Er zijn meer publicitaire blunders bij de boekpresentatie gemaakt dan de bewering van Sjoerd dat BON er in geslaagd is de schoolleiders af te remmen in hun vernieuwingsdrang. Neem nu de bewering van 2 onderwijsprofs dat ze met hun positief-kritische bijdragen geen gehoor vinden bij de redacties van het NRC en de VK. Een opmerking waarmee je in je hemd staat als je na die bewering weigert om te speculeren over de reden. Genoemde kranten worden kwaliteitskranten genoemd en er is dus alle reden om aan te nemen dat de redacties de stukken van de hooggeleerde heren niet van voldoende kwaliteit achtten om in hun krant te publiceren. De NRC plaatst in haar opiniepagina graag tegenovergestelde meningen bij elkaar maar natuurlijk slechts dan als die meningen helder en geloofwaardig verwoord zijn. Het zou interessant zijn om te weten wat de redacties van genoemde kranten over de klacht van Simons en Gravemeijer denken.
Dat tegenstanders van de onderwijsvernieuwingen een harde toon aanslaan is volkomen begrijpelijk. De onderwijsvernieuwers hebben jaren lang hun gang kunnen gaan en de opponenten en vele anderen vinden dat ze met de gebakken peren zitten en binnen de onderwijsorganisaties monddood gemaakt zijn. (Veel vernieuwers baden nu in weelde).
“Kamerleden staan nauwelijks nog open voor bestuurders”, zo heeft Sjoerd ervaren. Als dat waar is is dat ook een goed bericht voor BON. Hij gaat verder “Ze luisteren veel liever naar een leraar die een dosis emotie weet te verenigen met een stuk wetenschappelijke basis”. Ik hoop van ganser harte dat dat sedert 4 april het geval is. In elk geval vanaf die dag moet de politiek weten dat leraren emotioneel zwaar aangedaan zijn door de zegeningen van het vernieuwde onderwijs.
Sjoerd wil graag met zich engagerende hoogleraren optrekken en gewone leraren mogen ook meedoen.
Ook BON heeft ideeën over wat goed onderwijs is. Maar die zijn beslist niet precies dezelfde als het antwoord op de vraag ““Wat moeten onze kinderen leren om van China te kunnen winnen?”