Hartverscheurend is de beroemde aria uit Puccini’s opera ‘Madame Butterfly’, waarin de vrouw haar smart bezingt, als ze te weten komt, dat ze haar enig kind zal moeten afstaan aan haar vroegere geliefde.
Hij had beloofd uit Amerika terug te keren “Wanneer de roodborstjes hun nestjes bouwen”.
In haar onschuld vraagt ze na jaren aan de consul of hij misschien weet ‘wanneer de roodborstjes toch nestjes bouwen in Amerika’.
Wanneer het dan eindelijk toch zover komt, zingt zij vol vreugde en onwetend van haar naderend onheil:”Schud de bloeiende kersenboom en strooi de bloemen over mij heen…”en “Mijn zoon, nu heet hij nog smart, maar straks zal hij vreugde heten….”
Wanneer haar tragisch lot haar uiteindelijk duidelijk wordt, bereikt de aria haar hoogtepunt en zingt ze vol smart:”Mijn zoon, uit het paradijs ben je tot mij gekomen…..”
Wat kan muziek toch prachtig zijn.
Jaren geleden liep ik met mijn zoontje van drie op een tentoonstelling van Karel Appel in het Haags Gemeentemuseum. De Cobraschilders en dus ook Karel Appel inspireerden zich op kindertekeningen met de intentie de onschuld en puurheid van het kind te benaderen.
En mijn zoontje riep enthousiast:”Die heb ik gemaakt en die en die ook…..”
En inderdaad, thuis gekomen, lagen daar zijn kindertekeningen, ‘alsof Appel ze geschilderd had’.
De onschuld van een kind.
Deze week troffen mij de trotse woorden van Couzijn over zijn kleine Annabel:”Papa, weet je, zeven, dat is nul en zeven, een en zes, twee en vijf, drie en vier, vier en drie, vijf en twee, zes en een, zeven en nul”. Had ze zelf bedacht. Ik moest bijna een traantje wegpinken over zoveel plezier om numerieke schoonheid.
Daar was ik even stil van.
Vanzelfsprekend moeten we ons druk maken over de belangen van onze rechtspositie, voor kleinere klassen en de verhoging van de lerarensalarissen, maar zijn woorden herinneren ons er wel aan, waar we het eigenlijk allemaal voor deden:”Mijn kind, uit het paradijs ben je tot mij gekomen………”.
Reacties zijn gesloten.
Mooi stukkie Hals (en Couzijn)
Fijn dat jullie zo nu en dan deze kleine, maar zo belangrijke, ontroerinkjes met ons willen delen.
Savanna
De directe aanleiding was de uitspraak van ‘Savanna’, die ik hoorde op de autoradio.
Het beeld van al die juichende gezinsvoogden gaf me een behoorlijk ‘Sebrenica’-gevoel.
Ik kreeg de rillingen bij de gedachte aan dat arme kind zo heel alleen in dat koude grafje.
We hebben allemaal wel een paar ‘Savanna’s’ in de klas.
Wat die welzijnswerkers ervan maken, daar word je echt niet vrolijk van.
Van enige verbetering is niets te merken.
Wat dat betreft is die ‘bedrijfstak’ net zo rot als het onderwijs.
Laten zíj hun feestje nu maar vieren, maar laten wíj als troost er maar op hopen dat Pim van Lommel misschien een beetje gelijk heeft en ze is opgenomen in het eeuwige bewustzijn.