schaalgrootte in onderwijs

Schaalgrootte wordt in verband gebracht met efficiency, diversiteit van leer-aanbod, spreiding van onderwijs-soorten en wat al niet meer voor fraais. Dat er, incidenteel, slachtoffers vallen (zelden een dode), helaas, foutje, niet voorzien maar onvermijdelijk.

In kleine scholen kent iedereen elkaar, het resultaat is weldadig voor de kinderen – leeromgeving, beschermd, samen optrekken, betrokken ouders. De geldelijke prijs ervoor is relatief gering, grote scholen zijn per eenheid (1 leerling = 1 eenheid, utilitair denken bij uitstek) marginaal goedkoper, maar VEEL duurder in maatschappelijke eindtermen.

Wat dan ?

Kleine scholen dus ! En toch is de trend naar schoolfusies en mega-scholen onverminderd in gang. Met incidentele regels, geen messen mee, magnetische poortjes, video, bewaking, een politie-agent voor de deur, wordt getracht het mega-model in stand te houden. Wat en kleunen !

Wat kan BON doen ?

[1] Het zou goed zijn als BON eens grondig zou onderzoeken HOE en WAAROM het idee over schaal-voordelen is ontstaan, uitgewerkt en daarna VERPLICHT is opgedrongen aan de scholen.

[ad 1] Sleutel : OCW ambtenaren.

[2] Voorts, hoe de scholen (de school-besturen dus) het idee hebben omarmd en in praktijk hebben gebracht.

[ad 2] Sleutel : politieke partijen.

[3] Tenslotte, hoe het idee werd geperverteerd. Door de loop der dingen [1 & 2] gefaciliteerd (glijbaan op een hellend vlak), aanvankelijk zeker ook door de charme van het idee, daarna door de ongegeneerde graagte van bestuurderen (“wat levert het op”) en greed derzelven (hun “beloningen”).
Bestuurderen (in dit verband) sluit in manatsjers, leiders, goedwillenden én zichzelf voorzienenden.

[ad 3] Sleutel :
corruptie is NIET alleen het eigen persoonlijk voordeel, maar zeker OOK het collectieve voordeel : het streven naar macht voor eigen denkbeelden. De politieke partijen, kameleons, zijn daarop gegrondvest, niet in principe maar wel in het resultaat van hun bestaan, ja, het recht op hun bestaan. Geen frisse (wel onvermijdelijke) deelgenoot om het onderwijs te gaan saneren.

Thans valt vooral het licht op de optelsom [1][2][3], en hoe bestuurders en (vooral) manatsjers zich hebben verrijkt aan en met school budgetten. Ouderwetse socialistische term : “over de rugguh van de docentuh”. Maar het principe en de gevolgen worden niet doorzien.

De hele constructie (die begint met stap [1]) is in de loop der tijd geperverteerd tot de carricatuur waar we nu mee zitten.
Onbegonnen werk om dat recht te breien met incidentele maatregelen. Des te meer reden voor grondige analyse. BON zou dat kunnen doen. Wie begint ?

maarten

6 Reacties

  1. Laat ik vooropstellen dat ik
    Laat ik vooropstellen dat ik (ook zonder analyse; hoe schandelijk onwetenschappelijk;-)) voorstander ben van kleinschaligheid, en wel om precies deze genoemde redenen. Ik ben ook altijd fel tegenstander geweest van die quasi-bedrijfsmatige visie op onderwijsorganisaties.

    Ik voorzie evenwel toch een aantal problemen als we klein- dan wel grootschaligheid in economische termen zouden moeten analyseren. Met name zullen de evident schadelijke externe maatschappelijke effecten van de quasi-onderwijsmarkt moeten worden gekwantificeerd. Als we al met zekerheid kunnen vaststellen dat er dodelijke slachtoffers vallen als gevolg van de grootschaligheid (en causaliteit is altijd tricky!), bijvoorbeeld, dan rijst de ongemakkelijke vraag hoe men de maatschappelijke schade van een sterfgeval in financiële termen moet uitdrukken.

    Verder kan ik ook tenminste één logistiek voordeel van grootschaligheid aanwijzen: Hoe meer leerlingen, hoe kleiner de procentuele variaties in leerlingaantallen (de Poisson-verdeling aannemende) en dit levert een betere voorspelbaarheid op van de bedrijfsvoering (sorry voor de term), en minder kans op kostbare over- of ondercapaciteit. Tegenover dit voordeel staat dan weer het nadeel van een toegenomen overhead doordat de communicatielijnen langer worden.

    Het is, kortom, niet eenvoudig, maar het treft dat we een echte topeconoom in ons midden hebben: A. Heertje. Kan hij niet samen met Ad een vernietigende analyse maken van de mythe van het schaalvoordeel?

    • Mythe 1 bij schaalvergroting
      Eén van de populaire mythen is deze:
      “Door schaalvergroting wordt het mogelijk om centrale diensten (secretariaat, adminiastratie, computerwerk e.d.) met elkaar te delen zodat niet elke afzonderlijke eenheid een dienst voor dit werk moet oprichten”.
      Het aardige is, dat het hier voor 95% om zinloze diensten gaat. Een kleine school (of meer in het algemeen, organisatie heeft helemaal geen behoefte aan een ICT-dienst, een administratieve dienst of een secretariaat. Al dat werk wordt in een kleine organisatie gedaan door mensen die het als een bijbaantje zien en er zeker geen liefhebber van zijn. Daarom hebben zij er belang bij om die werkzaamheden tot een noodzakelijk minimum te beperken; daarom zal dat ook feitelijk gebeuren. Daarom krijgt ICT, administratie en secretarieel werk op zo’n school niet de kans om uit te groeien tot het waterhoofd wat het op veel grote organisaties wel is.
      Andersom heeft een grote school meer behoefte aan administratie en coördinatie, daarom zullen er mensen in dienst worden genomen die dit werk als hoofdbaan doen, die ook aardigheid hebben in regelen en vergaderen, en die er dus belang bij krijgen dat er meer van hun soortgenoten bijkomen.
      Op mijn eigen school heb ik deze omslag waargenomen: wij zijn van een ‘lean but mean’-organisatie (zonder ICT, jaarlaagcoördinatoren, secretaresses, onderwijsassistenten, hulpconciërges en wat er allemaal verder nog aan flauwekulbaantjes te verzinnen is) verworden tot een organisatorische chaos waarin zo’n 25 mensen in bovengenoemde diensten werken zonder dat ook maar één van die diensten een nuttige bijdrage levert aan het functioneren van de school. Sterker nog, alles functioneert op een veel lager pitje dan vóór het aantreden van al die mensen.

      • Mythe 2
        Ik kan mij herinneren dat aan het begin van de fusiegolf bleek, dat de gefuseerde megascholen helemaal niet de beoogde kostenbesparingen opleverden die de fusies rechtvaardigden. Volgens het ministerie kwam dat niet doordat die fusies misschien niet zo een goed idee waren, maar doordat de megascholen nog geleid werden door de oude schooldirecteuren. Als die eenmaal vervangen zouden zijn door professionele managers, dan zou je pas eens zien wat er een geweldige besparingen gerealiseerd zouden worden.

        Groet,

        Paul.

        • Die moeten dan wel de vrije hand hebben natuurlijk
          Je bent wel een beetje een zeur Paul. Je wilt zeker zeggen dat de schaalvergroting nog steeds geen financiële voordelen oplevert. Tsja… dat is nogal duidelijk. Dijsselbloem heeft zelf gezegd dat de overheid zich veel te veel bemoeit met het onderwijs. Als je de professionele manager niet de vrije hand geeft, dan zijn zijn handen gebonden. Lijkt me duidelijk, dan kan hij de voordelen ook niet realiseren. Zo kan hij geen goed personeelsbeleid voeren ook. Je zult zien, als de professionele manager de professionele ruimte krijgt die hij nodig heeft, dan blijft er ruim geld over. Het zou een goed idee zijn dat die mannen en vrouwen daar ook van konden profiteren. Ze hebben het tenslotte zelf bereikt.

          Net als met dat nieuwe leren. Dat moet je ook de kans geven. Daarvoor heb je wel nieuwe leraren nodig. Nogal wiedes, De ouden kunnen dat echt niet. En ook met de kinderen zullen we een tijdje wat mindere resultaten kunnen zien. Ze zijn tenslotte allemaal op een oude basisschool geweest en hebben onvoldoende zelf zichzelf leren spiegelen. Wat verwacht je dan?

          Om over de ouders nog maar te zwijgen. Een kind leert 99% van zijn compedingest in de eerste 4 levensjaren, waarvan 80% in de baarmoeder. Dat is wetenschappelijk bewezen. Maar dan moet hij wel de ouders hebben die dat toelaten. Die hem niet afremmen. Dus die moeten op HNO cursus: het nieuwe opvoeden. En op prenataal cursus natuurlijk. Wist u trouwens dat we die ook aanbieden? Net als de conceptie: moet anders. Ik zeg ANDERS. Nieuw!. Hebben we ook een cursus voor in de aanbieding: HNN! En dan, dan houden we bakken met geld over en kan ieder kind, let wel IEDER kind, naar het hoger onderwijs. Lissabon, here we come.

          • Ik wil alleen HNN
            met een mp3 speler op mijn hoofd!
            Da’s ritmisch en multitasking.
            Dan komt de rest vanzelf…..en goed.

    • Schaalgrootte
      Anderhalf jaar geleden begeleidde ik twee (overigens uitstekende) studenten die hun afstudeeropdracht deden bij een kleine zorginstelling in het zuiden des lands. Bij mijn eerste bezoek vroeg ik in mijn grenzeloze naïveteit, hoe dit financieel uit kon: schaalvoordelen en zo. Het antwoord van de directeur was dat de kleinschaligheid financieel juist positief uitwerkte. Men was geen geld kwijt aan allerlei extra managementlagen, beleidsvoorbereiders en noem maar op.

      Bij de rondleiding door het verzorgingshuis bleek dat men iedere bewoner kent, dat men er een eigen keuken op na houdt, want eten is zo ontzettend belangrijk voor de bewoners. Het is het eerste en enige verzorgingshuis dat ik heb gezien waar ik, als het dan echt moet, zelf mijn laatste jaren zou willen doorbrengen.

      Onderwijs en zorg verschillen in veel opzichten, maar beide hebben ze geen commerciële, maar een maatschappelijke functie. Ik kan mij goed voorstellen dat kleinere instellingen beter kwaliteit kunnen leveren.

      Nog een andere overweging: de schaalvergroting heeft een funest effect op de concurrentie. Er zijn delen van het land waar er voor (ouders van) leerlingen en studenten niets te kiezen valt, want alle (hoge)scholen zijn in handen van een en dezelfde onderwijsgigant. Schaalverkleining leidt tot meer concurrentie en dat lijkt mij wel gezond.

Reacties zijn gesloten.