acties in het HBO

Er is nu een actie gestart waarbij de mate van bureaucratisering gemeten wordt. Zie hieronder.

8 Reacties

  1. geen acties
    Geen acties? Is iedereen dan in slaap gesukkeld? Of is het allemaal maar geklets dat het niet goed gaat met het HBO?

    • Natuurlijk gaat het ook niet
      Natuurlijk gaat het ook niet met het HBO goed. Misstanden genoeg.Een paar voorbeelden: VWO-gediplomeerde met hart voor kinderen en onderwijs loopt na een paar maanden gillend weg van de pabo, want ontdekt een gigantisch laag niveau.
      MBO-ers zijn voor de meeste HBO-opleidingen toelaatbaar, b.v.met MTRO mag je CE gaan doen. OK, wiskunde gaat wel helemaal niet, maar misschien kun je met wat bijles (zelf betalen!)en een handige MC-strategie nog net een 5,5 halen. Is niet erg, want volgend jaar wordt er toch weer verder gesneden in de inhoud van de vakken; niet eens alleen in wiskunde (ondersteunend vak), maar ook in de hoofdvakken. Waarom geen actie op HBO-gebied door docenten? Waarvoor heb je drs voor je naam staan, als je alleen nog maar een truc mag aanleren om het resultaat van een bepaalde spaarvorm te berekenen?
      Het probleem is, dat het management zich bemoeit met de inhoud van de “leerstof”, en daar een ander (dus gewoon geen) inzicht in heeft.De vakdocenten hebben dat inzicht wel. Maar waarom houden die zich stil?

      • Vakdocenten houden zich
        Vakdocenten houden zich waarschijnlijk stil, omdat ze zich in het verleden, net zoals ik, bij weer de zoveelste onderwijsvernieuwing, kritisch hebben uitgelaten en gevraagd hebben naar de meerwaarde van de vernieuwing. Zij liepen daarbij tegen een muur van onbegrip op en hen werd te verstaan gegeven dat zij zowat de enigen waren die alweer tegen de vernieuwing waren. En dat was onacceptabel voor het management, je doet mee of je vertrekt maar. Ja, en daar wordt je natuurlijk wel even stil van.
        Als je dan ook nog eens bedenkt dat de student bij jouw ontslag helemaal niet gebaat is, dan houd je je stil en doet gewoon braaf mee. Stilzwijgend accepteer je dan maar dat jouw vak naar de achtergrond wordt geschoven en ga je je bezig houden met fenomenen zoals studieloopbaanbegeleiding, competentiebeschrijving, enquetes rollenspellen, studiedagen, enz.,zaken waar de gemiddelde vakdocent eigenlijk niet zoveel mee heeft.

        • En je uiteindelijk diep
          En je uiteindelijk diep ongelukkig voelen.
          De student is inderdaad niet gebaat bij jouw vertrek, maar ook niet bij een docent, die geen docent meer is. Jammer, dat je toen je dwars lag, geloofde dat je een van de weinigen was. Want je merkt nu, dat dat helemaal niet zo is. Is de klok nog terug te draaien door met alle dwarse docenten van jouw opleiding tegelijk iets te ondernemen? Je kunt volgens mij op de steun van de afnemers (bedrijfsleven?) rekenen. Proberen, in het belang van de studenten,de komende generatie. Sterkte.

          • Helaas is het te laat om de
            Helaas is het, denk ik, te laat om de klok terug te draaien.
            De meeste “dwarse collega’s ” zijn ofwel vervroegd met pensioen gegaan ofwel zijn iets anders gaan doen ofwel hebben het moede hoofd in de schoot gelegd. Zij ontdekten dat het nagenoeg onmogelijk is om een kudde op hol geslagen olifanten te bewegen een andere richting in te gaan.
            De collega’s die ons verlaten hebben zijn daarbij vaak niet eens vervangen door een andere, nieuwe collega. Men heeft nl. bedacht dat onderwijs best wel goed gaat als er geen docenten bij zijn. Ja, ja. Soms vindt men dat wel een beetje gortig en zet men dan iemand in die bij personeelszaken overbodig was geworden, zo iemand is nl. breed inzetbaar . Dat zo iemand maar zeer weinig bagage heeft op bepaalde vakgebieden deert daarbij kennelijk niet.
            Laten we hopen dat eens het verstand weer gaat zegevieren en het goede van het oude systeem en het goede van het nieuwe systeem elkaar vinden. Ik heb de hoop dat dit binnen niet al te lange tijd gaat gebeuren.

  2. Natuurlijk zijn er nu nog
    Natuurlijk zijn er nu nog geen acties, laten we (a) de politici die de BON welgezind zijn aansporen de politieke trom te roeren (b) congressen over competentiegericht leren en alles waar het woord “competentie” in voorkomt, boycotten of met kritiek overladen, (c) wachten tot we ongeveer een status hebben als nu de (nalatige) onderwijsbonden voordat we meteen op het matje worden geroepen. In vergaderingen en besprekingen kunnen we wel de competentieballon doorprikken en ons niet laten afschepen met het afgezaagde verhaal dat onderzoek heeft uitgewezen dat je meer leert van projectmatig kennis opzoeken en meteen toepassen dan het leren uit een boek en naar een leraar voor de klas luisteren. Hoe prik je dat door? In al die onderzoeken worden beider resultaten in de vorm van toetsresultaten vergeleken. Een saaie droogkloot vertelt dan een nog saaier verhaal en leerlingen die niet luisteren of met propjes schieten, krijgen strafwerk. Een project over dinosaurussen, gegevens op te zoeken op Internet en in AO-boekjes, levert direct na het project inderdaad meer kennis op. Zo ongeveer gaat dat dan. Niets bevordert de zelfwerkzaamheid méér dan een docent met een boeiend, interactief verhaal die empathie vertoont met de leerlingen/studenten. Dat is al drieduizend jaar zo, en daar verandert geen minister of onderwijskundige (door managers in het leven geroepen / gestuurde studierichting met door het management bepaalde professionele comp….) iets aan.

    • Wat er mis is in het HBO
      Ook ik herken de karikaturale beschrijving van het oude klassikale onderwijs – volledig fout – tegenover het competentiegericht onderwijs – dé oplossing voor alle problemen.
      Hoe zit het nu echt?
      Ik werk sinds het eind van de jaren ’80 in het (economisch) HBO en heb het volgende zien gebeuren. Toen ik begon, hadden de studenten zo’n 30 uur les in de week. De vakken werden naast elkaar gegeven. Er waren geen projecten. Inderdaad was het voor de studenten moeilijk om te zien waar ze nu in de praktijk voor werden opgeleid.
      Langzaamaan werden er projecten ontwikkeld, waarin de theorie werd toegepast en vakken werden geintegreerd. Ook kwam er meer aandacht voor de persoonlijke ontwikkeling van de student, in de vorm van trainingen. Deze onderdelen kwamen in de plaats van een aantal traditionele colleges.
      In mijn ogen werd het optimum bereikt in de tweede helft van de jaren ’90. Studenten hadden nog ruim 20 colleges in de week, waarin vakkennis werd aangeboden, en leerden deze kennis ook toe te passen.
      Toen kwam het competentiegericht onderwijs. Docenten hebben nooit begrepen waarom: we bereidden de studenten immers al lang voor op hun toekomstige beroep, en leerden ze daarvoor de vaardigheden aan die ze nodig hadden. Waarom we die vaardigheden nu opeens competenties moesten gaan noemen, en eindeloos moesten beschrijven wat we nu eigenlijk deden, ontging ons. Erger werd het, toen – onder het mom van competentiegericht onderwijs – we steeds meer college-uren moesten inleveren: van 20 naar 16 naar 12. Ook de leerlijn per vak verdween: al het onderwijs moest ten dienste staan van het project van die periode. Niet voor niets geven we geen colleges meer, maar Flankerend Onderwijs. Tenslotte ging ook het mes in de toetsen. Deze moesten worden geintegreerd. Gevolg: in plaats van de 5 of 6 toetsen per periode hebben we er nu nog maar 2. We kunnen nu niet meer eisen van de studenten dat ze een bepaald vak beheersen; ze kunnen hun zwakke punten binnen de geintegreerde toetsen immers altijd compenseren!
      Ergo, competentiegericht onderwijs (of in ieder geval de manier waarop dit tegenwoordig op vrijwel alle hogescholen wordt toegepast)gaat ten koste van de kwaliteit.

  3. Bureaucratiemeter
    Er loopt nu een actie waarbij ruwweg bepaald wordt hoeveel onderwijsgeld naar de bureaucratie gaat. Gebruik de bureaucratiemeter voor uw eigen school of afdeling.

Reacties zijn gesloten.