Marc Chavannes heeft weer een prima verhaal geleverd in de NRC van 19 april 2008. Hij combineert onderwijs en zorg hierbij in een kritisch artikel over het optreden van de overheid.
In de papieren krant staat er een prachtige illustratie bij: een langsdoorsnede van een hoofd met daarin kenmerken zoals de Schedelbasisvormingsfraktuur, het Rudimentair Geheugenorgaan en de Competentiegerichte Leerkwab, de Oost-Indische gehoorbuis, het Visionair Kijkgat (in het achterhoofd, uiteraard!), de Non-Lineaire Leerlijn (in de slokdarm), de Prefrontale Kwaakholte (in de mond) en tot slot de Selectieve Onraaddetector in de neus.
Artikel plus reacties staan ook HIER
—————-
Kamer zoekt naar doorlopende leerlijn
Het leek braaf, maar het was zeldzaam. De Tweede Kamer debatteerde deze week met zichzelf over het rapport van de commissie-Dijsselbloem. De Kamer vroeg zich af hoe zij twintig jaar heeft kunnen meewerken aan een serie onderwijsvernieuwingen die Nederland achteraf gezien had kunnen missen als kiespijn. Op zoek naar een doorlopende leerlijn.
De voltallige commissie zat achter de regeringstafel en zag een rij ervaren Kamerleden opgewekt as op het hoofd strooien. Voorzitter Dijsselbloem lichtte als ‘premier’ zijn rapport toe. Vragen om koffiedikkijkerij omzeilde hij tactvol. Dinsdag kiest de fractie van de PvdA een nieuwe voorzitter. Hij is genoemd en liet donderdag zien waar hij toe in staat is.
Aan het debat was nauwelijks te merken dat het in februari uitgebrachte parlementaire onderzoeksrapport de laatste tijd onder flinke kritiek is komen te staan. Insiders die zich jaren met de grootscheepse verbouwing van het laagste tot en met het hoogste onderwijs hebben beziggehouden laten zich niet zonder slag of stoot oprollen in een oude krant. Hun aanvalslijn: wie tegen de vernieuwingen is vindt het kennelijk geen bezwaar dat de minst bevoorrechten vroegtijdig worden weggeselecteerd.
Die basisbeschuldiging is ongeveer even subtiel als een tegenstander in het debat verwijten geen democraat te zijn. De commissie noch de rest van de Kamer liet zich er door van haar stuk brengen. Iedereen in dit Kamerdebat wilde herhaling van gemaakte fouten voorkomen. Bijvoorbeeld bij de aanstaande invoering van ‘competentiegericht leren’ in het middelbaar beroepsonderwijs, intussen iets uitgesteld tot 2010.
PvdA-woordvoerder Depla had de stem van het beroepsvolk zo goed gehoord dat hij vroeg om een ‘parlementair praktijkonderzoek’ naar de ‘verantwoordingslast’ van professionals in onderwijs, jeugdzorg en ouderenzorg. CDA’er Jan Jacob van Dijk voelde niet voor ‘weer een onderzoek’: we weten toch genoeg, we moeten gewoon aan de slag en regels schrappen. Nee, antwoordde Depla: laten we eerst de mechanismen achter die steeds weer oplaaiende bureaucratie doorgronden, anders houden we die wapenwedloop tussen het schrappen en het aanmaken van regels.
De meeste Kamerleden waren het erover eens dat de meeste onderwijsvernieuwingen lang, zij het onvoldoende diepgaand en onafhankelijk in het parlement zijn besproken. Daarna zijn ze in een vloek en een zucht aan de praktijk opgelegd. Dijsselbloem concludeerde dat regeerakkoorden beter politieke ambities kunnen uitdragen zonder Kamer en beroepsbeoefenaars iedere inspraak over de praktijk van die plannen te ontzeggen. Niemand sprak hem tegen.
Dijsselbloem noemde het bijvoorbeeld een ‘gemiste kans’ dat de huidige coalitie-bouwers in Beetsterzwaag beslisten hoe de zorg moest worden ingericht. Zodat de praktijk niet vergeefs om hulp roept. Overigens maakt het niet zo veel uit of een kabinet bij de formatie ondoordachte compromissen vastlegt of er tijdens de rit toe besluit. Ook plannen van een vorige coalitie kunnen vergevorderd en toch funest zijn.
Een sprekend voorbeeld is de invoering van de ‘diagnosebehandelingcombinaties’ (DBC’s) in de geestelijke gezondheidszorg. Het door minister Klink 1 januari ingevoerde systeem brengt vrij gevestigde psychiaters en psychotherapeuten in grote moeilijkheden. Zij moeten onvoldragen software gebruiken om hun behandelingen te declareren en maandenlang oplopende bedragen voorschieten. Maar het ergste is dat zij intensieve prikkels krijgen om als medicus onethisch te handelen.
Psychiaters en therapeuten zijn terechtgekomen in een door de overheid geplaatste dwangbuis (zeker, na allerlei overleg van dubieuze representativiteit). Zij moeten werken met een tariefsysteem dat het financieel zeer onvoordelig maakt als zij een patiënt veel meer dan vijftig keer ontvangen, en bij zwaardere gevallen meer dan honderd keer. Als een patiënt na pakweg 190 zittingen afhaakt, krijgt de behandelaar maar 100 keer vergoed. Het systeem dwingt behandelaars impliciet minder tijd aan patiënten te besteden dan zij nodig vinden.
Waarom deze nieuwe ‘productstructuur’? Kostenbeperking. Controleerbaarheid. Een kennelijk gering vertrouwen in het professionalisme van de psy is uitgemond in een systeem dat verleidt tot frauderen: de zielearts schiet er bij in als hij niet het meest rendabele aantal zittingen declareert. Dat kan makkelijk want de rekening gaat direct naar de verzekeraar, de patiënt ziet het gedeclareerde aantal zittingen niet.
Sommigen aan de organisatiekant van het nieuwe systeem zeggen dat zo betere waar voor minder geld wordt afgedwongen. Sommige zorgverzekeraars willen dat psychiaters en therapeuten een ‘kwaliteitscontract’ tekenen dat hen verplicht tot het bijwonen van ‘themabijeenkomsten over transparantie, effectiviteit en kwaliteit’. Geheel ongevraagd gaan verzekeraars namens potentiële patiënten hoogopgeleide en tot het tegendeel blijkt van beroepseer vervulde artsen leren wat bekwame zorg is, overgoten met transparantiesaus.
Deze fundamenteel beledigende mechanismen zijn sleutelelementen van het nieuwe zorgstelsel. Dat is al weer ruim een jaar geleden ingevoerd, maar in werkelijkheid is het nog in aanbouw. Gelovigen in de zegeningen van de markt verwachten kwaliteits-prijs-wonderen als een groter deel van de zorg wordt opengesteld voor concurrentie. Daar tussendoor wordt een gekmakende bureaucratische bemoeistructuur opgetuigd. Zie het DBC-drama bij psychiaters en psychotherapeuten. De SP’er Van Dijk noemde hen niet – misschien geen cliënten?
Als de Kamer lering wil trekken uit twintig jaar voorgekauwde en doorgedrukte onderwijsvernieuwingen, dan is dat moedig en absolute winst. Maar laat die helderheid niet verloren gaan als nu onder hun ogen weer zo’n monstersysteem wordt opgetuigd waar iedere Nederlander gaandeweg meer mee te maken krijgt. Andere Kamercommissie, maar een vergelijkbare mate van pretentie bij de zieners. Dwingelandij gebaseerd op drijfzand – dat is waar de Kamer van af wilde.
Minister Donner sprak deze week wijze woorden toen hij economiestudenten in Rotterdam er op wees dat het gevaarlijk is te doen alsof de overheid een BV is. Dat wekt verwachtingen die niet kunnen worden waargemaakt. En dan ‘faalt’ de overheid weer in de beeldvorming. Hij had er bij kunnen zeggen: zo mogelijk nog gevaarlijker is het wanneer de overheid zich voordoet als een bedrijf én de serieus werkende vakman en -vrouw behandelt als een veelpleger die tegen zichzelf moet worden beschermd.