Historici keren zich tegen Canon

Weer een open brief van boze hoogleraren in de krant. Zie de NRC. Dit keer zijn het geschiedenishoogleraren die de Canon van Van Oostrom niet zien zitten.

Wat moeten we hier van denken? Geschiedenisleraar, historica???

UPDATE: Hans Wansink heeft er in de Volkskrant ook een mening over.

4 Reacties

  1. Korte reactie
    Wanneer je jezelf als docent geschiedenis (VO) serieus neemt en je hebt ’n goede methode voorhanden, dan komen alle onderwerpen wel aan bod (of je zorgt voor ’n aanvulling). Alles wat in de canon wordt beschreven heb ik aan studieboeken, naslagwerken en onderwijsmethodes in de kast staan.

    Aan de andere kant kan ik me er wel iets bij voorstellen, als je bijvoorbeeld weet wat het aandeel van het vak gs in de pabo en het po is. Minimaal. “Bemoeizucht” stellen de hoogleraren – ja, maar wel om het vak sterker neer te zetten.
    Maar of dat nou echt via ’n _Nederlandse_ canon moet? Ik denk dan al gauw aan Geert Wilders/Rita Verdonk. Typerend overigens dat er nu overal “canons” opduiken van vakken/onderwerpen die óók aandacht willen.
    De makers van de canon stellen overigens dat het vooral “vensters” zijn. Als docent kun je de onderwerpen dus als insteek voor een ander onderwerp gebruiken.

    Ik ben zelf vooral druk met de tien tijdvakken in de bovenbouw. Dat is meer in de lijn van wat de hoogleraren betogen (een meer consistent geheel) en ik moet zeggen: het vak is op dat gebied beduidend zwaarder geworden. Maar canon en tijdvakken vullen elkaar aan. De bovenbouw gaat verder waar de canon ophoudt. Moeten we dan álles van de gs al in het po/onderbouw behandelen? Ik beschouw de canon vooral als opstap en probeer er het voordeel van in te zien. Het vak staat volop in de schijnwerpers; de eisen worden verzwaard en zo’n canon is daarvoor een aardig hulpmiddel. Juist om de niet-zo-onderlegde lerarenopleiders en docenten een handreiking te bieden. Een echt goede docent heeft die canon niet nodig maar kan de steun in de rug voor z’n vak wel degelijk gebruiken.
    En net als bij alle vakken geldt dat docenten wel vechtend over straat zullen rollen wat beslist wél en wat niet behandeld moet worden.

  2. Op het canon is zeer terecht
    Op het canon is zeer terecht het een en ander af te dingen. Ook ik twijfel, met alle respect, aan de houdbaarheid op termijn van bijv. Annie Schmidt. Ook ik zie er veel niet-historische items in.
    Positief is natuurlijk de aandacht voor mijn wonderschone vak. We zijn kennelijk weer trendy. De reden hiervoor vind ik wel twijfelachtig. Dit heeft duidelijk te maken met een identiteitscrisis, met een groeiend Europa, globalisering en de multicultirele samenleving.
    Wat ik nooit heb begrepen dat de vensters van het canon voor zowel BO als onderbouw- VO waren.
    Waarom niet de canon door goed opgeleidde onderwijzers in het BO en in de onderbouw-VO verdieping en uitbereiding?
    Ik heb niet zoveel moeite met een gemeenschappelijke basis en vervolgens verdieping op maat (ook regionale geschiedenis).
    Maar zolang die goede basis in het BO ontbreekt zie ik een praktijk van herhaling en het voortdurend repareren van gaten in de basiskennis. Verdieping komt niet aan bot.
    De praktijk is dat leerlingen in 4 Havo vrijwel niets weten van wat gevraagd wordt over de de tijdperken van de Rooy in hun schoolexamens. Dat moet er dus allemaal in minder dan een jaar worden ingestampt.
    Een canon zo slechts een begin moeten zijn, maat het lijkt het eindpunt te worden.
    Ook de perioden van De Rooy zijn niet ideaal want daarnaast moeten ze van mij ook de tradiotionele indeling leren omdat ze anders moeilijke toegang hebben tot historische literatuur.
    Kortom het is allemaal niet ideaal maar laten historici vooral gebruik maken van de henieuwde aandacht voor hun vak.
    De televisie springt er in ieder geval handig in. Maar tekenend is dat ik in “Het verleden van Nederland” mijn complete geschiedenisonderwijs van de lagere school herkende, terwijl voor mijn dochter van 13 jaar daarin alles nieuw was. (Zij vroeg : mama kan je mij daar niet wat meer van leren…)

  3. Maria Grever
    Daar ben ik het helemaal mee eens.
    De canon werkt oninspirerent en is onvolledig…

    Historia vitae magistra

Reacties zijn gesloten.