Belgisch secundair onderwijs gaat mensen doen schitteren

De Belgische minister van onderwijs Smet wil het secundair onderwijs ingrijpend hervormen. Kernpunten:

– een leerlingvolgsysteem om leerlingen op tijd te kunnen bijspijkeren bij achterstanden
– afschaffing van de scheiding tussen ASO (algemeen), TSO (technisch), BSO (beroeps) en KSO (kunst). De indeling zou voortaan moeten gaan volgens ‘belangstellingsgebieden’.
– voortdurende differentiatie: extra uitdaging voor getalenteerden, extra bijspijkering voor leerlingen met achterstanden

(zie bijvoorbeeld dit artikel voor een samenvatting van het voorstel)

De lezersreacties op de berichten in diverse online kranten zijn overwegend negatief. Men verwacht een “nivellering naar beneden” en merkt op dat elke onderwijsminister zijn stempel schijnt te willen drukken middels een hervorming. De onderwijskoepels staan positief tegenover het plan.

In theorie vind ik het helemaal niet gek klinken, maar dat vond ik, nog niet met de praktijk bekende studente aan de lerarenopleiding, van het Studiehuis ook. De praktijk zal moeten uitwijzen in hoeverre er ruimte is voor differentiatie en of het gaat neerkomen op een “nivellering naar beneden”. De ervaring met soortgelijke plannen (ook bij ons zou meer ruimte komen voor differentatie, door (bij ons) de grotere rol voor zelfstandig werken) en de uitwerking ervan, alsmede het gebruik van het woord ‘competentiegericht’, doen het ergste vrezen, maar veel zal afhangen van de manier waarop e.e.a. wordt ingevoerd en gefaciliteerd.

7 Reacties

  1. Het is gewoon weer een
    Het is gewoon weer een streven naar een middenschool zoals we in Nederland in het verleden ook hadden. Die differentiatie houdt geen niveaudifferentiatie in maar vakdifferentiatie. Niets weerhoudt de zwakkere leerlingen om dezelfde richting te kiezen als de sterkere leerlingen. Natuurlijk, de gemiddelde BSO-ers heeft een hekel aan wiskunde maar tussen het BSO-ers en ASO-ers die 6-8 uur wiskunde hebben zit nog een die zit nog een groot gat met leerlingen van diverse niveaus.
    Ook dat CGO werkt nivellerend, je kan immers groepjes van leerlingen vormen en het beoordelen is dermate moeilijk dat iedereen rond de 6-7 uitkomt.
    Zo gaat straks iedereen ´hoog`opgeleid zijn.

  2. Een goede reactie op een ander forum.
    Citaat
    Differentiatiepakket, structureel voorzien in de lessentabel
    Einde citaat

    Reactie
    Exact zoals nu het geval is met aso/tso/bso dus. Verwachten dat scholen zelf het niveauverschil tussen de 3 even snel nabootsen met enkele ‘differentiatie uurtjes’ per week, lachwekkend.

    De zoveelste stap om prive scholen te promoten. Een goed onderwijs wordt net gekenmerkt door onderwijs op maat aan te bieden zonder meerkost, nog even en je hebt de keuze tussen je kind naar de openbare school aka dagopvang of een prive school aka echte school te sturen.

  3. schitteren
    Een gloeilamp gaat pas schitteren als er voldoende weerstand is.
    Als er geen weerstand meer is, houdt het schitteren ook gewoon op.
    Hoe het onderwijs zich blijkbaar bij uitstek leent voor eindeloze reeksen volkomen nietszeggende praatjes, met blijkbaar sterke aantrekkingskracht.
    De leegheid van de taal der onderwijskundigen kan inmiddels al als legendarisch worden aangemerkt.
    Holle woorden, lucht en leegte, zo moeten we onderwijsholpraat vooral karakteriseren.

    • Horror vacui…
      …maar overigens zijn dit soort vergelijkingen grote onzin.

      Onder druk wordt lang niet alles vloeibaar: dat geldt alleen voor gassen, terwijl koolstof juist in diamant verandert, niet bepaald vloeibaar.

      Een gloeilamp geeft juist meer licht naarmate de weerstand kleiner is. Dan gaat er immers meer stroom door lopen, bij dezelfde spanning, en bijgevolg wordt er ook meer vermogen omgezet.
      Is de weerstand nul, dan heb je kortsluiting. Dan is er heel veel licht, al is dat van korte duur…

      Maar misschien zit er toch wat in: als we de wegen smaller maken, komen er vast minder files. Niemand wil dan immers nog met de auto!

    • betekenismanipulatie
      Ook hier weer verdraaiing of inperking van woordbetekenissen. Zoals dat elders bij het woord “emancipatie” gebeurt. “Gelijke kansen betekent: zoveel mogelijk halen uit élk kind en élke jongere”. Het gaat hier zeker om een vorm van gelijkheid, om gelijke behandeling onder het aspect dat elk kind in een op dat kind afgestemde situatie gebracht word waardoor de kans gemaximaliseerd wordt dat het binnen zijn mogelijkheden het maximum bereikt. Maar sommige maxima blijven voor sommige kinderen onbereikbaar, ze hebben er gewoon de aangeboren capaciteiten niet voor. “gelijke kansen” suggereert iets mooiers dan er is.
      Seger Weehuizen

      • gelijke kansen
        is inderdaad NIET hetzelfde als gelijke mogelijkheden.

        Sociale integratie is ook zo’n nietszeggende term.
        Maar het kan een politiek besluit zijn dat het onderwijs actief moet gaat werken aan ‘sociale integratie’.
        De inspectie verlangt dan een uitgebreid plan van elke school, waarin omstandig moet worden uiitgelegd hoe de school ‘sociale integratie’ wil gaan bevorderen.’Sociale integratie’ wordt een verplicht hoofdstuk voor de schoolgids.
        De school moet kunnen aantonen hoe zij werkt aan ‘sociale integratie’, middels het ‘sociale-integratie-beleidsplan’, oftewel het SIB.
        De MZR krijgt bevoegdheden eisen te stellen m.b.t. ‘sociale integratie’. Er komt een klachtencommissie voor ouders die klachten hebben over hoe de school ‘sociale integratie’ realiseert. De leerkrachten worden onderworpen aan ‘collegiale consultatie’: ze gaan elkaar bespioneren en elkaar bevragen over de mate waarin en manier waarop ‘sociale integratie’ vorm krijgt in hun klas. Want: ze leren zo graag van elkaar!
        De begeleidingsdiensten ontwikkelen programma’s voor een betere ‘sociale integratie’ op de scholen. Er worden toetsen ontwikkeld om de mate van ‘sociale integratie’ te meten.
        De damesbladen schrijven erover. De onderwijsminister maakt ‘sociale integratie’ tot speerpunt.
        De inspectie krijgt de opdracht schoien die een onvoldoende scoren m.b.t. ‘sociale integratie’, een ernstige waarschuwing te geven, en wel in het openbaar.
        Elke school dient een coordinator aan te wijzen, die ‘aanspreekpunt’ wordt voor de ‘sociale integratie’ op de school.

        Ziedaar hoe een holle ideologie het onderwijs kan afhouden van zijn kerntaken: zorgen voor goed en degelijk vakinhoudelijk onderwijs.
        Want de lezer begrijpt dat al die plannen voor ‘sociale integratie’ erg veel papierwerk en erg veel vergadertijd kosten. Tijd die moet worden ingeleverd op veel zinvoller taken.
        De leerkracht voelt zich een speelbal. Hij moet aan eisen voldoen die hem volstrekt onduidelijk zijn, en hem zelfs zinloos voorkomen.

Reacties zijn gesloten.