gaat het om het eerste niveau van uitvoerend auteur, maar ook de twee hogere niveaus zijn aan de orde bij de open leermiddelenmakers. De VvEA vindt het prima dat een groeiend aantal leraren leermiddelen maakt, als het maar goed gebeurt. En daar is in veel gevallen scholing voor nodig, die niet behoort tot de op de kerntaak van de leraar gerichte initiële lerarenopleidingen.

Op 19 augustus de reactie van minister Plasterk:
Reeds bestaande initiatieven hebben geleerd dat zonder scholing in het creëren en gebruiken van digitaal leermateriaal het gebruik nooit een hoge vlucht zal nemen. Binnen Wikiwijs is mede daarom een project “Professionalisering” gedefinieerd die zich op dit aspect van Wikiwijs zal richten. Door middel van handreikingen, cursussen, workshops (zowel online als fysiek) kunnen auteurs van leermateriaal eventueel aanwezige lacunes in hun kennis en vaardigheden op dit terrein bijspijkeren.
en
Een aspect dat voor de niveaus “proces- en eindredacteur” en “conceptauteur” van belang is, is het kunnen denken en ontwikkelen in leerlijnen. Binnen Wikiwijs zal vanaf het begin zoveel mogelijk de plaats in een leerlijn voor leermaterialen zichtbaar worden gemaakt. Hierin zal samenwerking worden gezocht met o.a. SLO. Deze hebben een aanpak ontwikkeld waarin die zichtbaarheid gekoppeld in aan kerndoelen en eindtermen, middels een operationalisatie ervan in leerdoelen en concrete begrippen.

Hier het resultaat van zo’n aanpak…