Ons lidmaatschap van de SBL is al geruime tijd onderwerp van discussie binnen onze vereniging, en terecht, want naar BON-maatstaven gemeten is SBL geen onproblematische stichting. Lees verder …
De laatste week is deze discussie weer opgelaaid, en wel naar aanleiding van nieuwe ontwikkelingen rond de SBL. Daarbij valt het mij op dat er door verschillende partijen een voorstelling van zaken wordt gegeven die geen recht doet aan de werkelijkheid, of althans wat ik daarvan heb meegekregen.
Ik zie mij daarom genoodzaakt hier een korte uiteenzetting te geven van mijn visie op de ontwikkelingen rond SBL, te meer omdat ik de laatste twee vergaderingen van het SBL-bestuur in eigen persoon aanwezig was en daar BON heb vertegenwoordigd. Aanstaande zaterdag, 27 februari, zullen we deze kwestie nog bespreken op de ALV, maar gezien de recente ontwikkelingen – en het eminente belang daarvan – is het goed om als voorzitter mijn positie duidelijk te maken binnen de huidige discussie.
De laatste twee vergaderingen van SBL waren in die zin bijzonder dat daarin het voortbestaan van SBL op het spel stond. Om die reden heb ik aan deze vergaderingen deelgenomen en een substantiële rol gespeeld in het verloop daarvan waarvoor ik dan ook de volle verantwoordelijkheid neem. Ik heb op die vergaderingen duidelijk gemaakt dat voor BON een verdere deelname aan SBL in zijn huidige vorm geen zin meer heeft. Er zijn in het verleden dingen gebeurd die niet stroken met de doelstellingen van onze vereniging, de kwestie van het lerarenregister lijkt zich in een verkeerde richting te ontwikkelen (het competentiejargon gaat een eigen, hoogst ongelukkig leven leiden) en zou gezien het belang van andere problemen niet zo’n dominante plaats dienen in te nemen op de SBL-bestuurstafel enzovoorts.
De slotsom van de eerste vergadering was dan ook dat het roer van SBL om moest, dat we een nieuwe duidelijke missie dienden te formuleren die breder was dan het register alleen en dat er eigenlijk een andere vorm van samenwerking nodig was. Het bleek bovendien dat het ministerie bij monde van directeur Leraren Hans van der Vlught groot belang hechtte aan de totstandkoming van een organisatie die tegenwicht zou kunnen bieden aan de werkgevers (de raden) met hun eigen belangen. Ambitie vanuit het ministerie was dan ook dat via SBL de agenda van het rapport Leerkracht van Rinnooy Kan vorm zou kunnen worden gegeven.
In de daarop volgende vergadering is een voorstel van het ministerie besproken dat naar mijn oprechte mening een nieuwe kans biedt voor de toekomst. De SBL houdt in zijn huidige vorm op te bestaan en wordt omgevormd tot een platformorganisatie of een soort corporatie, waarbij de leden zelfstandig blijven, maar verantwoordelijk worden voor hun gemeenschappelijke agenda. Wat in die agenda komt te staan, bepalen zij zelf. Het ministerie gaat leraren bekostigen die vanuit die verschillende organisaties werkzaamheden verrichten in het kader van deze platformcorporatie. Daarmee zouden de vakverenigingen nu voor het eerst financieel ondersteund worden door de overheid; dat zou ook voor deelnemers vanuit BON-gelden, waarbij ik overigens voor mezelf uitdrukkelijk geen rol zie weggelegd. Ik heb andere dingen te doen.
Tijdens het overleg heb ik een vrij actieve rol gespeeld, omdat ik van mening was dat er mogelijkheden lagen. Het ministerie onderkende dat de SBL in zijn huidige vorm draagvlak miste onder veel leraren en men was bereid tot verregaande concessies. Zo was binnen deze structuur mogelijk dat de vakverenigingen zelf het register voor hun eigen domein in handen zouden hebben. Ik geloof echt dat de boodschap van BON en de rapporten Dijsselbloem en Rinnooy Kan zijn doorgedrongen tot het ministerie, dat men de noodzaak ziet om de positie van de leraar en docent sterker te maken dan nu het geval is. Daarom was ik de mening toegedaan dat we dit nieuwe verregaande voorstel, waarin zelfs sprake was van de bereidheid van SBL tot een mea culpa over gemaakte fouten, een kans dienden te geven. Van de totstandbrenging van een grote beroepsvereniging was nu juist geen sprake, ook niet wat het register betreft. Daarbij heb ik bovendien gezegd dat indien wij binnen een termijn van een half jaar zouden merken dat alles weer dezelfde kant op zou gaan als voorheen wij alsnog uit SBL zouden stappen. Bovendien moest mijn besluit nog worden bekrachtigd door de ALV.
Wat mij in dit geheel het meest verbaast, is de opstelling en handelswijze van het Platform VVVO in de persoon van voorzitter René van de Kraats. Ik begreep zijn wantrouwen jegens SBL, jegens het ministerie, jegens de bonden en jegens de hele wereld. Tijdens beide vergaderingen heb ik daarvoor ook begrip proberen te kweken bij die partijen en ik geloof zelfs dat me dat tot op zekere hoogte nog gelukt is ook. Lange tijd ging ik ervan uit dat met name BON en het Platform VVVO in hoge mate vergelijkbare belangen en opvattingen hadden, zodat we binnen SBL en die toekomstige platformorganisatie een sterke partij zouden kunnen vormen. De laatste dagen heb ik helaas moeten constateren dat het Platform VVVO – of in ieder geval René van de Kraats – daar geen enkele behoefte aan heeft. Dat is niet zozeer persoonlijk, maar wel voor de zaak van Beter Onderwijs Nederland een pijnlijke aangelegenheid.
Om de waarheid te zeggen, ben ik momenteel mijn vertrouwen kwijt in iedere vorm van samenwerking met het Platform VVVO onder leiding van René van de Kraats. Het lijkt mij van belang u daarover in kennis te stellen.
De laatste dagen hebben mij namelijk van verschillende kanten berichten bereikt waarin hij zaken vertekend weergeeft, voorstellen verdraait en zelfs pertinente onwaarheden vertelt over het verloop van deze vergadering en mijn rol daarin. BON-bestuursleden ontvangen van zijn hand mails waarin hij mij zwart maakt en stelt dat ik met mijn voorlopige instemming met het voorstel voor de opheffing van SBL en vorming van een nieuwe platformorganisatie – die overigens nog door de leden moet worden goedgekeurd – er waarschijnlijk op uit ben een riant baantje in die nieuwe organisatie te bemachtigen. Mensen dicht bij het bestuur krijgen van zijn hand verslagen van de vergadering toegestuurd die hen ertoe moeten aanzetten om tegen hun voorzitter in het geweer te komen enzovoorts.
Als klap op de vuurpijl is afgelopen dinsdag uit het niets Presley Bergen benaderd door Sjoerd Slagter van de VO-raad met de vraag wat hij, BON dus, vond van het lerarenregister. Deze poging van Sjoerd Slagter is op z’n minst merkwaardig te noemen omdat voor alle partijen duidelijk is dat ik aanspreekpunt ben op dit dossier en niet Presley Bergen.
Wat is namelijk het geval; zoals René van de Kraats zich tijdens de vergadering even liet ontvallen, is hij van plan om het register samen met de VO-raad te beheren. Daarvoor is hem door Sjoerd Slagter ook nog eens 400 euro per leraar in het vooruitzicht gesteld, zo meldde hij tijdens de vergadering. Ik heb hem tijdens de vergadering openlijk gezegd dat mij dit uitermate onverstandig leek en ik herhaal dat hier nogmaals. Zodra men namelijk financieel afhankelijk wordt van een organisatie, dan gaat men al snel naar de pijpen daarvan dansen; bijt niet de hand die je voedt zo luidt immers het spreekwoord. En wat er gebeurt met de kwaliteit van het leraarsberoep zodra werkgevers daarover de scepter kunnen zwaaien hebben we mogen aanschouwen in het middelbaar en hoger beroepsonderwijs. De VO-raad moet op geen enkele manier een rol gaan spelen in dit register – en je moet er al helemaal niet financieel afhankelijk van worden.
Om die reden heb ik hem ten sterkste afgeraden dit spoor te bewandelen; ik vind het eerlijk gezegd onvoorstelbaar dat het Platform VVVO een dergelijk stap zet. Ik ben overigens ook bereid dat standpunt nader toe te lichten en duidelijk te maken waarom mij het nieuwe platform een veel verstandigere keuze lijkt. Zeker als wij daar samen onze stem in laten horen. Vooralsnog lijkt de verdeel en heers-politiek van de VO-raad succesvol en nu zelfs de verhouding tussen het Platform VVVO en BON te bepalen.
Wel begrijp ik nu goed waarom de VO-raad zich met BON-zaken begint te bemoeien en er wordt geprobeerd verdeeldheid in onze gelederen te zaaien. Laat ik nu ook maar het volgende op tafel leggen: afgelopen jaren is een aantal maal geprobeerd BON uit SBL te zetten. Mark Peletier weet er alles van; ik ben er inmiddels achter dat ook hier het Platform VVVO onder leiding van René van de Kraats achter zat. Waar was dat voor nodig? We delen nog wel in hoge mate dezelfde doelen. Ook Mark Peletier heeft zich de afgelopen jaren uitdrukkelijk als een verdediger van de vakvereniging opgeworpen, ook waar het gaat om het register. Als je dergelijke vrienden hebt, heb je inderdaad geen vijanden meer nodig.
Het is mij eens te meer duidelijk dat inderdaad de overheid de regie over het onderwijsveld moet hernemen. Wat een tijd en moeite worden er verspild met dit soort gekonkel en machtsspelletjes.
En wat ben ik blij dat ik voorzitter ben van BON en met dit BON-bestuur mag samenwerken; met deze mensen tussen wie het vertrouwen zo groot is omdat we vanaf het eerste uur dezelfde zaak dienen. Iedereen heeft mij dan ook meteen van alles op de hoogte gesteld, mailtjes werden gewoon doorgestuurd en ’s middags en ’s avonds werd er weer even bijgepraat.
Ik houd er niet van om zo op de persoon te spelen en uit de school te klappen, maar gezien de ontwikkelingen van afgelopen week, kan ik niet anders. Daarmee hoop ik in ieder geval op de ALV een zakelijk gesprek over BON en de toekomst van SBL te kunnen voeren. En wat mijn verdere carrièreplannen betreft, voor wie het nog niet wist; ik heb een hekel aan besturen en zeker aan betaalde bestuursbaantjes – mede daarom bestaat BON!
Met vriendelijke groet en tot zaterdag
Ad Verbrugge
Update 26 februari 2010
Omdat ik hecht aan een juiste beschrijving van de gang van zaken het volgende: Medebestuurslid Joost Hulshof heeft mij per email een passage doen toekomen, uit de verslaglegging van het gewraakte SBL-overleg dat door Van de Kraats naar het Platvorm is gestuurd. Dat was mij niet duidelijk. Dit document is via Gerard Verhoef en ons secretariaat bij Joost Hulshof terecht gekomen. Hij is dus niet direct door Rene van de Kraats benaderd zoals ik hierboven stel – nogmaals expliciete navraag bij Joost heeft mij dit geleerd. Des te erger dat nu dus kennelijk zijn gehele achterban zo over BON en mijn persoon wordt ‘ingelicht’.
Ad Verbrugge
Zo werkt dus
pruttelen en polderen.
machtspelletjes
Tja wat zou het “leuk” zijn geweest als machtspelletjes BON had doen splijten. Maar nu oprechtheid in BON blijkbaar een groot goed is, moet dat wel een teleurstelling zijn voor die VOraad. Vraag is hoeverre eet Platform VVVO onder leiding van Rene van de Kraats uit de hand van VOraad?
Corruptie fraude of smeergeld of allemaal?
“Wat is namelijk het geval; zoals Rene van de Kraats zich tijdens de vergadering even liet ontvallen, is hij van plan om het register samen met de VO-raad te beheren. Daarvoor is hem door Sjoerd Slagter ook nog eens 400 euro per leraar in het vooruitzicht gesteld zo meldde hij tijdens de vergadering.”
1. Waar haalt de VO-raad het geld vandaan om zo een voorstel te doen.
2. Is dit nu corruptie, fraude, omkoperij of gewoon snoeverij
3. Weet de staatsecretaris hiervan en zo ja kunnen hier dan kamervragen over gesteld worden ( kom er maar in Jasper)
4. Misschien moet Sjoerd nu eens duidelijk maken uit welke geldbronnen de VO-raad zoal kan putten, dit is alles bij elkaar geen klein bier.
5. Sjoerd blijkt niet zo integer te zijn als dat hij zelf aangeeft. Kan je je voorstellen wat een zootje het is bij die bestuurderen die in de VO raad zitten ( met OMO) op kop
alles is voor geld te koop
behalve BON
Laat dat de boodschap maar zijn aan de VOraad.
SBL
Dit is niet om te lachen. Een lerarenregister in handen van de VO raad. Tegen een vergoeding van vierhonderd euro. Het is Gogols Dode Zielen voorbij. De paradox is dat de strijd om autonomie een steeds sterkere inkapseling bewerkstelligt. Da’s dan wel weer leerzaam.
Dat veronderstelde medestanders zich plots ontpoppen als vijfde colonne mag minder verbazing wekken. Tichelaar, Terpstra, ze maken de dubbele rietberger moeiteloos
Bizar
De conclusie is inderdaad duidelijk.
Inderdaad is de strekking helder uit Leerkracht dat de Beroepsverenigingleraren de positie van leraren moet versterken en dus een tegenwicht moet bieden tegen het monopolie van de Raden.
Ik neem aan dat het Ministerie duidelijk zal zijn dat na deze poging tot om- en opkoping, er met steun van Den Haag actie moet worden ondernomen om de positie van leraren te redden.
Bovendien is het nodig om de verschillende vakverenigingen goed te informeren. Ik zal dat doen bij de mijne.
Vakwerk!
Complimenten voor het ‘uit de school klappen’ van Ad Verbrugge. Het is toch godgeklaagd (of allahgeklaagd, kan mij het schelen ….. ) dat een VVVO en een VO-Raad op deze manier met de belangen van de Nederlandse docenten omgaan. En zoals al terecht wordt gevraagd: waar haalt de VO-Raad dan wel die 400 Euro *per docent* vandaan? Precies, van de belastingbetaler. En bedankt, meneer Slagter.
Mogelijk komt op de ALV deze onverkwikkelijke materie ook de politiek ter ore. Dat kan nog een leuk item worden als er weer een kabinet is!
geen machtsblokken
Docenten moeten geen machtsblok vormen tegenover de raden. Het kost enorm veel tijd, energie en geld, bovendien erken je daarmee de raden. Raden die zijn ontstaan omdat de overheid zich terugtrok en een vacuum achterliet. Deze raden zijn ondemocratisch, oncontroleerbaar, niet transparant en vragen een enorme bijdrage van de aangesloten scholen. Zij hebben de taak van het ministerie overgenomen en zij bepalen hoe onderwijs in Nederland verzorgd wordt. Dit beleid heeft de laatste jaren m.n. in het HBO en het MBO tot een enorme kaalslag geleid; docenten zijn massaal vervangen door goedkopere instructeurs en onderwijs-assistenten. Zelfstandig leren met tientallen tegelijk onder toezicht van een lokaalbeheerder. Het geld dat bedoeld was voor het onderwijsproces is gaan zitten in managementlagen en raden.
Het ministerie moet de regie weer in handen nemen en dat kan heel eenvoudig:
– haal de salarissen voor onderwijzend personeel uit de lumpsum en eis dat er weer bevoegde docenten voor de klas staan. Hiermee krijgt de docent een aparte status en kan het ministerie de positie van de docent herstellen (BON-status).
– als het ministerie de regie weer in handen heeft kunnen de raden en andere managementlagen (leemlagen) opgeruimd worden. Het vrijkomende geld kan gebruikt worden om:
– het docenten-tekort eindelijk eens aan te pakken
– de grootschaligheid terug te dringen
– een deel mag, wat mij betreft, ingezet worden om te bezuinigen.
We zullen beter onderwijs krijgen voor minder geld.
De realiteit onder ogen zien (maar niet goedkeuren)
De raden (PO-raad, VO-raad, MBO-raad en HBO-raad) zijn een realiteit. Het staat schoolbesturen *natuurlijk* vrij zich te verenigen. Opgeheven zullen ze daarom niet worden. En zolang bij OCW zowel van linker- als rechterzijde een neoliberale wind waait (‘governance’), zullen deze raden talrijke bevoegdheden hebben en houden.
Ik zie OCW voorlopig niet van die neoliberale koers afwijken, welke coalititie en welke bewindslieden in het komend decennium ook de scepter zwaaien.
Ik geloof ook niet dat OCW iets wil doen aan de financiering van die raden. Ik ken geen partij die van de lumpsum af wil, of die de raden meer beperkingen wil opleggen aan de uitgaven.
Omdat die raden voorlopig een realiteit zullen zijn, hoe hoog of laag BON ook springt, kunnen we die realiteit maar beter erkennen – wat iets totaal anders is dan goedkeuren – en zorgen dat er effectieve tegenkrachten ontstaan.
Jij stelt voor dat OCW zelf een tegenkracht vormt, doordat ze de salarissen weer in eigen beheer nemen. Anderen stellen voor dat OCW de uitgaven voor het ‘primaire proces’ normeert. Of dat OCW het budget voor nascholing aan de docenten ter beschikking stelt i.p.v. aan de schoolbesturen.
Ik ben het er allemaal mee eens, maar het lijkt me realistisch dat dit niet van vandaag op morgen gaat gebeuren omdat BON er om vraagt.
Bedenk dat ‘geld weghalen bij de raden’ niet kan. De contributies worden immers uit de lumpsum betaald, en daarover beschikken de besturen zelf.
Wel vraag ik me af waarom het redelijk zou zijn dat bestuurders zich wél van belastinggeld verenigen en hun verenigingswerk in door de belastingbetaler vergoede tijd uitvoeren, en leraren niet. Mij lijkt OCW te overtuigen van de onredelijkheid daarvan.
Ik zie daarom geen realistisch alternatief voor het creëren van een of meer tegenkrachten tegenover de raden. Hoe dat moet, één grote lerarenvertegenwoordiging of verdeeld naar sectoren, valt nader te bezien.
Ongrondwettelijkheid in de BON-acties opnemen
Dat het inofficiële Ministerie van Onderwijs, de verzamelde Onderwijsraden, besluiten kunnen nemen die ze kunnen opleggen aan alle scholen, is wat sommige besluiten betreft, in strijd met minstens de intentie van de Grondwet. Ik denk dat BON niet na moet laten om deze boodschap te tamboereren. De Grondwet staat afwijkende manieren van onderwijs geven toe. Het opleggen van Competentie Gericht Onderwijs door de raden maakt dat onmogelijk en de overheid blijft er voor verantwoordelijk dat dat recht niet geschonden wordt. BON moet de politieke partijen aansporen zich over deze quaestie te uiten. “Oud-Nederlandse tolerantie, onderwijspacificatie en ouderrechten zijn woorden die weer frequent te horen moeten zijn.
Seger Weehuizen
typerend
Mijn complimenten voor de manier waarop dit naar buiten is gebracht. Het komt op mij zeer integer over. Het is een heel triest verhaal, Ad. Maar eigenlijk moeten we heel blij zijn dat dit nu gebeurt. Wat staat beschreven is precies wat velen hebben aangegeven. Hier heb je nu precies een verhaal zoals dat gebruikelijk is in onderwijsland. Compleet met stoken en proberen op te zetten tegen. Hoe kan het verhaal nog mooier illustreren wat er mis is en wat de praktijken zijn, instrumenten die worden gebruikt om macht te verkrijgen. Hoe kan het nog mooier dan dat dit ook nog gepaard gaat met € 400,-euro pp voor……..Integere en capabele managers hebben m.i. deze praktijken niet nodig. Mijn idee is het dat dit alles tentoon spreidt wat je maar zichtbaar kunt krijgen. Ad, hoe vervelend ook om dit te ervaren, BON krijgt dit wel in de schoot geworpen. Hoe duidelijk is het welk geld hier een rol speelt. Hoe duidelijk is het de achterbakse manier waarop wordt gehandeld. Welke bejegening zou een overloper te wachten hebben gestaan? In deze manier van handelen past echt niet “respect”.
Ik heb de wens dat dit verhaal op grote schaal bekend wordt en dat de politiek hier iets mee gaat doen.
Lerarenregister…
Ik heb me al eerder tegen het lerarenregister verzet en duidelijk aangegeven waar het toe zou leiden.
Lastig
Wat een complex en lastig verhaal. Ik moest allereerst al eens opgoegelen wat de VVVO is en ik vroeg me af waarom ik daarvan nog nooit gehoord heb. Juist bij dit gekonkel is het allemaal moeilijk na te vertellen. Het fijne snap ik dan ook niet helemaal.
Klopt dit?
– Er was kritiek op de Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL) zowel buiten als binnen deze club, waarin ook BON een vertegenwoordiger heeft (Eerst Mark, nu Ad)
– Er waren plannen dat het anders zou moeten (hoe is me niet erg duidelijk)
– Eerst leek men het daarover eens, maar plotsklaps blijkt de VVVO (een verzameling van beroepsverenigingen per vak, uitsluitend voor het Voortgezet Onderwijs) met een ander idee bezig te zijn: zij willen een lerarenregister gaan beheren samen met de werkgeversvereniging voor het Voortgezet Onderwijs (de VO-raad)
– De vertegenwoordiger van het VVVO (René van der Kraats) begint nu te manipuleren en te konkelen en probeert diverse mensen (waaronder de BON-bestuurders) tegen elkaar uit te spelen.
Het gaat overigens neem ik aan niet alleen over de erkenning van leraren in het VO, maar ook het MBO, het HBO en misschien ook wel het Primair en speciaal onderwijs…….?????
Behalve de reeds opgeworpen vragen is voor mij de belangrijkste vraag of het bestuur nu al heeft nagedacht hoe uit deze impasse te komen.
– Inschakelen van ‘de media’ via goede journalisten of via ingezonden brieven
– Een rel trappen binnen de SBL, goedkeuring van de ALV is al binnen (vorig jaar)
Wat kan BON doen om de dreiging af te wenden, of moeten al die diverse lerarenclubjes ingeschakeld worden via een goede brief? (Raar trouwens dat er voor sommige schoolvakken meerdere vakverenigingen zijn).
Of is dit weer zo’n ontwikkeling waaraan niemand iets kan doen, zelfs BON niet?
Jammer dat dit trouwens publicitair gezien dwars door het Deltaplan heen komt.
De soap nader beschouwd (1)
Ik heb geen nabije kennis van de oorzaken van de persoonlijke vendetta’s in deze kwestie en die hebben ook niet mijn eerste interesse. Die heeft de zaak zelf: actuele ontwikkelingen rond het oprichten van een orgaan dat leraren zou moeten vertegenwoordigen in het politieke beleidsveld en in contact met de werkgevers.
Het belang van dat laatste lijkt me evident, en ook evident in het perspectief van BON-standpunten. Hoe legitiem of abject ook de gronden voor gekoesterde wrok, van wie dan ook, jegens wie dan ook; we moeten het kunnen opbrengen de zaak zelf kritisch en met de nodige distantie onder ogen te blijven zien. Het kan niet zo zijn dat moedwil en misverstand in dit dossier de boventoon voeren of de uitkomst beslissen. Daar is de zaak te belangrijk voor.
Ik zie grofweg vier hoofdrolspelers:
1. de overheid (OCW);
2. leraren (drie vakbonden, het PVVVO (de vakverenigingen van vo-leraren), BON als lobbygroep met de belangen van goed onderwijs dus van goede leraren op het oog);
3. SBL (een stichting met hoofdzakelijk niet- en niet-praktiserende leraren in de gelederen, dat zich ruim een decennium prettig gesubsidieerd heeft beziggehouden met standaarden voor de beroepskwaliteit van leraren;
4. de werkgevers (aan de zijlijn, maar reuze geïnteresseerd en graag met vingers in deze pap: VO-raad en andere raden, Sjoerd Slagter).
Philippens wees ons al op een OCW-voornemen uit het Actieplan Leerkracht, daterend van twee jaar geleden, om SBL per onmiddellijk om te vormen tot een algemene beroepsvereniging van leraren. Leraren in het bestuur, individuele leraren als leden, met de belangenbehartiging en kwaliteitsbevordering van heel onderwijsgevend Nederland tot taak, intern eventueel naar sectoren verdeeld.
De soap nader beschouwd (2)
Met dat plan heeft SBL geen haast gemaakt. De bestaande SBL is haar eigen gang gegaan, heeft nieuwe bestuursleden uit het veld opgenomen, waaronder ’the usual suspects’: drie vakbonden en een vertegenwoordiger van de vakverenigingen. Snel daarna trad ook BON toe. Maar leraren konden geen verenigingslid worden of aan het stuur plaatsnemen. In plaats van zich om te vormen tot een echte beroepsvereniging “voor en door leraren” heeft SBL zich onder dat motto gestort op het project “beroepsregister”. Ik heb daar soms over bericht in dit forum, met een mengeling van afkeer, verontrusting, en pogingen om de kans op een gunstige uitkomst in te schatten. Ook Mark Peletier heeft als insider niet mis te verstande berichten afgegeven.
Met de keuze voor dat register toonde SBL een kokervisie, want er zijn wis en drie wel andere lerarenbelangen te dienen, zoals ook Ad terecht stelt. Daarbij liet SBL zich leiden door de eigen discutabele opvattingen over wat ‘goede leraren’ zijn (‘de zeven competenties’) en stelde in het contact met de vakverenigingen voorop dat ‘alle neuzen dezelfde kant op’ zouden staan en er van alles afgestemd, overeengekomen en gecoördineerd moest worden. Qua beroepsregister mochten vakverenigingen zelf keuzes maken – als die maar pasten bij de ideeën van de rest en de kaders gesteld door SBL, die ook de geldkraan bediende. Met een allesoverkoepelend lerarenregister wilde SBL scoren, naar het veld toe, en naar de opdrachtgever OCW toe. Hier was geen onafhankelijke lerarenvereniging aan de gang, maar SBL-hobbyisten.
Ad schrijft hier dat hij SBL onlangs de wacht heeft aangezegd en er met de eerste drie hoofdrolspelers gezocht is naar een nieuwe vorm voor SBL, die meer werk zou maken van een echt lerarenvertegenwoordigend orgaan in de lijn van Rinnooy Kan en Actieplan Leerkracht, en daardoor natuurlijk ook in de lijn van de BON-standpunten. Die lijn heeft ook de steun van OCW. Dat vind ik op zich een heel goede zaak.
De soap nader beschouwd (3)
De hamvraag is nu of het ter tafel liggende voorstel verstandig is: spoort het middel met de doelen?
Het samenwerkingsorgaan kent vijf deelnemers: drie vakbonden, PVVVO en BON. Ad geeft aan dat deze vijf ‘zelfstandige leden’ samen hun agenda bepalen. Als er in het kader van die agenda werk wordt verzet – door leraren vanuit deze vijf zelfstandige organisaties, lees ik – wil OCW dat financieren. Ook de zeggenschap over het register – een precair punt omdat het zowel kansen als bedreigingen met zich meebrengt – zou dan in handen van het collectief zijn.
Laat dit een duidelijke stap vooruit zijn vergeleken met de huidige situatie, ik heb er ook zorgen bij. Ten eerste ligt dit collectief van vijf zelfstandige rechtspersonen (drie bonden, en twee verenigingen) niet in de lijn van Rinnooy Kan en het Actieplan Leerkracht. Individuele leraren kunnen er bijvoorbeeld geen lid van worden, of zich kandideren voor het bestuur. Dat kan alleen door lid te worden van een van de vijf aangesloten leden van het collectief, dat in het oog van OCW alle leraren van Nederland representeert (vakbonden dekken in theorie alle onderwijssectoren). Maar er zijn ook wiskundigen met een hekel aan AOB en NVvW. En van de ca. 9.000 leraren Nederlands is slechts 5% lid van de vakvereniging. Het collectief representeert vijf ongelijksoortige, incomplete achterbannen.
Ten tweede zie ik een risico in de getalsverhouding tussen drie vakbonden (AOB, CNV, CMHF) en BON, met of zonder PVVVO. Die lijkt me slechts ontstaan door de toevallige beschikbaarheid van een aantal voor SBL beschikbare bestuurskandidaten twee jaar geleden, toen LIA nog niet bestond en toen er, net als nu, geen vertegenwoordigend orgaan van po-, mbo- of hbo-docenten was. Het lijkt mij niet goed als de drie bonden, die steun verleenden aan menig onderwijs- en organisatievernieuwing, straks de agenda zouden domineren.
De soap nader beschouwd (4)
Ad schrijft dat BON er altijd nog kan uit stappen als de ontwikkeling binnen SBL-nieuwe stijl niet bevalt. Maar wat dan? Wat laat BON dan achter, dat mede door BON mogelijk is geworden? Politiek is niet voor bange mensen, maar vaak wel voor voorzichtige mensen die een paar zetten vooruit schaken. En ik zou ongaarne zien dat OCW voor inhoudelijk overleg over het lerarenbeleid-in-de-breedte zich binnenkort slechts tot een conglomeraat van de drie bonden hoefde te richten, die OCW ook nog eens subsidieert voor het mooie werk dat zij als ‘het’ lerarenvertegenwoordigend orgaan verrichten.
Dan is er nog de dubieuze status van SBL. Ad schrijft dat die de facto wordt opgeheven. Tegelijk sluit het reëel bestaande SBL momenteel met de vakverenigingen convenanten, waarbij die verenigingen juridische verplichtingen aangaan bij het zich committeren aan het lerarenregister. Dat vind ik verbazingwekkend: met wie sluiten die vakverenigingen die convenanten dan, als het SBL straks niet meer bestaat? Wie is de rechtsopvolger, of blijft SBL als ‘huls’ toch bestaan? Hoe ‘leeg’ is die huls dan, of bekleedt OCW deze ‘uitvoeringsinstantie’ toch nog met de nodige bevoegdheden? Die onzekerheid maakt dat ik mijn zegen er niet zomaar aan geef.
De soap nader beschouwd (5)
Natuurlijk, vooruit denken. Voor een sterkere vertegenwoordiging van leraren is veel nodig. Kernwoorden zijn vertrouwen (van het veld in het orgaan), daardoor draagvlak en massa (waarbij sympathiserende leraren ongehinderd kunnen aansluiten), wijsheid en kritisch overleg (bij het bestuur t.a.v. de belangenbehartiging en kwaliteitsbevordering) en mate van onbaatzuchtigheid (dus geen eigenbelang en achterbanpolitiek). Er moet ruimte zijn voor het dienen van deelbelangen (mbo-docenten, eerstegraders, bevoegden zonder aanstelling etc.) maar ook moed om knopen door te hakken en niet altijd de weg van de minste weerstand te kiezen (onbevoegdheid ruim baan geven, allerhande bezigheden opvoeren als ‘scholingsactiviteiten’ etc.).
Ik ben er lang niet zeker van dat de voorgenomen opzet die voorwaarden het beste vervult. Om dat nader te bepalen, is een open en kritische discussie nodig, waarvoor OCW de deelnemers nauwelijks tijd gunt: over twee weken moet de boel beklonken zijn. Voor zo’n belangrijke beslissing vind ik die termijn bijzonder kort. Natuurlijk, het gaat om intentieverklaringen en nadien kan nog van alles besproken en geregeld worden, maar ook bij een intentieverklaring moet je weten waarom en waartegen je ‘ja’ zegt.
Omdat BON en de PVVVO veel standpunten en belangen delen, is een productief overleg tussen deze twee partijen vele malen nodiger dan het schisma dat nu dreigt te ontstaan. Het lijkt me goed als de partijen bereid zijn om meer menskracht vrij te maken voor dit belangrijke dossier, zodat BON en PVVVO elkaar op zakelijk vlak weten te vinden voor dat productieve en strategische overleg. De kwestie is er belangrijk genoeg voor.
En de nachtmerrie van Sjoerd heet BON
VVVO en BON op een lijn dat klinkt logisch. Bij de ene staat de vakgroep centraal en bij de andere de vakdocent. Klaarblijkelijk begint het register te leven. Voor Sjoerd is het vooral een bedreiging en hij wil dus grip houden op de zaak. In het VVVO heeft hij schijnbaar een instrument gevonden om grip te houden op de zaak en dat voor slechts 400 euro per leraar. Dat hebben we middels laag betaalde onbevoegden zo terug denkt Sjoerd dan. Als BON nu voor het register is en het VVVO gaat beheren heeft Sjoerd de buit binnen. Potverdorie die Verbrugge gooit weer roet in het eten, hij heeft het plannetje door. Snel kijken of de rest van het bestuur het ook al door heeft misschien is er nog een verklaring los te peuteren? Verdorie nu is dat bestuur ook al een eenheid.
En de nachtmerrie van Sjoerd heet wederom BON
Veel moeilijker te begrijpen is het gedrag van de voorzitter van het VVVO, ik kan dat niet plaatsen tenzij, ja tenzij er nog iets meer is dan de 400 euro!
Wat dacht je
van het bestuurlijk baantje Corgi. Dat was ook al kat in bakkie als bonusje boven op de 400 uur. Daarbovenop ook nog door het leven mogen gaan als ‘vrindje’ van Sjoerd. Dan heb je het ver geschopt als omhooggevallen docent. O ja en overal kunnen vertellen ‘ik heb ook voor de klas gestaan.’
Het rechte pad bewandelen
Ik lees dat Ad aanstoot neemt aan vuige, zelfverzonnen motieven die hem in de schoenen geschoven worden bij de standpunten die hij inneemt. Terecht natuurlijk.
Laten wij dat dan ook niet bij anderen doen.