Lieve Marja

Lieve Marja, Wat nu?
Docenten op scholen zijn het vaak niet eens met de veranderingen die schoolbesturen op scholen willen doorvoeren en voelen zich geïntimideerd als zij voor hun eigen mening opkomen. Voor leden van de medezeggenschapsraden is dat vastgesteld door het bureau Actis maar de vereniging BON weet dat het om veel meer gevallen gaat en dat Actis slechts het topje van een ijsberg heeft laten zien. Dat spreekt ook haast vanzelf. Als al leraren die als lid van de medezeggenschapsraad wettelijke bescherming genieten geïntimideerd worden kan dat voor “gewone” dissidente leraren alleen maar erger zijn.

Mijn conclusie is:
ONDERWIJS IS VOOR LERAREN ZO ONAANTREKKELIJK GEWORDEN DAT ER SPOEDIG GEEN GOEDE LERAREN MEER OVER ZIJN OM HET ONDERWIJS OPNIEUW OP TE BOUWEN. En dat laatste zal nodig zijn

Hoe stel je je nu voor, Marja, hoe het verder zal gaan met het onderwijs als jij nu niet ingrijpt? Laat mij met je meedenken:
Van mensen die moeten meewerken aan iets waar ze geen vertrouwen in hebben kun je eigenlijk weinig verwachten. Ze beperken hun activiteiten meestal tot handelingen waar ze niet onder uitkomen en die voeren ze dan perfunctory uit. Dat weten ze van elkaar en ze zullen elkaar de hand boven het hoofd houden. Dat is ongeveer de huidige situatie. Dat de situatie in het onderwijs nog een beetje loopt komt omdat leraren grote schroom hebben om leerlingen het slachtoffer te laten worden van omstandigheden waaraan zij niet schuldig zijn. En natuurlijk zijn er ook leraren die proberen bij de werkvloer weg te komen. Zo lang daar hoop op is doen zij wat hun bovengeschikten vragen en spreken zij hun woord. Maar de sfeer op de werkvloer, dat wil zeggen ook in de leslokalen, is zodanig dat een ouderwetse getalenteerde leraar er niets te zoeken heeft.

Bedenk, dat de frustrerende bevoogding samengaat met een enorme werkdruk die ook bij een goede sfeer het werken in de klas zwaar zouden maken en bij een salaris dat ondermaats is. Niemand met pit en capaciteiten wil spoedig nog leraar worden. Als jij niet ingrijpt, Marja, zijn er over 20 jaar nauwelijks nog ouderwetse leraren op school en is daarmee terugkeer naar het succesvolle onderwijs van vroeger onmogelijk geworden
Als jij niet ingrijpt, Maria, krijgende schoolbesturen en de schoolraden vaste voet met hun ondewijskundige opvattingen die nog niets hebben opgeleverd maar al miljarden gekost hebben.

Als jij niet ingrijpt, Marja, maken de schoolbesturen kwalitietscontrole op de scholen onmogelijk. De ultimale kwaliteitscontrole zit in het meten van wat de leerlingen na afloop kennen en kunnen en begrijpen. Straks bestaat er geen slecht onderwijs meer. Hoe moet je controleren dat leerlingen die competentiegericht onderwijs gevolgd hebben hun studietijd goed gebruikt hebben? Je kunt dan de leerlingen niet meer via tentamens en examens testen en er bestaat helemaal geen slecht onderwijs meer zolang de school verkondigt dat de leerlingen het goed doen.

Realiseer je, Marja hoe machtig de schoolbesturen zijn en hoe zeer en hoe lang de politiek hen beschermd heeft door nieuwkomers in onderwijsland te weren.
De schoolbesturen hebben ook een grote macht doordat ze over veel geld beschikken, overheidsgeld dat ze kunnen gebruiken om de beste advocaten in de arm te nemen en adviebureaux aan zich te binden. Ze opereren in netwerken en spelen kundig in op wat politiek en sociaal wenselijk zou zijn. Bestuurderen worden nooit persoonlijk aansprakelijk gesteld voor falend onderwijs.

De schoolbesturen hebben het onderwijs voor de leraren doelbewust onaantrekkelijker gemaakt. Gewone leraren moesten naar onderaan de hiërarchie verhuizen, minder salaris en minder verantwoordelijkheden en gezag krijgen. Door strakke regels voor het lesgeven in de klas op te stellen zou men ook met lager gekwalificeerde docenten kunnen werken en die zouden dan een BIO-bevoegdheid van de school krijgen. De kwaliteitsgarantie van de lessen wordt dan niet meer door de kwaliteit van de individuele lessen in stand gehouden maar moet geborgd worden door het opvolgen van precieze voorschriften over lesinhoud en lesvorm en het registreren van de vorderingen van de leerling.

Deze manier van lesgeven die de besturen wensen is onaantrekkelijk voor mensen die goede kennis hebben van het leervak dat ze geven. Die willen één keer hun verhaal kwijt in de klas en niet meerdere keren aan telkens een ander groepje zelfstandig werkende leerlingen en ze willen ook geen verstikkende administratieve taken en voorschriften en eindeloos overleg met collega’s en stafleden. Ze willen trots kunnen zijn over hun beroep en dat wordt wel moeilijk als hen telkens ingepeperd wordt dat de leerlingen belangrijker zijn en hen hun zonden vergeven moeten worden. Straks, Marja, zijn er in het onderwijs alleen nog maar de BIO-leraren die wij vroeger onbevoegd zouden noemen.

Het moge je duidelijk zijn dat zelfs al zou de manier waarop de docenten moeten lesgeven en de manier waarop het onderwijs georganiseerd wordt tot de beste resultaten voor de leerlingen leiden de uitvoering daarvan zal mislukken omdat de meeste goed opgeleide docenten geen zin hebben om overeenkomstig de wensen van het bestuur te werken en geïntimideerd te worden zo gauw zij het met het bestuur niet eens zijn.

Als je niet nu ingrijpt, Marja, zal, wanneer het eindelijk iedereen duidelijk geworden dat de veranderingen in het onderwijs het niveau verlaagd en de kosten ervan verhoogd hebben en dat heel het onderwijs een farce geworden is heb je geen docenten meer over die op de oude manier kunnen lesgeven plus een enorme voorraad van onbruikbare BIO-leraren die je op overheidskosten in leven moet houden.
Doe wat Maria voordat het helemaal te laat is.

1 Reactie

  1. regeerakkoord
    In de NRC van gisteren staat het regeerakkoord van RUTTE-1 afgedrukt. Wat onderwijs betreft een verzameling van gemeenplaatsen en vaagheden.
    De eerste opdracht die vB zich zou moeten stellen is “zorgen dat van nu af aan alle leraren die het onderwijs binnenstomen hooggeschoold zijn in hunleervak (overkennis hebben, meer weten dan zij aan hun leerlingen moeten overdragen). Om dat te bereiken moet aan twee voorwaarden worden voldaan: Alleen leraren die voldoende overkennis hebben kunnen bevoegd verklaard worden en aangenomen worden en de werkomstandigheden moeten zodanig worden dat de deze hoogopgeleiden gaarne in het onderwijs werken. Dat zijn wensen die haaks op het beleid van de schoolbesturen staan.
    De tweede opdracht is kwaliteitscontrole. Daarbij gaat het om output/product-controle want de wijze waarop leerlingen iets leren mag best van school tot school verschillen. Omdat betrouwbare outputcontrole bij competentiegericht leren slecht uitvoerbaar is mag dat type onderwijs niet aan de scholen worden opgelegd. Ook bij de tweede opdracht staat vB recht tegenover de schoolbesturen. Opdrachte 1 en 2 kunnen derhalve samengevat worden onder de opdracht “breek de macht van de schoolbesturen” Die opdracht vind ik in het regeerakkoord helemaal niet terug.
    Seger Weehuizen

Reacties zijn gesloten.