Sjoerd spreekt

Onder de titel Klassen, leraren en schoolleiders trekken samen op is een ingezonden brief van Sjoerd Slagter in De Volkskrant geplaatst.

Dit keer krijgen niet de docenten ervan langs (dat doet Sjoerd alleen intern, naar buiten doet hij net alsof hij de leraren vertegenwoordigt) maar

bewindslieden, politici en journalisten die uit politiek belang of sensatiezucht een sfeer van wantrouwen in het onderwijs importeren, geledingen tegen elkaar opzetten en bestaande tegenstellingen uitvergroten.

Ook weet Sjoerd te melden:

Schoolleiders en bestuurders gaan niet over hun eigen salaris.

Maar…wie gaat dan over de salarissen van schoolleiders en bestuurders? Of jokt Sjoerd hier gewoon een beetje?

15 Reacties

  1. Citaat:
    Als docent, als rector en als bestuurder heb ik ervaren hoe cruciaal vertrouwen is in het onderwijs. Leerlingen, docenten en schoolleiding kunnen zonder wederzijds vertrouwen niet functioneren. Vertrouwen haalt het beste in mensen naar boven. Laten we daar dus in investeren.

    Maar het onderwijs moet tegen de stroom in roeien. We leven in een low trust-samenleving. Wantrouwen beheerst en structureert de sociale verhoudingen. Bewindslieden, politici en journalisten die uit politiek belang of sensatiezucht een sfeer van wantrouwen in het onderwijs importeren, geledingen tegen elkaar opzetten en bestaande tegenstellingen uitvergroten, bewijzen het onderwijs, docenten en uiteindelijk ook de leerling een slechte dienst.

    • BON travail
      Bewindslieden, politici en journalisten die …. een sfeer van wantrouwen in het onderwijs importeren, geledingen tegen elkaar opzetten en bestaande tegenstellingen uitvergroten, bewijzen het onderwijs, docenten en uiteindelijk ook de leerling een slechte dienst.
      BONners worden niet genoemd. Wegens onderschatting of juist om deze groep houtsnijders uit de schijnwerpers te houden? Bij bewindslieden, politici en journalisten kan ieder van hen zich juist wel of juist niet aangesproken voelen maar alle BONners alleen maar wel want die hebben hun 10 uitgangspunten gemeen; je bedoelt ze allemaal of geen enkele. Maar ik denk dat er nog een andere reden is . Bewindslieden, politici en journalisten zitten Sjoerd volgens hem dwars uit politiek belang of sensatiezucht. Zulke lage motieven kan hij al die BON-activisten die belangenloos grote stukken van hun vrije tijd opofferen om in het onderwijs de terechtheid van het wantrouwen aan te tonen, de verderfelijkheid van de vriendjespolitiek aan de kaak te stellen en de tegenstellingen tussen goed en slecht onderwijs aan het licht te brengen, niet geloofwaardig toedichten
      Seger Weehuizen

    • Het onderwijs is momenteel
      Het onderwijs is momenteel sterk gepolariseerd, mede doordat de overheid sedert de autonomisering zijn handen van het onderwijsveld heeft afgetrokken. Schoolbesturen klaagden lang over de bureaucratie en bemoeizucht vanuit het ministerie, dus mochten ze het van Den Haag zelf gaan regelen met eigen budget (lumpsum). Maar geen kwaliteitsverbetering, schoolmanagement creëerde zijn eigen ministriële aanpak. De positie van de docent is hierdoor op de achtergrond geraakt. Ontplooiing/initiatief gaan (en gingen) ten onder in een strikte controle/regelgeving en bureaucratisering vanuit het management. Deze vervreemde zich meer en meer van de werkvloer en de kloof is momenteel onoverbrugbaar. Bovendien hebben veel schoolmanagers geen enkele affiniteit met kinderen en/of lesgeven en pretenderen ze als ‘professionals’ te handelen wat geregeld niet het geval is. Wie geen lesgeeft is niet geloofwaardig binnen een onderwijsorganisatie.
      Wat mij opvalt binnen mijn eigen werkomgeving is dat niemand communiceert. Ieder (midden)manager heeft zijn eigen loket en schuift zoveel mogelijk af op gewillige (LC)docenten, die door iedereen verguisd worden. Onderling zijn de docenten gefocust op de eigen belangen en positie en wordt samenwerking zoveel mogelijk geblokkeerd. Een management wat vazallen om zich heen verzameld en de belangen van deze groep consolideert. Alles werkt langs elkander heen en de hokjesgeest is alom aanwezig

      Overigens werk ik er met veel plezier, heel veel geweldige leerlingen en zeker ook voldoende kwalitatief goede docenten die goede collegae zijn.

      • Laatste zin
        De laatste zin lijkt mij strijdig met de rest van het stuk.

        Persoonlijk kan ik de laatste zin beamen.
        Voor zover het verder over schoolmanagers gaat herken ik dat niet voor mijn eigen school.
        Bij mij zijn zij wel betrokken. Wat niet wil zeggen dat ik het altijd met hen eens ben.

          • Unieke school?
            We moeten als BONners die geloofwaardig willen blijven, zeker oog hebben voor die scholen waar de schoolleiding voornamelijk of helemaal uit toegewijde hardwerkende collega’s bestaat. Als je dat niet doet, loop je het gevaar als een rancuneuze club te worden afgeschilderd die zonder reden alleen maar klaagt.
            Op de school waar ik werk en de twee scholen waarbij ik als bestuurssecretaris bij betrokken ben, bestaan nog gezonde omstandigheden. Het zijn dan ook zg éénpitters.
            Ik weet niet hoeveel collega’s in dezelfde gelukkige omstandigheden werken. Het wordt tijd dat we dat eens inventariseren.
            Dat neemt niet weg dat we alert moeten zijn voor sluipende veranderingen. Ik wijs even op de Good Governance Wet die er aan komt en die een bedreiging vormt voor het soort onderwijs dat wij voorstaan. In de Kring BON Voortgezet Onderwijs zullen we het daar binnenkort over hebben.

          • Eenpitters
            Good Governance Wet? Wetten betekenen weinig als de mensen anders willen of kunnen. In Italië werd vroeger bij hongersnood een decreet uitgevaardigd, dat tot leverantie van voedsel gebood. Hoe schrijnender de hongersnood, hoe hoger de geëiste hoeveelheid voedsel… Op papier dan… (Met dank aan de uitvinder van de drie puntjes, de grootste literator aller tijden, de Franse schrijver Céline.)

            Eénpitters? Voorzover mijn beperkte ervaring strekt is een éénpitter niet per definitie een school met gezonde omstandigheden.

          • Wat is een éénpitter?
            Ik weet niet wat Philippens en Roth met éénpitter bedoelen. Kunt u dat uitleggen?

          • “Eenpitter”
            Een éénpitter is de benaming die men op het ministerie en de omgeving daarvan geeft aan een school die (nog) haar eigen bestuur heeft. Ook in het geval er een bestuur is voor twee scholen wordt nog van een éénpitter gesproken.
            Dat bestuur bestaat vaak uit ouders van leerlingen of ex-leerlingen. Een bestuur zoekt naar juristen, financieel deskundigen en mensen met verstand van onderwijs om haar gelederen te versterken. Belangrijk is dat zij betrokken zijn bij de school en gevoelig zijn voor signalen uit de school. Ze zijn vaker aanwezig bij belangrijke gebeurtenissen en ze zullen steeds proberen het klimaat in de school te peilen. Ook kunnen ze als intermediair bij conflicten te hulp worden geroepen. Als ze dat te partijdig doen, staan nog alle andere beroepsmogelijkheden ter beschikking.
            De leraren van de school moeten weten dat er een open oog voor hun belangen is.
            De overheid wil dat veranderen om verschillende redenen. Er zijn wat incidenten geweest met sjoemelende bestuurders of met sjoemelende schoolleiders waarbij men zijn controletaak gemakkelijk vergat. Daarom denkt de overheid dat je een technocratische Raad van Toezicht moet creëren die bevolkt wordt door drie mensen “die geen verstand van het onderwijs in de school hebben”, zoals een KPC-man dat in mijn bijzijn dacht te verklaren. Dat was te naief van die KPC-medewerker.

          • Eenpitter (buiten het onderwijs):
            Eenpitter: benaming voor een eenmanszaak.

            Maar ja,… in het onderwijs geeft men graag een eigen betekenis aan een reeds bestaand begrip.

            Henricus

  2. Sjoerd: weg met de kennismonopolisten
    Aleid Truijens, *Zwanenzang van een kennismonopolist*

    “Inspirerende docenten als Pleij, en de door hem opgeleide leraren, zullen er in de toekomst weinig zijn. Niet omdat het ontbreekt aan enthousiasme of talent, maar omdat de ontwerpers van het huidige onderwijs zulke docenten minachten. Sjoerd Slagter noemt hen ‘kennismonopolisten’. Dat is iets heel ergs, zei hij in ‘Van wie is het onderwijs’. Het zijn mensen die ‘gestolde traditie’ overdragen. Terwijl zij toch zouden moeten weten dat alle kennis willekeurig is, en veroudert waar je bijstaat. Volgens Slagter is de docent een ‘kennismakelaar’ die de leerlingen helpt hun leervraag te beantwoorden. Zijn taak wordt nauw omschreven door het schoolbestuur, dat hem via het management krachtig aanstuurt. ‘Scholen weten wat goed is voor de leerling’, zegt Slagter.

    Schoolbestuurders weten dat niet.
    Docenten hadden de vernieuwingen maar te pikken, vakbonden bogen soepeltjes mee; wensen van ouders werden genegeerd.

    Herman Pleij zag de basiskennis van zijn studenten in de loop der tijd achteruit hollen. ‘Ze kunnen van alles, maar weten niets meer. Vlaamse studenten hebben die kennis wel.’ Dáárvan zou Slagter eens wakker moeten liggen.”

    • Inzake Slagter als BN’er
      Het doet mij goed, dat mensen als Slagter steeds bekender worden; ook buiten de beperkte kring van deze site. Goed dat Truijens hem voor het voetlicht brengt, en schitterend zoals hij onlangs in de HP te kijk stond in het lijstje onderwijsvernielers. Zolang hij zelf niet het monopolie heeft over de manier waarop hij in het nieuws komt is dat een prima zaak. Er komt een moment waarop hij bekender wordt dan hij zou willen. Alle beetjes helpen.

    • makelaar Droogstoppel
      Een makelaar heeft zelf niets. Een makelaar in huizen bezit zelf geen huizen maar makelt tussen aanbieders en vragers. De docent als kennismakelaar houdt dus in dat de docent zelf geen kennis hoeft te hebben. Ik vind kennismakelaar dus geen goede term voor docent – de docent dient veel kennis te hebben. Inderdaad, een kennismonopolist. Wil je kennis? Kom naar mij.

      Hé! Nu sta ik zo maar lijnrecht tegenover Sjoerd… Terwijl hij toch altijd beweert het onderwijs te representeren… Krijg nou wat!

    • Balk en Splinter
      Sjoerd is wel heel selectief. Hij vermaledijt het kennismonopolie van de docenten maar hij vindt het onderwijsmonopolie van hemzelf en zijn kornuiten normaal
      Seger Weehuizen

Reacties zijn gesloten.