Niet Iedereen

Niet iedereen

 

Er gaat geen maand voorbij of er verschijnt een nieuw rapport over het onderwijs. Dat is al jaren zo en dagbladjournalisten maken er ook steeds melding van. Makkelijke kopij.

Ik heb de indruk dat niet alle rapporten even betrouwbaar zijn: je kunt ook te vaak toch al overbelaste leraren vragen  om enquêtes in te vullen.

Maar over de zorgelijke toestand van het niveau van de basisvaardigheden is weinig twijfel mogelijk: circa 3 miljoen mensen in Nederland hebben zoveel moeite  met lezen, schrijven en rekenen dat ze niet goed mee kunnen in het maatschappelijk leven.

Een recent onderzoek van de inspectie wijst uit dat gemiddeld  een op de zes middelbare scholieren in het tweede jaar van het voortgezet onderwijs geen eenvoudige begrijpelijke tekst kan schrijven. Op het vmbo is de achterstand nog groter: daar haalt 40 procent dit niveau niet.

Sheila Sitalsing schreef hierover een column in de Volkskrant ( 22 november) , met de titel: “Laaggeletterdheid is de schuld van iedereen – en daarmee van niemand.”

Dat lijkt misschien zo, maar het is niet waar. Heel wat mensen hebben zich vanaf de jaren zeventig – toen de neergang al is begonnen – daartegen verzet, maar hebben het moeten afleggen  tegen de druk van verblinde vernieuwers. Die dachten  de slagzin “meer kansen voor iedereen” te kunnen verwezenlijken door het onderwijs gemakkelijker te maken..

Zo werd de vroegere strenge kweekschool tot de huidige Pabo, onderaan in de pikorde van het hoger onderwijs, bovendien door de mode van de “autonomie” , per instelling verschillend in inhoud en niveau.

De vernieuwers hebben ook meegewerkt aan de schaalvergroting, waardoor de betrokkenheid van de docenten werd geschaad en het zich thuis voelen  van leerlingen werd bemoeilijkt.

De vernieuwers hadden er zelf belang bij dat de groep van niet deskundige adviseurs, consulenten en managers kon groeien en de leraren voor de klas voor de voeten konden lopen en frustreren.

Ik zou nog wel meer kunnen noemen maar het is haast ondenkbaar dat deze drie factoren binnen afzienbare tijd minder belangrijk gaan worden.

Wat denk ik wel gaat gebeuren – het is al gaande – dat hier en daar kleine scholen kans zien om kwalitatief beter onderwijs te geven.

Ze hebben meer bekwame docenten, die ook langer blijven, en ze worden voornamelijk bezocht door leerlingen uit “bevoorrechte” milieus, van wie de ouders weten dat goed onderwijs niet vrijblijvend kan zijn, maar eisen moet stellen.

Maar de grote meerderheid van de scholen  zal het met minder doen, heel wat minder dan nodig en gewenst is. En dat is niet de schuld van iedereen.

 

J.C. Traas

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter