Als het rekenkalf verdronken is …

103 Teletekst za 02 aug (met dank aan Adios)
***************************************
Kritiek inspectie op verhaalsommen

***************************************
` De Onderwijsinspectie heeft grote
twijfel over de rekenmethode van de
meeste basisscholen.Het gaat om de
realistische methode,waarbij sommen
worden verpakt in verhaaltjes en
leerlingen moeten nadenken over
verschillende oplossingsstrategieën.

In een conceptrapport staat dat de
meerwaarde hiervan niet duidelijk is.
Leerlingen zouden meer tot lezen dan
tot rekenen worden aangezet en zwakke
leerlingen zouden in de war raken.

Volgens de inspectie is op een kwart
van de scholen het rekenonderwijs onder
de maat.Op scholen waar het goed gaat,
staan vaak oudere mannen voor de klas.

9 Reacties

  1. BRON conferentie 22 november+ Rekenmethode
    Even een herinnering: op 22 November organiseert BON een rekenconferentie.
    Er zijn ook mensen bezig met het uitgeven van een rekenmethode die niet op het realistisch rekenen gebaseerd is. Er is hoop 😉

  2. Wat nu …
    Dit is het posthume gelijk voor een opmerking die aan Hans Freudenthal wordt toegeschreven: “Toen ik begon (met RR) konden de leerlingen nog gewoon vermenigvuldigen en delen; nu kunnen ze zelfs dat niet meer”.
    Waar de politiek een zelfonderzoek naar haar verantwoordelijkheid voor mislukte onderwijsvernieuwlingen heeft gedaan, is hier onderzoek naar de verantwoordelijkheid van de (reken-)pedagogen en (reken-)onderwijskundigen noodzakelijk. Ze hebben gefungeerd als dwingende gidsen en wegbereiders voor een ondeugdelijke methode.
    Eën echte wetenschap toetst haar resultaten aan de praktijk en volstaat niet met een hardnekkig volgehouden litanie van goede bedoelingen en geloofsbelijdenissen. De farizeërs en schriftgeleerden moeten worden verjaagd.
    Zolang orthocalculie en ortholexie op een “academische PA” verdrongen worden door een overdaad aan pedagogie, management, onderwijskunde heb ik weinig hoop op een fundamentele verbetering van het onderwijsniveau.

    • … doorgaan natuurlijk
      een stap tegelijk. Voortgaan en niet versagen 😉

      Nederland is natuurlijk niet het land van de fundamentele keuzes. Laten we ons dan ook niet richten op fundamentele verbeteringen van het onderwijsniveau. Als we in staat zijn om er voor te zorgen dat mensen straks in NL de keuze hebben om hun kinderen naar een goede of een slechte school te sturen, als de leraren de keuze hebben tussen een goede en een realistische rekenmethode, dan ben ik vreselijk tevreden over het werk dat er allemaal dankzij BON wordt verricht.

      Aan “fundamenteel” heb ik niet zo’n behoefte. De fundamentele vernieuwing die RR was, de fundamentele kanteling naar betekenis vol onderwijs, allemaal fundamentele vergissingen.

      Ik weet het, het is een woordspelletje met één woord uit je tekst. Ik doe het ook niet om mn gelijk te halen (;-), ik probeer alleen aan te geven dat er wel degelijk veel bereikt is en dat we niet moeten doen alsof het allemaal zinloos is zolang de fundamentele problemen niet zijn opgelost. Fundamentele problemen worden nooit opgelost, hooguit blijken ze op een gegeven moment opgelost (in de andere betekenis van het woord). Fundamentele oplossingen zijn een mooi richtsnoer, een mooi toekomstbeeld, maar ze helpen verrekte weinig bij het bepalen van de dagelijkse koers.

      • Verbetering
        van de fundamenten is wat ik bedoel met ‘fundamentele verbetering’.
        Zolang je niet goed kunt rekenen heeft het weinig zin om je te storten op toepassingen van rekenmethoden. Zolang je onvoldoende een taal beheerst is het ondoenlijk om correcte taaluitingen te produceren en doorgronden. Als je de wiskunde-taal onvoldoende beheerst kun je natuurwetten niet begrijpen. Als je PA leerlingen onvoldoende opleidt in taal en rekenen moet je niet verwachten dat het taal- en rekenpeil van het PO omhoog gaat door pedagogie-; onderwijskundig-; of management- gedoe.
        Je bijdragen 1945 op het forum spreken naar mijn idee dezelfde taal. Je voorzichtige optimisme over de academische PA zal ik pas delen na gebleken deugdelijkheid.
        Overigens vind ik dit onderzoek van de onderwijsinspectie een steun in de rug voor BRON; ze liften mee op de BON-trend. Maar waar waren ze toen het mis begon te lopen? Moet een bekwame inspectie niet vooraf verkeerde ontwikkelingen signaleren?

  3. CITO doet dit ook
    soms moet er bij de CITO toets rekenen meer gelezen worden dan dat er wordt gerekend.

    Leerlingen met leesproblemen (of nog erger dyslectische leerlingen) hebben hier de grootste problemen mee is mijn ervaring.

    Een voorbeeld:

    Piet heeft 19 knikkers, hij gaat samen met Jan en Henk knikkeren Jan verliest 2 knikkers aan Piet en Henk verliest er 7 aan Piet. Hoeveel knikkers heeft Piet als het potje knikkeren is afgelopen ?

    Eigenlijk staat er gewoon:

    19 + 2 + 7 =

    Dit jaar heb ik de Cito toets nogmaals laten oplezen, en wat bleek ?

    Alle leerlingen die eerst zelfstandig een onvoldoende haalden hadden toen plotseling een niveau hoger, dus een C werd een B en een D werd een C of zelfs een B !!

    • Wat een prachtig voorbeeld
      Geweldig, geweldig, geweldig!
      Hier spelen eigenlijk 3 “werelden” een rol. De “echte” wereld waarin die kinderen knikkeren, de ouderwetse rekenwereld met het kale sommetje en taalwereld: de beschrijving in taal van die echte wereld.
      Twee werelden zijn eenvoudig te vatten, daar is geen “rocketscience” voor nodig. Maar als je de beschrijving in taal leest, dan moet je het nog wel een paar keer lezen voordat je echt door hebt wat er staat. Het probleem daarbij is het korte termijn geheugen: je moet b.v. de namen van de kinderen onthouden. Kinderen die je nota bene nog niet eens iets zeggen. Als je Piet kende als het jongetje dat nooit met knikkeren wint, of juist die knaap die altijd wint, dan is de taalwereld net zo duidelijk als de echte wereld (op voorwaarde dat je vlot leest natuurlijk). Het is alsof je een boek leest en op de eerste bladzijde worden al 4 of 5 personen ten tonele gevoerd. Dat kost tijd om er in te komen. Iedereen die wel eens leest herkent dat.

      Maar de kinderen krijgen geen kans er even in te komen. Ze moeten meteen die hele context voor zich zien.weten wie wie is en hoe het spelletje loopt. Dat prent je simpelweg niet in in de halve minuut die je hebt.

      Het is dus helemaal geen realistisch rekenen. Niemand zou er namelijk bezwaar tegen hebben dat kinderen bij een spelletje knikkers de knikkers van Pietje moeten kunnen tellen. Dat is evident, is een duidelijke toepassing van het leren rekenen. Het is ook niet de context, maar het is de taal die hier de boosdoener is. Taal is een langzame beschrijving van de werkelijkheid. Als er een plaatje gebruikt zou zijn, dan was het resultaat gegarandeerd beter.

      Overigens ben ik erg voor de kale rekensom, omdat juist die “verwoording” bewezen heeft goed te werken. Het is niet voor niets dat de plus notatie is uitgevonden. Die is efficiënt en volslagen duidelijk.

      Dank Joao voor dit voorbeeld, het zegt ALLES. Ik zie de klas met kinderen al voor me. Jongetjes die zitten te turen naar die som, er geen raak mee weten. Een jonge juf die steeds opnieuw in TAAL uitlegt wat er geschetst wordt en jongetjes die het steeds niet begrijpen. Totdat opa komt en die zegt: Maar Mo, er staat gewoon 19+2+7= ……

      Heerlijk die voorbeelden!

      • Paniek bij CITO toetsen
        om nog maar niet te spreken van de paniek welke er bij de leerlingen uitbreekt.

        Soms blijken ze minuten lang naar een sommetje te kijken, snappen het niet en vervolgens raken ze in paniek en daardoor wordt de toets nog veel slechter gemaakt.

        Als meester kan je niet met 30 leerlingen in je groep gaan zitten praten met leerlingen, dus het resultaat moet je gewoon afwachten !

        Dit jaar had ik een meisje, dat erg onzeker is, die zelfstandig op een CITO D uit kwam. Ze schreef zelfs bij een som:

        “Ik weet het niet, maar ik wil ook niet blijven zitten, want dat heb ik al een keer gedaan en anders moet ik van school af !”.

        Toen ze naderhand door mij wat gerust was gesteld ik haar complimenteerde met de sommen die ze wel goed had gedaan, heeft ze met behulp van een andere leerkracht nog een keer de CITO toets gedaan, ruim een week later. Wat bleek ze kwam nu op een CITO A uit !!

        Meisje blij, moeder blij en de meester blij, op het rapport heb ik wel vermeld dat het was voorgelezen uiteraard.

        Het grappige is dat ze nu ook veel meer zelfverzekerd is en rekenen zelfs leuk vind, ik heb haar veel succes gewenst voor het volgend schooljaar en ze was gewoon over, op “eigen kracht” !!

  4. Van oude mannen en de dingen…
    die niet voorbijgaan: weten hoe je moet rekenen! Oude mannen weten het nog!!!!
    En ja hoor, onze ‘onderwijsinspectie’ is er achter gekomen: het realistische rekenen deugt niet. Dat doet me denken aan de CIA die er op 12 september 2001 achter komt dat een zekere Laden snode plannen aan het smeden is.
    Het lijkt mij voor de hand te liggen om een deel van het budget van die inspectie maar over te hevelen naar Jan van de Craats of deze vereniging; in elk geval naar diegenen die het werkelijke inspectiewerk gedaan hebben.

Reacties zijn gesloten.