Het ministerie van OCW heeft de gelden voor onderwijs bewijs toegekend. Onder andere 2 projecten van het Freudenthal Instituut krijgen geld, in totaal 869.570 euro. De kassa blijft rinkelen voor de onderwijsvernieuwlers.
Reacties zijn gesloten.
Het ministerie van OCW heeft de gelden voor onderwijs bewijs toegekend. Onder andere 2 projecten van het Freudenthal Instituut krijgen geld, in totaal 869.570 euro. De kassa blijft rinkelen voor de onderwijsvernieuwlers.
Reacties zijn gesloten.
Copyright & kopiëren; 2025|WordPress thema door MH Themes
Nederlanders zijn intelligenter
“Volgens statistische gegevens zou in Nederland 2,5% van de bevolking hoogbegaafd moeten zijn” beweert OCW. Hoog begaafd betekent per definitionem een IQ groter dan (of gelijk aan) 130. Omdat de IQ-testen zo genormeerd zijn dat de uitkomsten aan een Gausse verdeling voldoen met μ = 100 en σ = 15 zou, als de intelligentieverdeling van de Nederlanders als maatstaf genomen wordt, slechts 2,3 % van onze bevolking hoogbegaafd zijn. Hoe zou de verdeling op OCW zijn?
Seger Weehuizen
Nederlanders 0,6 IQ-punten intelligenter
Aannemend dat de IQ van de Nederlandse bevolking normaal verdeeld is en 2,5% van onze kinderen en volwassenen zijn hoogbegaafd dan ligt ons IQ gemiddeld op 100,6. Bij een gemiddeld IQ van resp 102, 104 en 105 zou in Nederland het aantal hoogbegaafden resp. 1,57, 2,40 en 2,93 keer zo groot zijn als gemiddeld in een land het geval is. Een land met een gemiddeld IQ van 105 (Hong Kong, China?) zou per inwoner bijna 3 keer zo veel hoogbegaafden hebben als Nederland in het geval daar het gemiddelde op 100 zou liggen.
Bij een land met een gemiddeld IQ van 98, 96 en 95 zou het aantal hoogbegaafden resp. 61%, 36% en 27% zijn van 22,8 per 1000 inwoners die hoort bij een gemiddeld IQ van 100. Nederland zou volgens OCW 25 hoogbegaafden (hoogbegaafde kinderen) per 1000 inwoners/kinderen moeten hebben.
xxxxxxxx xxxxxxxxx xxxxxxxxx xxxxxxxxxxx
Vergissing; sigma = 10 i.p.v. sigma = 15 gebruikt
regel 3 wordt ….. 103, 106 en 107,5 ……
regel 7 wordt ……. 97, 94 en 92,5 ……..
Verder zou het IQ van de Hong-Kong-ers tussen de 105 5n 110 liggen.
Ja, maar…
is hoogbegaafd ook niet relatief?
Dus: als het gemiddelde IQ 105 is, ben je toch pas hoogbegaafd bij een IQ van 135?! Immers, stel dat het gemiddelde IQ stijgt naar 140, dan was driekwart hoogbegaafd, als je de absolute norm zou hanteren.
Het hangt er natuurlijk van af, hoe je “hoogbegaafd” definieert.
Inhoud
Als ik kijk naar de inhoud van de projecten dan vind ik de moeite waard dat onderzocht te krijgen? Of vind je van niet, alleen omdat de ontvanger je niet bevalt?
Computers en wiskunde
Beide onderzoeken van het FI gaan over de inzet van computers in het wiskunde onderwijs. Over de (in0-)effectiviteit daarvan is al heel veel bekend uit onderzoek. Het Freudenthal Instituut is gezien haar geschiedenis ook niet zo ge-interesseerd in vergelijkend onderzoek (die controlegroepen en zo doen ze alleen maar omdat dit van onderwijsbewijs moet), het FI doet ontwikkelingsonderzoek. Onder het mom van onderzoek ontwikkelen ze lesmateriaal. Dat lijkt ook nu het geval: het doel is gewoon om de digitale leeromgeving van het FI met dit geld uit te bouwen.
Veel interessanter onderzoek gezien de huidige rekenonderwijs discussie is een vergelijking tussen De Nieuwe Reken Methode ‘reken zeker’ en realistische methoden. Maar in zo een vergelijking is het FI vanoudsher niet ge-interesseerd.
welkom tsmitsen
ik zie dat u pas kort op dit forum bent geregistreerd,. Dus van harte welkom!
Over het Freudenthal Instituut en de bedragen die zij binnenkrijgen voor het uitvoeren van reken/wiskunde projecten heb ik wel een mening.
Ik denk dat de achteruitgang van het reken en weiskunde onderwijs voor een groot deel te wijten is aan de didactiek van rekenen/wiskunde zoals die de laatste 20 jaar in Nederland overall is ingevoerd. Die didactiek is beadacht door het FI.
Men heeft de afgeloepn 3 jaar geen moment ook maar enig voortschrijdend inzicht getoond.
Dan lijkt het me niet zo’n voor de hand liggen plan om aan datzelfde instituut nu bergen geld te geven om opnieuw projecten uit te voeren.
Inderdaad: geef dat geld niet aan het FI: het onderwijs zal er alleen maar slechter van worden.
@09111989
Ik zie dat u lang op forum bent geregistreerd. Interessant dat u een mening heeft over de projecten die het FI gaat uitvoeren. Alleen vrees ik dat die mening is gebaseerd op nogal oppervlakkige waarneming. Gelukkig dat de subsidietoekenners er anders over denken. Gaat het onderwijs er toch nog beter op worden.
oppervlakkige waarneming?
Wat kan er oppervlakkiger zijn dat de opmerking, zonder enige onderbouwing, dat ik een oppervlakkige mening zo hebben?
Als u met argumenten komt, dan kan het een plezierige en zinvolle discussie lworden.
Ook een beetje flauw om mijn gemeende welkom als een cynische bal terug te kaatsen.
Ik wacht verder af
Ik volg de discussie over het reken- en wiskundeonderwijs vanaf de zijlijn, maar een reactie van tsmitsen en johanverb laat wel erg lang op zich wachten. Hebben beide discussiedeelnemers even een time-out genomen, heeft de discussie zich verplaatst naar achter de schermen, of was het alleen maar belletje trekken?
Belletje trekken
Het was belletje trekken door twee mensen die hun eigen belangen hebben in deze discussie.
wel open gedaan
of het nu een de spreekwoordelijke jehova getuige aan de deur, een nette jongeman die me van energie maatschappij wil laten veranderen, of een FI adept die aan de bel trekt is, ik sta hem altijd vriendelijk te woord 😉
Verzuimd
Ik heb inderdaad verzuimd om verder te reageren. Wel valt me 1 ding op: een grenzeloze achterdocht bij enkele reageerders.
– bijvoorbeeld alleen al de reactie van ‘1989’ dat het niet voor de hand ligt om geld toe te kennen. Wat is dat voor een onwetenschappelijke benadering? Je kijkt naar de vorm om over de inhoud te oordelen?
– van Hoffman tav. het gebruik van de computer. De zaken die wiskundestudenten leren zijn TeX en Maple. Maar de computer, dat is een gedrocht. Ik snap de insteek, namelijk de GR die zorgt voor een gebrekkige vaardigheid. Maar in algemene zin stellen dat “je er niets aan hebt”, lijkt me erg kort door de bocht. Sterker nog, als we kunnen aannemen dat ICT soms wel en soms niet werkt, lijkt het me zinvol om uit te zoeken wanneer het wel werkt en wanneer niet.
– Baz vindt het feit dat het onderwijs niet verbetert van belang. Dat is weer strijdig met de eerder geuite wens om meer met controlegroepen te werken.
– mark79 zei daar al wat over, en die zegt feitelijk dat er weiliswaar een experimentele setting is, maar dat het dat eigenlijk niet is. ook hier is de onderliggende aanname dat er een “verborgen agenda” is of iets dergelijks. Als die experimentele setting er staat geschreven, mag je aannemen dat dat gebeurt en dat dit gevat wordt in een duidelijk eindrapport.
Al met al heb ik toch het idee dat hier een loopje wordt genomen met objectiviteit.
onwetenschappelijke houding?
Mijn opmerking dat iets niet voor de hand lijkt te liggen is inderdaad, alleen al door de formulering, onwetenschappelijk. Ik pretendeerde ook geen wetenschappelijk betoog te schrijven op dit forum. Het verbaast me zeer dat u dat kennelijk wel verwacht.
Toch heb ik argumenten gegeven waarom geld geven van het FI me niet voor de hand lijkt te liggen. Over mijn bewering en over mijn argumenten kunnen we van mening verschillen. Daar is een forum voor bedoeld.
De grenzeloze achterdocht is inderdaad juist. Helaas geven mijn persoonlijke ervaringen, de mij bekende ervaringen van anderen en de geschiedenis van de onderwijsvernieuwing mij daar alle aanleiding voor. Maar de grenzeloze achterdocht is niet alleen geënt op ervaringen, maar ook op een analyse van de bestuursstructuur van het onderwijs en de onderwijsverzorging. Waar in de politiek een democratisch systeem bestaat van krachten en tegenkrachten, waar bij bedrijven een markt wordt gereguleerd door specifieke organen (mededingings autoriteit of AFM bv), waar bij de zorg in ieder geval nog een actieve zorginspectie bestaat die enige macht lijkt te hebben, is er bij het onderwijs een quasi markt gecreëerd waarbij bestuurders volledige zeggenschap hebben zonder enige feitelijk controle.
Gelukkig leidt deze achterdocht me niet af van het doel van mijn inspanningen: verbeteren van het onderwijs in Nederland. Ik mag wel zeggen dat ik mijn achterdocht omzet in activiteiten, zoals mn werk tbv het rekenonderwijs op de basisschool.
U zegt dat ik (ik betrek het algemeen gestelde maar even op mezelf) een loopje neem met de objectiviteit. Ik ben benieuwd op basis waarvan u dat wil hardmaken. Wees gerust, ik verwacht geen wetenschappelijk betoog, alleen een beargumenteerd betoog. Laat ik concreter zijn:
Tegen welk van de volgende componenten van mijn redenering maakt u bezwaar?1. Het Freudenthal Instituut heeft de afgelopen 30 jaar de hoofdrol gespeeld in de verandering avn het reken/wiskunde onderwijs
2. Dat heeft men gedaan vanuit een constructivistische opvatting van reken/wiskunde didactiek
3. Die didactiek is zo goed als overal in Nederland leidend geweest (en nog)
4. De rekenvaardigheid van de kinderen van de basisschool laat veel te wensen over.
5. Genoemde didactiek heeft dat niet weten te voorkomen, maar verergerd. Is er een belangrijke oorzaak van
6. Het Freudenthal Instituut heeft nog geen blijk gegeven van veranderd inzicht
7. Mochten zij betrokken worden bij de verbetering avn de rekenkwaliteit, dan is er alle aanleiding te denken dat ze dat doen vanuit dezelfde didactiek
8. Daarom is het niet te verwachten dat deze “hulp” van het FI werkelijk zal helpen.
9. Geld en projecten voor het FI is dan ook niet een voor de hand liggende manier om het gewenste doel te bereiken.
Had nog meer willen schrijven..
Ik had geen tijd meer om het volgende meteen na mijn reactie op te schrijven.
Ik vind het vooral erg jammer dat er zoveel onmin in de wiskundewereld is.
Ik heb met heel veel plezier en op nuttige wijze de algebra applets van het FI gebruikt.
Ook zijn er slechte programma’s natuurlijk. Zoals overigens in de wetenschap 99% van de onderzoeken overbodig lijken, maar wellicht wel -of juist niet- nodig zijn voor die paar opzienbarende nieuwe inzichten.
ik zie ook een “efficiency-denken”.
Ik heb ook geconstateerd dat contexten misbruikt zijn.
Ik heb gezien dat hoger onderwijs instellingen op de werkvloer pleiten voor meer kennis, en weigeren om aan te sluiten op het VO.
En het VO denkt weer “laat die hoge
Maar dat besturen vervolgens besloten dat de bekostiging te zeer van leerlingenaantallen afhankelijk is en dat de eisen naar onderen worden bijgesteld.
Ik constateer dat de overheid beknabbelt op onderwijs.
Mijn verhaal: er is geen ‘schuldige’ of zelfs ‘we zijn allemaal schuldig’. En DAAR ging mijn bijdrage over: het is een scherpe post. Misschien zelfs wel niet helemaal eerlijk. En er kan nu best een hausse komen met allerlei ‘beschuldigingen’. Dat ik belangen heb in… Dat ik de feiten niet onder ogen wil zien… Dat wil ik best. Maar de citaten die ik aanhaal zijn m.i. toch wel erg emotioneel geladen. Een beetje “Barbertje moet hangen”. Dat vind ik jammer.
De componenten…
Laat ik achteraan beginnen.
Wat is het “gewenste doel” bij 9? Is dat “uw” doel? Of het doel zoals het minocw dit heeft omschreven. Vanaf 5 wordt met name betoogd dat de vaardigheden niet genoeg aandacht hebben gehad, in de laatste 30 jaar. Dat snap ik wel. Vaardigheden moeten en kunnen beter. Ik vind inzicht alleen ook belangrijk.
Ik zie eigenlijk in de hele breedte een verschuiving naar vaardigheden en inzicht. Niet OF OF maar EN EN. Zo heb ik toen mik nog in Limburg woonde met plezier algebra oefenapplets gebruikt. Waarom is dat niet een bij 6. vermeld inzicht?
Betrokkenheid bij dit onderwerp
Wat mij intrigeert is uw betrokkenheid bij deze discussie. Laat ik voor mezelf en 1989 spreken: wij zijn beide HBO-docenten. 1989 heeft ook rijke ervaring in andere onderwijsvormen, ik ben een soort zijinstromer sinds 2001.
En u?
computers en wiskundeonderwijs
Uw reactie op de opmerking van Hoffman geeft eenleiding tot een interessante gedachtenwisseling.
Ik heb redelijk wat ervaring met zaken als Maple (en eerder Derive) en bv ook Cabri geometre aan vergelijkbare software. Mijn ervaringen gaan zelfs terug naar de eerste Logo versies en de schildpadmeetkunde. Ik heb daar met veel enthousiasme aan meegewerkt. Ook ik verwachtte dat het tot verbetering van het reken/wiskunde onderwijs zou kunnen leiden.
Nu ik na een kleine dertig jaar terugkijk kan ik niet anders dan tot de conclusie komen dat ondanks alle goede wil, die middelen niet hebben gebracht wat er van verwacht werd. Dat is een pijnlijke constatering. Ook hier weer constateer ik dat op ruime eigen ervaringen, maar ook op wat er met de GRM bij bv HAVO wiskunde A gebeurt. Daar wordt geen wiskunde meer gedaan, maar wordt een cursus TI-83 gegeven. Ik vind dat dieptriest, vooral ook omdat de vaardigheid in het omgaan met de GRM na de middelbare school verder nergens bruikbaar is: het ding wordt verder nergens gebruikt.
Hiermee zeg ik niet dat er geen zinvolle toepassingen denkbaar zijn, maar gezien de staat van het reken/wiskunde onderwijs dient er absolute prioriteit gegeven te worden aan basisvaardigheden rekenen en algebra. Daarbij zijn Maple en de GRM absolute ondingen. Kinderen moeten er zo ver mogelijk van worden weggehouden. Pas als de basis is gelegd, is het denkbaar dat ICT gebruikt wordt voor bv statistisch rekenwerk.
Verder kan ICT wellicht nuttig zijn bij het inoefenen van algebraische of rekenvaardigheden, in de vorm van de COO programmatuur
De GRM wordt vaak slecht gebruikt…
“Daar wordt geen wiskunde meer gedaan, maar wordt een cursus TI-83 gegeven. Ik vind dat dieptriest, vooral ook omdat de vaardigheid in het omgaan met de GRM na de middelbare school verder nergens bruikbaar is: het ding wordt verder nergens gebruikt.”
Ik zie een GRM als een hulpmiddel geen vervanging van… Ook daar zijn zinvolle toepassingen, al vind ik mini-PC’s wat veelzijdiger. Dat het ding overigens niet gebruikt wordt in het vervolgonderwijs vind ik zelf ook een zwaktebod van die vervolgopleidingen.
Vanaf “Hiermee zeg ik niet…” eens, al denk ik dat inzicht en vaardigheid echt hand in hand kunnen gaan, met ICT erbij. Dat maakt mij m.i. niet meteen een “adept”.
geen zwaktebod
Vervolgopleidingen gebruiken die dingen niet omdat ze in de beroepspraktijk ook niet worden gebruikt. Voor statistiek wordt spss gebruikt, voor technische opleidingen bv Maple of ook CAD programmatuur dat een en ander doorrekent.
Ook ik ben erg voor begrip en inzicht. Ik denk alleen dat dat in het leerproces ontstaat NA dat er kennis is genomen van de begrippen waar het om gaat. Je kunt het beste begrijpen wat wortel 2 is door er mee te werken en te rekenen. Als je moet bedenken dat het een niet rationeel reëel getal is, dan schiet het niet op. Evenzo is het lastig, zelfs onmogelijk, om bij het rekenen met breuken steeds aan glazen limonade of aan verhoudingstabellen te moeten denken. Dat breuken, verhoudingen procenten en decimale getallen verschijningsvormen van dezelfde dingen zijn (al kun je daar ook over twisten), maakt het voor kinderen alleen mar ingewikkeld.
Mensen leren een taal pas door de taal te gebruiken, door de regels te leren en woorden te leren. Begrijpen van taal komt pas veel en veel later. Bij rekenen is iets dergelijks aan de hand. Voordat er realistisch gerekend werd konden kinderen het beter dan nu, en zo is mijn ervaing metvolwassenen., begrijpen ze oko nog eens meer avn cijfers en getallen dan de kinderen nu. En dat terwijl er juist de laatste tijd zoveel nadruk op dat begrijpen is gelegd.
Ik ben niet tegen begrip, maar tegen de plaats van het begrip die het RR voorstaat. Begrip ontstaat door gebruik en (een rot woord) reflectie. Begrip ontstaat zeker in de beginfase niet door op duizend manieren, met contexten, met puzzeltjes en met door elkaar heen gebruiken van verschijningsvormen, kinderen te laten experimenteren.
Wiskunde toegepast
In de discussie over de GRM valt mij op dat er zo hard gezocht moet worden naar het ‘nut’ van dit apparaat. En als het er niet is, dan zoeken we er wel een ‘nut’ bij. Zo kan je ook te werk gaan met de rekenliniaal. Uiteindelijk kan je het vervolgonderwijs en de beroepspraktijk nog gaan verwijten dat ze de rekenliniaal zo weinig gebruiken.
Natuurkunde is een van de natuurlijke ‘afnemers’ van wiskunde. Ons mooie vak is bijna niet meer te onderwijzen vanwege het gruwelijke gebrek aan elementaire algebra en rekenvaardigheid.
Ik noem: breuken, decimalen, wetenschappelijke notatie, het decimale stelsel, het niet kunnen wisselen tussen graden en radialen op de eigen rekenmachine, het herkennen van sinus, cosinus of tangens in een toepassing, gelijkvormigheid, bewijsredenering, in rekening brengen van rendementspercentage, formules voor cirkel en bol, vrij maken van een variabele in een formule met 1 onbekende, substitutie van andere letters in een formule, herkennen van een lineaire vergelijking, kunnen oplossen van 1 vergelijking met 1 onbekende m.b.v. de balansmethode, herkennen van een kwadratische vergelijking of kwadratische vorm, elementaire functienotatie (bv. f(8) ), begrip van orde van grootte van getallen, gebruik van decimaalteken, werken met haakjes en andere elementaire algebra, gebruik van en juist begrip van voorvoegsels zoals kilo, mega en milli.
Al deze zaken, die wij vroeger, vóór het RR en haar adepten het heft in handen namen, tamelijk goed leerden tussen groep 6 en klas 3, zijn nu voor 70% onbekend terrein voor mijn leerlingen. Veel natuurkunde kan je ze dan ook niet bijbrengen. In een klas van 30 leerlingen brengen meestal slechts 2 of 3 daarvan een som met een beetje algebra en/of rekenwerk tot een goed einde. Voor de overige 27 of 28 moet ik punten gaan sprokkelen. Dat is niet alleen vervelend voor mij, maar rampzalig in technische of medische beroepen.
Vakantie
Ik ga overigens weldra op vakantie dus dan even geen reactie.
Goede vakantie!
De discussies starten daarna vanzelf wel weer op
Kort gezegd
“- van Hoffman tav. het gebruik van de computer. De zaken die wiskundestudenten leren zijn TeX en Maple. Maar de computer, dat is een gedrocht. Ik snap de insteek, namelijk de GR die zorgt voor een gebrekkige vaardigheid. Maar in algemene zin stellen dat “je er niets aan hebt”, lijkt me erg kort door de bocht. Sterker nog, als we kunnen aannemen dat ICT soms wel en soms niet werkt, lijkt het me zinvol om uit te zoeken wanneer het wel werkt en wanneer niet.”
Het zal aan mij liggen, maar volgens mij heb ik het nergens in deze discussie over bovenstaande onderwerpen gehad. Maar nu u mij hier toch bij betrekt wil ik er best op reageren. En dan vooral op de GRM.
Bij mij komen de 1e-jaars HBO-ers binnen die allemaal zo’n ding op HAVO/VWO hebben gebruikt. En zoals 1989 aangeeft: daar geven ze cursus TI-83 gebruiken. Van scholieren in mijn omgeving hoor ik dat docenten uitgebreide instructies geven in de trant van “druk eerst op knop X, dan op knop Y, lees dan de waarde in het display en neem die over op je uitwerkpapier”. Ook een aardige: een *docent* die een uitgebreid tekstbestand met begrippen, formules etc. maakt dat leerlingen op hun TI-83 kunnen zetten want dat is zo handig bij het maken van het SO. Kort gezegd: belachelijk.
Ook kreeg ik vorig jaar van een student de vraag (over mijn vak bedrijfseconomie): “Gaan we ook afnemende meeropbrengsten berekenen?”. Op zich een goede vraag, alleen bleek bij navraag dat de vraagsteller deze term had meegekregen bij het VWO-vak Wiskunde (vraag me niet welke variant) én dat dit was gekoppeld aan een mooie grafiek op zijn GRM-display. Hij moest toegeven dat hij geen flauw idee had van de *inhoud* van het begrip afnemende meeropbrengst. Kort gezegd: belachelijk. Hij heeft dus dit begrip niet inhoudelijk geleerd (gemiste kans nummer 1) en kan ook de berekening niet zelfstandig opzetten want dat deed de GRM (gemiste kans nummer 2). Kort gezegd: belachelijk.
Dat ICT zinvol kan zijn staat vast. Ik leer mijn studenten echter om bepaalde berekeningen te *begrijpen* en met een doodgewone rekenmachine te kunnen berekenen met een beperkt aantal factoren zodat dat ook uitvoerbaar is. Dit onder het motto “als je deze berekening kunt maken met 4 factoren, kun je het ook met 20”. Maar voor die 20 moeten ze vooral een of andere ICT-toepassing gebruiken.
Tot slot: wat bedoelt u met de opmerking “[…] de computer, dat is een gedrocht.”?
Lange ervaring
Als u een tijdje terugkijkt op het BON-forum is te lezen dat 9_11_1989 ruime en persoonlijke ervaring heeft met het FI. Hij heeft ook bij herhaling duidelijk gemaakt dat het FI aan de wieg heeft gestaan van de Realistische Rekenmethodes (RR) waarmee de jeugd al vele jaren wordt geteisterd. Met alle gevolgen van dien voor het instroomniveau dat ook ik als HBO-docent krijg aangeleverd. Ronduit belabberd.
En ja, 1989 is hier al langdurig lid. Dat komt om dat ‘1989’ al vanaf het begin van BON zijn zeer gewaardeerde bijdragen levert. Dat kan hij juist *doordat* hij een zeer ruime ervaring heeft met (reken)onderwijs in al zijn facetten.
Maar goed, misschien moest u over de rekenmethodes en de houding van de RR-adepten maar weer eens DEZE DRAAD herlezen. Daar zit vast heel wat in dat u herkent.
Hypothesen
Volgens Johanverb zou het onderwijs beter worden van de FI-onderzoeken waarvoor subsidie is toegekend. Nou, dan maar eens kijken naar de voorstellen waar het om gaat. En ja, net als Mark79 al aangaf, gaat het weer eens om het inzetten van (meer) ICT in het onderwijs.
Het eerste onderzoek gaat over het spelen van RekenXXX-games. En wat is één van de hypothesen? Inderdaad: “De verwachtingen zijn gevat in 7 hypotheses, waarvan de laatste luidt dat men een blijvend positief effect verwacht van het spelen met RekenXXX-games.”
Nummer twee gaat over “Efficiënt wiskunde oefenen in een digitale omgeving”. En wat is daar de hypothese? Inderdaad: “De hypothese luidt, dat leerlingen die er gebruik van hebben gemaakt beter presteren dan leerlingen in een traditionele leeromgeving.”
En ik maar denken dat je ook gewoon sommen kunt maken. Maar dat zal wel weer ouderwets zijn.
Sommen maken….
…jawel, *hier*.
Maar de plaatjes zijn ook leuk: 1; 2; 3; 4; 5; 6; 7; 8; 9; 10; 11; 12; 13; 14; 15
Ook een leuk *projectje* ?
*Adios*
@johanverb
Kunt U aangeven hoe Uw stelling “Gaat het onderwijs er toch nog beter op worden” door middel van deze projecten zal worden bereikt?
En wordt deze verbetering naar Uw mening voorafgegaan door een stijgende danwel een dalende trend in het reken/wiskunde onderwijs?
FI = subsidiespons
Ik vraag me af waarop de opinie is gebaseerd dat het onderwijs er beter op geworden is sinds het realistisch rekenen. Onderzoeken tonen dat niet aan. De positiefste interpretatie is dat de rekenvaardigheid van de leerlingen er niet slechter op geworden. Als er dus in het gunstigste geval niets verbeterd is, waarom moest er dan iets veranderd worden? Het FI is een subsidiespons die vooral uit is op geld en niet op de verbetering van de rekenvaardigheid van de jeugd van tegenwoordig. Zolang het FI zich met het rekenonderwijs bezig houdt, wordt het onderwijs er niet beter op.
focusseringsproblemen
Als Johanverb 09_11_1989 als een oppervlakkige waarnemer beschouwt moet ik hem dringend raden om niet op de BONsite te zoeken naar veelschrijvers die naar zijn idee wel scherp en analyserend waargenomen hebben en waarmee hij diepgaand over rekenonderwijs van gedachten kan wisselen. Hij zal ze niet vinden.
Overigens zou ik graag wat meer willen weten over het denken van de blijkbaar scherp kijkende subsidiegevers. Veel BONleden verdenken subsidiegevers in onderwijsland ervan subsidies voor onderwijsprojecten uit te delen om heel andere reden dan het verbeteren van het onderwijs. Nu zo gemakkelijk verdenkingen worden uitgesproken wil ik daarin niet onderdoen.
Seger Weehuizen
Inzake Inhoud projecten
Ik heb de onderzoeksvoorstellen betreffende het lerarentekort doorgeworsteld. De drie voorstellen zijn allen in slecht leesbaar jargon geformuleerd, maar na enig zweten komt men erachter wat de bedoeling is.
Wat mij betreft zijn alle drie de projecten weggegooid geld.
Mijn methode zou zijn:
1) Spoor leraren op die het onderwijs hebben verlaten en vraag ze waarom
2) Houd een enquête onder leraren die weg zouden willen (maar misschien niet kunnen) en vraag ze waarom.
Dat lijkt me niet heel ingewikkeld. Mijn hypothese zou zijn
– onderwaardering
– schoolleiding die je niet steunt maar je in je hemd zet en in gebreke blijft bij facilitering
– hufterig gedrag van sommige ouders (en hun bbh kinderen)
– verdwijnen van kennis uit het onderwijs
– onderbetaling
– teveel ge-(xxx) en te weinig les
– de macht die in handen is van anti-intellectuelen
in het algemeen: het vak dat van de leerkracht is afgepakt (zie startpagina BON).
Deze voor de hand liggende oorzaken worden niet onderzocht. Lees zelf, bij de hierboven gegeven link, wat een vergezochte zaken er wél onderzocht worden.
Het doel van deze projecten is niet om het lerarentekort te helpen oplossen maar om projectgeld op te strijken. Dat is goed gelukt. Mission complete.
Wellicht ook interessant voor onderzoek:
Ik zie altijd het liefst onderzoek naar nog onbekende antwoorden, en niet naar voor de hand liggende antwoorden, al hebben die politiek natuurlijk soms ook wel hun nut.
Plasterk beweerde na z’n aantreden dat het weer kleinschalig maken van het onderwijs te duur was, en dat had vooral met de gebouwen te maken.
Nu zijn die gebouwen natuurlijk het enige obstakel niet; het ontmantelen van het door Prick zo gedoopte “Onderwijs Politiek Complex” (CDA/PvdA-vriendjes in de de VO-raad/vakbonden/overige parasitaire schil) zal wel een minstens zo grote hindernis zijn.
Maar nu:
1) de PVV als onhuwbare partij in de peilingen groeit (CDA walgt van ze en ze hebben geen Eerstekamerzetels):
2) de SP weer wat kleiner lijkt te worden (minder bedreigend), en
3) het daarmee dus wat minder onwaarschijnlijk wordt dat de SP in de regering komt (de PvdA zit natuurlijk liever midden tussen SP en CDA, dan als linkertegenwicht voor de VVD in een centrumcoalitie),
zou ik wel willen weten hoeveel geld het nou eigenlijk zou kosten om de gebouwen-kant van de kleinschaligheid te bewerkstelligen. Hoe duur is het vervangen/ombouwen van te grote schoolgebouwen door/tot kleine, en hoe snel kan dit? Dat lijkt mij nou wel eens wat voor een (inventariserend, niet verklarend) onderzoek.
Gebouwfetisjisme
Het is voor het eerst dat ik dat argument tegen kleinschaligheid hoor, maar het verbaast mij niet. Het zou mij ook niet verbazen als het net zo’n bestuurdersdrogreden was als alle andere die uit die koker komen. Je moet bij zo’n onderzoek natuurlijk een definitie van ‘kleine school’ geven. Daarnaast valt er natuurlijk heel veel te nemen en te geven op het vlak van de inrichting. Een ouderwetse school met muren, gewone schoolborden, gewone lokalen met tafeltjes en stoeltjes en een gymzaal is natuurlijk iets anders dan een school die voorzien is van computer-bekabeling, netwerk, smartborden, beamers, variabele lokalen met schuifwanden, laboratoria, handenarbeidlokaal, vergaderzaaltjes, studiezalen, laboratoria, e.d.
Ook in de architectuur en overige vormgeving zit, denk ik, veel prijsvariatie. Met zo’n onderzoek kan je dus alle kanten uit, maar iemand die per se een kleine school wil vindt daar heus wel een gebouw bij.
Je zou een onderzoek moeten doen naar de kosten van het meest sobere schoolgebouw en het minimum aantal leerlingen wat je daarbij zou moeten hebben.
Het kan beter !
Het grootste bedrag wat op de gewone manier van de cijfers 5 6 7 8 9 0 is te maken is 987.650
en het kleinste is 056.789.
Op welke plaats staat 869.570 ?