Er moet een maximum komen aan het bedrag dat schoolbesturen jaarlijks inhouden van hun scholen voor de kosten van staf, ondersteuning en gezamenlijk beleid. Die bedragen lopen nu te veel uiteen.
Dit zegt Walter Dresscher, voorzitter van de Algemene Onderwijsbond vandaag in de NRC. Hij reageert op een felle discussie in het onderwijs over de vraag hoe schoolbesturen het geld verdelen dat ze uit Den Haag krijgen.
UPDATE: Een dag later in de NRC: Kamer: meer zicht op geld school. Maar alleen de SP en GL willen een maximum, zoals gebruikelijk wil het CDA alles aan de besturen overlaten.
Geld voor bestuur
Een goede actie van Dresscher, zou ik zeggen. Maar toch nog niet raak. Hij mist twee zeer belangrijke punten.
– Dresscher vindt dat het geld dat naar het bestuur gaat te veel verschilt per school. Is hij dan tevreden als op ALLE scholen de bureaucratie 60% van het budget opslokt? ik vind dat er gewoon een bureaucratienorm moet komen: niet meer dan zoveel procent van de lump sum voor niet-onderwijs taken. Daarmee voorkom je dat de bureaucratie het onderwijsgeld opeet. Wil een bestuur dan een extra secretaresse aannemen, dan gaat dat ten koste van een andere bureaucraat of ten koste van henzelf (hoe onwaarschijnlijk is dat…).
– In de NRC leeft nog steeds het misverstand dat schooldirecteuren in dezen aan de kant van het onderwijs staan. Op mijn school is dat niet zo; daar explodeert de bureaucratie ten koste van de lerarensalarissen. Ik weet dat natuurlijk niet, maar ik denk dat op veel andere scholen de directie ook meer naar de bestuurders neigt dan naar het onderwijzend personeel.
Vreemd eigenlijk; als het management bijvoorbeeld vindt dat ze voor hun werk, dat al sinds jaar en dag door twee personen gedaan werd, opeens vier mensen nodig hebben, dan nemen ze gewoon iemand aan, zonder het zelf te hoeven betalen. Als een docent vindt dat hij teveel moet nakijken of teveel moet lesgeven mag hij géén personeel in dienst nemen. Niet dat ik dat zou willen overigens; ik weet zeker dat de kwaliteit van het werk er zwaar onder zou lijden. Dat gebeurt met de kwaliteit van het management namelijk ook.
Hahaha
Ik nomineer met name de laatste alinea, vanaf “Vreemd eigenlijk”, voor de bloemlezing.
Precies dat …
Vanaf “vreemd eigenlijk”: het is de spijker op z’n kop.
Scholenconfederaties
VWO-scholen, HAVO-scholen en MAVO’s van beperkte grootte die terugkeren naar ouderwets klassikaal onderwijs hebben in principe voor het leiding geven alleen maar een rector en een paar conrectoren nodig. Om aan de ongemakken van de lump sum het hoofd te bieden zal er ook nog wel een bestuur met betaalde leden nodig zijn dat bij meerdere scholen hoort en waarvan de leden scholen van eventuele overlast van het ministerie kunnen afschermen en zorgen dat risico’s gespreid worden. Maar deze bestuursleden moeten het college van bestuur niet beschouwen als een beleidmakend orgaan aan de top van een organisatie maar als het faciliterend onderdeel van een confederatie van scholen. Richting geven doet elke school voor zichzelf en de naam College van Bestuur kan het beste worden afgeschaft. Omdat de bestuursleden geen beleid maken hoeven ze geen hoog salaris te krijgen en ook geen managers of veel stafleden in dienst te nemen. Naar overhead hoeft dus maar weinig geld te gaan. Dat is wat ik graag van Drescher had willen horen.
Seger Weehuizen