Een artikel waarin Jan van de Craats opnieuw duidelijk maakt wat er mis is met het realistisch rekenen. Er wordt wat weerwoord gebonden van anderen, maar die ontkennen de beweringen van van de Craats niet, zij stellen alleen dat het wat minder zwart zou zijn.
De gebruikelijke aftocht met behoud van het eigen gezicht. Van mij mag het ook nog.
Zie bijlage
365-218
Het voorbeeld middenboven geeft wat mij betreft goed aan waardoor het komt dat veel leerlingen niet leren rekenen.
Wie gaat er nou uitleggen hoe je 365-218 moet uitrekenen met zo’n getallenlijn-truc?
Gewoon even leren hoe dat werkt, boven elkaar schrijven, zo nodig lenen, en klaar is kees.
Dat je later, als je eenmaal echt kunt rekenen, dergelijke trucs bij hoofdrekenen toepast is een ander verhaal. Alleen heb ik me daar persoonlijk nog nooit een getallenlijn bij voorgesteld.
En moet je echt in groep 6 (voorheen klas 4) nog met 219 + 6 bezig zijn?
Een goede docent zal inderdaad wel met een slechte methode goede resultaten kunnen bereiken. Maar dat is me nogal een randvoorwaarde.
Citaat van Tom Jansen: “De leerkrachten die wij hebben opgeleid, zijn allemaal in staat om met de beschikbare methoden goed onderwijs te geven.”
Maar in de volgende alinea zegt hij dat hiervoor een intellectueel denkniveau nodig is “dat we nu op de pabo niet bieden.”
Iets klopt hier niet…