Preemptive Strike

Als sympathisant van de vakbond Leraren in Actie (LIA) heb ik op de vraag op welke wijze de leraren het beste konden staken als de overheid of de schoolbesturen maatregelen zouden doorvoeren die voor hen onaanvaardbaar zouden zijn een voorstel ingediend. Als onaanvaardbare maatregel werd bij voorbeeld gezien het verminderen van de vakantie van de leraren met één week. Ik heb voorgesteld dat de leraren elke week, nadat ze veertig uur gewerkt hebben, acuut voor die week zouden stoppen met werken.

Ik heb daar een groot aantal argumenten voor. In de eerste plaats krijgt de samenleving zicht op het harde werken van de leraren. In de tweede plaats merken de burgers dat de docenten geen prioriteiten mogen stellen waarmee de werkdruk kan worden verminderd. Hen is de zelfstandigheid ontnomen. Ook dat brengen zij met hun actie onder de aandacht. Van iemand die een leidinggevende functie in een bedrijf heeft wordt verwacht dat hij meer dan 40 uur per week werkt wanneer dat nodig is. Door geen verantwoordelijkheid voor het na 40 uur afbreken van de wekelijkse arbeid te nemen of na 40 uur werken een fikse overwerktoeslag te eisen geven zij aan hoe dat hun status verworden is tot die van een productiemedewerker op de werkvloer.

Er is grote kans dat het bestuur bevreesd voor de gevolgen van de actie, door zelf prioriteiten te stellen de schade voor de leerlingen zo klein mogelijk zal houden en er een opgeschoond prioriteitenlijstje komt die op zijn minst een einde maakt aan een gemiddelde overschrijding van 40 werkuren per week. Dat het voor het bestuur mogelijk is om schade voor de leerlingen als gevolg van een stakingsactie te voorkomen bevrijdt de docenten van eventuele Gewissensbisse.

Na het lezen van het artikel van Staatssecretaris van binnenlandse zaken Ank Bijleveld, de nummer 2 van het CDA, in de VOLKSKRANT, getiteld “Harder werken voor lager loon” ben ik tot de conclusie gekomen dat de leraren met hun acties beter niet tot na de verkiezingen kunnen wachten. Als er na de verkiezingen een regering met het CDA tot stand komt zullen er waarschijnlijk vier jaar waarin het onderwijs gesaneerd zou kunnen worden verloren gaan. Door nú een stakingsactie te organiseren kunnen de leraren de kiezers aansporen om, als het onderwijs hen dierbaar is, niet op het CDA te stemmen. Strike by a strike!

7 Reacties

  1. Ik weet een ding: er was een
    Ik weet een ding: er was een tijd dat je een volledige baan had op de lagere school, met vastgestelde lestijden, en daarna grote vrijheid bij het indelen van de rest van je tijd.
    Op een merkwaardige dag kregen we te horen dat we een 40-urige werkweek hadden. Dat klonk ons erg bizar in de oren, want de extra (avond)uren tellen, dat werd van niemand verlangd. Deze maatregel heeft echter wel een bureaucratie binnen de school gebracht die we konden missen als kiespijn. Er kwamen percentages voor lesgebonden taken en niet-lesgebonden taken, en er moest een taakbelastingsbeleid worden gemaakt, waarbij alle schooltaken een weging in uren dienden te krijgen. Wat ooit vanzelf ging, moest nu op papier verantwoord worden. U begrijpt dat dit extra werk in de plaats kwam van een mooie lesvoorbereiding, of van het nakijken van 2 stapels schriften. Bureaucratische drukte die de plaats inneemt van nuttig werk voor je klas, dat is bijna kafkaesk. Vooral als je beseft dat voor de invoering van die papierwinkel de onderwijs veel soepeler en beter verliep.
    Het lijkt erop alsof elke leerkracht als een volslagen onbenul wordt beschouwd, die voortdurend aan het handje van het ministerie moet lopen.

    • Wantrouwen
      Het voorbeeld is exemplarisch voor de negatieve effecten die het geïnstitutionaliseerd wantrouwen oplevert.

      Voor iets wat eerst geen probleem was wordt een ‘oplossing’ gecreëerd die vooral veel bureaucraten aan het werk helpt, maar die ervoor zorgt dat de docenten (verzorgenden, politie-agenten, jeugdhulpverleners en vul verder maar in) een flink deel van hun tijd moeten investeren in nutteloze zaken.

  2. beeld
    Een overheid die een leraar bij alles wat hij bij zijn beroepsuitoefening doet, bij het handje neemt, draagt daarmee niet bij aan enige status voor het ambt van leraar. Het wordt echter nog erger als die overheid ook het andere handje pakt, de leraar optilt en hard gaat roepen dat die overheid daarmee zijn status aan het verhogen is.
    Dat beeld zweeft mij steeds voor ogen.

  3. Toch maar proberen
    Bovenstaande bijdragen wijzen er op dat het weghalen de verstikkende bureaukratische deken waaronder de leerkrachten op de werkvloer moeten werken het onderwijs niet slechter zullen maken maar juist verbeteren. Er is jammer genoeg geen politieke partij die dat rigoureus wil doen. Het onderscheid tussen het CDA en de meeste overige partijen is dat de tweede persoon van die partij verkondigt en mogelijk echt gelooft dat ze kan bezuinigen in het onderwijs door de mensen op de werkvloer nog harder en voor minder geld te laten werken. Er is geen partij die verkondigt dat we het beste onderwijs krijgen wanneer we net als in de tijd van vóór de Mammouthwet vrijwel alleen met hoogopgeleide leraren voor de klas werken en we de subsidie aan de kaste van de beroepsbemoeials stopzetten. Dat roept de vraag op of we het eindresultaat wel kunnen veranderen met een preemptive strike om het CDA uit te schakelen. Het is immers onwaarschijnlijk dat het CDA een coalitiepartner zal weten te vinden die enkel door het verder uitknijpen van de leraren op de post onderwijs wil bezuinigen. Maar omdat een actie tegen het CDA ook andere partijen in beweging kan brengen denk ik toch dat een preemptive strike iets positiefs zal opleveren.
    Seger Weehuizen

    • een nationale ramp
      De nieuwe kleren van de keizer
      Er zijn vanaf het moment dat de Mammouthwet ingevoerd werd miljarden geïnvesteerd aan veranderingen in het onderwijs. Die veranderingen hebben het onderwijs gemiddeld genomen alleen maar slechter gemaakt. Nog steeds worden er bakken geld die vroeger rechtstreeks naar het primaire proces zouden zijn gegaan uitgegeven aan het in stand houden van die schadelijke veranderingen. Nederland kan het zich dat nu niet meer veroorloven want het heeft zich door de bankiers een poot laten uitdraaien en zit op zwart zaad. De oplossing is overduidelijk. Draai alle veranderingen terug en ga vooral niet kijken of er nog veranderingen zijn die misschien wel nuttig zouden kunnen zijn. Want dan zou het terugdraaien jaren duren. Het terugdraaien maakt zo veel geld voor het primaire proces vrij dat daar vervolgens misschien nog wel een beetje op bezuinigd zou kunnen worden. We hebben in Nederland een persoon nodig met charisma die durft te zeggen dat de keizer geen kleren draagt en w niet voor gebakken lucht willen betalen. Ik hoopte vroeger dat Pim Fortuyn die persoon zou zijn maar helaas is die hoop uit de lucht geschoten en was het na de periode Herben weer “bussiness as usual” in de politiek. Net als bij de banken na de kredietcrisis.
      Seger Weehuizen

      • Roergangers
        Als je de duivel uit wilt drijven met Beëlzebub
        dan kom je van de regen in de drup.

Reacties zijn gesloten.