Zembla

Een solide programma. Een school in Spijkenisse waar leerlingen lesgeven en andere leerlingen onder “begeleiding” van een mediatheekmedewerkster en een vrijwillige ouder (beide achter de uitleenbalie) zelfstandig achter computers zitten te “werken”. Met een rector die aangeeft dat het zeer terecht als lesuren wordt meegenomen, want een leraar met een krijtje voor de klas, dat is toch wel erg ouderwets.

Het meest opvallende was dat het niet ging over scholen met vreselijk moeilijke kinderen in sociale achterstandsgebieden. Alles zag er keurig uit. Maar toch was Spijkenisse een aanfluiting.

12 Reacties

  1. Verdunning
    Inderdaad; wilde de bal gisteren bij Rondom 10 steeds het doel maar niet in, nu ging het eindelijk eens strak en duidelijk bij de tv-kijkers de huiskamer in.

    En dan dat geweldig gekozen woord waar je de achteruitgang van de kwantiteit en kwaliteit van het onderwijs in één woord pakkend mee kunt samenvatten: verdunning, onderwijsverdunning.

  2. Maar bovenal: dat moedeloze
    wat er op die scholen heerst. Waar docenten zich toch maar graag de klas laten uitjagen om zich in te zetten als zielzorger of coordinator. En terwijl ze met de mond belijden dat ze het zo erg vinden dat ze niet voor de klas staan, spreekt hun gedrag boekdelen: leraren hebben geen zin om les te geven. Wellicht zijn de leerlingen op het ogenblik niet onaardig (want dat zijn ze niet), maar wel iets te mondig? Een camera in de klas hangen zodat de ouders thuis mee kunnen kijken…

    • Mondigheid
      Die mondigheid, dat is maar een deel van het probleem (zie over de rol van schoolleidingen in dit verband ook Pricks column in NRC van afgelopen zaterdag). Die plaatsvervangende rector, die in tegenstelling tot die andere rector géén HNL-gelovige was, zei het precies goed: je dwingt alleen respect af doordat je wat te vertellen hebt. (Trouwens, wat merk je toch snel aan de houding van schoolleiders en hoe ze praten aan welke kant ze staan – in vijf á tien seconden weet je in welk kamp ze zitten.)

      En als je te weinig voorbereidingstijd hebt, omdat je in een land als Nederland duidelijk te veel lesuren moet maken, en/of ondergeschoold bent voor je vak als docent, dan héb je dus gewoon te weinig te vertellen. En dán wordt het lesgeven erg snel zwaar.

      • Kennis is het halve verhaal
        Het is eenvoudigweg niet waar dat er een ‘wondermiddel’ bestaat tegen opstandige leerlingen. Iedere docent, ongeacht zijn opleiding en ongeacht wat zhij te vertellen heeft, zal af en toe zijn tanden laten zien: of omdat je op een nieuwe school staat, of omdat je niet handig genoeg onderhandelt, of omdat er echt een lastig en brutaal persoon in de klas zit, of omdat de klas ‘geen zin heeft’ terwijl jij weet dat je nog maar twee lessen hebt voordat het proefwerk gegeven wordt, of gewoon omdat jij hard wilt werken en serieus bent en de klas dat harde werken niet zo op prijs stelt, enz.

        Al die verhalen van leraren die zeggen dat er een of ander wondermiddel bestaat om de orde in de klas te veroveren is verzonnen: iedere docent kan een keer onderuit gaan. Twee jaar geleden meegemaakt dat een docent (zeer ervaren) onderuit ging in mijn mentorklas (H4). Een docent die bij ons kwam lesgeven (ervaren!) ging onderuit: werd door vwo 5 niet geaccepteerd. Noem maar op.

        Ik vermoed: voorheen, toen je meer steun van de ouders had, was het voldoende om te laten zien dat je een ervaren docent was. Je vakmanschap volstond om het gezag op te eisen. Nu is dat kader niet meer gegarrandeerd: iedere docent kan het afleggen tegen een leerling die zich door niemand de les laat lezen. En die onzekerheid maakt het vak zwaar: het is namelijk heel erg moeilijk om docent te zijnin een klas waar je je niet helemaal veilig voelt.

        Dit is ook de reden waarom zo veel mensen kiezen voor werk aan school maar buiten de klas; en dit moet ook de reden zijn waarom docenten het eigenlijkniet eens erg vinden om begeleider te zijn aan een club van 150 leerlingen: geef je gewoon les aan de leerlingen die wel iets doen en de andere laat je maar aanklooien zonder dat je direct verantwoordlijk bent voor de (wan)orde.

        • Mee eens
          Mijn beweringen waren inderaad te kort door de bocht; ik ben het met je bovenstaande analyse volledig eens.

          Eigenlijk moet ik “je dwingt alleen respect af doordat je wat te vertellen hebt.” omdraaien:
          “Je dwingt sowieso géén respect af als je niét genoeg te vertellen hebt.”

          Overigens blijft Pricks stelling, die hij al vaker heeft geventileerd in zijn columns, interessant. Namelijk dat het, sowieso in Nederland, dat de individuele docent zijn gezag steeds zelf en opnieuw moet bevechten, terwijl dat in andere landen enigszins anders is en het eigenlijk veel meer ook bij krachtige ondersteuning door de schoolleiding moet berusten. Het speelt natuurlijk ook op een nóg hoger niveau: het moet wettelijk mogelijk zijn om leerlingen die het leren van anderen te veel verstoren, zonder al te veel gedoe (en dus ook snél) te verwijderen van een school.

          Tijdens mijn opleiding kon overigens niemand me een goed boek over “orde houden” aanbevelen; ik heb alleen een boekje voor het basisonderwijs en een meer folder-achtig boekje met een verzameling op zich interessante artikelen over het VO. Maar verder niets dus, en dat is raar, want dit is ongelooflijk interessant en belangrijk voor in een lerarenopleiding.

  3. Goed van Zembla
    Elke middelbare school in Nederland heeft de laatste 15 jaar z’n takenpakket enorm uitgebreid. De plaatsvervangend rector in die uitzending deed allemaal heel juiste uitspraken maar gaf geen les meer. Tel bij je eigen school eens op en schrik van het enorme aantal functionarissen dat (al dan niet gedeeltelijk) geen les geeft. Allemaal zijn ze leerlingbegeleider, teamleider, locatiemanager, afdelingsdirecteur, beleidsmaker, beleidsondersteuner, ict-beleidsmaker, ict-ondersteuner, medewerker op de administratie, enz.
    Vergelijk dat met 15 jaar geleden op een school van 1500 leerlingen: Een rector die meestal geen lessen gaf. Een decaan die 10 taakuren had. Een stuk of 6 conrectoren die elk meer dan een halve lesbaan hadden. 3 man op de administratie. Een aantal concierges. Een aantal schoonmakers. Een paar TOA’s.
    Op mijn eigen school is in die tijd het aantal niet docenten formatieplaatsen gestegen van 27 volledige plaatsen naar 36, terwijl het leerlingenaantal kleiner is geworden. Als ik om me heen kijk, denk ik dat mijn school het nog “netjes” doet.
    Lees je eigen schoolgids eens door en kijk wat de ouders allemaal beloofd wordt. Kijk eens naar je eigen schoolorganisatie en kijk hoeveel mensen er beleid zitten te maken en dat beleid vervolgens aan jou zitten op te dringen. Ik wil gewoon lesgeven en ruim voldoende tijd hebben om die lessen voor te bereiden en om het nawerk te doen. 25 lessen van 50 minuten en nog iets van mentor erbij. Dat is het maximum en daar heeft de school geld voor. Omdat ook die 9 extra formatieplaatsen bekostigd moeten worden, krijg ik minder tijd voor lesgebonden werk en moet ik meer tijd aan van alles en nog wat besteden.
    Zembla heeft helemaal gelijk. Scholen doen van alles buiten hun taak. Dat kost wel een hoop formatieplaatsen die niet aan contacttijd docent-leerling besteedt wordt.

    • Minder goed van Zembla
      Ik deel je analyse. Maar ik vrees dat die bij menig Zembla-kijker zo niet is overgekomen. Het zwakke van de Zembla-uitzending is dat het mij onduidelijk bleef tot wie hun appel gericht is, en wat dat appel nu precies is. ‘De leraar moet meer gaan lesgeven’, of ‘leraren geven te weinig les’, zo laat de boodschap zich formuleren. Maar is dat nu:

      1. een appel aan de leraar om minder niet-lestaken op zich te nemen (terwijl een aantal van hen juist de combinatie van les- en niet lestaken interessant en motiverend vindt)?

      2. een appel aan de schoolleiding om leraren meer lesuren in hun takenpakket te geven (dat wordt dus nog harder werken)?

      3. een appel aan schoolleidingen om minder niet-lestaken te programmeren (en hoe gaat het dan met de taken die scholen afstoten, en welke zijn dat dan)?

      Ik zou zelf voor dat laatste appel kiezen. Maar vrees dat nogal wat kijkers de eerste optie verkozen (die leraren lopen weg voor datgene waarvoor ze eigenlijk betaald worden) (ze hebben het lerarentekort dus aan zichzelf te danken).

      En ik weet eigenlijk wel zeker dat werkgevers de tweede optie absolute voorrang zullen geven. Die blijken er zelden tegenop te zien om hun eigen onderwijspersoneel te maltraiteren, en de problemen op hen af te schuiven.

      Scholen zullen graag in het gevlij willen blijven bij ouders met het uitgebreide mentoraat, de zorgbreedte, de veiligheidscommissie, het taalbeleid, de debatwedstrijden, het cultuurtraject, noem de rataplan maar op. Ik denk niet dat scholen daar uit zichzelf op gaan bezuinigen om leraren maar een hoger salaris of een kleinere lestaakomvang te kunnen bieden, of het percentage on(der)bevoegden te laten slinken.

  4. Mobieltjes
    Het lijkt wel of de tijd heeft stil gestaan: leerlingen die naar “Appie” (Albert Heijn) gaan als er een les uitvalt. Het enige verschil is dat ze elkaar “oppiepen” met hun gsm. Dan toch maar liever *dit*.

    • Of de rector die tevergeefs
      Of de rector die tevergeefs de ‘docent’ zoekt in de mediatheek……achter de pc is toch onderwijstijd, dus waar doet men moeilijk over. Lesgeven is slechts voor ‘lesboeren’….Coördineren, leiding geven, processen aansturen, vernieuwingen implementeren, dat is pas leuk en maakt het beroep ‘veelzijdig en uitdagend’. Het primaire proces totaal ondergeschikt aan het secundaire proces. De omgekeerde wereld zal de buitenwacht denken. Rudimentair willen de leerlingen een goede docent voor hun neus. Een docent met niveau en gezag. Onwerkelijk dat het onderwijs daar helemaal niet mee bezig is. Het dichten van personele gaten en het kunstmatig vullen van onderwijstijd hebben de prioriteit. Verder ziet de kijker een onderwijs waar men vooral geen lesgeeft !! Veel docenten vluchten in ‘uitdagende taken’ om vooral maar niet les te geven. Middenmanagement, teamleiders, coödinatoren, etc, vaak (ex-)docenten die geen les meer willen en/of kunnen geven. Gevolg is meer lesuitval, kwalitatief slechtere lessen, onrustige klassen, meer ziekteverzuim bij de docenten die wel lesgeven, noem maar op. Na verloop van tijd gaan deze docenten ook weer ‘aansturen’ en zet men onbevoegde, ‘bekwaam geachte’, onervaren, goedkope en kwalitatief mindere docenten voor de klassen. Een vicieuze cirkel.

      • Aanleiding
        Pakweg 10 jaar geleden werd overal het taakbeleid ingevoerd. Een uitgelezen kans voor de bestuurderen om al die taken en taakjes uit te besteden aan de docent. Want “het werk moest eerlijk worden verdeeld”, zodoende kreeg elke docent er een aantal taken bij. Ik heb indertijd aan mijn leidinggevende laten weten dat ik met veel plezier een lesboer was en dat liefst bleef. Gewoon lessen voorbereiden, les geven en werk nakijken, met hart en ziel. Het antwoord hoor ik nog wel eens als ik zwaar getafeld heb “dan zullen onze wegen moeten scheiden”. Lesboeren werden bestempeld als lui, profiteurs, geen loyaliteit naar school en leerlingen. Een stempel opgebracht door zowel leidinggevenden als collega’s. Het verbaast mij enorm dat dat nu nog zo is. Het dedain waarmee de juf Nederlands het woord “lesboer” uitsprak raakte mij tot in mijn diepste wezen van mijn docentschap.

      • Misser van de rector
        Of de rector die tevergeefs de ‘docent’ zoekt in de mediatheek……achter de pc is toch onderwijstijd, dus waar doet men moeilijk over. Lesgeven is slechts voor ‘lesboeren’….
        Ik vond het een misser van de rector, dat hij niet verder de kwam dan “De docent is wat anders aan het doen”. Hij had moeten zeggen: “De docent heeft de leerlingen aan het werk gezet door opdrachten op de computer te zetten en hij is nu bezig voor de volgende groep opdrachten te maken. Daarom zijn onze docenten zo gemotiveerd”.

        • Geeft ook aan hoe groot de
          Geeft ook aan hoe groot de afstand is tussen deze stropdas en z’n werkvloer. Wederom een leidinggevende die geen idee heeft van wat zijn docenten doen. Herkenbaar voor velen en pijnlijk zichtbaar gisteravond.
          Ja, de ‘lesboer’, een uiterst denigrerende perceptie vanuit het onderwijsveld tegenover de eigen docent. De leraar typeren als een luie en laffe ‘loser’. Hoe geperverteerd komt dit op de kijker over !

Reacties zijn gesloten.