Alleen kun je het niet, maar samen lukt het wel

Als we het over de toekomst hebben denk ik dat het onderwijs meer dan ooit een maatschappelijke functie vervult. Ik bedoel dat binnen het onderwijs leerlingen meer dan vroeger zullen leren om samen te werken. In feite is dit mijn grootste argument voor onderwijsvernieuwing: alleen kun je het niet, maar samen kunnen wij het wel. De klassikale situatie veronderstelt teveel ieder-voor-zich, te veel de verkokering van vakgebieden. Een leraar staat daar doorgaans in z’n eentje z’n les te draaien en de leerlingen gaan van klaslokaal naar klaslokaal. Ik voorspel dat er in de toekomst nogal wat wandjes tussen klasselokalen weggebroken gaan worden en dat leraren als teams gaan functioneren. Als rolmodel voor samenwerking. Als leraar alleen voor de klas kun je wel roepen dat samenwerking belangrijk is maar de alleenheid draagt wat anders over. De autonomie is zeker bij zelfsturende teams geen probleem, intervisie is het stuurmiddel. Je houdt elkaar voortdurend kritisch, je houdt elkaar voortdurend bij de les. Elke periode beoordelen wij elkaar en sturen we elkaar bij. Wij functioneren zo al zes jaar en dit werkt prima. Gegeven onze doelgroep is het natuurlijk ook noodzakelijk dat we samenwerken, immers, waar anders dan op school kun je Arubanen, Turken, Marokkanen, Nederlanders leren om samen door een deur te gaan? Samenwerking en het leren ervan is eigenlijk binnen alle doelgroepen een belangrijk maatschappelijk item.

57 Reacties

  1. Lijkt me een goed plan ;-((
    We vervangengewoon het bestaande curriculum door Haarlemmerolie. Leren samenwerken.

    De vraag is wel hoe we dat gaan doen natuurlijk. Laten we het modulair opbouwen.
    In jaar 1 leren we enkel samenwerken met onszelf. Koot en Bie wisten het al: “zoek jezelf broeder” ALs we dat geassessed hebben , dan kunnen we Samenwerken 2a aanbieden. Een samenwerking met één andere deelnemer (klant?) met dezelfde achtergrond. En zo klimmen we jaar na jaar langzaam op, met als ultieme prestatie een samenwerking met misschien wel 10 anderen, allemaal van verschillende achtergrond, verschillende culturen, verschillende vaardigheden. Zonder leraren natuurlijk, maar wel met een coach.

    Dat werkt echt geweldig. Ik heb het vanmorgen nog meegemaakt. Heracles C5 tegen Sporting 70 C3. Uitslag 0-3 helaas, maar de samenwerking verliep voortreffelijk. Die kids kunnen zo van school af.

    • Haarlemmerolie
      In andere bijdrages heb ik al duidelijk laten zien dat het leren van de vaktechniek bij ons prioriteit heeft, daar zit meer dan de helft van onze capaciteit op. Waarom het samenwerken van bevolkingsgroepen die enorme problemen kennen om deel te worden van onze samenleving (Marokkanen, Turken, Arubanen) opeens als kwakzalversmiddel (Haarlemmerolie) wordt gezien is mij een raadsel. Het maken van perspectief voor deze jongeren krijgt geen respect, maar een cynisch toontje. Je hebt gewoon nodig dat deze jongens leren om elkaar over de brug te krijgen. Denk maar eens over het alternatief na als het niet lukt om deze jongeren te positioneren,

      groet, Colombe

      • Leren samenwerken als doel binnen het onderwijs
        In zijn/haar leven moet/wil/zal een mens verschillende dingen leren. Leren samenwerken is beslist niet de minst belangrijke daarvan. Je moet echter een keuze maken waar je de prioriteit van het schoolse leren legt. Ik kan dan niet anders dan kiezen voor die zaken die je buiten school niet of moeilijk kunt leren..
        Dat zijn precies de klassieke onderwerpen. Als er dan nog tijd over is, dan kun je denken of het zinvol is om je ook op andere zaken te richten. Ik zie echter dat de primaire onderwerpen op een vreselijke manier onderuit gaan. Vroeger leverde de LTS meubelmakers en automonteurs af, die konden nog redelijk schrijven ook.
        Op dit moment is de kwaliteit van de afgestudeerde MBO-ers lager dan vroeger de mensen met een LTS diploma. Me dunkt dat daar de eerste prioriteit ligt.
        Buiten school leren kinderen ook samenwerken. Op een voetbalveld gaat dat heel natuurlijk. Bij de club van mijn kinderen spelen verschillende culturen in één team.
        Mijn ervaringen in het HBO met samenwerken van verschillende culturen zijn overigens slecht. Sterker nog: ook samenwerken binnen een cultuur op school looopt verre van gemakkelijk. En daarvoor zijn redenen. De schoolsituatie is een onnatuurlijke voor samenwerking omdat er geen gemeenschappelijk doel is. Er zijn enkel individuele doelen: iedere student wil wat leren en/of studiepunten halen. Iemand die meelift krijgt gewoon die punten, maar maakt het leren van de anderen zeer vermoeiend. Op het voetbalveld wordt hij gewoon uit het team gehaald en baalt er zelf van.
        Dus: samenwerken: nuttig, maar leren samenwerken als specifiek doel op school: liever niet. Schooltijd is daarvoor niet perse noodzakelijk en ook niet de beste keuze.

        Het is me dus een raadsel waarom dat leren samenwerken plotseling bij het CGO als top prioriteit is opgekomen. Vroeger was samenwerken nooit ene probleem, nu wordt er 30% of meer van de schooltijd aan besteed.
        Maar toch zie je het overal als doel geformuleerd. Haarlemmerolie dus.

        • Prioriteit
          Sorry 21-3-1945,

          Onze prioriteit en ons doel ligt bij het kansrijk maken van dropouts. Ons soort opleidingen heeft met een uitval te maken van 40 tot 70 procent. Het gaat om zogeheten hangjongeren die van wantrouwen, desinteresse en destructief gedrag aan elkaar hangen. Die zie je wel bij het voetbalveld maar dan als hooligan. Wat wij geleerd heben is dat samenwerking een uiterst effectief middel is om deze jongens in beweging te brengen. Samenwerken is niet een kwestie van leren liften maar van dienstbaar leren zijn aan elkaar. Deze jongens zitten vaak in een overlevingssituatie. De ‘psychiatrist of survival’ zegt daarover:

          Viktor Frankl observed that prisoners who gave ‘meaning’ to their lives – perhaps simply by helping others through the day – were themselves more likely to survive. Those who had lost any faith in the future fell into depression and were doomed. (Obituary over Victor Frankl; The Economist; september 20th 1997)

          Uiterst inspirerend om hier mee bezig te zijn. Nogmaals een opvatting die zich niet laat wegzetten als kwakzalversmiddel. Daar doe je jezelf mee tekort,

          groet, Colombe

          • Werken ze als hangjongeren niet ook
            heel goed samen als ze ergens rottigheid kunnen uithalen?

          • rottigheid
            Ja met elkaar met bekende effecten (zoals in Ondiep). In het begin van het lesjaar werken Marokkanen uit Utrecht prima samen met Marokkanen uit Utrecht. Het gaat mij om het ompolen van samenwerking in de richting van dienstbaar leren zijn. Functioneel in plaats van destructief. Aan het eind van het lesjaar zitten alle culturen door elkaar, hebben ze betekenis voor elkaar gehad, hebben ze elkaar leren waarderen, hebben ze een vak geleerd, hebben ze stage gelopen en hebben ze een diploma.

          • Colombiaanse lessen
            Ik constateer dat op de school van Colombe een groot aantal zaken deugen:
            – Het betreft een initiatief van een groep betrokken enthousiaste leraren zelf. Hun project is niet van bovenaf gedropt
            – Het project is bijzonder goed voorbereid (ik heb de stukken gelezen)
            – De school werkt met een overzichtelijke groep leerlingen
            – Vakkennis staat centraal
            – De leerlingen zijn zeer betrokken, het aantal dropouts dat oorspronkelijk bijzonder hoog was, is spectaculair verminderd. Dat is een succes.

            Omdat het een leerlingenpopulatie betreft waar ik niet mee vertrouwd ben en waar ik ook geen verstand van heb, is mijn oordeel in eerste instantie terughoudend.
            Ik denk dat het model niet kan worden overgenomen. Als er elders een bevlogen groep leraren die met ‘moeilijke’ leerlingen werkt, ook zo zorgvuldig voorbereid en op een even intensieve manier aan het werk gaat, juich ik dat ook toe.
            Het grote verschil met veel vormen van HNL is dat het daar onder totaal andere voorwaarden toegaat: van bovenaf, leraren als pionnen, opgeven van vakkennis, en juist meer dropouts.
            Laten we daarom met open blik naar de aanpak van Colombe en zijn collega’s blijven kijken.

          • Maar laten we ook niet vergeten
            dat leerlingen met onvoldoende bagage in vervolgopleidingen aankomen. Ik hoop dat Colombe’s leerlingen hier een uitzondering op vormen!

          • Misschien beter
            om eerst die onvoldoende bagage vanuit het basisonderwijs eens onder de loep te nemen.

          • Je bent van harte welkom
            als je alle teksten als ‘me vader wort tagtig’ wilt komen lezen. En interview gelijk even de wiskundedocenten over hoe goed ze met breuken en procenten kunnen rekenen … O nee, ik bedoel, vraag eerst even of ze nog kunnen staartdelen.
            ———————————————————————————————————-
            Problemen zijn er om opgelost te worden, niet om ze te ontkennen.

          • Even terug naar het begin van deze discussie
            Deze discussie is gestart met de vraag naar wat voor ons forumleden het ideale onderwijs zou zijn. In uw oorspronkelijke reactie breekt u een lans voor onderwijsvernieuwing, specifiek voor het centraal stellen van samenwerking. Ik reageer daarop met een betoog dat samenwerken geen prioriteit heeft binnen het onderwijs omdat dat iets is wat beter en efficienter buiten de school geleerd kan worden.
            Dan brengt u in dat uw betoog gaat over een specifieke doelgroep. Noch in de oorspronkelijke vraagstelling, noch in uw eerste reactie is daar melding van gemaakt. Kennelijk gaat het in uw geval om jongeren met destructieve problematiek. Ik heb daar geen ervaring mee en wel best geloven dat bij die specifieke groep leren samenwerken een onderwerp op school zou moeten zijn. Kennelijk is er buiten school geen omgeving waar ze dat leren.
            Ik ben overigens van mening dat deze kinderen vooral ook heel duidelijk leiderschap behoeven. Leiderschap van bekwame docenten die een rolmodel zijn. Ik zou zeggen: laat ze leren in een kleinschalige omgeving met heel veel praktisch werk. Werk waar een product uit komt en waar ze trots op kunnen zijn. Gestuurd door verstandige docenten die als “lasser”, als docent en als vaderfiguur het voorbeeld zijn waar ze zich aan vast kunnen houden. Dus wel samenwerken, maar onder duidelijke leiding. Net als dat ze later onder duidelijke leiding samen aan het werk gaan. Je hoopt dan dat ze rond hun 20-ste een plek hebben gevonden en dat hun destructieve gedrag daarmee sterk verminderd is.

            Kortom: ik houd volledig staande dat samenwerken als centraal punt in verreweg de meeste scholen een verkeerde keuze is. Dat sterk gestuurde vormen van samenwerken op scholen als de uwe belangrijk zijn, dat geloof ik graag. Ik pretendeer dat niet beter te weten natuurlijk.

  2. Als ik dit zo lees zou ik
    Als ik dit zo lees zou ik niet graag op uw school willen werken. Succes met uw organisatiemodel, maar mij niet gezien;-).

    In mijn visie is samenwerking iets wat spontaan moet groeien en wat niet opgelegd kan worden. Samenwerking vooronderstelt respect voor elkaars professionaliteit en zelfstandigheid. Ik geloof niet in het metaforisch wegbreken van wandjes; verkokering is historisch ontstaan doordat wetenschappers zich noodzakeljkerwijs moesten gaan specialiseren. Verkokering heeft ook cognitief een functie omdat leerlingen in elke les een nieuw register van hun geheugen kunnen opentrekken. Intervisie als geïnstitutionaliseerd stuurmiddel tast het gezag van de docent aan. Intervisie op basis van vrijwilligheid is vanzelfsprekend voor elke professional.

    Ik ga uw voorspellingen niet waarmaken ;-).

    • Hallo Bram Roth,
      Hallo Bram Roth,

      Je maakt er een caricatuur van. Samenwerking is ons niet opgelegd, die is inderdaad spontaan ontstaan, de hele vernieuwing bij ons is van binnen uit ontstaan, we hebben gewoon als docent alles bedacht zonder directieven van boven. We hebben maximaal respect voor elkaars kwaliteiten en staan er als team, we vallen als vanzelf de gaten die collega’s laten vallen. Zelfsturende teams hebben geen management nodig. Onze grootste tegenstander is dus ons management want dat wil beheren, inhoudelijk ingrijpen en ons in de klauw houden. Je weet dus wie je medestander is,

      groet, Colombe

  3. Ach
    Maar ach, ik ben ook zo iemand van “Samen lukt het niet, maar alleen lukt het wel”. Die mensen vallen in uw organisatie buiten de boot ;-).

    • en daarmee
      speelt u de leiding, het bestuur en nog hogeren in de kaart. Zij kunnen hun gang gaan en helpen, door de door u omschreven opstelling, het Nederlandse onderwijs (netjes gezegd) naar de Fillistijnen.
      Wat zoekt u hier dan????? , als het (volgens u) samen niet lukt, maar wel alleen?

      • Ik betreur het dat de ironie
        Ik betreur het dat de ironie u is ontgaan; die ironie bestaat in het opblazen tot extreme proporties van een sentiment.

        Natuurlijk is onderwijs iets wat we samen maken. Maar autonome leraren hebben geen ‘hogeren’ boven zich; de management-lagen dienen te worden afgebroken.

        Ik proef bij u een soort vanzelfsprekende acceptatie van het gezag van die management-lagen, die mede oorzaak is van de misère in het onderwijs.

        • Jammer
          Jammer dat u vind dat leraren geen ‘hogeren’ boven zich hebben. Wie stelt het programma op, wie betaald maandelijks en wie zijn we vferantwoording schuldig. Voor mij zijn de eerste twee onderdeel van de noodzaak en dat is waar ik in mijn reactie op doelde, maar de laatste is voor mij de allerhoogste hier op aarde. Ik ben verantwoording schulding aan mijn leerlingen en deels aan hun ouders.
          Maar dat zijn dus niet de hogeren waar ik op doelde.

          • U schetst een beeld zoals
            U schetst een beeld zoals dat thans bestaat. Ik wil geen verantwoording afleggen aan een niet-inhoudsdeskundige manager met een studie Personeel & Organisatie, maar wel aan de schitterende wetenschap die ik heb gestudeerd en die ik aan kinderen wil doorgeven. Als dat me lukt heb ik voor mijn gevoel verantwoording afgelegd.

            In de praktijk is het natuurlijk schipperen met de meningen van andere experts in mijn vak, die weer andere accenten leggen dan ik. Ook is het schipperen met de experts die de eindtermen vaststellen. Tenslotte is het schipperen met collega’s van andere vakken die terecht ook een positie opeisen in termen van tijd en geld.

            Maar dat doet niet af aan het algemene punt dat mijn verantwoording uiteindelijk enkel mijn vak geldt.

            De situatie zoals u die schetst deugt niet en is hard aan herziening toe.

          • Beeld??
            Het beeld van de leraar zou moeten zijn dat hij van zijn inspanningen verantwoording aflegt aan leerling en ouders. Daar hoort motiveren van de ll, interesseren van de ll, controleren, corrigeren en inderdaad leren, overbrengen van kennis bij. En dan leg ik geen verantwoording af wanneer zoals u dat schrijft het me lukt, nee ik leg tussen tijds verantwoording aan de doelgroep af. Vergeet niet de klant is koning en de ouders en leerlingen zijn onze klanten. Zonder hun geen baan, geen salaris geen huis.
            Ik heb geen verantwoording over de eindtermen, die stel ik niet vast, dus hoef ik niet te schipperen, ik kan me wel storen aan het lage niveau van die termen en trachten op geëigende wijzen er iets aan te doen. Ik schipper niet vanwege meningen van anderen in mijn vakgebied. Ik sta ergens voor en dat is met de beperkte middelen zo goed mogelijk het doel bereiken, zonder aan mijn principes te tornen. Dat ben ik de toekomst, onze kinderen verschuldigd. Er lopen al te veel slaphannesen rond die met alle winden meedraaien, die met de meute (HNL) meelopen. Gelukkig hebben we hier collegae die dat niet willen, maar helaas verstaan we elkaar niet altijd evengoed meer. Wellicht is dat iets om eerst eens aan te beginnen.

            Dit lijkt mij een goed punt om tijdens de oprichtingsbijeenkomst van de kring VO, welke binnenkort plaatsvindt, op de agenda mee te nemen.

          • zodra
            de oprichting een feit is. Bon heeft laatst via de nieuwsflits bij leden de oproep gedeponeerd, met de vraag wie wil helpen om de contacten naar scholen te coördineren en al veel eerder is een oproep uitgegaan voor oprichters van de verschillende kringen.

          • McNeacol,
            Ik wil, om bij Bram aan te sluiten, het toch even proberen, de stelling dat niet de leerling maar de docent koning zou zijn.
            Wat zou je zeggen van de opvatting dat een school een omgeving is waarin de vele koninkrijkjes van de docenten in één gebouw zijn verenigd.
            Dat de leerlingen welkom zijn om enige tijd in ons koninkrijkje te vertoeven en dat alle docenten bereid zijn het beste van hun kunnen aan de leerlingen over te dragen. Maar dat de leerling níét mag denken dat hij per ongeluk de koning is.
            Dat er een systeem is dat via eindexamens controleert dat alle koninkjes even goed hun best doen en dat de leerling genoeg heeft opgestoken om verder te kunnen naar een andere school, waar weer vele koninkjes… enz.
            Wat denk je daarvan?

          • Ik vind
            dat dus arrogant. De leraar heeft iets dat de leerling nodig heeft. De leerling is dus de klant en de klant is koning. Het getuigt dus in mijn visie van arrogantie wanneer docenten zeggen dat zij de koning zijn. Dat is dus net zo arrogant als dat schoolleiders de dienst uitmaken, zij zijn er om ons te dienen. Ouders, nee iedereen betaalt belasting en veel van dat belastinggeld gaat naar onderwijs, dus wij betalen allemaal mee aan onderwijs. Wij plaatsen onze kinderen op een school die levert wat de ouders voor hun kind nodig achten.
            Wanneer leerlingen in mijn vak onvoldoendes halen en uiteindelijk zakken voor hun examen, dan voel ik mij daar als docent verantwoordelijk voor en ben ik verantwoording verschuldigd naar degenen die mijn product hebben afgenomen. Wanneer docenten op deze wijze naar hun positie gaan leren kijken, dan gaat het onderwijs er heel anders uitzien.

            Een school is dus een plaats waar producten worden aangeboden, net als vroeger op de markt. Toen was er nog geen supermarkt. Nee allemaal losse kraampjes waar de produkten te koop waren, en sommige van die kraampjes boden de zelfde producten aan. Wanneer de markt je niet aanstond als kraamhouder, omdat de marktmeester er een zootje van maakte, dan ging je naar een andere markt toe.
            Zie de analogie in het onderwijs. Wij zijn die kraamhouders, de schoolleiding de marktmeesters en de leerlingen/ouders zij de klanten.

            De leerling is dus wel degelijk koning, hij kan alleen niet zeggen tegen de kraamhouder, dat deze minder of een ander product aan moet bieden.

          • Ik schat de docent…
            …hoger in dan een marktkoopman.
            Ik weet wel van de metafoor, edoch ik voel meer voor een sokkel dan voor een zeepkist.

          • Bemiddelingspoging
            De leering is wel klant, maar geen koning. Vergelijk de leerling met het kind, dat wel aandacht krijgt maar zijn ouders niet naar zijn hand kan zetten. Oftewel: de leerling staat in een pedagogische relatie tot de leraar. Net als het kind, zal de leerling steeds meer op eigen benen kunnen staan en zal hij ook gaande weg een kritische kijk ontwikkelen op zijn omgeving. Dan komt het eindexamen: de vogels vliegen uit …!! Vergeef me de wat oubollige beeldspraak.

          • Een leerling is een koning …
            … maar dan wel in een constitutionele monarchie! Daarom mag je die vergelijking m.i. helemaal niet maken. Immers, voor hem/haar geldt gedwongen winkelnering. De leerling winkelt niet omdat hij wil, maar omdat hij moet (leerplicht). Hetzelfde geldt voor ouders. Natuurlijk willen zij het beste voor hun kind en zullen dus trachten de beste waar binnen te slepen, maar ook zij blijven gedwongen om, waar dan ook, ergens onze waar aan te schaffen.
            Aan de andere kant worden wij (docenten) gedwongen voorgeschreven waren aan onwillige klanten te slijten. Ik kan niet zomaar andere waren aanbieden; ik heb immers te maken met kerndoelen, stofomschrijvingen voor eindexamens en wellicht een schoolbeleid t.a.v. vorm en inhoud etc etc.
            Daarbij is het de vraag of de wens van de klant altijd richtinggevend moet zijn, zeker waar die wens gaat over de vorm en inhoud van het onderwijs. Het eten op de markt moet lekker en goed zijn, maar is goed onderwijs (ik neem aan: de wens van ouders en lln) ook altijd “lekker” (leuk?). Soms moet je nou eenmaal iets met tegenzin doen omdat het past bij je vorming, net zoals een tandarts een kies moet trekken zodat je er beter van wordt.
            Kortom, ouders, leerlingen en docenten hebben zich te schikken in een opgelegde rol. Niets vrije markt, niks vrijheid van keuze en niks vrijheid van (inhoud van) onderwijs. En zolang die vrije markt, vrijheid van inhoud etc er niet is, is het m.i. onterecht om over “klant is koning” te spreken. Alle drie de partijen zijn immers gehouden aan allerlei beperkende regels.

          • Ik mag toch wel hopen…
            …dat U buiten Uw verplichte koopwaar tijd en ruimte overhoudt, waardoor U in de analen herinnerd zal worden als een inspirerende docent, een vrouw met mooie verhalen, een knotsgekke kerel, een rolmodel voor velen of misschien wel een koninkje in Uw kleine koninkrijk?

          • Oh ja hoor
            Daar hoeft u niet alleen op te hopen (ik weet ’t wel zeker ook).

            Maar ik word soms gewoon zo moe van die vergelijking omdat-die gewoonweg niet klopt. Dus als de leerling heel zwart/wit als “klant” wordt neergezet, stel ik daar heel zwart/wit tegenover waarom dat (nmbm) níet zo is.

          • De stem van het verstand
            Hèhè, gelukkig iemand waar ik het mee eens kan zijn. Wat zitten we hier nu weer moeilijk te doen met die analogieën. De verhouding leerling / leraar is in feite toch al heel erg lang zoals hier zo treffend door geschiedenisleraar geschetst? Moeten wij dat nu weer opnieuw gaan uitvinden?

          • Metafoor klant-leverancier
            Je kunt allerlei metaforen bedenken voor de relatie leraar-leerling (meester-gezel, coach-sporter, vader-zoon, goeroe-volgeling). Ik vraag me werkelijk af wat we met die metaforen opschieten.
            Meestal wordt een metafoor gebruikt om een complexe situatie beter te kunnen begrijpen. Waarom draait de maan om de aarde… Nou, dat kun je vergelijken met een bal die je aan een touwtje ronddraait. Aarde-maan is moeilijk, bal en touwtje is simpel.
            Bij de leerling als klant is dat in het geheel niet het geval. Beide relaties zijn bekend en de ene geeft niet noodzakelijk een helder beeld van de andere relatie. Sterker nog: het verwart alleen maar.
            Een klant betaalt zelf, de leerling niet. Een klant kan gemakkelijk naar een andere winkel, de leerling niet. Een leraar heeft gezag over een leerling, een leverancier heeft dat nooit over een klant. Allemaal dingen waardoor de vergelijking volledig mank gaat.
            Maar kennelijk accepteren mensen dat een dergelijke metafoor toch zinvol is en wordt er gediscussieerd wat dat dan wel precies betekent. Kul!. De vergelijking is waanzin, dus elke implicatie daarvan is dat ook. Als een klant centraal zou staan, dan zegt dat niets over een leerling. Als een klant mag bepalen wat hij koopt, dan betekent dat niet dat een leerling mag bepalen wat hij wil leren. Een mooie en bijzondere relatie wordt verplat tot een economische metafoor zonder enige inhoud. Die metafoor moet welhaast bedacht zijn door mensen die het slecht met het ondewijs voor hebben.

            Andere verderfelijke metaforen:
            – de computer voor de menselijke hersenenen
            – het nationaal socialisme voor de partij van Wilders
            – een bedrijf voor de overheid
            – de klant voor de patient
            – de patient voor de misdadiger

            Metaforen lossen zelden iets op. In tegenstelling: metaforen worden in het algemeen misbruikt om op een oneigenlijke manier discussies te winnen.

            Leraren zijn leraren en leerlingen zijn leerlingen. Dát moet de basis van onze discussies zijn.

          • Nog een hele erge metafoor die hierboven niet meer bij past
            Van de relatie HBO docent- student werd op de lerarenopleiding vaak gezegd dat die hetzelfde moets zijn als de relatie leraar-leerling. Teach as you preach werd er dan gezegd. Als iets op het VO of PO erg concreet werd gebracht, dan moest dat ook op de lerarenopleiding. Als je op het VO/PO een bepaalde werkvorm zinvol vond, dan moest dat ook op de lerarenopleiding. Voorbeeldig gedrag werd dat genoemd.
            Vreselijk, wat heb ik me aan die onzin geërgerd.

            Laten we metaforen maar gewoon verbieden, behalve in de wiskunde, maar daar heten ze ook geen metaforen, maar isomorfieën en moet eerst bewezen worden dat beide systemen isomorf zijn voordat het door elkaar gehusseld mag worden.

          • Niet te serieus 45
            ..Het was een hypothese en een spelletje.
            Zie boven:”Ik wil, om bij Bram aan te sluiten, het toch even proberen, de stelling dat niet de leerling maar de docent koning zou zijn”.

          • Dat stelt me gerust :-))
            Dank voor de verduidelijking Hals. Het is een zwakke plek van me. Sommige discussies brengen mn adrenalinespiegel omhoog en hak ik er stevig op los. Leerling als klant is er zo eentje.

          • Moeiljk woord: “dus”. Mijn kinderen zijn mn klanten niet.
            Je schrijft:
            De leraar heeft iets dat de leerling nodig heeft. De leerling is dus de klant en de klant is koning

            Dat betekent dat je denkt dat in elke relatie waar A iets heeft dat B nodig heeft, automatisch A een verkoper en B een klant moet zijn. Lijkt me werkelijk onzin. Ik heb liefde en mijn kinderen hebben liefde nodig. Daarmee zijn ze mijn klanten toch echt niet.
            En dan ook nog de ultieme gemeenplaats dat de klant koning zou zijn. Zelfs in echte klant-verkoper relaties klopt dat in de praktijk van geen kanten en vindt de verkoper dat ook helemaal niet. Klanten zijn objecten die je moet lokken, verleiden en waar je verder zo min mogelijk last van moet hebben.
            Ik wil mn studenten helemaal niet persé verleiden en ben meer dan bereid last van ze te hebben.

          • Klant in onderwijs en gezondheidszorg géén koning
            Een klant mag eisen wat hij wil. Als hij betaalt is hij koning. Onze leerlingen mogen niet eisen wat ze willen. Ze moeten prestaties leveren en dat zijn eisen die wij als deskundige leerkrachten aan hen stellen.
            Hetzelfde geldt trouwens voor de gezondheidszorg. Een patiënt moet zélf beter willen worden en kan daarbij advies vragen aan een arts. Meestal is daar ook een gedragswijziging voor nodig in plaats van medicijnen. Een arts levert geen gezondheid op commando net als wij geen kennis/diploma leveren op commando.

          • wij leveren wel
            Helaas, maar wij leveren wel kennis, een docent die dat niet doet valt onder de groep van HNL.
            Ja hoor wanneer ik buiten mijn schuld mijn been breek wordt ik beter door een gedragswijziging? dat moet u mij toch maar eens uitleggen. Of wanneer ik door een aangeboren afwijking al 50 jaar een bril moet dragen om beter te zien kan ik beter worden door een gedragswijziging. Ik hoop dat u de kromheid van uw uitspraak in ziet.

          • Zonder hun geen baan, geen salaris geen huis
            Zonder leerlingen geen school, maar zonder leraren ook niet!

          • Re: jammer
            Beste McNeacol,

            U vraagt:

            Wie stelt het programma op, wie betaalt maandelijks en wie zijn we verantwoording schuldig?

            In alle drie de gevallen is het antwoord: de maatschappij. Dit is natuurlijk een erg abstract antwoord. Its concreter: de maatschappij, dat zijn de kiezers. Die kiezen de tweede kamer en die laat door tussenpersonen eindtermen opstellen, geeft een tussenpersoon geld om leraren te betalen etcetera. Die tussenpersonen moet je niet verwarren met ‘hogeren’. De eindtermschrijver is niet hoger dan jij bent. De salarisadministrateur is niet hoger dan jij bent.

  4. Wandjes wegbreken
    …dat is de hobby van onze schoolleiding (en trouwens ook van veel Nederlanders in zojuist gekochte huizen). Ze hebben al veel wandjes weggebroken.
    In de overgebleven zalen zie je lamlendige pubers met jassen, flesjes, blikjes en MP3 spelers in de weer. Lesgeven gaat daar niet meer, want in de herrie kan niemand elkaar meer verstaan. Samenwerken misschien nog wel, maar dan alleen nog maar met gebarentaal. Samen een blikje fris opentrekken bijvoorbeeld. Een Arubaan die samen met een Turk een blikje fris openmaakt. Gelukkig dat we een school hebben.

    • Waar komt dat cynisme toch vandaan?
      Sorry Simon, ik ben geen adviseur en ook geen schoolleider. We hebben de wanden zelf weggebroken omdat we als ICT-vakdocenten en bedrijfskundig docent (ikzelf) zelf winstmogelijkheden zagen in samenwerking. We hebben zo een enorme winst geboekt in resultaten. We werken nu als team van zes leraren in een groep van ongeveer 50 leerlingen binnen de school en 110 leerlingen buiten op stage of ervaringsprojecten of bij ons leerbedrijf en je kunt in onze werkruimte vaak een speld horen vallen. Dat is geen grap. Er wordt uiterst geconcentreerd (samen)gewerkt. Bezoekers roemen zonder uitzondering de sfeer. Volgens onze bewakers vormen wij de rustigste gang van de hele school. We zijn met een serieuze zaak bezig die niet verdient om op een cynische manier weggezet te worden. Nogmaals de grootste weerstand zat bij ons management, want die was de grip kwijt, dus je weet wie je medestanders zijn,
      groet, Colombe

      • Re Cynisme
        Van mijn kant is dit geen cynisme maar gewoon buitengewoon slechte ervaring met grote lesruimten en grote lesgroepen. Ik feliciteer u met uw successen, en ik heb geen enkele aanleiding om daar iets aan af te willen doen.
        Ik vraag me alleen af of de samenwerking vóór het afbreken van de wandjes dan zo slecht was? Maar nogmaals, het zijn úw wandjes, en daar doet u maar mee wat u wilt. Zolang ik mijn wandjes maar mag houden.

        • Op mijn HBO,
          ..waar niet lang geleden alle wandjes weggebroken waren, komen na eerst gordijnen nu de wandjes toch weer terug.
          De verwaterde soep van het onderwijsprogramma wordt inmiddels althans op papier al vervangen door nauwgezette vakomschrijvingen.
          Dit onder de druk van de komende accreditatie.

      • Corneille …
        …. doet het ongetwijfeld goed.
        Maar ik moet zeggen, dat ik geen tijd overhoud om te oefenen in samenwerken.
        Natuurlijk werken de leerlingen ook in mijn les wel eens samen (óók op ongeoorloofde momenten:), maar verder leren ze het wel in de praktijk.
        Samenwerken is geen inhoudelijk verhaal, maar niet meer dan een manier van doen.

  5. Waar komt toch het idee vandaan
    dat voorgaande generaties niet kunnen of konden samenwerken? Hoe kregen docententeams het vroeger op school zo goed voor elkaar? Of, langer geleden: in welk Europees land wist de gegoede burgerij zo geslaagd samen te werken dat men een republiek wist te vestigen die het economisch voor de wind ging?

    • Resultaten uit het verleden
      Maar tegenwoordig zijn de kinderen allemaal heel anders. Wist je dat niet? Tegenwoordig is samenwerken ook heel erg moeilijk, want iedereen heeft ADHD en vroeger hoefde niemand met adhd-ers samen te werken. Die waren er namelijk niet. Nu wel, omdat de kinderen allemaal zo vreselijk slim zijn. Ze kunnen wel 10 dingen tegelijk. Hun hersens zijn namelijk heel anders. Dat weet je toch wel? Samenwerken met jezelf is al zo lastig. Doe je dat met jezelf in de rol van hang jongere, in de rol van hamburgerdraaier, in de rol van zuip je in coma feestbeest? En dan ook nog tegelijk 50 chanels of shit to choose from en MSNSMSHyvesSecondLife.
      Nou ja… laat maar.. ik word een beetje treurig avn dat gesamenwerk.

    • Hallo Fritzi,
      Mijn stelling

      Hallo Fritzi,

      Mijn stelling is niet dat vorengaande generaties niet konden samenwerken, maar dat het in ieder geval voor mijn doelgroep (potentiele dropouts) uiterst noodzakelijk is om, naast het leren van vaktechniek, ook te leren samenwerken. Ze worden anders uitgepoept, komen naast de samenleving te staan en ik ga ervan uit dat we dat niet willen. En ik ga ervan uit dat het niet productief is om groepen mensen naast de samenleving te laten staan,

      groet, Kees

      • Bij dit type leerlingen
        kan ik me wel voorstellen dat je nog meer dan op een andere school eensgezind moet optreden. Maar daarvoor hoef je geen wanden weg te halen!
        Op mijn school werken we ook binnen teams. Ik merk er in de praktijk echter helemaal niets van, behalve dat het veel meer vergadertijd kost. Geen verbetering, mijns inziens.

        • Bij ons gingen de wanden weg
          Bij ons gingen de wanden weg omdat de leerlingen in een helpdesksetting gingen werken. We bootsen een beroepssituatie na. Leerlingen leren om dienstbaar te zijn aan elkaar. Iedere leerling heeft een rol in die setting, iedere leerling heeft een vaste werkplek, iedere leerling overlegt met z’n collega’s. In mijn blog succesfactoren (Bibu-concept) wordt iets gezegd over de functies: gebruikers/leerlingen, receptie, frontoffice, backoffice. Elke functie stelt eisen en leerlingen worden aan de hand ervan beoordeeld. In zo’n setting zijn wanden alleen maar obstakels want als helpdesk doe je het met elkaar.

          Wanden weghalen, teamoverlag, vergaderen omdat iemand ergens anders dat bedacht heeft is natuurlijk zondetijd. Ook hiervoor geldt dat leren van binnen naar buiten gaat, dus als er geen drive is, als er geen visie is, als er geen wederzijdse dienstbaarheid nodig is vergaderen onnodig. Dat soort verplichte nummers woon ik niet bij. Zelf vergaderen we als team niet langer dan een uur per week. Het gaat bijna standaard over leerlingen en is doorgaans zinvol.

          groet, Colombe

          • Allemaal verplichtingen
            van bovenaf die gebracht worden als maatregelen om ‘de verantwoordelijkheden laag te leggen in de organisatie’. Helpdesksetting zou bij ons bij scrabble geen punten opleveren.

  6. Waarom zitten Bram en Corneille..

    …elkaar zo in de haren?
    Bram houdt van alleen en Corneille van samen.
    Moet toch kunnen?
    Ieder vogeltje zingt toch zoals ie gebekt is?

    • Re: Bram, Corneille en hun haren
      Het probleem is natuurlijk dat mensen als Bram en Corneille, die een hele andere kijk op onderwijs hebben, in de huidige mammoetinstellingen gedwongen worden hetzelfde te doen. Bram en Corneillen zouden beide gewoon op hun eigen kleine school moeten kunnen werken waar zij ‘hun ding’ kunnen doen. We controleren via centrale examens of ze de gewenste resultaten behalen. Als dit zo is, dan gaan ze hun verschillende gang maar. Als 1 van beide de gewenste resultaten niet haalt en de ander wel, dan moet degene die de resultaten niet haalt misschien wat van de ander proberen te leren.

  7. allergische reactie
    Bij de titel van deze draad kreeg ik acuut een allergische reactie. Dit is een letterlijk citaat van mij oude directeur. Bij hem had dit als consequentie: geen eisen aan individuen stellen en leve de (lage ) middelmaat.
    Dank U, het gaat nog niet zo best met mij.

    • Mijn oude directeur…
      …zei bij iedere aanstelling:” Ik stel U aan, omdat ik zeer onder de indruk ben van Uw CV.
      Ik geef U het volste vertrouwen en ik ga ervan uit dat U het beste van Uw kunnen aan Uw leerlingen overdraagt.”
      Dat werkte als een trein.
      Onze huidige directeur gaat uit van algeheel wantrouwen met het effect dat dat terugkaatst al een boemerang.

Reacties zijn gesloten.