Een verhaal uit de praktijk: leerkrachtinspecties

De auteur van onderstaand verhaal is bij de redactie bekend.

Leerkrachtinspecties

Tijdens het bovenbouwoverleg op school werd aangekondigd dat het schoolmanagement op korte termijn wil starten met leerkrachtinspecties. Leerkrachten worden gecontroleerd op het nakomen van “afspraken” waaraan dan een beoordeling kan worden gekoppeld. Volgens de gespreksleider van het teamoverleg staat deze beleidsafspraak in één van de (talloze) beleidstukken die circuleren in de (digitale) schoolse documentenwereld.

Griezelig
Deze aankondiging die op zich nog geheel nietszeggend is, geeft de leerkracht een wat onbestendig en onzeker gevoel. Immers, waarop gaat gecontroleerd worden? Hoe hoog zijn de boetes en bij welke overtreding? Waaruit bestaat het beloningspakket en wie bemant de inspecterende instantie?

Totalitair en autoritair
De leerkrachtinspecties kunnen worden gezien in het licht van de almaar machtiger wordende managementlaag die zich boven de leerkrachten heeft genesteld. Sinds jaren wordt door een keur van zogenaamde specialisten, consultants, onderwijsbegeleiders, organisatiebureaus en scholingsinstanties gepoogd de kwaliteit van onderwijs op een hoger peil te zetten. Het overgrote deel van het 50% hogere onderwijsbudget is in deze bedrijvigheid geïnvesteerd. Over alle processen die zich op school afspelen wordt de deskundigheidsloep gelegd en dit heeft geresulteerd tot in detail uitgewerkte procedures, handelingsplannen, protocollen en smart geformuleerde beleidsplannen. Na een tiental jaren staat het digitale concept behoorlijk in de steigers. Leerkrachten worden nu gestimuleerd en gedwongen de belanghebbende scholing te volgen en dan zou het gewenste onderwijs op maat met alle bijbehorende facetten een feit zijn geworden.
Directie en management stellen zich meer en meer eisend op om de voorgenomen doelen te halen. Vergaderingen zijn getransformeerd van democratische overlegvormen naar oplegsessies van dictaten en kwaliteitseisen. Vele in de beleidsplannen gestelde kwaliteitseisen zijn van een dusdanig niveau dat zij een Olympische medaille waardig zijn. Daarentegen wordt zelden tot nooit vermeld in welke tijd en met welke middelen deze megaprestatie zou kunnen worden behaald. Het dient allemaal met dezelfde middelen en in hetzelfde tijdsbestek door dezelfde persoon te worden gerealiseerd. Er wordt de leerkrachten duidelijk gemaakt dat er geen ruimte is voor aanpassingen of alternatieve keuzes en dat de besluiten al bij voorbaat zijn genomen. Kritiek wordt alleen aanvaard als deze opbouwend is t.o.v. het gewenste managementdoel. Als leerkrachten dit doel niet in woord en daad steunen wordt ze te verstaan gegeven om een andere baan te kiezen.

Totale controle
De laatste stap is nu om in de klas zelf te controleren of de papieren tijger werkelijkheid is geworden. Eigen collega’s en leerkrachten worden geronseld om het zwaard van Damocles te mogen vellen. Met de wortel en stok worden leerkrachten gedwongen om in het managementkeurslijf te passen. Een keurslijf dat is ontwikkeld onder dwang van onderwijsinspecties. Alleen dan ontvangen schoolbesturen de gewenste sterren voor hun scholen.
Het is een keurslijf dat geen recht doet aan de verschillende onderwijsstijlen van leerkrachten. Het verklaart één bepaald systeem heilig. Een keurslijf vol met digitale controlemechanismen. Hierbij is het nog maar de vraag wat het uiteindelijk daadwerkelijk gaat opleveren. Er ligt absoluut geen wetenschappelijk onderzoek aan ten grondslag waardoor het rendement niet kan worden ingeschat.

Alles op het bordje van de leerkracht
Uiteindelijk belandt alles op het bordje van de leerkracht. Zou deze alle aan hem toegewezen werkzaamheden aanleren, uitvoeren en kunnen onderhouden, dan gaat een werkdag van 14 uur waarschijnlijk nog tekort schieten. De remedial teacher is wegbezuinigd en de leerkracht wordt geacht deze werkzaamheden tijdens zijn lessen uit te voeren. Door de almaar uitdijende managementlaag is de gemiddelde groepsgrootte rond de dertig kinderen komen te liggen. De vakleerkracht handvaardigheid is wegbezuinigd. De administratieve plichten zouden een secretaresse rechtvaardigen voor elke leerkracht, maar daar is geen financiële ruimte voor.

Van een leerkracht wordt verwacht dat deze één uur per dag (van 16.00 tot 17.00 uur) besteedt aan algemene schooltaken die niet klas-gerelateerd zijn. In de normjaartaak staan hiervoor 200 uren genoteerd. Eén uur per dag (van 17.00 tot 18.00 uur) dient de leerkracht te besteden aan het bevorderen van zijn eigen deskundigheid (166 uren op jaarbasis). Deze uren dienen naar de avond te verschuiven als er een team-, bouw-, of werkgroepvergadering is gepland. Gemiddeld zijn dit er twee per week. Daarnaast zijn er formele verplichtingen voor een leerkracht om te verschijnen op schoolfeesten, open dagen, rapportbesprekingen, oudergesprekken, zorgteambesprekingen en meer van dat soort zaken.

Ondanks het nooit eindigende proces van schoolontwikkeling en taakverzwaring is er nog nooit extra tijd voor een leerkracht vrij geroosterd om aan die verplichtingen te kunnen voldoen. Elke dag blijft het gewoon evenveel uren lesgeven.
In dit activiteitenplaatje is nog nergens sprake van het belangrijkste werk van een leerkracht; het voorbereiden, verzorgen en verwerken van vijfenhalf uur lesactiviteiten per dag. Het is opmerkelijk en kenmerkend dat de tijd die hiervoor noodzakelijk is nauwelijks in de beleidsstukken wordt genoemd en nergens wordt geborgd. Zeer ongelofelijk en onprofessioneel aangezien deze tijdsinvestering het meest wezenlijk bijdraagt aan de kwaliteit van het onderwijsrendement.

Nu gaat dan worden gecontroleerd of alle door het management opgegeven taken naar behoren door het personeel worde uitgevoerd. Het management heeft klaarblijkelijk in de gaten dat niet alles dat wordt uitgedacht ook in de praktijk wordt uitgevoerd. Voor de praktiserende leerkracht niks nieuws, aangezien dagelijks prioriteiten dienden te worden gesteld in de complexiteit en diversiteit van alle werkzaamheden. Het gebruik van een enkele lesmethode rekenen noopt bijvoorbeeld al tot het maken van keuzes aangezien de aangeboden mogelijkheden bij lange niet allemaal kunnen worden uitgevoerd. Er is een constant gebrek aan tijd en middelen. Op zich helemaal geen probleem. De ervaren leerkracht weet een uitstekende keuze en afweging te maken voor de meest effectieve werkwijze.

Een andere wereld
Het managent heeft zich in de afgelopen jaren steeds meer van de onderwijspraktijk vervreemd en heeft haar inspiratie met name opgedaan bij intensieve intervisiesessies en bijscholingstrajecten op de heide. Hier werden visies met missies geboren. Beleidsplannen die bij Shell niet zouden misstaan zagen het levenslicht en werden in exclusief drukwerk aan de buitenwereld gepresenteerd. Men klopt elkaar op de schouders als er weer een ander hoogstandje wordt ontwikkeld. Men buitelt over elkaar heen om toch maar de indrukwekkendste onderwijsvernieuwing in de publiciteit te brengen.

Het zou bijzonder vermakelijk zijn als één van de ontwikkelingsmanagers de uitdaging zou aangaan om daadwerkelijk zelf het voorgestelde onderwijsconcept in praktijk te gaan brengen. Vooralsnog is het even wachten tot het zover is.

Collega’s controleren collega’s
Directeuren van scholen zetten vaak collega-leerkrachten in om de controlerende taken van hen over te nemen. Zij die de managementdoelen ondersteunen mogen zich verheugen op een hogere salarisschaal. Sinds enige jaren zijn er op alle scholen enkele van deze beloningen te vergeven. Heel vaak zijn het zeer jeugdige, nog maar net begonnen leerkrachten die beloond worden met de hogere LB-schaal. Zij hebben nauwelijks een jaar onderwijservaring en wel heel veel ideeën en ambitie. Er kan ook worden geconstateerd dat door hen bedachte onderwijsconcepten, door henzelf uitgevoerd in eigen klas vaak op een gigantische mislukking zijn uitgelopen. Zij kunnen zich nauwelijks beroepen op eigen onderwijssuccessen en ervaringen maar mogen nu wel een belangrijke rol spelen in: “Big brother is watching you”. Hun gebrek aan realiteitszin maakt hen uiterst geschikt om in het huidige schoolmanagement zitting te nemen.

Het is fnuikend dat juist dit soort leerkrachten in de managementorganisatie belanden en bijvoorbeeld ervaren succesvolle collega-leerkrachten gaan controleren en beoordelen. Daarnaast is het ook verwerpelijk dat een bepaalde lesstijl of aanpak volledig tot in detail aan een leerkracht wordt opgelegd als waren robots. De goede leraren getuigen juist van een eigen stijl en persoonlijkheid, een flexibele werkhouding, een intelligente, zelfstandige denkwijze en een groot eigen, probleemoplossend vermogen. Schijnbaar worden nu ook deze leraren behandeld als een soort stagiaires die moeten doen en denken wat Big Brother goed dunkt. Een dergelijke benadering zullen zij wellicht beschouwen als een belediging van hun intelligentie. Nodeloos om hieraan toe te voegen dat de onderlinge sfeer en relaties binnen het team hier niet de vruchten van gaan plukken.

De boer, hij ploegde voort
De lesgevende leerkracht ziet dit alles over zich heenkomen. Hij kan niet anders dan proberen zich zo goed mogelijk aan te passen en met name ervoor te zorgen dat in de klas alles zoveel mogelijk naar wens verloopt. De groepsleerkracht ervaart aan den lijve wat in de praktijk wel en wat niet goed werkt. Hij beschikt over de kennis om te kunnen beoordelen of een nieuw concept in de praktijk een reële kans van slagen heeft. Tevens is hij ervaringsdeskundige om te beoordelen wat in de beschikbare tijd haalbaar is. De slimme en succesvolle leerkracht weet zich door de aan hem toegewezen verantwoordelijkheden heen te manoeuvreren. Hij maakt de juiste keuzes en stelt de juiste prioriteiten. Bovenal zorgt hij er voor dat de aan hem toevertrouwde lesgroep elke dag weer kan rekenen op een leerrijke en kindvriendelijke omgeving. Vrolijk naar het werk en tevreden en opgewekt naar huis, zowel voor kinderen als leerkracht.

Helaas is dit niet allen gegeven. Tal van redenen zijn te vinden voor een mindere variant hiervan. Het intensieve en soms slopende werk kan ervoor zorgen dat leerkrachten volledig opbranden. Voor velen zijn de laatste jaren een marteling en zijn gedwongen naar ander werk uit te zien. Soms moeten zij noodgedwongen allerlei lichamelijke of geestelijke werkgerelateerde klachten accepteren. Ook jongere leerkrachten kunnen in enkele jaren volledig zijn uitgeblust en hun heil in andere beroepssectoren gaan zoeken. Zij worden vaak ingezet in de moeilijkste klassen en missen de ervaring om hieraan goede sturing te geven. Opvallend dat de laatste jaren steeds meer jongere- en oudere leerkrachten uitstromen uit het onderwijs. Met de pabo-opleidingen is het al niet veel beter gesteld. Het competentiegerichte leren heeft meer weg van een oeverloos zelfonderzoek door middel van nutteloze portfolio’s dan dat deze studenten vakinhoudelijk geschoold worden. Het is een wonder te noemen dat er nog steeds studenten aan de onrealistische en te hoog gegrepen opleidingsdoelen willen en/of kunnen voldoen. Hierdoor zijn vele talentvolle studenten afgehaakt om iets anders te gaan doen.

Het werkplezier en de werkvoldoening zijn bij veel leerkrachten de afgelopen jaren volledig uit zicht verdwenen. Soms is het ‘gillend’ naar huis en dan maar weer de volgende dag zien door te komen. Bij alle evaluaties wordt aangegeven dat leerkrachten de werkdruk als het grootste probleem ervaren, maar nooit wordt hier daadwerkelijk iets aan gedaan. Integendeel, de veranderingen kondigen zich in een steeds hoger tempo aan. Het is veel meer regel dan uitzondering dat de vele deeltijdleerkrachten hun vrije dagen gebruiken om schoolwerkzaamheden uit te voeren. Zij worden tevens verplicht op vrije dagen voor nop aanwezig te zijn bij vergaderingen of scholingsbijeenkomsten.
Leerproblemen ontstaan mede doordat leerkrachten gedwongen worden zoveel andere taken te doen, dat zij hun hoofdtaak op en laag pitje moeten zetten. Gedragsproblemen ontstaan mede doordat leerkrachten worden gedwongen inefficiënte leerprogramma’s en onderwijsstijlen in te voeren, die leerlingen veel te veel vrijheid en vrijblijvendheid geven. Een dagje werken in een “moeilijke” klas is een werkelijk slopende vorm van leerkrachtmishandeling. Echter, een leerkracht schijnt hierin geen wettelijke bescherming te hebben.

Oplossingen
Voor de geconstateerde misstanden zijn makkelijke oplossingen voorhanden. “Wat gij niet wilt dat U geschiedt, doe dat ook een ander niet”. Met deze gedachte zou het management eisen moeten stellen aan de uitvoerbaarheid van een voorgesteld beleidsplan. Normaal doen, benen op de grond en alleen uitvoerbare plannen zouden de overlegtafel mogen verlaten.
Ten tweede moet de macht terug naar de echte professionals, de leerkracht die dagelijks verantwoordelijk is voor de kwaliteit van onderwijs. Zij moeten een onmiskenbare stem hebben in beleidskeuzes, het al dan niet inhuren van ,deskundigen’ en de manier van de daadwerkelijke uitvoering.
Ten derde zou de managementlaag veel meer aangestuurd moeten worden door de leerkrachten zelf en hen ten dienste zijn. Dit betekent tevens dat veel overbodige managers het onderwijsveld dienen te verlaten en bij voorkeur terugkeren in de klas. De opbrengsten van het snijden in managementlagen kunnen worden besteed aan salarisverhogingen voor de daadwerkelijk lesgevenden. Deze zouden aanmerkelijk meer moeten verdienen dan degenen die met hetzelfde opleidingsniveau achter een bureau schrijf- en regelwerk verrichten of een klein groepje leerlingen mogen begeleiden.
Het management is compleet de weg kwijt en verkeert in hogere sferen. Zij gaan er vanuit dat alles te plannen en te regelen is. Deze onmogelijke opdracht dient definitief te worden gestopt. Voortaan gaan we doen waar we goed in zijn: het geven van goed onderwijs met de middelen die voorhanden zijn.

Het zal iedereen nu duidelijk zijn dat als het passend onderwijs hier nog eens boven op komt, het basisonderwijs ten dode is opgeschreven.

6 Reacties

  1. Hulde
    Een verhaal dat in de komende Vakwerk moet worden opgenomen.
    Gelukkig wordt de financiële beloning van het werk van een leerkracht tot op vier decimalen nauwkeurig berekend. Voor de taakbelasting betekent dit dat je tot op het 0,0001 deel van de jaartaak, dat wil zeggen tot op de 5 minuten nauwkeurig, wordt beloond.
    Zodra leerkrachten tot op de minuut gaan bijhouden hoeveel tijd ze aan schoolwerk kwijt zijn worden de managers alle wapens uit handen geslagen.
    Doen zou ik zeggen!

  2. de mammoettanker van Staat vaart gewoon verder
    Omdat ik zelf al heel lang niet meer voor de klas sta en niets van het boven beschrevene uit eigen ervaring ken verheug ik mij over het bovenstaande heldere en weldoortimmerde verhaal. Dit verhaal moet bij zo veel mogelijk ouders terecht komen. Ouders kunnen gemakkelijker in opstand komen dan leraren al heeft de overheid met vooruitziende blik de boetes voor “spijbelen” flink verhoogd en de contrôle er op sterk verbeterd. Maar de overheid kan niet de ziekmeldingen van een half miljoen kinderen controleren om vervolgens de ouders eens flink te beboeten. Het is ook onvoorstelbaar dat zij de Marechaussee zal inzetten. O Thorbecke, had gij toch maar in onze grondwet laten opnemen dat de rechter wetten en overheidsdaden aan de grondwet mag toetsen. Dan had de overheid moeten ophouden met taalverkrachting zoals het gelijkstellen van leerplicht aan aanwezigheidsplicht en zouden scholen weer beoordeeld moeten worden naar wat de leerlingen er 9aan schoolse zaken) opsteken!

    Ik hoop dat het artikel in de landelijke pers wordt opgenomen zodat ouders er tenminste kennis van KUNNEN nemen.

    Seger Weehuizen

    • bezuinigingen
      De afgelopen jaren, waarin het management verandering op verandering heeft gestapeld, hebben het onderwijs niet de verbeteringen gebracht die werden verwacht. Dat kan natuurlijk niet aan de veranderingen (lees management) liggen, dus ligt het aan het onderwijskundig personeel, want zij voeren de veranderingen niet goed uit. Controleren dus!!!
      En dan…….zal het u waarschijnlijk niet verbazen dat sommige leerkrachten, veelal iets ouder, iets ervarener, iets duurder, zich minder goed hebben geschikt in de veranderingen en de nieuwe regels, dus (in de ogen van de controleur) minder competent zijn.
      In het persoonlijk dossier komt een fraaie aantekening en de leerkracht krijgt tijd en extra begeleiding om zich de vereiste competenties eigen te maken, waarna de controleur wederom controleert.
      Bij gebleken blijvende “ongeschiktheid” start een ontslagprocedure en mag de leerkracht zich vervoegen bij een uitplaatsingsbureautje dat (samen met de leerkracht) gaat onderzoeken of bij de school of het bestuur nog een passend baantje te vinden is.
      Met dit systeem wordt de leerkracht klemgezet en monddood gemaakt.
      Het is een helaas doeltreffende manier om van eigenzinnig, betweterig en vooral duur personeel af te komen.
      Ik wens u en uw collega’s sterkte.

      Marina

  3. controle op procedures
    Hoogst waarschijnlijk zal de leerkracht beoordeeld gaan worden op de gevolgde procedures en de verslaglegging ervan.
    De eigenlijke leerstof verdwijnt uit beeld.

    Doet de leerkracht aan feedback?
    Consulteerde hij/zij tijdig collega’s?
    Deed hij/zij iets met de feefback en met welke resultaten?
    Communiceert hij/zij tijdig en open met ouders en leerling?
    Evalueert hij/zij tijdig?
    Wat gebeurt er met die evaluatie?
    Doet hij/zij aan voldoende zelfkritiek?
    Deugen de handelingsplannen?
    Zo nee, is er sprake van een vernieuwd inzicht?
    Ontwikkelt hij/zij zich volgens de POP?
    Doet hij/zij aan relevante bijscholing?
    Kan hij/zij eerlijk aangeven waar hij/zij bijscholing nodig heeft?
    Toont hij/zij aan veranderingsgezind te zijn n.a.v. de resultaten van het leerlingvolgsysteem?
    Grijpt hij/zij preventief in en waar blijkt dit dan uit?
    Kan hij/zij aantonen een correct beeld van de leerlingen te hebben?
    Hoe organiseert hij/zij het klassenmanagement en waarom zo?
    Hoe realiseert hij/zij de doorgaande leerlijnen?
    Is hij/zij bereid tot collegiale consultatie? Toon aan wanneer en waarom en hoe.
    Is zijn handelen in lijn met de visie en de missie van de school? Kan hij/zij aangeven in welk opzicht, bij elk vakgebied afzonderlijk?
    Is zijn houding naar de buurt communicatief en open genoeg?
    Kan hij/zij dit aantonen?

    Enz enz.
    En die leerkracht maar bezig zijn met zijn verantwoordingen op papier en zijn voortdurend overleg. Tijd om na te kijken en lessen voor te bereiden wordt steeds minder.

    Toen de leerstof centraal stond, volstonden degelijke en goed opgebouwde methodes. Die waren de leerlijn en meester/juf wist de weg.
    Sinds de leerstof niet centraal staat is de leraar speelbal geworden van wensenlijstjes van zogenaamd deskundigen die zich willen laten gelden zonder verantwoordelijkheid te hoeven dragen.
    Het zijn treurige ontwikkelingen die de school en inhoudelijk onderwijs helemaal kapot maken.

  4. Al die vragen kun je met de
    Al die vragen kun je met de andere onderbrengen in een “toolkit”. (Dat het weer in het engels is, is al veelzeggend genoeg: we zitten dan in de angelsaksische managementscultuur)
    Ik heb zo een voor leden van raden van toezicht.
    Dat dikke boek staat zo vol, dat die niet te gebruiken is en in feite ook nooit gebruikt wordt.
    Om dat te schrijven moeten goedbetaalde groepen consultants (o, weer een engels woord) weer maanden mee zoet zijn geweest.

    • Toolkit
      Wollen Sie das totale Management?
      De “Toolkit/Toezicht Onderwijs” is inderdaad een ongelooflijk document. Ik heb er in “De Onderwijsbubbel”, met dank aan Huub die mij erop attent maakte, uitgebreid uit geciteerd. Deze publicatie is een voorbeeld van de geheel doorgeslagen managementcultuur in het onderwijs.

Reacties zijn gesloten.