De commissie Veerman die de structuur van het hoger onderwijs onderzocht heeft haar rapport aangeboden (hier op de website van het ministerie te downloaden).
Wat opvalt is dat de commissie bestaat uit bureaucraten en ook alleen met bureaucraten gesproken heeft. De belangrijkste punten (uit de samenvatting):
- Selecteren aan de poort moet mogelijk worden.
- Instellingen moeten zich meer specialiseren.
- De outputfinanciering (geld voor diploma’s) moet op de helling (maar een duidelijk alternatief wordt niet gegeven).
- Investeer in onderzoek.
- Associate degrees (korte HBO opleidingen) moeten ingevoerd worden.
- Meer HBO masteropleidingen.
- Opheffing van het onderscheid in titulatuur tussen HBO en universiteit.
Investeren: ja, maar dan overal
Uiteraard ben ik voorstander van investeren in Hoger Onderwijs. Echter het heeft geen enkele zin om alleen in Hoger Onderwijs te investeren. Er MOET over de HELE linie op hele korte termijn heel erg veel geïnvesteerd worden.
Je kunt niet beginnen bij òf het HBO, òf het VO of bij het basisonderwijs. Je zult overal tegelijkertijd moeten investeren en wel heel erg veel.
Daar vechten we met BON voor en dat moeten we blijven doen, dus op alle niveaus!
En het moet me toch nog even van het hart: waarom toch altijd dat gezeur over de titulatuur? Er is een groot verschil tussen HBO opleidingen en universitaire studies. Er zitten ook totaal verschillende studenten met verschillende achtergronden op het HBO resp. de universiteit.
Dus waarom zou er dan geen verschil mogen zijn in de te voeren titulatuur? Ik pleit ervoor dat die verschillen er gewoon moeten blijven. Dat e.e.a. internationaal gezien beter zou zijn, het zij zo. Het is toch gemakkelijk uit te leggen.
We geven een leerling die de Havo succesvol heeft gehaald toch ook geen VWO-diploma mee!
verschillen mogen niet Marlie
De mensen die zonodig HBO en Universiteit gelijk willen stellen hebben een enorme hekel aan verschillen (voor zover het anderen betreft). En juist daarmee zijn ze bij uitstek denigrerend en paternalistisch over de laagste van de beide opleidingen. Juist omdat ze van het HBO een universiteit willen maken, hebben ze geen enkel respect voor de specifieke groep studenten die zi9zich thuisvoelen op een HBO. Ze zijn te min, kennelijk, en moeten master gelabeld worden.
Ik heb dat nooit begrepen. De goede timmerman of automonteur moest zonodig “hoger” opgeleid worden en achter een bureau dossiers gaan bekijken en stukken gaan schrijven. Hiertoe werd zijn LTS opleiding een kopje kleiner gemaakt en kreeg hij er een VMBO variant met aansluitend MBO voor terug. Intussen heeft iemand hem leren timmeren en heeft hij een hekel aan stukken schrijven en dossiers lezen.
Maar het zogenaamd minderwaardige werk moest en zou verdwijnen, daar waren we in Nederland veel te goed voor. Laat dat maar aan de Polen/Chinezen of wat dan ook.
Precies dezelfde denigrerende houding tov computerprogrammeurs (dat moeten we maar overlaten aan Indieërs). Dan kunnen “wij” of creatief ontwerpen of bureaucratisch managen. De grachtengordel beroepen van Nederland.
HBO studenten en universitare studenten verschillen gemiddeld enorm. Voor beide groepen is dat plezierig en voor Nederland is dat noodzakelijk
Nog iets
De managers in het HBO willen graag manager van een universiteit zijn, staat een stuk mooier.
Stem uit de praktijk
“Het hbo lijdt aan grootheidswaanzin én moet af van zijn Calimero-gevoel, want het trekt er studenten mee aan die daar simpelweg de capaciteiten niet voor hebben. Juist daardoor sneuvelen er veel.” Geldt dat ook voor Doekle?
Ik ben er voorstander van om
Ik ben er voorstander van om de optie te geven aan studenten om te starten met een wat bredere opleiding in het eerste jaar, onder 1 niet onderhandelbare voorwaarde: dat de studenten voor dat extra studiejaar eveneens een extra jaar studiefinanciering krijgen, zolang die nog bestaat of dat de overheid anders de kosten voor dat ene jaar kwijtscheldt indien er een leenstelsel wordt ingevoerd.
Wanneer je net uit het algemeen vormend onderwijs komt en nog niets kent van de wereld om je heen dan is het maar normaal dat je niet direct die studierichting selecteert die het beste bij je past.
Geen wonder dat veel studenten er achter komen dat ze verkeerd gekozen hebben. Veranderen gaat echter niet want dan moet je de studiefinanciering van dat jaar terug betalen door die prestatiebeurs.
Een strengere selectie aan de poort lijkt mij ook een goed idee, maar dan wel op basis van toelatingsexamens. Het is in de student zijn belang om goed voorbereid te starten aan de studie, dit kan met een toelatingsexamen worden afgedwongen. Dan kunnen we ineens die vermaledijde loting afschaffen waarmee we internationaal voor aap staan (ik hoor het regelmatig hoe de Vlamingen er over denken).
Ik gruwel van HBO’s die masters aanbieden. Ik sluit niet uit dat een enkele HBO er in kan slagen om een goede master aan te bieden, bijvoorbeeld omdat zij talentvolle dr.’s weet aan te trekken door ze goed te betalen.
Moeten we dat echter willen? We zijn een klein landje met dus maar ruimte voor een klein aantal masteropleidingen. Hoe meer masteropleidingen er zijn hoe meer de middelen (expertise, apparatuur, geld…) verspreid worden, hoe minder effectief we kunnen opereren en hoe lager het niveau van onze masteropleidingen. Het HBO moet haar plaats kennen, het is een beroepsopleiding en geen college of university. Wat is ons masterpapiertje nog waard wanneer 50% van de Nederlanders er een heeft?
rector magificus
Zouden “ze” dan ook rector magnificus genoemd worden? 🙂
Van Bijsterveldt ook voor selectie aan de poort
Ook de staatssecretaris vindt het allemaal geweldig. De speech bij de aanvaarding van het rapport staat weer vol platitudes:
•
Hartelijk dank voor dit rapport. Ik heb er al een eerste blik op kunnen werpen en het is een stevig rapport. Het is het type rapport dat we nodig hebben in deze tijd. Het is het type rapport dat onomstotelijk onderbouwt dat we het hoger onderwijs niet op zijn beloop kunnen laten. We moeten er echt mee aan de slag.
•
Hogere kwaliteit, meer profilering door universiteiten en hogescholen en meer differentiatie in het onderwijs. Dat zijn de drie meest prominente boodschappen die ik er uithaal.
•
(1) Het niveau moet omhoog over de volle breedte van het hoger onderwijs en onderzoek. Daarvoor is volgens de commissie nodig dat er (2) meer verschillen ontstaan tussen instellingen, dat instellingen echt kiezen waar zij zich op focussen. Ze moeten ‘smoel krijgen’, zou je kunnen zeggen.
•
Die noodzaak van profilering van instellingen vind ik een belangrijk punt van het advies. De commissie zet dat punt echt op de kaart en ik zie dit zelf ook als een belangrijk uitgangspunt voor toekomstig beleid.
•
(3) Differentiatie in het onderwijsaanbod – Daar hebben we al belangrijke stappen in gezet: denk bijvoorbeeld aan de Associate degree (Ad) en de university colleges. Maar ik ben het met de commissie eens dat we daarin nog verder moeten gaan.
•
We moeten echt inspelen op de behoefte van de zeer gevarieerde groep studenten waarmee we in ons onderwijs te maken hebben. In het hoger onderwijs moet elke student zijn of haar talenten kunnen ontdekken en ontwikkelen. Studenten moeten uitgedaagd worden om het beste uit zichzelf te halen. De commissie roept de instellingen op om daar actief mee aan de slag te gaan.
•
Selectie aan de poort ziet de commissie als een belangrijk instrument om de beoogde kwaliteitsverbetering te realiseren. Ik vind dat een goede gedachte omdat dat leidt tot lagere uitval en meer studiesucces. Wel moet de toegankelijkheid daarbij gewaarborgd zijn. Selectie kan helpen om de student op de juiste plek te krijgen én om opleidingen en instellingen een specifieke inkleuring te geven. Dat geldt zeker als aan de voorwaarden die de commissie noemt wordt voldaan: instellingen moeten niet het eindexamen vo over gaan doen. Bovendien moeten ze alleen aanvullende eisen aan studenten stellen, als die eisen logisch voortvloeien uit het karakter van de opleiding.
•
Op een aantal thema’s geeft de commissie concrete adviezen, waarover het nieuwe kabinet kan besluiten. Denk bijvoorbeeld aan de Ad, de stapelroutes en de titulatuur. Een aantal andere aanbevelingen vragen nog om meer uitwerking. Hoe een meer missiegebonden financiering vorm kan krijgen, is er daar bijvoorbeeld één van.
•
De commissie wijst op het belang van een door de overheid, de instellingen, de studenten en de vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers gezamenlijk gedragen visie op het hoger onderwijs. Ik vind dat we die oproep niet kunnen laten liggen. Er moet een breed
gedragen agenda komen waarin we de verschillende thema’s – net als de commissie doet – in samenhang bezien.
•
De komende maanden, tot het aantreden van een nieuw kabinet, wil ik gebruiken om met de instellingen en de studenten over het advies te spreken. Samen kunnen we de discussie over een aantal thema’s verder brengen.
•
Dan denk ik bijvoorbeeld aan: Hoe gaan we verder met de aanbevelingen rond de aansluiting vo-ho en mbo-hbo? Daarbij vind ik wat de commissie zegt over de arbeidsmarkt voor mbo’ers heel belangrijk. Daar blijft behoefte aan. We moeten dus niet puur en alleen inzetten op doorstroom van de mbo’ers.
•
Wat we doen met de suggesties rond meer gevarieerde leerwegen en de noodzaak van profilering vind ik ook thema’s om te bespreken.
Tegelijkertijd zal ik proberen om op een aantal andere thema’s de besluitvorming door een nieuw kabinet zo goed mogelijk voor te bereiden.
•
Het gedachtegoed in dit rapport moeten we met z’n allen op de agenda houden. Als ik daar in mijn demissionaire periode nog een bijdrage aan kan leveren, doe ik dat graag.
Pas studeren ná keuze!
Selectie aan de poort, maar liever nog zelfselectie. Er is nu een soort dwang om een vervolgopleiding te kiezen zónder dat je echt weet wat je wilt. Het lijkt me véél beter dat jongeren niet zo geprest worden om direct na het VO een keuze te maken. Als ze nog niet weten wat ze willen kunnen ze beter een jaar of meer gaan werken. Half gemotiveerde studiekeuzes kosten handenvol geld aan de samenleving, maar vooral aan de jongeren. Zij denken dat een toekomstig beroep alleen maar leuk mag zijn. Nou, na een jaar werken bij de super, stel je je eisen vaak een stuk lager.
Weg met de leerplicht, terug met het leerrecht.
Een betere oplossing zou ik
Een betere oplossing zou ik vinden om een béta- (veel wiskunde en fysica, chemie, biologie, misschien nog wat geologie en een programmeertaal…), alpha- (de meer theoretische taalvakken, de vreemde talen zelf, literatuur…) en gammajaar (psychologie, economie, recht…) in te voeren voor de mensen die wel weten wat voor soort studie ze willen volgen maar nog niet kunnen kiezen binnen dat segment.
De overheid zou deze studenten hiervoor een extra studiebeurs moeten geven zodat je niet extra hoeft te betalen voor zo’n eerste jaar.
Wie wel direct een specifieke studierichting wil volgen moet dit natuurlijk kunnen doen.
Ik vind het belangrijk dat iedereen de kans krijgt om eerst eens wat te snuffelen in het hoger onderwijs. Zo komt de student erachter wat hij interessant vindt, wat hij goed kan en wat de mogelijkheden zijn.
Alleen al doordat je in het studentenmilieu terechtkomt (je leert ook veel studenten van andere studierichtingen te kennen) krijg je een veel beter beeld van wat je met diverse studierichtingen kan doen en hoe die opleidingen zijn.
Jaren zijn erg kostbaar
Een jaar zomaar kunnen kiezen (ik neem aan dat je dat met stufi wil doen) is wel erg duur. Als we zomaar vinden dat iedereen langer moet werken kun je veel beter eerst werken, dan studeren, dan na je 65e nog langer moeten ploeteren. Dat is echt voor velen (maar zeker in het onderwijs) ondoenlijk!
Re: jaren zijn kostbaar
Van het NRC onderwijsblog kwam een soortgelijk idee als dat van Bart. Maar zonder stufi en part-time (en dus met tijd voor een part-time baan).
Dat is voor mij ook
Dat is voor mij ook bespreekbaar. Er zou dan wel een baangarantie voor exact 20 uur binnen een straal van X kilometer van de universiteit danwel het thuisadres gekoppeld moeten worden aan deze regeling.
Mijn voorkeur gaat uit naar een fulltime studiejaar aangezien je je dan beter kan oriënteren.
Tenzij we er in slagen om die studenten in diverse sectoren te laten werken waar ze hoogopgeleiden aan het werk zien maar dat lijkt me moeilijk uitvoerbaar.
Een jaar zomaar kunnen kiezen (ik neem aan dat je dat met stufi wil doen) is wel erg duur. Als we zomaar vinden dat iedereen langer moet werken kun je veel beter eerst werken, dan studeren, dan na je 65e nog langer moeten ploeteren. Dat is echt voor velen (maar zeker in het onderwijs) ondoenlijk!
Kwaliteit kost nu eenmaal geld. Er zijn zat mogelijkheden om te bezuinigen op andere posten (anders dan AOW en onderwijs) maar dat is een politieke discussie die wij hier wellicht beter niet voeren.
Verder wil ik er op wijzen dat we al erg gierig zijn m.b.t. het onderwijs, dit onderbouw ik door te wijzen naar lage percentage van de begroting wat Nl. besteedt aan het onderwijs (die inefficiëntie waarmee het besteed wordt maakt het nog eens erger) en het korte aantal studiejaren wat wij hier voor de Bolognahervorming hadden en nu soms nog steeds hebben.
Jouw voorstel, iedereen direct laten werken, dan pas eventueel laten studeren en dan weer laten werken lijkt me slecht voor de samenleving en onuitvoerbaar. Veel banen zijn pas uitvoerbaar nadat je hebt gestudeerd, dus niet iedereen kan direct werken (veel te veel aanbod in verhouding tot de vraag), bovendien kan je de slimsten onder ons op jongere leeftijd gemakkelijker intellectueel vormen en hebben ze dan vervolgens ook een langere periode waarin de samenleving hiervan de vruchten plukt.
Commentaar NRC
De NRC is in haar hoofdredactioneel commentaar heel positief over de commissie Veerman.
ook neg. reacties
via de site van NRC kun je op hun onderwijs blog ook negatieve reacties van lezers lezen.
Opties van de menukaart van een hele slechte chinees
Zo beschreef Plasterk de mogelijkheden voor de huidige HO-student [Dit is de dag – 14 apr 2010].
Greep uit onderwerpen: Dijsselbloem, Veerman, stelselhervorming, van 6 naar 9, studiefinanciering, selectie aan de poort, verkiezingen, bezuinigingen met meer of minder problemen…
Een week voor Veerman verscheen op Overheid.nl, Parlando ligt tot groot verdriet van ikregeer plat, Collegegelden en studiefinanciering over de situatie in Australia, Canada, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en de VS.