BON reageert op plannen Halbe Zijlstra

Persmededeling

Reactie BON op de voorstellen hoger onderwijs staatssecretaris Zijlstra

BON realiseert zich dat de decennialange verlaging van instroom- en uitstroomnormen desastreus hebben uitgepakt voor de nationale ambities van Nederland als kennisland en voor de persoonlijke ambities van individuele leerlingen en studenten, of zij nu studeren aan basisschool, mbo of universiteit. De doelstelling van vijftig procent hoger opgeleiden impliceert noodzakelijkerwijs dat hoger niets anders betekent dan meer dan gemiddeld. Deze stapsgewijze verlaging van alle onderwijsniveaus is juist de belangrijkste reden van bestaan van BON. Wij staan dan ook volledig achter de doelstelling van de staatssecretaris om deze desastreuse trend om te buigen.

Toch kunnen we niet instemmen met de door hem gekozen methoden. Een selectie aan de poort van het hoger onderwijs betekent een uitholling van de havo- en vwo-diploma’s. Te sterke verschillen tussen verschillende universitaire en hbo-opleidingen betekent uitholling van de master- en bachelordiploma’s. Waar je gestudeerd hebt, wordt belangrijker dan wat en op welk niveau je gestudeerd hebt. Wij denken dat het bevorderen van die verschillen niet verward moet worden met de wens om de overall kwaliteit van de opleidingen te verhogen. BON kiest uitdrukkelijk voor het hoger leggen van de lat, niet voor het vergroten van de verschillen tussen opleidingen en instellingen. Als vwo en havo niet selectief genoeg zijn, dan moet daar de lat hoger worden gelegd, dat heeft dan meteen het positieve neveneffect dat bij mbo en vmbo meer leerlingen met een groter potentieel zullen binnenstromen, wat een kwaliteitsimpuls voor die scholen in kan houden.

Terwijl het havo- en vwo-niveau stapsgewijs wordt opgekrikt, kunnen de instellingen van hoger onderwijs intakegesprekken met een adviserend karakter voeren. Daarbij moet de intentie zijn dat instelling en student er belang bij hebben de juiste keuze te maken maar daarvoor is een andere financiering van het hoger onderwijs noodzakelijk. Wij ondersteunen de staatssecretaris dan ook in zijn intentie om de hoger onderwijsinstellingen te financieren op basis van kwaliteit en niet op basis van kwantiteit. De implementatie van een dergelijke verandering zal niet eenvoudig zijn. Criteria als aantallen contacturen en opleidingsniveau van docenten, lijken veelbelovend en zijn prikkels voor investeren in het primaire proces. Oormerken van geld op basis van deze criteria lijkt dan een werkbare manier van financieren. Deze criteria moeten echter niet alleen gelden voor excellente opleidingen, maar voor alle opleidingen.

Aan de wildgroei van bachelors- en mastersopleidingen dient een eind gemaakt te worden. Het maakt de keuze voor aankomend studenten volslagen ondoorzichtig en het zorgt ervoor dat een student gemakkelijk meent dat er een andere vergelijkbare opleiding is die hem wellicht beter past: omzwaaien als schijnbaar gemakkelijke weg, waar doorzetten krachtiger en effectiever zou zijn. Kleine universitaire opleidingen, die dus weinig studenten trekken, moet wel bestaansrecht worden verleend; de criteria hierbij zijn kwaliteit en wetenschappelijkheid.

De staatssecretaris wil op korte termijn bezuinigen op het hoger onderwijs. BON meent dat dit rampzalig is als niet tegelijkertijd hard kan worden gegarandeerd dat deze bezuinigingen enkel op de secundaire uitgaven worden betrokken.

BON meent dat er wezenlijke verschillen zijn tussen hbo- en universitaire opleidingen en tussen hbo- en universitaire studenten. Die verschillen zijn er, ook met het dalend niveau van het gehele hoger onderwijs de laatste decennia. Het is waardevol en eerlijk die verschillen ook in de titulatuur tot uitdrukking te laten komen. Dat hbo-afgestudeerden in het buitenland belang zouden hebben bij een hogere titulatuur is een oneigenlijk argument en zorgt voor ongewenste diploma-inflatie.

BON is blij dat de staatssecretaris afziet van de boete voor instellingen op langstudeerders, maar ziet weinig heil in de verhoging van de collegegelden voor de langstudeerders zelf. Langstudeerders betalen de studie grotendeels zelf en doen geen extra beroep op studiefinanciering. Of een student het aantal contacturen over vier of over zes jaar gebruikt, levert geen wezenlijk verschil op in de kosten die de hoger onderwijsinstelling hiervoor moet maken. De voorgestelde maatregel levert dus nauwelijks winst terwijl het, ook voor excellente studenten, uiterst vervelende gevolgen kan hebben.

(bijage: pdf versie)

5 Reacties

  1. Diplomatiek
    Een diplomatieke verklaring van BON. Met de Halberiaanse liberalisering van de toelating tot het hoger onderwijs, die ook tegen de geest van de commissie-Veerman ingaat, gaan we een chaotische periode tegemoet, want deze maatregel staat staat meer dan haaks op de huidige wet die aan de diplomering van vwo en havo de toelaatbaarheid tot het HO verbindt. Het is te hopen dat de Raad van State, en de Eerste Kamer, hun taken naar behoren zullen uitvoeren, en een stokje steken voor deze wetssabotage vanuit OCW.

    Maar het kabinet is toch vrij om een streep door die toelaatbaarheid te zetten? Zeker, als ze daarvoor de nodige parlementaire steun kan verwerven. Dan is ons huidige onderwijsstelsel naar de philistijnen, zonder dat er een alternatief is. Vandaar mijn betiteling ‘sabotage’.

    Wat is de ‘geest van de commissie-Veerman’: iedere student zo snel mogelijk op de juiste plaats. Dat is echt iets anders dan wat Halbe Zijlstra nu voorstelt: iedere faculteit mag zijn eigen selectiefeestje organiseren bij de toelating van studenten. Dat is Halberiaanse liberalisering. Dan laat hij het huidige bekostigingsstelsel gewoon intact, want betalen per ingeschreven student gaat hem dan een stevige besparing opleveren (als universiteitsbesturen niet tijdig in de gaten krijgen wat er gaande is. Leiden is er enkele jaren geleden al achter gekomen).

    Ben Wilbrink.

  2. Wederopbouw van het VWO nodig
    Voor zover ik dat kan beoordelen als persoon op afstand draagt het VWO nog steeds implantaties uit de tijd van de basisvorming, de laatste poging om een middenschool er door te drukken, met zich mee. Wordt het niet tijd dat het VWO zich daar eindelijk van ontdoet? Dat begint natuurlijk met het uitsnijden van die asfschuwelijke freudenthal”wiskunde” in de onderbouw. Dan moet echte wiskunde weer gebruikt worden en gebruikt kunnen worden als steunvak voor natuur- en schei-kunde en biologie. Aan de talenkant moet grammatica en vertalen weer terugkeren. Dat laatste is wenselijk om een goed gebruik van Nederlands te stimuleren en het genoegen van het spelen en goochelen met taal terug te brengen. Iets bewust scherp of dubbelzinnig of vaag of juist algemeen kunnen zeggen of opschrijven. Eruditie mag geen schande meer zijn en bij talen moeten gewoon weer woorden gestamd worden. Het VWO moet weer helemaal van de grond af aan worden opgebouwd. Het huidige VWO mag natuurlijk rustig daarnaast blijven voortbestaan maar potentiele VWO-ers moeten ook voor kwaliteit kunnen kiezen.
    Seger Weehuizen

    • Prima! Zolang ook stapelaars
      Prima! Zolang ook stapelaars die hier geschikt voor zijn (en anders niet!) linksom of rechtsom toelating krijgen tot dit VWO. Desnoods met zelfstudiemodules en een toelatingsexamen als het niet anders kan.

      Ik juich alles in jouw voorstel toe:
      – het vervangen van die verschrikkelijke freudenthalwiskunde, die ons waarschijnlijk al veel exacte studenten heeft gekost, door echte wiskunde
      – het vervangen van de immersiemethode door de klassieke methodes om een vreemde taal te leren: nadruk op woordjes stampen, grammatica drillen en vertalen in twee richtingen
      – weer terug topografie stampen, historische feitjes kennen
      – calculusbased fysica (sorry voor dit verschrikkelijke woord) waarbij je niet gehandicapt bent doordat je wiskunde moet mijden met bijvoorbeeld als gevolg dat je enkel kinematische berekeningen kunt uitvoeren wanneer de versnelling constant is
      – met biologie de wet van Nernst kunnen behandelen, een oh zo belangrijke wet die echt op VWO-niveau thuishoort in biologie

      Hopelijk gebeurt het nog eens.
      Uit angst dat het VWO-niveau verder blijft afglijden, in lijn met een decennialange trend, en gezien de outputfinanciering voor het hoger onderwijs en de matige kwaliteit van veel HBO-opleidingen gaat mijn voorkeur er echter naar uit dat, onder voorwaarden, universiteiten voorlopig selecteren, bijvoorbeeld bepaalde HBO-afgestudeerden weigeren en een toelatingsexamen laten afleggen wat enkel toetst ofdat je over voldoende basis beschikt om de opleiding met succes af te ronden ZONDER dat de lat lager gelegd hoeft te worden. Totdat het VWO weer terug een goed niveau krijgt en het HBO gedeprivatiseerd wordt.

  3. De boete voor instellingen op langstudeerders …
    … verdwijnt weliswaar maar daar komt een generieke korting voor in de plaats. Gevreesd wordt voor een bedrag van 190 mln, die volgens het principe van evenredige verdeling moet worden opgebracht.

    In de memorie van toelichting: [32618 – 3]

    • Er vindt een instellingsspecifieke verrekening plaats van de inkomsten van het verhoogde collegegeld van € 3 000 per langstudeerder bij de betreffende instelling. Daarnaast worden de instellingen generiek gekort op basis van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 en de Regeling financiën hoger onderwijs met als uitgangspunt het principe van evenredige verdeling. De totale taakstelling wordt verwerkt in de rijksbegroting via de miljoenennota 2012.

    Op dit punt neemt de staatssecretaris dus het advies van de Raad van State over. [32618 – 4]
    In Kennis in Kaart 2008 de achtergrondinformatie voor deze boetes. [31288 – 49]

    • Ook de studentenboete is nog niet zeker.
      Ofdat die boete voor studenten wordt ingevoerd en onder welke voorwaarden die eventueel zal worden ingevoerd moeten we nog afwachten. De tweede kamer en de eerste kamer, die een geheel andere politieke kleur zou kunnen hebben (veel mensen zijn ontevreden, dat kan zich vertalen in het stemgedrag), moeten nog stemmen. De Raad van State heeft zich negatief uitgelaten over dit dwaze wetsvoorstel dus indien de regering ervoor kiest om dit wetsvoorstel ongeamendeert ter stemming voor te (laten) leggen dan zou zij wel eens van een koude kermis kunnen thuiskomen zogauw de eerste kamer stemt, zeker als in die eerste kamer de ´gedoogcoalitie` van de VVD, het CDA en de PVV een minderheid heeft. Zelfs als dat niet het geval zou zijn dan zou het nog kunnen gezien het massale protest vanuit de samenleving (15 000 studenten, 1/3de van alle hoogleraren en alle rectors magnifici protesteerden in Den Haag) dat er voldoende dissidenten zijn bij het CDA en de VVD om dit wetsvoorstel te verwerpen en de PVV is in principe volgens het gedoogakkoord niet verplicht om met het CDA en de VVD mee te stemmen. De PVV is akkoord gegaan met de begroting, zie bijlage 2 van het gedoogakkoord: www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2010/09/30/bijlage-ii-bij-gedoogakkoord.html
      Hoe er bezuinigd gaat worden, daar hoeft de PVV in principe niet mee akkoord te gaan maar aangezien zij nog geen alternatief voorstel heeft gedaan vrees ik het ergste.
      Ik ga deze keer dus maar braaf stemmen, op de SP.

Reacties zijn gesloten.