Loodgieters die geen lood kunnen gieten

Soms wordt het me zwaar te moede.

Loodgieters moeten kunnen loodgieten, timmerlui kunnen timmeren, projectmanagers projecten managen, en dirigenten dirigeren.

Maar leraar kun je tegenwoordig worden zonder dat je les kunt geven. Zonder de meest elementaire dingen te weten over je vak of over hoe je het onderwijst.

Zojuist las ik via de mailinglijst van onze ‘vakcommunity’ de volgende oproep. Uit beschaving zal ik hem anonimiseren (en de spelling en interpunctie corrigeren!). Maar eigenlijk verdient de kwestie de schandpaal.

“Sinds dit jaar werk ik als leraar Nederlands in een examenklas 4 vmbo Theoretische Gemengde en kaderleerweg in [plaats] bij het [naam] College.
Het lezen van Nederlandse literatuur is daarbij een onderdeel.
Kan iemand mij helpen met drie vragen:

1. hoeveel boeken zouden ze moeten lezen?
2. wat is op het ogenblik erg populair onder de jeugd?
3. hoe pak je dat lezen aan?

Als jullie tips hebben, bij voorbaat dank”

Een leraar van nota bene een *examenklas* die vraagt wat eigenlijk de bedoeling is en wat hij zo’n beetje moet doen in de les.

Iemand die zich verhuurt als timmerman en vraagt hoe hij een hamer moet vasthouden.

Een zelfbenoemde ‘loodgieter’ die bij een lekkage naar een collega holt om te vragen wat-ie moet doen.

Je zult je kind maar voor goed onderwijs en voor het examen aan deze ‘leraar Nederlands’ moeten toevertrouwen.

Goed, je kunt zeggen: deze ‘collega’ vraagt tenminste hulp. Dan zeg ik: hoeveel van zulke ‘collega’s’ lopen er dan nog rond die géén hulp vragen en maar wat aan rotzooien? Ook zeg ik: wedden dat deze ‘leraar Nederlands’ geen leraar Nederlands is en ook niet als de wiedeweerga tot leraar Nederlands wordt opgeleid? Anders had hij deze vragen zeker aan de relevante betrokkenen weten te stellen.

Leraren zijn inderdaad de sleutel tot Goed en dus ook tot Beter Onderwijs. Maar nepleraren komen weinig verder dan neponderwijs.

Ja, iedereen is ooit begonnen en op een oude fiets moet je het leren. Maar leerlingen zijn geen oude fietsen. Examenleerlingen al helemaal niet.

De ruimte die


Tumeur du foie : pronostic en fonction du stade, du grade et du risque

Tumeur du foie : pronostic en fonction du stade, du grade et du risque

de wet-BIO schoolleiders laat om ongelimiteerd onbevoegden in te stellen, alsmede de hardnekkige oogkleppenpolitiek van OCW op dit gebied zijn *de grootste pest* voor de kwaliteit van het onderwijs.

Juist omdat de leraar er toe doet.

Op de medewerking OCW kunnen we niet langer wachten. Wat wel kan, is dat de ouderraad de schoolleiding onder druk zet om 1) bevoegde docenten aan te stellen, en 2) on- of onderbevoegde docenten aanvullend op te leiden.

Een dergelijk proces kan uit de volgende stappen bestaan:
– een verzoek om volstrekte openheid: de ouderraad krijgt inzicht in de vakspecifieke kwalificaties van elke docent op de school, en het percentage lessen dat elke docent onbevoegd of onderbevoegd geeft;
– ook verlangt de ouderraad dat de schoolleiding voor elke docent die meer dan 10% on(der)bevoegde lessen geeft, een opleidingsplan voorzien van een tijdsplanning die de duur van het onbevoegd lesgeven zo kort mogelijk houdt;
– het is aan de ouderraad om te beslissen geaggrereerde, geanonimiseerde gegevens over de voortgang publiek te maken.

Als het niet van bovenaf komt, dan moet het maar van onderaf komen.

44 Reacties

  1. dit moet in de krant
    Ouders komen tot nu toe kennelijk niet -of te weinig- uit zichzelf op dit idee. Ik gok zo dat het aantal ouders dat een krant leest vele malen groter is dan het aantal ouders dat deze website leest. Zou het zin hebben om het laatste gedeelte van bovenstaand stuk, of een parafrase ervan, te sturen naar de belangrijkste kranten?

    • in de krant
      toevallig stond er afgelopen week een ingezonden brief van “een scheikundedocent èn ouder” van ongeveer gelijke strekking in de Stentor (toch ’n aardig verspreidingsgebied).
      Je bent dus op je wenken bediend 😉

    • Gedaan
      Presley en jij kwamen tot dezelfde aanbeveling. Ik heb de tekst daarom – in aangepaste vorm – naar een landelijk dagblad gestuurd. Mocht die het niet willen plaatsen, dan zie ik verder. Dank voor het (impliciete) compliment!

      • Nog een nachtje slapen
        De Volkskrant liet weten dat mijn artikel morgen wordt geplaatst. Leuk!

        En een aardige Randstedelijke echo van het artikel van Pierre Diederen in de Wegenerkranten van vorige week.

        Hopelijk sorteren de artikelen succes.

        Michel Couzijn

        • Gefeliciteerd Michel Couzijn
          Prachtig artikel, prominente plek ook. Gefeliciteerd.

          Helaas werd mijn humeur vandaag wel weer verpest door het hoofdartikel van de Volkskrant. Scholen krijgen er weer 200 miljoen bij ‘voor ophoging van kwaliteit’. En wie mogen hierover beslissen? De scholen (lees: de managers of besturen). Staat er slapjes bij dat het in overleg met ouders en docenten moet. HIHIHIHI denken de managers.

  2. Meine Damen und
    Meine Damen und Herren,

    Daarom moet dit in de krant! Wat men, “de schooleidingen her en der in het land” tegenwoordig onder de titel “leraar / docent” voor de klas (en ook examenklassen)durft te zetten, misschien beter dumpen, is te gek voor woorden. Zelf heb ik in 5 jaar naast volledige baan en gezin met opgroeiende kinderen, de volledige deeltijd studie Duits gedaan op ouderwetse “tüchtige Art und Weise” les gehad in grammatica, literatuur enz.

    • Het is hard werken – en niet voor niks
      Dag Scratch, dank voor je reactie! Je inzet is op zichzelf prijzenswaardig; nog prijzenswaardiger is de kwaliteit van het leraarschap waarvan je in de praktijk getuigt. Ik heb vele tweedegraders opgeleid tot eerstegrader, en die deden de studie ook altijd naast werk en gezin, wat mijn respect afdwong.

      Niet het feit dat jij hard werkte om het diploma te behalen is aanleiding om de behaalde kwalificatie serieus te nemen, maar het onweerlegbare feit dat mensen die deze kwalificatie behaalden zich inhoudelijk en didaktisch onderscheiden. Als het allemaal toch geen klap uitmaakte, vond ik het prima dat schoolleidingen beunhazen aanstellen. Maar de kwalificatie maakt wel degelijk verschil. Daarom hecht ik er aan. Ondanks mensen die abusievelijk menen dat ‘zo’n papiertje weinig zegt’.

      • Inzake nietszeggend papiertje
        Wanneer die mensen (die vinden dat ‘zo’n papiertje weinig zegt’) in de schoolleiding zitten, dan moeten ze ook eerlijk zijn en een brief van de volgende inhoud aan de ouders sturen.
        Geachte ouders en/of verzorgers, uw kind zit hier op school. Wij zijn van mening dat dat uitsluitend vanwege de leerplicht is, want of uw kind bij ons zijn diploma haalt of niet, dat maakt niks uit. Wij zijn namelijk van mening dat zo’n papiertje weinig zegt.
        Dat lijkt mij een duidelijke manier om de hedendaagse minachting voor gekwalificeerd personeel in het onderwijs onder woorden te brengen. Tevens geeft het aan hoe schizofreen die houding is.

      • Nee, het gaat ook helemaal
        Nee, het gaat ook helemaal niet om mijzelf of de inzet die ik geleverd heb, het was slechts ter illustratie. Waar het duidelijk om gaat is dat de scholen, van VMBO tot en met Gymnasium, gekwalificeerd personeel zouden moeten aannemen. Nu worden er veel mensen aangenomen die wellicht op een of andere manier enig raakvlak hebben met het vak dat ze moeten gaan onderwijzen, maar bevoegdheid ho maar! Enige didactische kennis is toch wel gewenst! (Eufemisme)

  3. De spijker op de kop !!
    Goed stukje en de spijker op de kop !!

    Ouders moeten meer in actie komen, toevallig had ik vandaag het er met een ouder over, je kind is je kostbaarste bezit en zo dient er ook mee te worden om te gaan !!

    • Waar blijven de ouder-leden van BON?
      ik sta te springen om in actie te komen en ik heb dat in het verleden, toen mijn kinderen nog in Venlo op school zaten, veel gedaan. Maar het is mij nooit gelukt om een groepje opstandige en actiebereide ouders bijeen te krijgen. Ik vermoedt dat er weinig leden van BON lid zijn in de hoedanigheid van ouder.
      Seger Weehuizen

  4. Het lijkt mij dat dit niet
    Het lijkt mij dat dit niet zozeer een probleem is van onbevoegden voor de klas maar een gebrek aan vastgestelde doelen. Laat het onderwijsveld eens eenduidig vaststellen hoeveel literatuur er gelezen dient te worden. Hoe moeilijk kan dat zijn? 10 boeken voor het VMBO 20 voor de HAVO en 30 voor het VWO. Nog wat eisen over de periode zodat ook literatuurgeschiedenis aan bod kan komen, eventueel nog een aantal verplichte boeken.

    De discussie over de bevoegdheid van de docent past hier mijns inziens niet. Als je op basis van deze drie vragen deze docent diskwalificeert schiet je werkelijk met een kanon op een mug.

    • Kanonnen gebruik je voor grote muren
      Misschien hanteert Couzijn wel een kanon, maar dan wel om een fikse muur om te schieten. Als een docent voor een *examen*klas moet vragen “Hoe pak je dat lezen aan?” is er – zo lijkt mij – toch echt iets mis met de bevoegdheid (en de kwaliteit) van de docent. Natuurlijk is het een voorbeeld, maar wel een voorbeeld dat model staat voor een veel groter probleem.

      • De eerste vraag van deze
        De eerste vraag van deze docent is onnodig als vooraf duidelijke doelen zijn gesteld. Ik ben het eens dat een docent zelf wel zou moeten weten hoe je dat lezen aanpakt en voor een populair boek moet hij maar even op internet kijken o.i.d.

        Vervolgens wordt een heel pleidooi opgehangen voor bevoegde leraren. In het midden gelaten dat dit natuurlijk ook vragen van een bevoegde docent kunnen zijn. Het probleem is dan dus blijkbaar dat het een slechte docent is. Boevoegd of onbevoegd. Is de oplossing voor dit probleem dan het verkrijgen van een bevoegdheid? Als de docent al bevoegd is niet natuurlijk. Als hij nog geen bevoegdheid heeft waag ik het te betwijfelen. Maar wie ben ik. Ik heb geen opleiding voor docent Nederlands,maar ik zou zelf teleurgesteld zijn als je in die opleiding een antwoord op de drie gestelde vragen zou krijgen.

        • Verbazing over uw benadering
          BondscoachZonderLand schreef:
          >De eerste vraag van deze docent is onnodig als vooraf duidelijke doelen zijn gesteld.

          Nee, die vraag is onnodig als de docent zijn zaakjes zou kennen. Dat is duidelijk niet het geval. De examendoelen zijn op dit punt namelijk duidelijk genoeg.

          >Voor een populair boek moet hij maar even op Internet kijken.

          Een docent van een examenklas hoort niet via ‘Internet’ te weten te komen wat zijn leerlingen van zijn vak willen, dat moet hij al veel eerder geleerd hebben. In examenklassen horen bevoegde EN ervaren docenten les te geven, punt uit. De belangen zijn er te groot om aan beunhazen over te laten, of ze nu kunnen Googlen of niet.

          >Dit kunnen natuurlijk ook vragen van een bevoegde docent zijn.

          Wat u daar ‘natuurlijk’ aan vindt, is mij een raadsel. Geen docent krijgt van mij een diploma als hij niet op de hoogte is van de examenprogramma’s en van gangbare didactische methoden, en heeft getoond in de praktijk naar behoren les te kunnen geven in zijn vak, op uiteenlopende niveaus. Dat is wat leerlingen van hun leraar mogen verwachten. En al helemaal in een examenklas.

          >Ik zou zelf teleurgesteld zijn als je in die opleiding een antwoord op de drie gestelde vragen zou krijgen.

          Deze opmerking kan ik totaal niet plaatsen. Wat is een beroepsopleiding dan, als zij niet op dit meest concrete niveau een voorbereiding op het beroep inhoudt?

          • Inderdaad even met ggogle
            Inderdaad even met ggogle gezocht en de eisen zijn inderdaad duidelijk. Die had deze docent dus ook even kunnen opzoeken.

            Ik kan mij voorstellen dat een docent niet weet wat op dit moment een populair boek is. Dat hij dat dan even navraagt of opzoekt lijkt mij een goede zaak. Om iets op te zoeken vind ik internet erg handig.

            In examenklassen horen de BESTE docenten les te geven. Dat zou mijn voorkeur hebben. Of die bevoegd zijn is daaraan ondergeschikt.

            Met natuurlijk bedoel ik dat hierboven een paar vragen zijn neergezet van ‘een’ docent. Zonder verdere informatie. Dat kan dus van alles zijn, man/vrouw, jong/oud, bevoeg/onbevoegd. Uit het feit dat hij een vraag over de examenstof stelt wordt dus blijkbaar geconcludeerd dat hij onbevoegd is. Lijkt mij kort door de bocht. Ook ik weet wel eens wat niet, dan zoek ik het op.

    • Voldoende goede leraren krijg je alleen als je op safe speelt
      U vindt ‘dit’ niet een probleem van onbevoegden voor de klas. Ik moet een beetje raden wat u met ‘dit’ bedoelt, maar ‘30% onbevoegden voor de klas’ is op zichzelf een stevig probleem. Dat zuig ik niet uit mijn duim: uit onderzoek naar wat docenten tot goede docenten maakt, blijkt dat een vakinhoudelijke opleiding van belang is voor het geven van goed, resultaatrijk vakonderwijs.

      Wie zich zorgen maakt over de onderwijskwaliteit en over het door leerlingen behaalde niveau, moet in zijn probleemanalyse de leraar niet overslaan. Je kunt namelijk niet tegelijk vinden dat de leraar heel belangrijk is voor het onderwijs en dat diens feitelijke capaciteiten er weinig toe doen. Het vaststellen en zonodig vergroten van die capaciteiten is dan verstandig. Dat zou niet door de belanghebbenden (de onbevoegde zelf en diens rector) moeten gebeuren, maar extern.

      Enter: de bevoegdheid.

      Volgens u is er een gebrek aan vastgestelde doelen. Mis. Het examenprogramma Nederlands (voor vwo, havo, vmbo) geeft uitsluitsel. Deze examendocent kent het examenprogramma blijkbaar niet – een doodzonde – en evenmin de bijpassende didactiek. De concrete invulling van dat programma biedt veel ruimte – maar verantwoorde keuzes maken stoelt op kennis en ervaring, niet op blind gokken en kopieergedrag van de eerste de beste collega.

      U raadt maar wat naar de inhoud van het examenprogramma vmbo op het gebied van de literatuur. Dat mag u, want u bent geen docent Nederlands. Maar wie zich uitgeeft voor docent Nederlands, laat staan examendocent Nederlands, mag niet ‘er maar wat naar raden’.

      Juist omdat wij in Nederland leraren met zeer veel vrij- en verantwoordelijkheden opzadelen, moeten we inzetten op heel verstandige mensen die veel weten van hun vak en hoe dit te onderwijzen. Daarbij moeten we niet gokken (de rector meent dat het wel snor zit) maar op safe spelen (van diverse kanten en over een bepaalde periode vaststellen dat iemand voldoende weet en kan als het om lesgeven gaat).

      • Eindexamenprogramma is
        Eindexamenprogramma is duidelijk dat heb ik gezien. En ik ben het eens dat een docent in de eindexamen klas die moet weten. Dat is echt niet teveel gevraagd.

        Waar ik hier met name bezwaar tegen maak is het feit dat hier wordt geredeneerd vanuit de gedachte dat alleen een bevoegde docent capabel is en dat het oook nog eens wordt omgedraaid: een niet capabele docent is onbevoegd.

        • niemand zegt dat bevoegd en bekwaam samenvalt
          Het gaat er om wat de beste methode is om te zorgen dat bekwame docenten worden aangesteld en onbekwame docenten niet. ER is geen enkele methode die feilloos is. De bevoegdheidsmethode aan de hand van opleiding met bijbehorend diploma is met zekerheid beter dan willekeur en eenvoudig te implementeren. Daarbij komt is de methode eerlijk in die zin dat de bevoegdheid niet door de werkgever wordt bepaald en dat een onbevoegde die zichzelf wel bekwaam acht een bevoegdheid kan verwerven.

          De vergelijkingen met andere zaken ligt hier zeer voor de hand. automobilisten mogen alleen rijden als ze bevoegd zijn, maar er zijn bevoegde automobilisten die toch slecht rijden en onbevoegden die juist wel goed rijden. Maar niemand oppert het idee om daarom het rijbewijs af te schaffen. Hetzelfde is war voor de arts, de advocaat, de apk keurmeester, de politieagent, de caféhouder etc. etc. Ik zie werkelijk niet in waarom het in het onderwijs anders zou moeten, zeker niet als je de eisen lager zou willen leggen dan bij die beroepen. Voor hogere eisen zou ik nog wel een lans willen breken. Wat mij betreft een bevoegdheid, gekoppeld aan een zinvolle nascholingseis.

          Feit is ook dat sinds de bevoegdheden de facto zijn afgeschaft het opleidingsniveau en daarmee het intelligentieniveau van docenten is gedaald. Dat lijkt me een desastreuze ontwikkeling.

          • Dit is precies de nuance die
            Dit is precies de nuance die ik zocht. Daar ben ik het helemaal mee eens.

  5. Reactie in de Volkskrant van een ‘nepleraar’
    Ferry Haan, columnist van de Volkskrant en ‘nepleraar’ economie gaat in zijn column in op het artikel van Michel Couzijn.

    Hij lijkt nogal op zijn p.k getrapt.

    • Heb zojuist de polemiek op
      Heb zojuist de polemiek op de website van De Volkskrant eens doorgelezen, en de reactie van Ferry Haan vond ik erg grappig. Het sloot ook aan bij mijn reacties hierboven.

      Verder las ik nog hier en daar iets over een register voor docenten. Mits goed uitgevoerd zie ik daar wel meerwaarde in. Vergelijk het register van accountants en actuarissen. Deze registers zijn bij wet verankerd en zorgen zelf voor kwaliteits controle, en opleiding. Mits niet goed opgezet zoals bijvoorbeeld het register van beleggingsanalisten is het een moloch.

      Het is ingewikkelder als je denkt.

      • Register van docenten
        Maar is een begin van een register van docenten dan niet vaststellen of een docent bevoegd is of niet. Zo niet, dan niet opnemen in het register.

        • Bij de accountants is er het
          Bij de accountants is er het NIVRA een beroepsorgaisatie van accountants. Zie b.v. wiki. Die geeft de titel uit en gaat over de opleidings eisen. Je mag alleen een jaarrekening aftekenen als je tot het register behoort. Daarnaast kan je uit het register worden geschrapt.

          Voor docenten zou dat dan inderdaad betekenen dat de beroepsorganisatie vaststelt aan welke eisen een lid van het register moet voldoen. Of dat een bevoegdheid moet zijn laat ik even in het midden maar lijkt me zeker niet onredelijk. Let wel dat je dan met bevoegdheid maar zonder registratie geen les mag geven.

          Vraag me bij nader inzien wel af of dit niet alleen extra regeltjes zijn…

          • van onderwijsassistente tot hoogleraar wiskunde
            Het probleem met de beroepsgroep is dat de verschillen enorm zijn. Als je op basis van democratische besluitvorming bepaalt wat de eisen in een register zijn, dan winnen de onderwijsassistentes het van de hoogleraren wiskunde. Zelfs als je het beperkt tot alleen het VO dan zijn er al enorme verschillen: kootsjes op het VMBO die 5 vakken geven tegenover de gepromoveerde classicus aan een gymnasium. Voor de duidelijkheid ik spreek geen menselijk waardeoordeel uit, merk alleen op dat de verschillen willekeurig groot zijn.

            Door de vrije instroom van de laatste 10 jaar is het allemaal nog erger geworden. Kortom: de beroepsgroep docenten bestaat niet.

          • Het primaire doel van een register is registratie
            Het primaire doel van een register is registratie, zoals de naam ook al zegt.

            De eenvoudigste, en naar mijn idee ook de beste vorm, ook omdat deze de minste risico’s op gesjoemel en willekeur geeft, is dan ook een register waarin simpelweg wordt geregistreerd wie, wanneer, bij welke instelling, welke kwalificatie heeft behaald. Het gaat dan om kwalificaties op grond waarvan iemand zich met recht “leraar” mag noemen, dus om onderwijsbevoegdheden. Met name dus om diploma PABO (zonodig met aangegeven specialisatie – onderbouw of bovenbouw), en om tweede- en eerstegraads bevoegdheden, uiteraard met het vak waarvoor de bevoegdheid geldt, en andere kwalificaties die een onderwijsbevoegdheid inhouden. Voorlopig lijkt mij dat voldoende.
            Hoogleraren hoeven hier niet bij (die hebben immers, evenmin als andere universitaire docenten geen onderwijsbevoegdheid nodig…), evenmin als onderwijsassistenten, want dat zijn geen leraren (ook al worden zij soms – tegen de regels – als leraar ingezet).
            Het probleem met nascholing is, dat er in het onderwijs een overmaat aan nascholing wordt aangeboden met vaak te weinig diepgang, en meestal verkapte of openlijke propaganda voor onderwijsvernieuwing behelst, en zelden iets te maken heeft met vakinhoud.
            Het opnemen van nascholingseisen in het register, als het register daar al voor bedoeld zou zijn (ik zou eerder denken: hooguit als eis voor opname in het register, maar wie bepaalt dat?) is daarom voor het onderwijs problematisch.

            Bijkomend voordeel, als dit register openbaar is, is dat ouders informatie kunnen vinden over de bevoegdheden van de docenten op (potentiële) scholen van hun kinderen.

          • Registratie
            Er zitten nog wel wat haken en ogen aan zo’n registratie
            – privacy. Prima dat ouders inzicht hebben, maar moet dat met naam en toenaam?
            – papieren werkelijkheid. Wie houdt dit systeem bij? Hoe garandeer je dat een op papier geregistreerde 2e grader niet stiekem toch in de bovenbouw wordt ingezet?
            – ga je ook bijhouden welke onderbevoegden bezig zijn met het halen van het juiste papiertje?

          • Haken en ogen.
            Er zitten nog wel wat haken en ogen aan zo’n registratie
            – privacy. Prima dat ouders inzicht hebben, maar moet dat met naam en toenaam?

            Als dat een probleem is, dan is titulatuur ook een probleem. Dan zou je een academicus niet meer met Drs. Msc of Ir. mogen aanspreken. Vergelijk het met Amerikaanse artsen die (althans in de televiesiefilms) hun diploma’s ingelijst aan de muur hebben hangen.

            – papieren werkelijkheid. Wie houdt dit systeem bij? Hoe garandeer je dat een op papier
            geregistreerde 2e grader niet stiekem toch in de bovenbouw wordt ingezet?

            Zo moeilijk is dat toch niet? Meestal publiceert een school een boekje waarin een lijst van de leraren staat. Daar kun je dan toch eenvoudig de bevoegdheid bijzetten? Ouders kunnen zelf nakijken of de leraren van hun kind in de bovenbouw eerstegraads bevoegd zijn.

            – ga je ook bijhouden welke onderbevoegden bezig zijn met het halen van het juiste papiertje?
            Dat lijkt mij voor de ouders van minder belang.

            Groet,

            Paul Huygen

          • Ik zou hopen dat de
            Ik zou hopen dat de Onderwijsinspectie haar werk beter zou doen, opdat ouders er blind op kunnen vertrouwen dat er voldoende hoog gekwalificeerd personeel wordt ingezet. Is de voorstelling van zaken waarbij ouders geacht worden in de gaten te houden welke bevoegdheden de docenten al dan niet bezitten, ook niet een klein beetje ontleend aan het marktdenken onder welks vaandel de verzelfstandiging van scholen is doorgevoerd? Moeten we in de supermarkt soms ook ons voedsel zelf keuren, of mogen we deze keuringen aan een deskundige en bevoegde instantie overlaten? Het is puik als ouders inzage krijgen in de bevoegdheden van docenten, maar het zou m.i. niet nodig moeten zijn. Zomaar wat gedachten…

          • Je hebt helemaal gelijk.
            De overheid zou dat allemaal in de gaten moeten houden. Maar helaas is dat niet meer het geval. Vakkennis is een laag gewaardeerd goed bij de overheid. Toevallig staat er vandaag in de NRC een artikel van een oud-secretaris-generaal, getiteld “Ambtelijke top weet haast niets”. Volgens de schrijver weten de ambtenaren zo weinig dat ze zelfs niet meer in staat zij om hun eigen onderzoeksvragen te formuleren (die dan door externe deskundigen beantwoord zouden moeten worden.

            Groet,

            Paul.

          • Inzake ondeskundige ambtenaren
            Nu en dan kijk ik in de VK bij vacatures die de overheid te bieden heeft. Het valt me op dat je vaak niet te weten komt WAT de baan behelst en WAT de vereisten zijn. Wel krijg je van alles te horen over de gevraagde karaktereigenschappen; nietszeggende clichés over tiemplejers, hands-on-mentaliteit en helicopter-vjoe. Ronkende reclameteksten die allemaal door hetzelfde bureau geschreven lijken te zijn. Het zetten van een eigen personeelsadvertentie is kennelijk voor veel diensten óók te moeilijk. Gemeente en rijk krijgen zo wél precies wat ze vragen: NIETS.

          • ..en ondeskundige leraren
            Onder sommige advertenties staat: “ook studerenden worden verzocht te reageren”.
            Nog ervan afgezien dat er “wordt” ipv “worden” moet staan, ontneemt dit mij, met drie eerstegraadsbevoegdheden (nou ja, twee echte, plus ANW), de lust hierop te reageren, aangezien zo’n school klaarblijkelijk liever een jonge goedkope beunhaas aanstelt dan een ervaren, oudere, kritische docent met een “overmaat” aan vakkennis.

  6. register moet voor de ouders duidelijk zijn
    Een register moet zodanig zijn dat ouders snel kunnen zien hoe het met de bevoegdheden en mogelijke bekwaamheden van een docent zit. Bevoegdheden die extern gehaald zijn door middel van een door de overheid erkend examen of instituut moeten duidelijk onderscheiden worden van bevoegdheden die de werkgever verleent op grond van door hem zelf vastgestelde bekwaamhheden. Verder moet duidelijk zijn of een diploma betrekking heeft op de kennis van een leraar van zijn leervak of op een ander aspect zoals b.v. didaktische methoden.
    Ook voor werkervaring zou plaats moeten zijn in het register. Als iemand jarenlang als vertaler werkzaam is geweest maakt het hem nog niet bevoegd voor het onderwijzen van die taal maar heeft hij wel een prae t.o.v. andere onbevoegde docenten.
    Seger Weehuizen

    • Het belangrijkste lijkt mij
      Het belangrijkste lijkt mij nu juist dat de beroepsgroep zélf de registratie-eisen vaststelt. En dat de overheid bij wet vastlegt waar die registratie vereist is (Alle leraren? Alleen bovenbouw? Examenklassen?). Om verregaande differentiatie binnen de registratie te vermelden naar werkervaring, vakkennis, didactische vaardigheden lijkt mij het doel voorbijschieten.

  7. Volkskrant brief van de dag
    De Volkskrant brief van de dag is een reactie op het stuk van Couzijn.

    Weer een op z’n p.k getrapte onbevoegde docent (in dit geval ex-docent).

    • Levenservaring, mensenkennis
      Levenservaring, mensenkennis en uitstraling. Iets voor aantrekkelijke bejaarden dunkt me. Gelukkig hebben we daar steeds meer van en moeten ze van de overheid langer werken.
      Er is vast nog wel een fijne onwetenschappelijke methode om die competenties te ‘meten’ en iedereen daarna competent te verklaren.
      Arme kinderen. Hopelijk hebben die uitstraling want daar schop je het ver mee in het leven.

      • Reageer gerust ook op het Volkskrantweb
        Historica schreef:
        >Iets voor aantrekkelijke bejaarden dunkt me.

        :-))

        Reageer gerust ook op het Volkskrantweb, direct onder de brief. Nederland telt talloze onnozele apologeten, en die mogen ook best te horen krijgen hoe anderen, leraren en ouders, over de inzet van onbevoegden denken.

        Reageren kan door hier te klikken:

        tinyurl.com/4x336y

        N.B. De Volkskrant heeft nu in twee dagen tijd als twee bijdragen van journalisten geplaatst die onbevoegd lesgeven (een in opleiding, de ander niet) en die allebei de waarde van het diploma geringschatten.

        Want als je zonder diploma journalist kunt wezen, geldt dat ‘natuurlijk’ ook voor het leraarschap.

    • Het is een discussie die
      Het is een discussie die veel emotie losmaakt. Ik kan me dat ook wel voorstellen als je je met hart en ziel inzet en je je aangevallen voelt. Hoewel ik eerst ook de menig was toegedaan dat een gemotiveerde onbevoegde geen enkel probleem hoeft te zijn ben ik nu toch inmiddels de mening toegedaan dat een bevoegdheid inderdaad een minimale vereiste moet zijn. Dat zou voor mij dus betekenen dat iedere onbeogde als bij aanname de eis meekrijgt dat hij zijn bevoegdheid moet halen binnen een afgesproken termijn. Uiteindelijk blijkt het probleem met name te zitten in het managment of de overheid die deze eis niet stelt.

      • probleem zit vooral
        in de organisatie die de bevoegdheid heeft om bevoegdheden uit te delen. Als zijn gaan werken met reflecties en vage competenties (is zich bewust van….) dan moet je wel érg gemotiveerd zijn om het bevoegdheidsspelletje mee te spelen. Bevoegdheden moeten zeker, maar dan moet het wel een reële inhoud hebben.

        • Bevoegdheden moeten zeker, maar met reële inhoud
          Bevoegdheden moeten zeker, maar dan moet het wel een reële inhoud hebben.

          Och in het onderwijs is dat niet nodig. Iedereen kan voor de klas staan.
          Maar als het zo gemakkelijk is met de vele vrije dagen….waar blijven al die docenten dan?

          Als je bij voetbal geen trainer papiertje hebt kun je het vergeten. Waarom heb ik nooit begrepen. Of zou het zijn dat voetbal zo belangrijk is?

          Bij onderwijs kunnen studenten zelf zelfs les geven 6VWO mag lager klassen helpen, zou dat mogen omdat onderwijs zo onbelangrijk is?

        • Een bevoegdheid met reële inhoud (1/2)
          Uiteraard, Hinke. Het is aan de ‘organisaties’ (concreet: de lerarenopleidingen en hun partners) om te zorgen dat de bevoegdheid die zij afgeven een reële inhoud heeft. Dus dat afstudeerders gegarandeerd een minimumniveau aan kennis en vaardigheden hebben waarmee ze een goede en veilige start kunnen maken in de beroepspraktijk.

          Dat betekent dat die kennis en vaardigheden duidelijk beschreven moeten zijn. En dat de opleidingen kunnen tonen hoe hun toetssysteem tot de genoemde garantie leidt. Schieten ze daarin tekort, dan moet niet de bevoegdheid worden afgeschaft, maar dan moeten de opleidingen worden verbeterd.

          Het valt zeker te betreuren dat opleidingen zo snel, zo massaal, en zo blind achter de competenties zijn aangelopen. Lees voor de verklaring van dit verschijnsel ook dit weblog. Het vern**keratiefste van het competentiemodel is dat vakkennis en vakdidactische kennis en bekwaamheid een belachelijke bescheiden plek kregen. Begrijpelijk vanuit de opdracht tot Eén Heel Erg Algemeen Competentiemodel te komen voor alle onderwijsgevenden, maar misleidend als het gaat om het belang van de vakspecifieke opleiding.

          Maar nergens staat geschreven dat de competenties in de opleiding evenredig aandacht moeten krijgen (hoewel domme opleidingen die verleiding misschien slecht kunnen weerstaan). ‘Omgaan met ouders’ verdient normaliter toch niet dezelfde tijd en aandacht als ‘verwerven van vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-onderwijskundige kennis’. Een goede opleiding werkt aan concrete normen voor elk van de competenties, taxeert hoeveel tijd en aandacht studenten moeten investeren voor ze aan die normen voldoen, en stemt daar een opleidingsprogramma en de toetsing op af (met de nodige differentiatie vanwege het diverse publiek).

          Prima als ze ook nog verzinnen op grond waarvan studenten een zes, acht of tien verdienen; maar het gegarandeerd voldoen aan minimumnormen komt volgens mij eerst.

        • Een bevoegdheid met reële inhoud (2/2)
          Wie moeten van deze lerarenopleidingen de gesprekspartners zijn? Welke ‘veldvertegenwoordigers’ bewaken praktijkrelevantie en startniveau? De VO-Raad? Hmmm. De AOB? Tja. De SBL? Ha ha ha. De VVVO? Te onbekend, onmachtig en verdeeld. Leraren als beroepsgroep hebben geen serieuze vertegenwoordiging. Dus wie zegt er *formeel* tegen de opleidingen dat het Heel Erg Algemene Competentiemodel verbouwd moet worden tot iets concreters? Wie waarborgt dat de instituten het Competentiemodel omzetten in passend, praktijkrelevant onderwijs en overtuigende toetsing?

          Dat zoeken die opleidingen nu zelf uit, ieder voor zich. Daarom is het ULO-project waarin per vak werd vastgelegd over welke vakinhoudelijke kennis een eerstegrader zowel in Groningen als in Leiden moet beschikken, een belangrijke stap. Voor de vakdidactiek mag er ook zo’n afspraak komen, in globale termen of een ‘dynamisch document’ dat elke 5 jaar wordt bijgesteld. Het minst verstandig is alle opties zo vaag en open te houden dat een diploma niets garandeert.

          Moet een bevoegd docent verstand hebben van toetsen? Een toets kunnen maken en herzien? Moet een bevoegd leraar Nederlands literatuuronderwijs kunnen geven? Een zinvol gesprek over een literaire tekst op touw zetten? Moet een bevoegd docent aardrijkskunde een klas verder kunnen brengen met kaartlezen? Een docent natuurkunde een practicum ontwerpen en begeleiden? Iets weten over c.q. kunnen met computers in z’n vakonderwijs? Als we vinden van wel, laten we dan gewoon afspreken wat een bevoegd docent moet kunnen en kennen. Die duidelijkheid is gewenst.

          Bij de nieuwe academische bachelor-tweedegrader spelen deze zaken extra. Men raakt er tweedegraads bevoegd op grond van een *onbekende hoeveelheid* *niet nader bepaalde* vakstudie, aangevuld met een didactische cursus *zonder duidelijke eindtermen*.

          Alleen al door het volume zijn de tweedegraads opleidingen erg belangrijk. Maar ik ben er niet gerust op.

          • Didactiek en vakdidactiek
            We nemen het allemaal redelijk makkelijk in de mond; didactiek en vakdidactiek. Wat bedoelen we er eigenlijk precies mee? Om welke exacte kennis en om welke exacte vaardigheden gaat het? Welk boekje moet je lezen om vakdidactiek te kunnen of te kennen?

          • (vak)didactiek
            Het onderscheid was bij mij op de opleiding vrij helder.
            Didactiek viel onder “algemene onderwijskunde” (was ook een aparte vakgroep) en had veel meer te maken met algemene vakken als kennis van het Nederlandse onderwijssysteem, logopedie, bordschrijven, gebruik van multimedia, etc etc. Ik herinner me nog een paar boeken “de klassementor” en “psychologie van de adolescentie”. Naast het standaardwerk “Lesgeven” van Geerlings.

            VAKdidactiek had specifiek met het vak (geschiedenis) te maken. Het vak viel ook onder de vakgroep geschiedenis en ging er over hoe vakspecifieke zaken in de les behandeld dienen te worden. Een beetje zoals Couzijn in zijn eerdere blogpost over het litereratuuronderwijs beschrijft: Hoe zit een geschiedeniswerkstuk in elkaar (welke criteria); hoe maak je geschiedenistoetsen; welke didactische werkvormen heb je om onderwerp A of B te behandelen; wat kun je met musea en andere excursies; hoe zet je een lessenserie op, hoe zet je een PTA in elkaar etc etc.
            Hierbij werd o.a. “Geschiedenis op school” als literatuur gebruikt.

Reacties zijn gesloten.