persbericht vandaag : Openbare school vaker zelfstandig
(maandag 26 mei 2008 om 15:14:16)
(Novum) – De verzelfstandiging van het openbaar onderwijs zet door. Eind maart had 75 procent van de openbare scholen een zelfstandig bestuur. Begin vorig jaar was dit nog vijftig procent, meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maandag. Zelfstandige scholen vallen niet langer onder het dagelijks bestuur van een gemeente, maar hebben een eigen bestuur. Ze worden rechtstreeks gefinancierd door het rijk.
De trend werd in 1996 ingezet, toen gemeenten de mogelijkheid kregen openbare scholen te verzelfstandigen. “Deze beweging zien we al lange tijd en zet nu stevig door”, zegt een woordvoerder van het CBS, die de forse toename van het afgelopen jaar niet kan verklaren. Inclusief het bijzonder onderwijs, waarin scholen altijd een zelfstandig bestuur hebben, wordt nu nog acht procent van het basisonderwijs via de gemeente gefinancierd. In het voortgezet onderwijs is dit ruim zes procent.
Het aandeel verzelfstandigde openbare scholen is in Noord-Brabant met 94 procent het grootst, in Drenthe zijn de minste van deze scholen. Daar heeft slechts veertig procent een zelfstandig bestuur. Volgens de woordvoerder van het CBS heeft dit grote verschil te maken met het aantal openbare scholen in beide provincies. In Drenthe is meer dan de helft van de scholen openbaar, terwijl dit in Noord-Brabant slechts veertien procent is. “In provincies als Limburg en Noord-Brabant is bijzonder onderwijs belangrijker dan openbaar onderwijs. De openbare scholen moeten daar veel meer concurreren met het bijzonder onderwijs. In de concurrentieslag willen veel scholen verzelfstandigen, zodat ze zelf de baas zijn in plaats van de gemeente.”
Bij een verzelfstandiging verschuift de verantwoordelijkheid voor het onderwijs van het gemeentebestuur naar een zelfstandige rechtsvorm. Zo krijgt de school meer autonomie. Een andere belangrijke reden voor verzelfstandiging is het scheiden van de dubbele rol van gemeenten. Wanneer het gemeentebestuur niet langer verantwoordelijk is voor het onderwijs op individuele scholen, kan het alle onderwijsinstellingen gelijk behandelen.
Voor ouders en kinderen verandert er bij verzelfstandiging doorgaans weinig, hoewel een zelfstandig bestuur fusies mogelijk maakt.
====================================================
Commentaar :
[1]
De gemeenten willen nogal eens van “hun” scholen af, het verzelfstandigen geeft daartoe de gelegenheid.
De motivatie -, pecunia, caveat !- is niet van onderwijskundige aard, niettemin is het een stap in de goede richting, ten lange leste.
Immers, wat weten types als burgemeester Dickerdack en ambtenaar Dorknoper van onderwijs of pedagogie ? En, hoewel er situaties zijn waar de gemeente alle scholen gelijkelijk stimuleert, zijn er meer gevallen waar beambten, al of niet door gemeenteraadsleden ingefluisterd, het leven voor andere dan “hun eigen” openbare scholen lastig maken (ik spreek uit ervaring).
[2]
Interessant is de concentratie van bijzonder lager onderwijs in Limburg en Brabant, waar immers de confessionele scholen, van ouds al (en blijkbaar nog steeds) een stevige vooraanstaande plaats hebben.
In tegenstelling tot Drenthe waar, zeker ook door de historische armoede, de overheid traditioneel de zorg had voor het lager onderwijs.
[3]
De scholen hebben (of krijgen) hun eigen bestuur. Daarbij de vraag, waar de bestuursleden vandaan komen. Veelal handjeplak werk. Niettemin een goede gelegenheid voor docenten en ouders, die betrokken willen zijn, om de koppen bij elkaar te steken en alert te zijn op de mogelijkheid om kandidaten voor het bestuur aan te dragen. Een hecht vertrouwen tussen beide groepen, leraren en ouders, zal helpen om dgl scholen in de goede richting te sturen.
[4]
Wel opmerkelijk dat de journalist zegt, dat de verzelfstandiging ook de gelegenheid schept voor fusies : typerend voor een wijd verbreid, verkeerd denkpatroon.
Fusies gaan immers de verkeerde kant uit ; naar groter ; dat betekent tevens : duurder. De foute kant uit, dus.
Associatie tussen kleine scholen is de aangewezen weg om hiaten in het aanbod op te vullen (taal- of reken-achterstand, muziek lessen, andere activiteiten). Effectief vanuit het oogpunt van kosten-besparing.
[5]
Conclusie : hier is een uitgelezen kans om kleine scholen te koesteren. Een uitgelezen kans ook voor BON, om zijn standpunten te realiseren. Vraagt werk tussen hen die bij de school betrokken zijn : docenten en ouders, bij voorkeur gemeenschappelijk.
Ziet BON kans om dit te ondersteunen ? Zou fantastisch zijn !
maarten