In de Volkskrant van vandaag heeft het CPB de cijfers over de schooluitval.
Anders dan er in Maart door het ministerie werd beweerd is de schooluitval helemaal niet teruggelopen dankzij de plannen om de school voor elke niet uitvaller te belonen met 2000 euro. Overigens helpt deze cpb cijfers niet meer. Het geld is al naar de schoolbesturen onderweg. Niet alleen voor de testregio, maar in het gehele land. Enen mooi kerskadootje voor de corrupte bestuurders.
Hier enige citaten
Het Centraal Planbureau heeft het onderzocht en vond geen enkel resultaat. In het jaar waarom het ging, het schooljaar 2006-2007, daalde het percentage schooluitvallers in de bewuste regio’s iets: 3,2 procent. Niks daling van 17 procent.
Om het erger te maken: die daling was precies even groot als in de andere 22 regio’s. En om het nog erger te maken: de daling had niets te maken met beleid. Volgens het CPB was die te danken aan een demografisch effect: er zaten dat jaar wat meer kinderen op de havo en wat minder op het vwo. En havo-klanten vallen minder uit.
Het werd de betrokken regio’s ook wel makkelijk gemaakt. Hun inspanningen werden beoordeeld op basis van cijfers die ze zelf aanleverden. En als er ergens onbetrouwbare cijfers voor worden gebruikt, is het wel het voortijdig schoolverlaten. Een substantiële verandering in de cijfers wijst bijna altijd op een andere manier van tellen, en zelden op effect van beleid. Zowel de Algemene Rekenkamer als de Rekenkamer Amsterdam wezen daar al jaren geleden op.
” mooi kerskadootje voor de corrupte bestuurders”
Hopelijk komt er een lijst met besturen die hier misbruik van hebben gemaakt (als dit zo is…)
Ongetwijfeld worden er ” vragen ” gesteld in de kamer.
Misschien…
… vertelt de bron meer?
Toch even kritisch blijven
Ook mijn nattevingergevoel zegt me dat er niets van die schooluitvalbestrijding terecht is gekomen. Administratief zijn ROC’s echter heel goed: schrijf iemand over van een echte opleiding naar een ‘opvangklas’ en je hebt geen uitval. Geef iemand makkelijk een diploma (door bijvoorbeeld zelfbeoordeling toe te passen en competenties af te vinken) en je hebt óók de outputfinanciering nog binnen.
Echter: in bovenstaand bericht, waar natuurlijk ook mijn oog op viel, wordt geen enkel bewijs geleverd. Hoe komt het Centraal Planbureau opeens tot deze conclusie? De tijd dat we de kranten konden vertrouwen is helaas al enige tijd voorbij! Enige tijd geleden werd nog pontificaal gemeld dat de uitvalsbestrijding zo succesvol was.
Ook met je kritische blijk bevestig je mn oordeel
Maar je hebt gelijk natuurlijk. Het is goed gebruik onder onderwijsmensen – en zij bniet alleen – om alleen die cijfers te vertrouwen die je eigen stellingname bevestigen. En daar doe ik schaamteloos aan mee natuurlijk.
Ik zou willen dat ik een andere manier had om berichten of onderzoeken te toetsen, maar ik weet er geen. Dan zijn er twee keuzes: óf je blijft zeer voorzichtig en oordeelt niet over die zaken waar je geen zekerheid over hebt (methode Kees van Putten), of je volgt je boerenverstand. Ik kies zeer bewust voor dat laatste. Als wiskundige weet ik hoe moeilijk het is om wiskundige zekerheid te verkrijgen, zelfs bij eenvoudige problemen die alleen maar met wiskunde te maken hebben (antwoorden kunnen verrassend verrassend zijn bij op het oog eenvoudige problemen als: waar zijn er meer van, van de breuken of van de even getallen). Bij onderwerpen die betrekking hebben op de werkelijkheid, heb ik niet de illusie dat er veel harde conclusies getrokken kunnen worden. Zeker niet daar waar er belangen zijn die wel eens strijdig kunnen zijn met uitkomsten van onderzoek.
Ministerie
Waarschijnlijk zal het ministerie ook willen weten hoe het zit en het geld derhalve terug willen vorderen. Er is altijd iemand ergens verantwoordelijk voor als de boekhouding niet klopt. Een doel uitkering wordt onder ambetenaren altijd gecontroleerd en iemand is verantwoordelijk voor de conclusie. Geduld dus.
Feitelijk zijn wij aan dossiervorming aan het doen tegen een beleid en daar is geduld voor nodig. Tevens weten veel mensen dit en je staat zomaar ineens in de krant als je de fout in gaat. Op het ministerie zit nu een verantwoordelijke die moet afwegen of hij of zij het risico neemt om te zeggen dat de doeluitkering terecht was als dat niet zo is.
er waren al eens spookstudenten
Ik herinner mij de affaire van de buitenlandse studenten die op Nederlandse hogescholen waren ingeschreven maar er niet of nauwelijks studeerden. Het geld dat die hogescholen daarvoor kregen is in de meeste gevallen niet teruggevorderd. Waarom zou de overheid nu wel ons geld terugkrijgen?
Seger Weehuizen
Dat ligt iets subtieler
Volgens mij zijn daar wel degelijk grote bedragen teruggevorderd. Overigens werden deze opleidingen vaak verzorgd door speciale afdelingen van de Hogescholen, de commerciële poot zeg maar. En bij diezelfde commerciële poot werden cursussen gegeven voor de ambtenaren van O&W. Eerlijk gezegd vond ik dat O&W daar boter op het hoofd had. Toeteren dat de Hogescholen ondernemend moesten zijn, daar als klant aan meedoen, maar mekkeren als er, volgens mij formeel binnen de regels, commercieel wordt gewerkt.
Hou me te goede, ik vind het fraude, maar wel fraude die in de hand is gewerkt door de overheid, waar men van wist en waar men aan mee deed.
enkele losgeknipte zinnen
NRC 1 okt 2004: Aanpak hbo-fraude levert overheid geen cent op
Elke cent die aan de hbo-fraude was verspild, moest teruggestort worden. Hermans febr. 2002: Er is nog geen cent terug. De overheid is soepel, de scholen vechtlustig. Daarnaast zou iedere frauderende hogeschool aangegeven worden bij het openbaar ministerie. ,,Fraude is fraude. Elke gulden telt mee.” In april concludeerde Schutte dat instellingen 58 miljoen euro ten onrechte hebben opgestreken door constructies te verzinnen die op, of net over de rand van de wet waren. Scholen blijken op allerlei manieren onder de boetes uit te kunnen. Was het niet juist het ministerie dat scholen jarenlang aanmoedigde zich als ondernemer te gedragen? Een voorbeeld. De commissie-Schutte noemt in het rapport een constructie waarin kansarme jongeren met psychische problemen een speciaal onderwijsprogramma volgen. Een mbo-school inde veel te veel subsidie voor dit project, maar minister Hermans heeft de school persoonlijk een prijs uitgereikt voor vernieuwend onderwijs. Dat verhoogt de kans op succes voor de rechtbank niet, redeneert Rutte, die het te veel geïnde bedrag daarom niet meer terug eist. Instellingen waar misbruik het gevolg kan zijn van een ,,vergissing”, hoeven zich evenmin zorgen te maken. Andere kunnen een beroep doen op hun publieke taak: als zij écht alles moeten terugbetalen, dreigen zij failliet te gaan en komt het onderwijs in veel regio’s in gevaar.
www.nrc.nl/dossiers/hoger_onderwijs/hbofraude/
Seger Weehuizen
hbo-fraude
Beste Seeger,
Jij hebt helemaal gelijk m.b.t. de hbo-fraude. Scholen zijn vechtlustig en de bewijsvoering is heel moeilijk. Dat geldt ook voor het probleem van de schoolverlaters. Wat echter telkens blijkt is dat je als regelgever niet meer aankunt op de loyaliteit van de uitvoerende instanties, de scholen dus. In een werkgever-werknemer relatie zou er sprake zijn van een vertrouwensbreuk. Binnen het ministerie zit nu weer iemand met een probleem vanwege dit gedrag van de scholen. Zijn of haar baas zal stellen dat hij of zij het werk niet goed heeft gedaan. De verdediging zal iets inhouden van goed vertrouwen wat onterecht bleek te zijn. De verantwoordelijke op het ministerie zal dan snel naïef genoemd worden en dat is het begin van de verandering. Als ook het ministerie overtuigd raakt van de onbetrouwbaarheid van de instellingen zullen zij de regelgeving daarop willen aanpassen. Kunnen wij ze overtuigen dat dit onbetrouwbare gedrag ook of vooral voorkomt bij het toekennen van veel te hoge cijfers voor geleverde prestaties door studenten dan zullen zij ons sneller geloven. Dit leidt dan hopelijk tot het begin van de ontmanteling. Vroeger mochten huizenbezitters zelf hun woz-waarde(huidige benaming) vaststellen. Nederland kende toen heel veel goedkope woningen en dus miste men belastinginkomsten. Nu heb je als woningbezitter helemaal geen invloed meer op de waarde van je woning of de belasting die voor de woning betaalt dient te worden.
verstrekker & ontvanger beiden belang bij positief beeld
Ik denk dat noch de ambtenaren (zeg de overheid), noch de besturen belang hebben bij slechte cijfers. Het lijkt het onderwijs wel;-)
Als scholen rapporteren dat het geld dat men krijgt voor de schooluitval zo vreselijk succesvol is, dan is er geen ambtenaar die die bewering zorgvuldig wenst te onderzoeken. Pas dat zou een naïeve actie zijn, dáár zou die ambtenaar problemen mee krijgen.
Niet toevallig dat het CPB met andere cijfers komt. Het CPB heeft belang bij het openbaren van mislukkingen op gezette tijden. Dat is hún ‘omzet’. Hoe groter de omzet hoe beter. Dat geldt voor de minister en zijn ambtenaren, hoe meer geld je hebt weggezet (waarover een positief rapport is geschreven), hoe beter je het hebt gedaan, maar het geldt ook voor de controle mechanismen
Inzake machtsbalans
Lang geleden bestond het vak maatschappijleer nog niet. Om het leven voor de leerlingen toch nog enigzins dragelijk te maken had men een deel van de lesstof ondergebracht bij geschiedenis. Die uurtjes heetten destijds ‘staatsinrichting’. Ik wil niet beweren dat ik altijd even goed oplette, maar er is mij bijgebleven dat fatsoenlijke staten de macht zó indelen dat er een drietal rivaliserende machtsblokken ontstaat, zoiets als wetgevende, uitvoerende en nog-iets macht. Elk heeft zeggenschap op zijn eigen terrein, maar wordt wel permanent in de gaten gehouden door de anderen, en kan zonodig ter verantwoording worden geroepen. Zo ontstaat een mooie, en vooral gezonde machtsbalans. Een van de (zeer verstandige) gedachten hierachter is, dat je eigenlijk van geen enkele overheidsdienaar kunt verwachten dat hij het algemeen belang voor ogen houdt. Hij moet dus permanent door andere overheidsdienaren op de vingers worden gekeken, en die anderen moeten dat uitsluitend uit beroepsmatige overwegingen doen: niet uit andere, oneigenlijke, belangen.
In het onderwijs is deze opsplitsing van de macht geheel uit het lood komen te hangen. Er is werkelijk geen enkele partij (ook de leraren niet) aan te wijzen die rechtstreeks belang heeft bij onderwijs op een behoorlijk niveau. Alle partijen hebben belang bij fraude, oplichting, handjeklap, window-dressing, papieren werkelijkheid, schijnexamens, nepkennis, pseudovakken en diploma ’s van wc-papier. Vandaar ook die HBO-fraude, vandaar ook dat de overheid zelf tonnen boter op het hoofd heeft.
Wil er wat ten goede veranderen, dan moet de overheid, in casu Plasterk, maatregelen nemen om het machtsevenwicht te herstellen, net zoals dat evenwicht geregeld is bij onze staatsinrichting. Een aardig begin zou zijn om compromisloze examens samen te stellen, richtlijnen te geven door wie die examens moeten worden nagekeken en om de onderwijsinspectie te saneren en daarna met enige macht te bekleden.
Een trias Politica in het Onderwijs?
De derde macht van de TRIAS POLITICA is de rechterlijke macht. Die heeft in Nederland stompe tanden omdat hier de wetgeving niet aan de grondwet getoetst mag worden. Een komische noot daaraan is dat De Nederlandse regering ooit door de rechter teruggefloten is op grond van een grondwetachtige juridische overeenlomst met de Antillen die vooral gedacht was om de Antillianen op de Antillen te beschermen. Drie rivaliserende machten zal Montesquieu niet voor ogen hebben gestaan; het gaat erom dat geen van de 3 machten zijn gebied overschrijdt en het is niet de bedoeling dat elke macht probeert om zijn gebied te vergroten. Daarom moeten ze elkaar in evenwicht houden. Het lijkt me geen slecht idee om het onderwijs ook op te splitsen in 3 machten: de lescurriculum vaststellende macht, de lesgevende macht en de examinerende macht. Leve de Trias Politica in het onderwijs.
Seger Weehuizen
Wat Montesquieu wilde
Dank u wel, Malmaison, voor de aanvulling. Het woord ‘rivaliserend’ is misschien ongelukkig gekozen; maar het is wél zo dat de drie machten regelmatig ruzie hebben over elkaars bevoegdheden. Ik heb het idee dat dat er eigenlijk gewoon bij hoort, al zal het niet speciaal Montesquieu’s bedoeling geweest zijn.
In het onderwijs hoeven het ook niet per se drie machten te zijn, zolang de belangrijkste ‘invalshoeken’ maar aan bod komen en elkaar niet kunnen uitschakelen, zoals nu de facto met de lesgevende macht is gebeurd. Het zwaartepunt ligt nu bijna geheel bij de papierschuivende macht.
België
Zie wat er momenteel in België gaande is.
Wel een mooi voorbeeld om de Trias Politica uit te leggen trouwens.
Overigens (om op je eerdere opmerking terug te komen) is het vak nog steeds ‘geschiedenis en staatsinrichting’. Bij maatschappijleer komt dit (Trias Politica) ook wel aan de orde, maar is het maar een onderdeeltje van het hele vak.
Niet zo klein
In het vak maatschappijleer, althans op scholen waar dat vak met kennis van zaken gegeven wordt, is dit een essentieel element van het rechtsstatelijk systeem. De vragen naar macht, gevaren van misbruik en controle van macht spelen daarin een essentiële rol. Daarom heb ik de casus België al klaar liggen voor mijn lessen in april.
Land waar klokkeluiders lijden
Als een ambtenaar niet wenst uit te zoeken of een instelling al dan niet terecht subsidie heeft gekrgen zal dat wel betekenen dat dat hij daarvoor onvoldoende rugdekking krijgt. Daar kunnen allerlei redenen voor zijn maar ik geloof niet dat het makkelijk is om een reden te bedenken die niet laat zien dat er iets mis is. In dit verband verbaast het me zo dat de bescherming van klokkeluiders nog steeds zo slecht geregeld is. De overheid wil niet moeten weten. Het is overigens ook triest dat langzamerhand de maatschappij alleen maar te sturen is door op de juiste plekken voedertroggen neer te zetten.
Seger Weehuizen
Het gaat niet om rugdekking, maar rug rechten
Je zegt dat een ambtenaar iets niet wil uitzoeken omdat hij onvoldoende ruggensteun ervaart. Ik vrees dat dat te positief is. De ambtenaar wil het niet uitzoeken omdat dat niet in zijn belang is, niet in het belang van de afdeling waar hij voor werkt, niet in het belang van het ministerie, niet van de minister en niet van zijn partij. De ambtenaar wordt dus niet door zijn baas ’tegengehouden’ maar door het systeem van hiërarchische professionalisering waarin er altijd een hoger doel is, of een verborgen agenda zo je wilt. Een systeem waarin alle neuzen als vanzelf dezelfde kant op komen te staan.
Dat is niet hetzelfde als persoonlijke corruptie op welk niveau dan ook, het is anders dan niet functioneren van ambtenaren. Het is de onontkoombare consequentie van de manier waarop onze samenleving gestuurd wordt. Iedereen is verkoper van zichzelf, van zijn afdeling en van de organisatie als geheel.
De enige reden dat BON zo aan de weg kan timmeren is dat we onszelf buiten de instituties hebben geplaatst. Geen BON lid of bestuurder is financieel afhankelijk van BON. Iedereen kan zich permitteren om de rug recht te houden. Sterker nog: juist deze lichaamsoefening, het rechten van de rug, maakt BON voor mij aantrekkelijk.
ruggesteun ≠ rugdekking
Je hebt in je tekst in plaats van het woord rugdekking het woord ruggesteun gebruikt. Ik voel tussen die beide woorden een enorm verschil. Ruggesteun houdt mijns inziens in dat je door mensen hoger in de hiërarchie geholpen wordt. Ruggesteun kan plotseling wegvallen. Rugdekking houdt in dat je baas aan dezelfde kant strijdt en je niet bang hoeft te zijn voor een pijl in je rug. Het heeft met vertrouwen te maken. Dan wordt het aantrekkelijk om je rug te rechten en te vechten. Je hebt voor mijn “allerlei redenen” vele invullingen gevonden en voor alle geldt dat “er iets mis is”. Als een ambtenaar voor een niet uitgesproken doel moet werken of ingezet wordt om een geheime agenda uit te voeren zal hij zich niet veilig voelen aan zijn rugkant, gedemotiveerd raken en mogelijk via een eigen geheime agenda zich concentreren op zijn eigen belangen. Iedereen op alle niveau’s wordt zo een leugenachtige verkoper van zichzelf, van zijn afdeling en van de organisatie als geheel. Seger Weehuizen
Naief vertrouwen
Beste Korgie,
Toch moet er nog iets anders aan de hand zijn. De uitspraak van Rutte “Andere kunnen een beroep doen op hun publieke taak: als zij écht alles moeten terugbetalen, dreigen zij failliet te gaan en komt het onderwijs in veel regio’s in gevaar” zie ik als misleidend. Het argument lijkt op het argument dat ik vaak lees als de overheid weer eens een verzoek om een gesubsidieerde school op te richten afwijst: “Er zijn in de regio al voldoende scholen die dit type onderwijs geven”. De meeste politici zijn helemaal niet in goed onderwijs of het behouden van goed onderwijs geïnteresseerd maar in de bescherming van de bestaande onderijsinstellingen. Het probleem zit hem dus niet in de naïve ambtenaar die bang is op zijn kop te krijgen maar in de politici die het educa-politieke complex niet willen ontmantelen. Politici zijn echt niet zo dom dat ze nog niet overtuigd zijn van de onbetrouwbaarheid van de onderwijsinstellingen. Ik vrees dat vele leidende politici macht en belangrijke banen voor zichzelf als doel zien en niet als middel en dat de door jouw beschreven evolutie achterwege blijft.
Seger Weehuizen
Macht
Beste Seeger,
Jij stelt : “Ik vrees dat vele leidende politici macht en belangrijke banen voor zichzelf als doel zien en niet als middel en dat de door jouw beschreven evolutie achterwege blijft”.
Seeger, macht is hier het kernbegrip. De ambtenaren op de ministeries zijn van hun macht beroofd omdat ze de scholen verstikte met hun circulaires. Politici zouden gaan sturen op afstand. De scholen zouden verzelfstandigen en dus groeide het management daar opdat er efficienter en effectiever gewekt zou worden. Hierbij trad er overigens geen krimp op het ministerie op. Het resultaat is bedroevend. De grofheid waarmee de onderwijsinhoud ontmanteld is kent zijn weerga niet in diepgang en snelheid. Dit is het directe gevolg van de gewijzigde machtverhoudingen. De besturen zijn efficiënt en effectief maar bepalen hun eigen doelen en daar heeft niemand grip op. Dit steekt de ambtenaren op het ministerie. Zij zullen hun macht terug willen en de onterechte uitkeringen voor de schoolverlaters zijn weer een argument richting politici om de macht terug te halen. Ik hoop dat zij in iedergeval de zeggenschap over de output terughalen. Ik hoef ook geen verstikkende circulaires meer maar autoritaire regiems zijn nooit een oplossing buiten in brandweersituaties.
Centrale examens, kleine scholen, verzelfstandigde ondersteunende diensten die voor meerdere scholen werken, de leraar weer in dienst van de overheid en een maatschappelijke onderneming als rechtsvorm voor de school zijn volgens mij wat we nodig hebben naast of als invulling van onze uitgangspunten. Hiervoor hebben wij de ambtenaren van het ministerie nodig. Eerst moeten ook zij de politiek overtuigen van de ongewenstheid van de huidige machtsstructuren tot er voldoende draagvlak is.
revolutie
Ik herinner mij een paar maal in de NRC gelezen te hebben dat vroeger vele veelbelovende (in de betekenis van capabele) ambtenaren het ministerie van onderwijs hebben verlaten omdat de ministers van onderwijs hen de door hem gewenste veranderingen niet toevertrouwden en in plaats daarvan taakforces instelden. De goede mensen zijn er dus weggejaagd en ze zijn vervangen door een (even groot aantal) tweederangsfiguren. Daarnaast zijn de juristen meestal vervangen door agogen.
Vervolgens hebben de incapabele of gefrustreerde ambtenaren bij “Onderwijs” hun gevoelens van machteloosheid blijkbaar uitgeleefd op de scholen door hen te overvoeren met bepalingen. De ontmachting van het Departement van onderwijs gebeurde al voordat de scholen verzelfstandigd werden.
Wij zijn het er over eens dat de ambtenaren bij ‘Onderwijs” graag de macht terug willen. Ik ben er echter niet van overtuigd dat de politici hun macht via die ambtenaren willen gaan uitoefenen. En ook niet dat als zij dat wel willen zij het departement willen vullen met sterke figuren die niet bereid zijn om zich voor modieuze karretjes te laten spannen. De grote scholenorganisaties vormen immers op zich ministerietjes van onderwijs waar de politici warme contacten mee onderhouden.
Voor de rest denk ik dat het onderwijs het snelste weer op de rails komt als het gesubsidieerde onderwijs vrij gegeven wordt en de kwaliteitscontrole zich richt op de output en die controle door de overheid plaats vindt. (Een trias politica (= de onderwijsstad betreffend) zou overigens ook niet gek zijn). Echte vrijheid om scholen te stichten biedt mensen die het goed met het onderwijs voor hebben eindelijk een kans om aan de slag te gaan. Ik verwacht daarvan een sneeuwbaleffect. Ik prefereer een snelle omwenteling boven een evolutie.
sEger
Het gaat om een sluitende definitie
Je moet gewoon duidelijk afspreken wanneer we spreken van schooluitval. Wat kun je bijvoorbeeld onderscheiden?
– Regelmatig spijbelen (leidt wel tot schooluitval, maar is dat op zich niet)
– (Veel) langer over je opleiding doen dan de periode die ervoor staat (het kan zijn dat de opleiding te moeilijk is, maar meestal gaat het om teveel werken. Als je bijvoorbeeld formeel fulltime leerling bent (incl. stufi en OV) maar vooral kiest voor ‘bijverdienen’ dan kan je opleiding wel eens 3 of 4 in plaats van 2 jaar duren. Dat komt erg veel voor. Er is een maximum van 12.000 euro per jaar aan bijverdienen…………………….. Daar hoef je het dus niet voor te laten en voor de school is dit een fijne permanente bron van inkomsten.
– Slechte leerprestaties (zou moeten leiden tot advies andere opleiding of stoppen. Met allerlei smoezen doen ROC’s dat niet.Liever leggen ze druk op het opleidingsteam om meer te letten op competenties …………………………)
– Wangedrag (zou moeten leiden tot verwijdering van de opleiding, eventueel nog éénmaal herkansing op andere school of andere opleiding, deze leerling goed volgen!
Het niet aanschaffen van noodzakelijke schoolmaterialen valt volgens mij ook onder wangedrag. Met zo’n leerling kun je immers niets beginnen!
– Opleiding bevalt niet, overstap naar andere of lagere opleiding (dat kun je in het MBO zo’n 6 jaar volhouden, zolang je nog geen niveau 2 diploma hebt ben je subsidiabel voor de school en krijg je zelf studiefinanciering én OV
– Uit het zicht verdwenen zijn, helemaal niet meer (of uiterst zelden) op school komen, ook formeel uitgeschreven zijn bij een opleiding.
Het makkelijkst is het om alleen het laatste te zien als voortijdige schooluitval.
Het komt allemaal goed…
2 maart 2009
*Aanvalluh*
*Welkom bij Ingrado*
*Succes*
*Adios*