In groep 8 wordt geen les meer gegeven

Een voor sommingen wellicht opmerkelijk artikel in Trouw over een jongetje dat groep 8 heeft over gedaan en daarna een aanzienlijk hogere cito score haalde.

Opmerkelijk vond ik de volgende uitspraak:
Voor de docenten van basisschool Leonardo Da Vinci was het zeer ongebruikelijk om een kind te laten blijven zitten in groep acht. „Groep acht staat meer in het teken van het sociale aspect; de kinderen krijgen niet echt les”, vertelt de leerkracht van Michiel, Anne Bruinsma

In groep 8 leren kinderen dus niets meer. Dat schijnt helemaal niet nodig te zijn namelijk. Ze weten al meer dan genoeg aan het einde van groep 7. Mooie score toch? Maar 20% analfabeet aan het einde van groep 8 (7?). Helemaal niet nodig om dan in groep 8 nog wat te doen.

25 Reacties

  1. gevaar!!!!!!!!!
    Dit verhaal is zorgwekkend. Het past uitstekend in het straatje van de voorstanders van de middenschool en de basisvorming: geen vroegtijdige selectie. Het toont aan dat de CITO-toets GEEN geschikt instrument is om de schoolgeschiktheid voor de verschillende typen secundair onderwijs is. De uitkomst van deze toets kan immers vervalst worden door intensieve toetstraining. Hun conclusie: Dan kun je de leerlingen dus maar beter bij elkaar houden. Ook de opmerking “rond 12 jaar leren(??) kinderen meer inzicht te krijgen in taal en rekenen” zal er bij hen ingaan als koek. Ik bepleit daarom herinvoering van wat nu een derde toets zou worden: een voorbereidingsdeelklas VWO in groep 7 en 8. Bij een uitgekiend programma wordt het VWO-geschiktheidzijn in zijn algemeenheid gemeten: IQ, leergierigheid, uithoudingsvermogen en disciplinebereidheid. Misschien een werkterrein voor de akademisch gevormde juffen? Nadeel is dat de selectie in de tijd naar voren wordt geschoven. Vroeger speelde de sociale status van de ouders een belangrijke rol bij de toelating tot dit klassedeel dus er is een, m.i. oplosbaar, selectieprobleem bij de toelating (selectie voor de selectie). (ik ben overigens niet 100% tegen heterogene brugklassen. Maar die zouden klein moeten zijn en gerund moeten worden door hoogopgeleide onderwijzers. En de huidige schoolbesturen zouden er niets over te zeggen mogen hebben. Jammer dat sommige krantenlezers misschien denken dat de genoemde school een Leonardo-school is).
    Seger Weehuizen

  2. Inzake groep 8 / CITO toets
    Het verschijnsel dat er in groep 8 niet zo veel meer wordt gedaan kan misschien verklaard door het volgende.
    Door veel mensen wordt de CITO toets beschouwd als het eindexamen van de basisschool. Je traint voor dat ‘eindexamen’, en verder is er weinig meer van belang. Vroeger was de zesde klas van de lagere school een gewoon leerjaar. Weliswaar werd je gedetermineerd, maar dat gebeurde meer ’tussen de bedrijven door’.

  3. Opmerkelijk vind ik de (alarmerend overkomende) uitspraak:
    “In groep 8 wordt geen les meer gegeven”. Dat is namelijk al jaren bekend binnen het basisonderwijs. De reden is, dat via toetsen (CITO, bijvoorbeeld) al vanaf groep 5, ’n steeds duidelijker beeld ontstaat over wat de capaciteiten van het kind zijn. Het aantal fouten in de uiteindelijke beslissing zal weinig afwijken van foutmarges binnen andere onderwijssectoren, denk ik. Eind groep 7, weet de doorsnee basisschool wel, welke VO opleiding het beste (waarschijnlijk) bij welk kind past.
    De leerkracht van groep 8, krijgt vervolgens ’n groep (25/30) binnen, waarvan het onderste niveau functioneert op SO niveau en de bovenkant rijp is voor het gymnasium. Alles overgoten met ’n saus van gierende hormonen en “Ik weet toch al waar ik naar toe ga”.
    Deze Anne Bruinsma, leerkracht van ene Michiel, verdient ’n pluim.
    Het aantal leerkrachten, dat ’n groep 8 wil en kan draaien daalt.
    Iemand enig idee waarom?

    • ALs het klaarblijkelijk onmogelijk is les te geven in groep 8
      vanwege de verschillen in niveau en de hormonen, zoals je zegt, laten we dan groep 8 maar afschaffen en de splitsing naar de verschillende schooltypen een jaar eerder doen.

      De basisschool is bedoeld om kinderen iets te leren, als dat in een heel jaar onvoldoende of niet gebeurt, om welke reden dan ook, dan kan ik daar echt geen pluim voor geven. Alleen constateren dat van kinderen een jaar les wordt afgepakt.
      Erger nog: dat jaar zonder les zal niet bepaald voordelig uitpakken voor hun werkhouding. En ná de cito wordt er al helemaal niks meer uitgevoerd. Kinderen brengen de dagen in ledigheid door van half maart tot september. Alleen bezigheidstherapie. Nee Leo, geen complimenten. En al helemaal niet als er direct vanaf dag één in het VO bijgespijkerd moet worden op de meest basale vaardigheden die op de basisschool niet zijn bijgebracht. Het is mis, ontzettend mis. Het gemak waarmee dat normaal gevonden wordt maakt dat het nog erger mis is dan we al denken. En dat neem ik het PO kwalijk, het gemak waarmee de handdoek in de ring wordt gegooid.

      Wat ik denk is dat dit een gevolg is van de hurkendidactiek. De alles overheersende wens om altijd en overal “aan te sluiten bij de belevingswereld van het kind” . Om dat individuele kind sturend te laten zijn, En ja, Keesje weet al waar hij naar toe gaat en bij Keesje gaan de hormonen los. Dus kan er gewoon even niks. Geeft niks hoor, even niks, past juist erg goed bij Keesje in deze fase. We sluiten erg goed aan bij wie Keesje op dit moment IS.

      Zolang we in Nederland niet besloten hebben dat er in groep 8 niks geleerd hoeft te worden, is het PO simpelweg verplicht om ook daar les te geven. En als dat niet lukt, dan is men verplicht om na te denken over hoe het wel kan. Als dat allebei niet gebeurt, laten we het dan kinderopvang noemen, dan is dat tenminste duidelijk.

    • En verder prangt natuurlijk de vraag,
      in hoeverre het basisonderwijs interessant is voor politici.
      En voor anderen.
      Voor Plasterk?
      Aob?
      bon
      no
      o
      !

      • Eerder kiezen?
        Als ik jouw reactie lees lijkt het mij dat je in groep acht al onderscheid moet maken tussen niveau’s.
        Want als dat niveauverschil ertoe leidt dat er geen les meer gegeven wordt, waartoe dient dan nog groep acht?

        Als ik mijn eerste-klassers (op een havo-vwo-school) zie, dan zijn die best leergierig, hoewel sommigen niet erg gewend zijn zich ergens in vast te bijten. Dus die kinderen willen wel. En eerlijk gezegd valt het met de hormonen van veel van hen ook nog wel mee.

        Bestaan er op de iets grotere basisscholen eigenlijk niveau-groepen-acht? Of zit iedereen door elkaar, ook als er meerdere groepen acht zijn?
        Ik kan me voorstellen dat lesgeven in een groep acht moeilijk is. En als je dan een juf of meester bent die zelf nauwelijks de stof begrijp zijn de problemen al gauw onoplosbaar.

        Ik ben het met je eens dat je nauwelijks politici hoort die zich inhoudelijk druk maken over het basisonderwijs. Het blijft meestal hangen in algemeenheden. Het kan natuurlijk ook zijn dat de verstandige opmerkingen niet “leuk” genoeg zijn om uit te zenden…

    • Vragen aan Bernard Wijntuin en Leo
      Vreemde en schrikbarende berichten!

      Er zijn twee opties.
      1. De CITO-toets bevat vragen die niet naar in het geheugen opgeslagen lesstof vragen. De vragen meten in dat geval de aanwezigheid van vermogens/vaardigheden die nodig zijn om vragen te kunnen beantwoorden over een bijgeleverde tekst met plaatjes (bijvoorbeeld) : de geschiktheid wordt gemeten, of capaciteiten, zoals Leo het zegt.
      Geschiktheid is op die manier een zaak van algemene intelligentie. Het behoort tot de definitie hiervan dat training ervoor geen zin, geen effect heeft.
      Enige oefening (een paar uurtjes) met de in de toets gebruikte vraagvormen neemt een eventuele en ongewenste onbekendheid ermee weg. Dat is de functie van de oefenvragen die aan elke test voorafgaan. Die tellen voor de uitslag niet mee.

      2. Je kunt geschiktheid plus kennis (en toepassingen) meten maar dan moet de bijgeleverde tekst lesstof bevatten en die laatste moet door de leerlingen in groep 8 worden geleerd of herhaald.

      Waaruit bestaat nu die training in groep 8, als dat allemaal waar is?
      Wat zie ik over het hoofd?
      Willem Smit

      • Voor IQ-tests kun je ook oefenen
        …zo schijnt het. Je wordt er niet slimmer van, maar wel bekender met typische reeksen waarnaar vaak wordt gevraagd, ervarener in patroonherkenning, bekender met het type vragen…..net zoals je in puzzels van bijv. het type logigram ook vaardiger wordt naarmate je ze vaker doet.

        Een tijdlang hele middagen op een duur bijspijkerbureau oefenen met typische CITOtoets-vragen, of een heel schooljaar lang op de basisschool ermee oefenen, kan je score wel degelijk flink opkrikken, denk ik.

        De vraag is dan of zo’n leerling ook niet daadwerkelijk dat niveau bezit. Je zou denken van wel: 540 halen betekent 540-niveau hebben, hoeveel er ook is geoefend. Als ik m’n rijexamen eindelijk haal heb ik het daarvoor vereiste niveau, of ik nu tien lessen heb gehad of honderd.

        Maar de CITO-toets wil voorspellen of je een bepaald schooltype in een bepaalde tijd zult kunnen doorlopen. Dat betekent niet: tien jaar doen over de HAVO (en dan uiteindelijk dus wel HAVO-niveau halen). Dat betekent ook niet: een jaar lang alleen maar wiskunde oefenen om het vwo-wiskundeniveau van klas 2 te halen, en het jaar daarna een aantal andere vakken op het niveau van 2vwo doen. Een bepaald schooltype kunnen doorlopen betekent (tenzij in het geval van particuliere opleidingen en ‘certificaten halen’) in principe: in maximaal 1 jaar langer dan de gestelde tijd, met normale inspanning en een normale hoeveelheid vrije tijd, je diploma halen.

        Een CITO-score van 543 voorspelt dat iemand die gewoon les heeft gehad op de basisschool en geen intensieve specifieke CITOtoets-training heeft gehad VWO zou moeten kunnen halen op de gangbare manier. Een CITO-score van 543, behaald na intensieve, speciaal op die toets gerichte training, geeft, denk ik, veel minder garantie op succes op het VWO. Op het reguliere VWO althans. Daar moeten een heleboel vakken tegelijk, en daar zit niet voortdurend iemand naast je om je intensief te begeleiden.

        • Klopt trouwens inderdaad wel dat er in groep 8
          weinig meer gedaan wordt: je hoort toch ook altijd bij klas-overslaande leerlingen dat ervoor wordt gekozen groep 8 over te slaan, omdat groep 8 ‘eigenlijk alleen maar herhaling’ is?

        • trainen voor toetsen
          Classica schrijft:
          “Een tijdlang hele middagen op een duur bijspijkerbureau oefenen met typische CITOtoets-vragen, of een heel schooljaar lang op de basisschool ermee oefenen, kan je score wel degelijk flink opkrikken, denk ik.”
          Gelukkig is dat niet het geval. Een paar puntjes (2 of 3) zijn te winnen met een kleine inspanning. Daarover had ik het al. De toets meet geen onbekendheid met de vragen en ook niet het vermogen onbekende vraagvormen te kunnen beantwoorden dus zorg je ervoor dat die onbekendheid vooraf wordt opgeheven. Dat ouders en sommige leraren daarover anders denken is het gevolg van de gebruikelijke onwetendheid ingegeven door eigenbelang of ongeinteresseerdheid. Kern van de onwetendheid is hier het woord: vaardigheid. “Vaardigheden” zijn de “schuld” van alles. Als de kinderen maar vaardig zijn. Maar men ziet geen kans in acht jaar een taalachterstand weg te werken. Stompzinnigheid is troef. God zal het Nederlandse volk hiervoor vreselijk straffen. Indie zijn we al kwijt.
          Willem Smit

          • vergelijkend onderzoek gewenst
            Jouw analyse, Willem, is waarschijnlijk en hopelijk juist. Het belang van een betrouwbaar antwoord op de vraag of je door oefenen met het maken van oude CITO-toetsen je resultaten van de jou officieel examinerende CITO-toets belangrijk kunt verbeteren is belangrijk genoeg om daar een vergelijkend onderzoek naar te doen. (Als naar aanleiding van de resultaten bij het maken van oude toetsen stukken leerstof opnieuw worden doorgenomen gaat het om een ander onderzoek. Verder denk ik niet aan een duur onderzoek. Bij twee klassen van vergelijkbare samenstelling geef je de ene wel en de andere niet een uitgebreide CITO-toets-training en dat doe je nog twee keer bij andere klassen; ik ben geen statisticus maar mijn gevoel zegt mij dat dat onderzoek voldoend betrouwbaar is)

            Seger Weehuizen

      • Inzake CITO-training
        Waaruit die training bestaat zou ik niet durven zeggen. Maar het is best mogelijk dat een leerkracht op de basisschool van mening is dat er ‘getraind’ kan worden voor de CITO, zowel middels gewone lessen als middels CITO-toets-achtige vragen. Of dat überhaupt mogelijk en/of zinvol is, weet ik niet. Maar dat CITO-oefenen komt beslist voor, voor zover de kranten daarover betrouwbaar bericht geven. Het speelt, geloof ik, vooral bij ouders en scholen die vrezen dat hun pupillen op een te laag niveau terechtkomen.
        In elk geval kan een leerkracht besluiten dat zijn klas nu wel klaar voor die toets is, en dan heb je dus dat eindexameneffect waar ik het over had: men doet niets meer, want men is klaar.

        • Gezien veel reacties
          ben ik wederom erg onduidelijk geweest.
          Welnu, door allerlei omstandigheden, is het al decennia lang zo, dat er (steeds meer) erg grote groepen 8 voorkomen. Deze groepen bestaan uit kinderen die best al wel weten waar ze naar toe zullen gaan. Al deze leerlingen verschillen enorm. De juf/meester heeft meestal ’n CITO toets, musical en ’n schoolkamp op het programma, maar ook:
          (en vooral)
          -3 ernstige gedragsproblemen (eigenlijk speciaal onderwijs).
          -5 allochtone kinderen met taalachterstanden.
          -4 autochtone kinderen met taalachterstanden.
          -8 kinderen die op VMBO niveau functioneren.
          -3 VMBO/t
          -2 HAVO
          -6 HAVO/VWO
          -4 VWO
          Pakweg 25/30 kinderen, die cognitief, fysiek en sociaal emotioneel wel tot 3 jaar van elkaar kunnen verschillen.
          En verder, jawel, echt waar, gierende hormonen. Scheidingen, eenoudergezinnen en allerlei zaken, waarvan menig HAVO docent misschien nog nooit gehoord heeft.
          Dit en datgene wat ik verder vergeten ben, heeft die juf/meester op haar bord.
          En dan wordt er met droge ogen verwacht, dat zij/hij beter werk moet verrichten. Wordt er enigszins sarcastisch gerefereerd aan haar/zijn lage niveau. Het toont in elk geval aan, dat er nog veel misverstanden m.b.t. het PO bestaan.

          • Leo leonum
            Leo, o Leeuw der leeuwen, u weet beter dan de meesten van ons hoe het reilen en zeilen is in groep 8 op het PO, en uw demografische verdeling van de groep neem ik dan ook zonder meer van u over.

            Maar als wij hier op het forum onze zorgen uitspreken over het niveau van de leerkrachten op het PO doen wij dit altijd in het algemeen, dus zonder iemand in het bijzonder te willen aanspreken. 1945 voegt zelfs meestal bij zijn algemene opmerkingen in dit verband dit voorbehoud toe, dat hij generaliserend spreekt en dat er gelukkig nog altijd uitzonderingen zijn.

            En: waar blijft uw artikel over het PO, Leo?;-)

          • Gelukkig BramRoth,
            dat 1945 en de “uwen”, zo zorgvuldig hun woorden wegen. Stel je voor, dat ’n onvertogen woord zou vallen. Kommer, kwel en wie weet, geplette lange tenen.
            De zorgen, waarmee ik het BON landschap besprenkel, schieten geen wortel, sterker nog, de zaadjes sterven roemloos op de harde rotsachtige bodem der “wetenden”.

            Mijn demografische verdeling van de groep is discutabel.
            Net als de hoofdletter in Leeuw misschien.
            En mijn artikel over het PO,
            hebt u al lang,
            of niet gezien.

          • Je somt oorzaken op.
            Oorzaken die bijdragen aan de problemen waar een leerkracht in groep 8 mee kampt. Maar als die oorzaken tot gevolg hebben dat er in groep 8 geen les meer gegeven wordt, dan is er dus iets ontzettend mis.
            Het is niet acceptabel dat er een jaar wordt weggegooid of halfhalf gedaan.
            Ik heb al veel vaker gezegd, het gaat me niet om daar de individuele leerkracht op aan te vallen, het gaat me er om dat dat moet veranderen. We kunnen het ons simpelweg niet permitteren om een jaar te missen in het basisonderwijs. Daarvoor is die basis te belangrijk. En het feit dat het niet goed gaat met die basis, dat teveel kinderen de basisschool verlaten met enorme achterstanden, dat te veel kinderen nauwelijks kunnen lezen, dat feit kan natuurlijk nooit of te nimmer gecombineerd worden met het verslonzen van een heel jaar les. Dat moet dus veranderen.

            Daarmee zeg ik niet dat zij haar werk beter moet doen, ik zeg dat het PO haar werk beter moet doen. Dat men deze situatie niet MAG accepteren en dat men dus op zoek moet naar oplossingen. Ik mis die urgentie bij het stukje in Trouw en ik mis die urgentie bij jou.

            Maar misschien KAN het niet anders. Dan is het de taak van het PO om te zeggen dat het niet lukt om les aan groep 8 te geven. Dan ligt de bal bij de politiek, dan ik het duidelijk, dan hebben we met zn allen een te groot probleem gecreëerd en moeten we er mee leven dat het PO 7 leerjaren telt en één rommeljaar.
            Maar die constatering hoor ik enkel toevallig, tussen neus en lippen door, alsof het de gewoonste zaak van de wereld is dat er in groep 8 niks gebeurt, alsof dat altijd al zo geweest is, alsof het zelfs wel goed is dat dat zo is. En dat vind ik zo fout als het kan wezen. Dat is kennelijk een blinde vlek in het PO.

            Overigens heb ik ook wel suggesties voor oplossingen gegeven. Heb ik gezegd dat adaptief onderwijs in deze situatie het voor docenten erg moeilijk maakt, heb ik gezegd dat combinatiegroepen hier een ongelukkige keuze zijn (al zijn de combinatiegroepen 7/8 gelukkig op zn retour), heb ik gezegd dat reken- en taaldidactiek veranderd kunnen worden, heb ik gezegd dat thema’s en projecten minder moeten ten faveure van vakken en leren, heb ik gezegd dat de maatschappij niet al zn problemen over de schutting van de school moet gooien, heb ik gezegd dat wsns fout was. Allemaal dingen die anders kunnen. Sommige zaken zijn te doen door individuele leraren. Voor veel zaken heb je tenminste de gehele school nodig en voor andere zaken heb je de politiek nodig. En zoals alles in het leven zullen dingen soms niet opgelost kunnen worden. Maar het is belangrijk om die dingen te probreren te veranderen die je kunt veranderen. Op individueel niveau, maar in ons geval ook door de kracht van BON hierbij te gebruiken. Dan trekken we het breder, komen we boven het niveau van de individuele juf of school uit, komen we op het niveau van alle basisscholen.
            Maar omdat de onderwijsproblemen bij de verschillende schooltypen grote raakvlakken hebben, kunnen we dankzij BON in een nog groter verband aan oplossingen werken. De PO problemen zijn ook de VO en MBO en HBO probleen. Dat betekent dat de oplossing van BON ook een oplossing kan zijn voor PO tot HBP

          • ACTUEEL: een betrouwbare geschiktheidstest.
            (vervolg op HISTORISCH)

            Je schrijft, Leo, dat de 25 à 30 kinderen in groep 8 cognitief, fysiek en sociaal of/en emotioneel wel tot 3 jaar van elkaar kunnen verschillen en je suggereert dat het daardoor vrijwel onmogelijk is om deze kinderen gezamenlijk les te geven. Maar het lijkt mij onverantwoord om leerlingen die nog een heel traject naar het eindexamen VWO hebben af te leggen een jaar te laten lantefanteren. Daarnaast is het verstandig om de gedwongen adempauze te gebruiken om zo vroeg en betrouwbaar mogelijk vast te stellen bij welke vervolgopleiding een kind het beste op zijn plaats is. Wat het VWO betreft is een onderzoek waarin vast gesteld wordt dat een kind heeft kunnen leren hoe een zin ontleed kan worden, hoe de spellingsregels met betrekking tot t en d bij conjugaties gehanteerd moeten worden en hoe een ingekleed vraagstuk kan worden opgelost zeer bruikbaar. Met zo´n TOELATINSEXAMEN VOOR HET VWO kan men bovendien vaststellen of een kind het leuk vindt om gecompliceerde dingen te begrijpen en doorzettingsvermogen heeft.
            Een probleem blijft echter de selectie van kinderen die tot zo´n stream die voor dat toelatingsexamen opleidt kunnen worden toegelaten.

            Seger Weehuizen

          • im Falle des Falles
            Als mijn kind een VWO-potentie heeft wil ik graag dat de juf in groep 8 verder gaat met rekenen pur sang, ingeklede vergelijkingen, Frans of Duits en reken- en taalkundig ontleden. Dat zal in een klas van boven aangegeven samenstelling waarschijnlijk niet lukken. Maar voor het geval dat VWO-leerlingen ooit een gedeelte van de tijd apart les zullen krijgen moet de juf wel in staat om net als de vroegere onderwijzer van de zesde klas, die vakken te onderwijzen.
            Seger Weehuizen

          • HISTORISCH: de banken bij het raam
            Vóór de invoering van de Mammoetwet kregen de kinderen die voor het Gymnasium of voor de HBS bestemd waren in de zesde klas uitgebreid les in zinsontleding en rekenen. Buiten schooltijd werd door “het hoofd der school” nog les in Frans gegeven. Deze twee eerstgenoemde onderwerpen moesten in het lager onderwijs afgehandeld worden want op de vervolgscholen begon je meteen met Algebra en je kon in de eerste klas Gymnasium echt niet met Latijn starten als je geen zinnen kon ontleden. Zonder lessen Frans was het moeilijk om in het eerste jaar VWO een voldoende voor Frans te halen. De VWO-leerlingen waren in mijn klas ondergebracht op de banken bij het raam, dus dicht bij de meester. Vanuit de vervolgschool kregen we ook nog proeflessen Latijn, Aardrijkskunde en Wiskunde om te bepalen voor welke van de 2 VWO-opleidingen we het meest geschikt waren. Het systeem werkte vrij goed om je geschiktheid voor de twee hoogste vormen van secundair onderwijs te meten alsmede om je daarop voor te bereiden. Maar de kinderen van ouders met een belangrijke sociale positie hadden bij eenzelfde VWO-geschiktheid een veel grotere kans om op de raambanken terecht te komen dan kinderen uit de lagere klassen. Dat VWO-leerlingen in spe apart les krijgen gebeurt nu misschien nergens maar vroeger juist veel.

            Seger Weehuizen

          • Inzake Frans en Malmaison
            Ik heb met dat lagere-school-Frans een andere ervaring dan Malmaison (a propos, een leuke vondst; terugvertaald kom ik op Pijnhuizen).
            Wij hebben twee jaar lang Frans gehad, en dat kwam neer op het leren van een paar Franse liedjes (au clair de la lune, herinner ik me nog) en wat Franse zinnetjes, zonder dat er veel samenhang in zat. Ik moest er eerder dan de anderen voor op school komen, maar later op de HBS begonnen ze met Frans gewoon van voren af aan, en als ik die lesjes op de lagere school niet had gehad was het óók wel gelukt.
            Iets anders is die zinsontleding. Ik denk dat het voor het leren van een vreemde taal essentieel is dat je snapt wat een werkwoord, een onderwerp, een gezegde, etc. is. Ook nu nog loop ik tegen problemen op die daarmee samenhangen. Je leest een Franse tekst, maar je snapt de functie van een woord niet: is het een werkwoord of een bijwoord? Daarmee wordt de zin onleesbaar. Voor niet-Franstaligen die niet weten wat een werkwoord of een bijwoord is, zal dan bijna alles in het Frans onleesbaar zijn.

          • Vóór Frans leren leuk moest zijn
            In de eerste klas Gymnasium waar ik leerling was zat één leerling die niet aan de lessen Frans op de lagers school had meegedaan. Hij had op het eerste rapport voor Frans een 2, op het volgende een 4 en pas op het laatste een 6. (Zo was het ongeveer; het is nu erg lang geleden). De conclusie ligt voor de hand: Meneer der Korte gaf 3 jaar lang goed Frans evenals zijn collega’s op andere scholen met een programma voor doorlerers. De docent Frans op de middelbare school ging daar ook van uit en paste zijn lessen daaraan aan.
            Seger Weehuizen

          • frans?
            Nooit frans gehad op de lagere school (tot 1960 op gezeten). Op de HBS van klas 1 tot en met klas 5 altijd een 6 of een 7 gehad. In klas 1 nooit gemerkt dat anderen in de klas meer van frans wisten dan ik, al hadden een flink aantal wel frans op de lagere school gehad. Wel merkte ik in de 2e klas van de HBS dat ik bijna alle natuurkunde en een gedeelte van de wiskunde die we daar kregen al kende. Blijkbaar had mijn meester in de 6e klas van de lagere school iets met die vakken.
            Verder vind ik een aantal reacties in deze serie wel erg merkwaardig. Alleen VWOers nog serieus les geven en de rest niet in groep 8? Ik hoop dat ik het verkeerd begrijp.
            Klaas Wilms

          • De lange weg van de VWO-er
            Ik heb al in 1952 de lagere school verlaten en ik meen mij te herinneren dat de lessen Frans een serieus karakter hadden. Dat ik het vooral belangrijk vind dat VWO-ers niet een jaartje freewheelen heeft te maken met de lange studieduur die hen nog wacht. Bij veel VMBO-ers is het anders. Ze zitten -althans naar hun eigen beleven- hun tijd uit.
            Seger Weehuizen

          • Allemaal waar,
            ik ben van ’50 en kan me e.e.a. vaag herinneren. Als mijn kind VWO capaciteiten zou hebben, zou ook ik het erg prettig vinden als daar in groep 8 op ingespeeld zou worden. Een van de dingen die ik prettig vind, is om met ’n (witte) groep 7 of 8 te stoeien over d’s en t’s, voorzetsels of delen met breuken. Om daarna te constateren dat er ’n aantal weer ’n stapje verder zijn. Lekker, om dan naar huis te rijden.

            In 2008 is deze (toch enigszins discriminerende) vorm van extra begeleiding onmogelijk binnen het PO. Misschien ’n gaatje in de markt?

Reacties zijn gesloten.