Met ongeveer 200 andere genodigden, waaronder uiteraard een aantal Bonners, maakte ik deel uit van bovengenoemde conferentie, die georganiseerd was door staatssecr. M. v Bijsterveldt. Hierbij een (verlaat) verslag, alhoewel ik geen aant. heb gemaakt, dus details zullen zeker ontbreken. Het betreft hier meer een weergave van mijn “persoonlijke beleving” van deze dag, die de ommekeer in onderwijzend Nederland teweeg had moeten brengen…. (of toch “zal brengen?”)Thema van de bijeenkomst: hóe meer studenten/docenten te werven voor het onderwijs, zonder daarbij concessies te moeten doen aan kwaliteit.
De bijeenkomst kende een vakkundige dagvoorzitter, Frits Lintmeijer, die de bijeenkomst opende met de vraag: “Wie van jullie heeft gisteren nog voor de klas gestaan?” Zo’n 15-20% van de aanwezigen stak keurig zijn vinger in de hoogte. De volgende vraag was wie 5 jaar geleden voor de klas stond. Weer ongeveer diezelfde vingers de lucht in. Tot slot vroeg hij wie er 25 jaar geleden voor de klas had gestaan/stond, en opvallend genoeg ging toen een hele andere groep vingers de lucht in, namelijk de vingers van de huidige onderwijsbobo’s. Natuurlijk volgde er toen gelach. Het was uiteraard ook meteen duidelijk dat zij ruimschoots in de meerderheid waren. (Ik schat iets meer dan de helft). Het was dus ook meteen duidelijk waarom we niet zozeer 1,5 uur kregen om te lunchen (op school moeten we binnen 25 minuten onze boterhammen naar binnen werken) maar vooral om te netwerken, dat stond ook zo vermeld op het programma. (maar goed, ik heb uitstekend genetwerkt met een groepje Bonners!!! was gezellig en informatief)
Er waren drie gastsprekers, te weten: Karl Dittrich (voorz. NVAO), Karel v.d. Toorn (voorz. College van Best Univ en Hogesch v. Amsterdam) en Marcel Wintels (Voorz. RvB Fontys hogescholen) Wat betreft de heren Dittrich en V.d. Toorn: hun verhalen zijn me niet erg bijgebleven. Ik weet niet zeker of het eraan ligt dat mijn capaciteiten tekort schoten om hun toespraken te volgen of dat het me gewoonweg inhoudelijk niet kon boeien. (om maar eens een populair jongerenwoord te gebruiken)
De toespraak van de heer Wintels is me wel tot in detail bijgebleven. Met al zijn kennis en wijsheid wist hij te melden dat “wij” voor een groot deel zelf debet waren aan het negatieve imago dat was ontstaan omtrent het onderwijs en het beroep van leraar/docent. En dat dit negatieve beeld nog eens extra in de hand gewerkt werd/wordt door de media. Wie hij precies met “wij” bedoelde was niet geheel duidelijk, maar ik vrees toch dat hij daar vooral “docenten” mee bedoelde. Want hij was ook boos en teleurgesteld, want “wij” waren gaan staken. Foei, foei. En we wisten toch dat er zo niet aan een oplossing gewerkt kon worden. Dat staken had zelfs tot lesuitval geleid in de brugklas van zijn oudste zoon. En bij twee jongere kinderen van het gezin Wintels hadden ze een middagje lesvrij gehad omdat de meesters en juffen een studiemiddag hadden gehad. Ja, meneer Wintels, dat dat allemaal zomaar kan. Ja, “wij” zorgen voor
dat slechte imago!!!
Echter, hij zou de hand in eigen boezem moeten steken. Als bestuurder van Fontys zou hij toch moeten weten dat het geringe aantal contacturen tussen studenten en docenten aan de meeste hogescholen slechts 10-11 uur per week bedraagt. Studenten klagen steen en been hierover, en terecht. Hoe durft hij “ons” dan een verwijt te maken van lesuitval. Wat een arrogantie.
De staatssecretaris gaf zelf ook een toespraak. Zij betreurde o.a. dat er slechts 3% van afgestudeerde academici voor het onderwijs kozen. Zij wil dat aantal (snel) verhogen. Ze heeft daar wel een aantal al dan niet goede ideeën over (daarover straks meer) Maar ze vroeg zich af waarom dat aantal niet hoger was dan die 3%. Aangezien wij ook mochten deelnemen aan de discussie, zij het beperkt, stak ik mijn vinger op, want ik wist/weet wel hoe je die percentages kunt verhogen. Ik kreeg het woord en zei dat ik de oplossing voor haar had (nou ja, toegegeven, iets minder stellig geformuleerd) Ik heb gezegd dat er absoluut iets aan de arbeidsvoorwaarden moest veranderen. Want wat we ook met z’n allen zouden bedenken, het aantal academici voor de klas zou/zal niet toenemen als er niet iets wijzigt in de arbeidsvoorwaarden. Op de vraag wat dat dan moest zijn heb ik simpelweg gezegd dat de werkdruk omlaag moest en het salaris omhoog. Vooral dat laatste werd meteen weggewimpeld. We zouden het vandaag niet over “geld” hebben. Nou, eigenlijk hadden we toen meteen kunnen opstappen.
Maar goed, ik moest nog netwerken! Dat wilde ik per se meemaken. Dus ik moest nog even blijven.
Verder vertelde de staatssecretaris dat er in de nabije toekomst meer hoogopgeleide mensen in de maatschappij nodig zullen zijn. Dus moet binnenkort 50% van alle Nederlanders minimaal een HBO-opleiding in bezit hebben.
Wat een waanzin!!! Als iedereen langer door moet leren, betekent dit niet dat je ook “intelligentere” mensen creëert, ja op papier! Als meer mensen een hoog niveau moeten halen, zullen de opleidingen automatisch iets aan het niveau moeten doen (hoezo geen concessies doen aan kwaliteit?) , want anders kan die grote groep dat niveau niet aan. Eigenlijk had het toen al geen zin meer om nog over kwaliteitsverbetering te discussiëren, vond ik. Maar goed!
’s Middags waren er workshops. Ik bezocht als eerste “Academische opleidingsscholen en ketenregie”. Lector Winfried Roelofs sprak ons enthousiast toe. Het trieste was echter dat ruim 3/4 van de aanwezigen, waaronder ondergetekende, voor deze workshop gekozen had ervan uitgaande dat we het over een ‘academische” opleidingsschool hadden. Dus dat studenten hier minimaal een VWO-achtergrond voor moesten hebben. Nee hoor, het bleek “gewoon” een HBO-opleiding te zijn. Maar omdat ze een nieuwe/andere aanpak hadden, hadden ze een andere naam moeten bedenken om zich te onderscheiden van de overige HBO-opleidingen. Hier ontstond veel ophef over, want veel deelnemers voelden zich door deze naamkeuze misleid. (terechte ophef m.i.)
Op de vraag of studenten die van deze opleiding af zouden komen ook betere docenten zouden zijn, kon men helaas niet bevestigend antwoorden. Tenminste zo heb ik het begrepen.
Dit is weer zo’n voorbeeld uit de praktijk dat aangeeft dat het kennelijk belangrijker is om te innoveren, dan te onderzoeken of de resultaten zichtbaar zullen verbeteren. Je begint iets nieuws, creëert voor jezelf een leuke baan, je krijgt subsidie en je krijgt veel lof toegezwaaid. Kortom, je bent lekker bezig, maar weet niet zeker waartoe het allemaal leidt. Misschien overdreven, maar toch! leren we dan nooit van de in het verleden gemaakte fouten? Maar goed, ik zat hier verkeerd en weet er te weinig vanaf.
De 2e workshop was voor mij persoonlijk veel interresanter: “Meer academici in het onderwijs”. (Het betreft hier een voorstel van de staatssecr.)
Dit ging over bachelors, die met een verkorte opleiding didactiek, als docent les mogen geven op het VMBOt en in de onderbouw van Havo-VWO. Erg interresante discussies volgden elkaar in snel tempo op.
o.a.: “Zou dit niet nadelig zijn voor de huidige 2e graders?” “Hoe moeten ze worden ingeschaald?” ”
Zouden er genoeg bachelors van deze mogelijkheid gebruik gaan maken om zo de dreigende docententekorten op te vangen? ” “Zouden ze nog wel doorstuderen voor hun Master-titel?” Want misschien haakten ze wel af voor een vervolgstudie als ze merkten dat veel van hun “volwaardige” collega-academici en 1e graders ook niet hoger kwamen dan een LB-inschaling en afhankelijk bleken (veelal v.d. willekeur) van hun management.”
Kortom, genoeg vragen, en ook hier wist men niet hoe e.e.a. zou gaan “uitpakken”. Maar i.t.t. de vorige workshop gaf men dit ook ruimhartig toe. Men wilde het echter een kans geven omdat het dreigend tekort echt heel groot is. Dit was in ieder geval duidelijk (en eerlijk). Deze bijeenkomst had wat mij betreft nog veel langer mogen duren.
Dit was het wel zo’n beetje.
Terugdenkend kan ik concluderen dat er m.i. niet veel zal veranderen. Er zijn wel veel ideeën en voorstellen om meer studenten voor het onderwijs te laten kiezen en om de kwaliteit v.d. opleidingen te verbeteren. En een aantal van die plannen zal met de beste bedoelingen bedacht zijn. Maar ik denk niet dat de staatssecretaris de uitvoering van e.e.a. bij de scholen moet leggen. (Zie ook haar rapport “Krachtig Meesterschap”) Dat zou veel centraler geregeld moeten worden om echt (op korte termijn) grote vooruitgang in kwaliteit en kwantiteit te boeken. En als men het salaris van docenten verhoogt en weer koppelt aan opleiding, zullen veel meer studenten zich aanmelden voor het onderwijs en zullen studenten ook weer “doorstuderen”, want meer studie, betekent ook een hoger salaris. Natuurlijk is een hogere opleiding geen 100% garantie om goede docenten te kweken, maar doordat het aantal studenten zal toenemen, zullen vanzelf de beste studenten/docenten komen bovendrijven. En dat is toch wat we willen: meer en beter!
Marlie Diederen
Dank Marlie
voor dit persoonlijke verhaal. De sompigheid druipt van de verhalen van de mooipraters af. Als die onderwijs-ontwikkelingswerkers blijven doorgaan met hun fantasterijen wordt het onderwijs nooit gezond. Tijd voor voodoo-priesters en regendansers?
Je oplossing …
Je oplossing is helder en duidelijk.
Waarom wordt daar toch altijd zo omheen gedraaid? Wat zijn nou de werkelijke bezwaren tegen zo’n simpele en effectieve oplossing? Simpel en effectief: dat zou ’n wetenschapper als Plasterk toch aan moeten spreken?
In ieder geval dank voor je verhaal.
Discusiëren met taboe’s
Het is bizar om een discussie te voeren over “hoe men meer studenten/docenten kan werven voor het onderwijs, zonder daarbij concessies te moeten doen aan kwaliteit” wanneer men daarbij zonder melding vooraf 2 belangrijke factoren buiten de discussie houdt. Dat is natuurlijk niet bij alle discussies het geval. Men kan een discussie voeren over alternatieven voor CO2-producerende energiebronnen met uitzondering van kernenergie. Zo kan men ook discussiëren over het vervangen van goedopgeleide docenten door goed lesmateriaal voor zelfstandig werken en laagopgeleide coaches. Maar hier ging het om het opleiden van docenten van hoge kwaliteit.
In bovengenoemde discussie mocht blijkbaar niet gesproken worden over de invloed die het salaris op het aantrekken van goede leraren heeft en ook niet over de schaarste aan intelligente mensen. Zo´n discussie heeft met bovengenoemde beperkingen weinig zin. Te meer daar die schaarste aan intelligentie nog verder toenemen. Want we hebben niet alleen met een over alle sociale lagen gelijkmatig gespreide ontgroening te maken maar ook nog met een dramatische teruggang van het aantal kinderen van hoogopgeleide vrouwen. Omdat juist hun kinderen het gemiddeld genomen goed in het onderwijs doen zal de het gemiddelde scholingsniveau van de Nederlandse nieuwkomers op de arbeidsmarkt afnemen. 50% van alle jeugdigen “hoger” onderwijs dat die naam waard is? Vergeet het maar!
Seger Weehuizen
Krachtig Meesterschap
Ja, je wordt er niet vrolijker van, ook niet van jullie commentaren. Het is eigenlijk te triest voor woorden.
De oplossing voor het onderwijs is simpelweg “geld”. Maar daar is een gebrek aan, althans dat heeft men er niet voor over. In plaats daarvan bijven we zoeken naar en investeren in alternatieve zaken. Er ontbreekt een duidelijke en heldere visie, er is geen beleid; de meeste oplossingen die aangedragen worden zijn “korte-termijn” oplossingen, die tot nog toe tot niets geleid hebben en jammer genoeg ook tot niets zullen leiden. Waarom gaat men er dan toch mee door???
De enige rapporten die daadwerkelijk de problemen in het onderwijs goed in kaart gebracht hebben en ook met (een aantal) (goede) voorstellen/oplossingen zijn gekomen zijn m.i. de rapporten van Rinnooy Kan en Dijsselbloem. (hiermee pretendeer ik niet te zeggen dat ik die rapporten tot in detail ken) Opmerkelijk genoeg heeft de staatssecr. geen enkele keer naar deze rapporten verwezen. Zij heeft hoofdzakelijk haar eigen rapport “Krachtig Meesterschap” gebaseerd op haar eigen bevindingen en op de rapporten van haar collegae-bestuurders, Plasterk en Dijksma . Maar hun rapporten zijn m.i. niet objectief, zij passen hun bevindingen en oplossingen aan aan de financiële middelen die ze hebben.
Als we nu gewoon eens zouden ophouden met het schrijven van al die rapporten en met het steeds maar weer nieuwe “studie-richtingen” et cetera te bedenken, dan zou dat zoveel beleidsmedewerkers schelen op het ministerie, en elders in den lande, dat je daardoor vanzelf meer geld voor beter onderwijs overhoudt.
Maar op dit moment zie ik het somber in, it’s like trying to catch water in a sieve.
Marlie
Geen geld (nog)
Je hebt pas iets aan geld als je de macht van de besturen hebt gebroken. Nu wordt elke extra cent gebruikt om nog meer onheil te verzinnen waardoor nog meer verstandige mensen d school worden uitgejaagd.
Macht besturen
Ja, klopt! De autonomie van scholen moet omlaag. Besturen en directies zijn vaak helemaal niet bezig met de kwaliteit van hun scholen te bewaken/verbeteren. Hun belangen hebben (op een enkele uitzondering na) ook helemaal niets te maken met goed/beter onderwijs.
That gives hope
Ik vermoed dat het wel mogelijk is om water in een zeef vast te houden, namelijk als de gaten klein genoeg zijn. Het gaat dan om ad- en cohaesie-krachten, die sterker zijn dan de zwaartekracht. De adhaesiekracht bij water is groter maar de cohaesiekracht verzet zich sterk tegen vervormingen waarbij het wateropprvlak groter wordt.
Dus hoeven we niet te wanhopen als we de ontsnappingsopeningen voor het educapolitieke complex klein maken.
Seger Weehuizen