Volgens een tweetal berichten in Het Financieele Dagblad van 2 juli vindt Doekle Terpstra dat er meer “kruisbestuiving” moet komen tussen HBO’s en bedrijfsleven. Uiteraard wordt de “professionalisering” ook weer van stal gehaald. Impliciete boodschap: de HBO-docent is niet professioneel – en bedankt, meneer Terpstra.
Terpstra schakelt wel snel: waar Plasterk in het VN-verhaal van vorige week aangeeft dat de docent/leraar centraal moet staan, orakelt de HBO-bons: “Studenten hebben behoefte aan contact met hooggekwalificeerde docenten.” Een echte professionele bestuurder, dus 🙂
VOORPAGINA
Zakenmensen uit praktijk nodig als hbo-docent
Er moet meer kruisbestuiving komen tussen het bedrijfsleven en het hoger beroepsonderwijs. Docenten uit het hbo moeten vaker op de loonlijst komen van het bedrijfsleven en praktijkmensen moeten meer gedetacheerd worden op de hogescholen.
Dit stelt Doekle Terpstra, voorzitter van de HBO-raad. Hij wil hierover afspraken maken met de werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland.
Eén manier om het bedrijfsleven duurzamer bij de hogescholen te betrekken is via lectoraten. Uit een evaluatie uit 2006 blijkt echter dat nog maar de helft van de in totaal 230 lectoraten op de hogescholen een intensieve kennisuitwisseling heeft met bedrijven. Ook weten ze maar in beperkte maten docenten te detacheren of een stage te laten lopen in het werkveld.
Meer lectoraten uit bedrijfsleven
Het aantal bedrijven dat zelf een lectoraat instelt, moet omhoog volgens Terpstra. Voorbeelden zijn de Rabobank, die een lectoraat corporate governance aan de Avans Hogeschool steunt, Gasunie met een lectoraat energietoepassingen aan de Hanzehogeschool Groningen, en Kema met een lectoraat Industrial Safety aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.
Samen met de bonden heeft de HBO-raad-voorzitter een plan gemaakt om het vak van docent aantrekkelijker te maken. Dit kan door meer loopbaanpaden aan te bieden en de docenten hun vakkennis te laten verdiepen of juist verbreden. De sociale partners vragen hiervoor een extra investering van het Rijk van €100 mln tot 2010. Zelf legt de sector €115 mln bij.
PAGINA 3
Docent in hbo moet kennis verdiepen
HILDA BOUMA
Lesgeven op hogescholen moet leuker worden. Bijvoorbeeld door meer variatie in loopbanen.
UTRECHT – Waar maak je mee dat werknemers en werkgevers gezamenlijk pleiten voor het uitbreiden van de cao-schalen? In het hoger beroepsonderwijs. Individuele leraren moeten beter beloond kunnen worden, vinden de HBO-raad en de onderwijsbonden.
Op dit moment is schaal 12 (bruto euro 4636, exclusief toelagen) het maximum voor een gewone docent. Walter Dresscher, voorzitter van de Algemene Onderwijsbond: ‘Wie nog meer carrière wil maken in de hogescholen, moet manager worden. Dat willen we niet. Studenten hebben behoefte aan contact met hooggekwalificeerde docenten.’
‘Willen we het menselijk kapitaal behouden voor de sector, dan moeten we investeren’, zegt Doekle Terpstra, voorzitter van de HBO-raad sinds 2005 en tot die tijd voorzitter van de vakcentrale CNV. ‘Hoe we dat gaan doen, dat moet vertaald worden aan de cao-tafel.’ Dresscher: ‘Beter belonen kan nu ook al. Je denkt toch niet dat Frans Brüggen blokfluitles geeft op het conservatorium voor een salaris in schaal 12?’
De sociale partners in het hbo vragen minister Plasterk van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen een extra impuls van euro100 mln voor de professionalisering van het vak van hbo-docent. Daar leggen de instellingen zelf euro115 mln bij. Behalve voor betere salarissen is dat geld tot 2010 bedoeld om leraren beter te scholen, meer verschillende functies te creëren in de hogescholen, en om langer doorwerken te stimuleren. Opmerkelijk is het streven om in een periode van tien jaar tijd het aantal docenten met een doctorandus- of mastertitel op te krikken naar ten minste 70% en het aantal gepromoveerden naar 20%. Op dit moment heeft van de ongeveer twintigduizend docenten in het hbo naar schatting de helft een titel, enkele procenten zijn gepromoveerd.
‘Er komt geen recht op promotie’, zegt Dresscher, ‘De basisgedachte is dat scholen inzien dat ze er zelf wat aan hebben als docenten hun kennis verdiepen, en daar faciliteiten voor maken.’ Terpstra: ‘Dit is de uitdagendste van onze ambities, misschien gaan we ons hieraan vertillen. We moeten interessante loopbaanpaden maken door de diversiteit aan rollen binnen de scholen te vergroten. Dat kan door verdieping én verbreding.’
De professionaliseringsslag is nodig om het vak aantrekkelijker te maken. Door de vergrijzing verdwijnt, bij ongewijzigd beleid, in de komende tien jaar de helft van het huidige lerarenkorps. Tegelijkertijd stijgt het aantal studenten in het hbo nog steeds.
Terpstra: ‘De voorinschrijvingen voor het volgend studiejaar zijn met zeven procent gestegen. Dan heb je het over vijfduizend studenten, dat is een complete hogeschool. Ik denk dat de sector niet echt een imagoprobleem heeft. Docenten weten dat ze aan de top van de onderwijspiramide zitten. Maar we hebben wel een vacatureprobleem. Bij Saxion denken ze erover om bonussen in te voeren om mensen aan te trekken. Er wordt ten onrechte van uitgegaan dat de hogescholen het zelf wel op kunnen lossen. Daarom hebben wij de handen ineengeslagen.’
Dresscher: ‘Op de arbeidsmarkt voor nieuwe leraren moeten de hogescholen concurreren met de marktsector, en die betaalt in veel gevallen veel beter.’
Behalve professionalisering van het vak is het ook belangrijk dat er meer kruisbestuiving komt tussen het bedrijfsleven en het hoger beroepsonderwijs. Waarom detacheren bedrijven hun praktijkmensen niet tijdelijk op de scholen? Dat is leuk en nuttig voor beide partijen.
‘De lectoraten op de hogescholen zijn een nieuw fenomeen waar ik heel enthousiast over ben’, zegt Terpstra. ‘Ze fungeren als een soort verbindende schakel tussen de kennisinstelling en de beroepspraktijk. De kernopdracht van de lectoren is het toegepaste onderzoek, heel erg georiënteerd op de praktijk. Het moet een permanent proces worden van kenniscirculatie.’
Steeds meer bedrijven hebben het lectoraat ontdekt, vertelt hij. Zo steunt de Rabobank een lectoraat corporate governance aan de Avans Hogeschool, Gasunie een lectoraat energie toepassingen aan de Hanzehogeschool Groningen, en Kema een lectoraat Industrial Safety aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.
Terpstra: ‘Kennis veroudert zo snel. Er is meer contact nodig tussen de scholen en de beroepspraktijk. Ik sprak laatst een docent die zei: “Als ik geen studenten aflever die net zo veel of meer weten dan ik, heb ik gefaald.” Nou gaf hij wel het vak gaming, maar toch, de boodschap is duidelijk. Er moeten meer docenten op de payroll van bedrijven, en meer praktijkmensen op de payroll van de hogescholen. Daarover wil ik afspraken maken met de werkgeversorganisaties. De echte kruisbestuiving komt pas als we elkaar ook op centraal niveau verstaan.’
Copyright (c) 2007 Het Financieele Dagblad
Daar komt ie weer
Terpstra: ‘Kennis veroudert zo snel’.
Kennis is waardevast en veroudert niet; toepassingen van kennis zijn veelvormig en veranderen bij de dag.
Scholing moet waardevolle kennis bijbrengen; de toepassing ervan is dan een fluitje van een cent.
DE kennis en ervaring van
Du glaubst zu schieben und du wirst geschoben. (Goethe)
DE kennis en ervaring van een docent is totaal anders dan van iemand uit het bedrijfsleven. Een school is geen bedrijf, maar een kennis en ontwikkelingsinstituut. De leerling is geen produkt of een netwerk.
Je krijgt als student een opleiding, je leert je vak, je ontwikkelt waar je goed in bent in de breedte en de diepte.
Het bedrijfsleven is gericht op winst, een school is gericht op het leven.
Investeer in de docent, door deze te vertrouwen. Er is niets zo belangrijk voor een jong mens dan het voorbeeld en vertrouwen van een goede leermeester.
Wat betreft het lectoraat: wat heeft een student eraan? Hoe worden deze lectoraten in werkelijkheid ingevuld? Dat verschilt enorm per instelling. Het is beter als er een budget is voor het laten houden van lezingen en workshops, dat is soms droevig slecht georganiseerd. Je krijgt zo niemand van enige importantie binnen.
En wat wil de student graag?
Lectoraten zijn tot nu toe in mijn werkomgeving facades. Ik zie daar helemaal niets van contacten met het bedrijfsleven en het rendement voor de studenten is nul. Het is een upgraden van het HBO richting Universiteit, net zoals het idee dat het HBO ook promotieplaatsen zou moeten verzorgen. Het is leuk voor de happy few, maar het is het tegendeel van beroepsgericht en maatschappelijk georienteerd onderwijs.
Het beste werkt het contact met het bedrijfsleven via de stages. Het goed regelen van stages, stagebemiddelaars uit het bedrijfsleven, docenten die goed gefaciliteerd worden voor hun stagebegeleiding, daar zijn de studenten het meest mee geholpen. Veel studenten kunnen laten zien wat ze waard zijn, leren ongelooflijk veel van de stages en begrijpen bij terugkomst ook de meerwaarde van de andersoortige benadering van het onderwijs. Tenslotte krijgen zeer velen hun eerste echte baan op hun stageplek.
Teveel geld gaat in de HBO’s op aan uiterlijkheden. Mooie gebouwen, dure directiekamers, overhead en veelkleurige brochures.
Een waar woord: stage
Joke spreekt hier een belangrijke waarheid uit. Contacten met het bedrijfsleven lopen via de stages. Op de stages doen de bedrijven waar zij goed in zijn: de praktijkervaring verrijken. Op school (zouden wij moeten) doen waar de school goed in is: kennis overdragen, oefenen, voorbereiden op de praktijk. Die taakverdeling is van groot belang.
Selectief?
U schrijft: “Impliciete boodschap: de HBO-docent is niet professioneel – en bedankt, meneer Terpstra.” Maar is uw verontwaardiging niet een beetje selectief? Toen Heertje – comité van aanbeveling – onlangs in de Volkskrant schreef dat hbo-docenten tot de mindere goden behoren, bleef het oorverdovend stil op deze site. Zijn schets van het docentenbestand op hbo-instellingen was – eufemistisch uitgedrukt – niet in overeenstemming met de realiteit. De helft van dat bestand zou geen academische opleiding hebben, zelfs vaak hbo-opleiding. Aldus Heertje.
Terpstra stelt dat de voorinschrijvingen voor het volgend studiejaar met zeven procent gestegen zijn. “Dan heb je het over vijfduizend studenten, dat is een complete hogeschool. Ik denk dat de sector niet echt een imagoprobleem heeft.” Een vreemde conclusie. Een havist heeft nauwelijks keuzemogelijkheden: atheneum, werken of hbo. Wat het imago dan ook is, er valt weinig te kiezen.
Ik denk dat de sector wel degelijk een imagoprobleem heeft. Alleen al afgelopen anderhalve maand verschenen er in de Volkskrant vier artikelen over de wantoestanden in het hbo. Wat mij daarbij vooral stoort, is dat het niveau van de argumentatie benedenmaats is.
Naar mijn mening niet
Mijn verontwaardiging over Terpstra’s uitlating is naar mijn mening niet selectief. Ik kan alleen het woord “professionalisering” niet meer horen. Niet alleen in het onderwijs wordt dit begrip in mijn ervaring namelijk vooral gehanteerd door wijsneuzen die er impliciet mee willen aangeven dat zij wél professioneel zijn en “de anderen” niet.
Het artikel van Heertje kende ik niet, bedoelt u wellicht (ongeveer) dit verhaal: www.scienceguide.org/article.asp?articleid=102546?
Hoe dan ook: Terpstra heeft, zoals Fossiel in een andere reactie terecht stelt, niet erg veel recht van spreken want hij heeft nog nooit een bedrijf of school werkelijk van binnen gezien.
Hbo-docenten beschikken niet over creatieve kwaliteiten
Nee, ik doel niet op het artikel in science, maar op het artikel in De Volkskrant van 9 mei 2007. In dit artikel stelt hij het volgende: “Hbo-studenten die potentieel over deze aanleg (een vernieuwende en onderzoekende instelling, R.) beschikken, doen er verstandig aan zich tot de universiteiten te wenden. Zij treffen daar gekwalificeerde docenten en beoefenaren van wetenschap aan die een constructieve, begeleidende rol spelen. Hbo-docenten beschikken niet over de nodige creatieve en innovatieve kwaliteiten, die juist de vrucht zijn van hoogwaardige wetenschappelijke activiteit.” Dit gaat, dunkt me, behoorlijk ver en het stuk van Terpstra verbleekt bij de aantijgingen van Heertje. Dus vandaar mijn verbazing dat u zich wel stoort aan het stuk van Terpstra, maar niet aan het stuk van Heertje (die – zoals u wellicht weet – lid is van het comité van aanbeveling van BON). Maar goed, u kende dat laatste stuk niet.
Vernieuwing en onderzoek
Ik neem aan dat Heertje het hier had over de nieuwe taak die de HBOs op zich genomen hebben: onderzoek doen. Daar hebben vrijwel alle HBO docenten inderdaad geen ervaring in (ook de meeste ‘lectoren’ niet). Studenten zouden zich dan ook niet moeten laten lokken door de praatjes van HBO instellingen aangaande onderzoek.
De taak van het HBO is vanoudsher beroepsonderwijs geven: het doorgeven van een canon van kennis en vaardigheden voor een bepaald deel van de arbeidsmarkt. Daar heb je vooral praktijkdocenten voor nodig.
In het huidige HBO heb je eigenlijk het slechtste van alle mogelijke werelden: de mensen met ervaring in het bedrijfsleven zijn eruit gedonderd en echte wetenschappers zijn niet binnengehaald.
Borrelpraat of wetenschappelijk verantwoord ?
Mark79 schrijft: onderzoek doen. Daar hebben vrijwel alle HBO docenten inderdaad geen ervaring in (ook de meeste ‘lectoren’ niet).
Is dit borrelpraat of een wetenschappelijk verantwoorde uitspraak ? Graag een onderbouwing.
Geen borrelpraat
Kijk maar naar het aantal HBO docenten dat gepromoveerd is (dat is heel klein). Ik weet het adios, er zijn er wel een paar (vandaar ‘vrijwel alle’ en ‘de meeste’). Ook mensen die bij bijvoorbeeld NATLAB gewerkt hebben mag je gerust meetellen, maar ook dat zijn er niet zo veel (die gaan liever naar een universiteit).
De lectoren lijken vooral ex-politici en sociale ‘wetenschappers’ (zoals mensen van KPC) die zich in laten huren om een rapport te schrijven met de door de opdrachtgever gewenste conclusies.
Nou ja zeg, dit lijkt op borrelpraat….
….daarom maar wat gegevens:
Mark79 schrijft: De lectoren lijken vooral ex-politici en sociale ‘wetenschappers’ (zoals mensen van KPC) die zich in laten huren om een rapport te schrijven met de door de opdrachtgever gewenste conclusies.
Opdracht: zoek onder de hierboven vermelde lectoren degene(n) die voldoet/(n) aan dit profiel.
Gegevens
Ik zie vooral erg modieuze ‘leeropdrachten’ van deze lectoren.
Maar geen antwoord
Je ontwijkt mijn reacties, zoals wel vaker het geval is. Eerst: de lectoren lijken vooral ex-politici en sociale ‘wetenschappers’ en nu: Ik zie vooral erg modieuze ‘leeropdrachten’ van deze lectoren.
Vraag: hoeveel procent valt in deze categorie ?
Voorbeeld van geen borrelpraat
Zo maar een voorbeeld:
Ger Brinks: Hij was onder meer group en section leader farmaceutische research bij Organon, R&D manager bij Otares, head of division detergents research bij Unilever Research en R&D-directeur bij Stork Textile Printing. Brinks is medeoprichter van Perdix technologies, een engineering bedrijf op sensorgebied, en directeur van BMA~Techne, gespecialiseerd in R&D consultancy. Brinks is associate bij Boer & Croon en voert grote R&D-organisatieprojecten uit. Sinds februari 2006 is hij parttime lector.
Prachtig voorbeeld Adios
Hier kun je meer over de man vinden. Ik weet vrijwel zeker dat de man al geen 20 jaar meer zelf in een lab gewerkt heeft. Hij is iemand die anderen aanstuurt (een manager).
Precies, bedankt voor het compliment
Deze persoon kan goed een onderzoeksgroep leiden, heeft een behoorlijk netwerk, en daar is hij voor ingehuurd, denk ik.
Dus nog maar eens de vraag: welke van de vermelde lectoren vallen in de categorie “ex-politici en sociale-wetenschappers” en wie “laten zich inhuren om een rapport te schrijven met de door de opdrachtgever gewenste conclusies” ?
onderzoeksgroep leiden… netwerk …
Dit is een cruciaal verschil van inzicht. Ik denk dat een wetenschapper vooral goed moet zijn in DENKEN. Hoe beter iemand denkt, hoe beter de wetenschapper. Hoe hij er uit ziet, welke vreindjes hij heeft, op welke golfclub hij speelt en met welke handicap (Steven Hawking) maakt niks uit.
Jij zegt dat de lector juist in ingehuurd voor zn management kwaliteiten en zijn golfclub. Dat kan nuttig zijn, kan de Hogeschool veel geld en aanzien brengen, maar het is mij een gruwel om daarmee te zeggen dat het wetenschappelijk niveau opgekrikt is. Eerder andersom, omdat de werkelijke kern van wat weten en wetenschap is hiermee verder wordt verloochend.
Nog even en ik begrijp geen woord meer in deze wereld: denken wordt managen, onderzoeken wordt verzamelen, hoogleraar wordt lobbyist, …
Suggestieve opmerking
29_4_1945 schrijft: Jij zegt dat de lector juist in ingehuurd voor zn management kwaliteiten en zijn golfclub.
Waar zeg ik dat ?
Toen ik voor de eerste keer op een conferentie kwam in Parijs en wat verloren rondliep, was het professor Kistemaker die op mij toekwam, en mij vertelde wie ik zoal moest aanschieten, niet alleen vanwege hun wetenschappelijke verdiensten, maar vooral vanwege hun netwerk. Zo kon ik jaren later iemand een probleem voorleggen, waar ik alleen niet uitkwam (Nottingham heating), gebruikmakend van dat netwerk. Met denken alleen kom je er niet.
het ene netwerk is het andere niet
Natuurlijk hebben wetenschappers netwerken. Netwerken van wetenschappers. En het lijkt me dat, als je op een wetenschappelijke conferentie komt, dat je wetenschappers ut je vakgebeid treft en dat je een netwerk ontwikkelt,. Zo ongeveer als je zelf zegt met prof Kistemaker. Het is een rotwoord, maar ik zou een dergelijk netwerk een peer-to-peer netwerk willen noemen. Van voor en met wetenschappers. Daarvoor hoef je geen manager van buiten aan te trekken, lijkt me.
Maar wellicht ben ik naief en lopen dergelijke peer netwerken enkel nog hiërarchisch via managers en belangen. Dat bevestigt dan mijn treurigheid tov de staat van de wetenschap.
Overigens: die golfclub was natuurlijk overdrachtelijk bedoeld, ik nam aan dat dat wel duidelijk zou zijn. Het ging er kennelijk om dat netwerken een doel op zichzelf leek te zijn. Ik vind dat denken voorop staat. En dan is het goed om collega’s in hetzelfde vakgebied te kennen en daarmee van gedachten te wisselen. Voor mij heeft dat niets met netwerken te maken, maar met normale vakinhoudelijke contacten. De essentie daarvan is dat het tussen vakgenoten is.
Nog maar een paar voorbeelden
Duurzame Energievoorziening, Lector(en) Dhr. dr. W. Gilijamse, Saxion Hogescholen, Sector Techniek
Lees verder….
Duurzame Ontwikkeling, Lector(en) Dhr. prof. dr. P. Martens, Hogeschool Zuyd
Lees verder…
Duurzame Stads- en Streekontwikkeling, Lector(en) Mw. dr. Y.M.A.H. te Poel, Fontys Hogescholen
Lees verder…
Industriële Automatisering, Lector(en) Dhr. ir. J.J.M. Collette, Avans Hogeschool Sector Techniek
Lees verder…
Energietransitie, Lector(en) Dhr. dr.ir. W.J.Th. van Gemert, Hanzehogeschool Groningen, Sector Techniek
Lees verder…
En zo kan ik nog wel even doorgaan. Wat heb je hier voor commentaar op mark79 ?
Erg modieus
Erg ‘duurzaam’ allemaal.
Laten we die mevrouw Te Poel eens beetpakken. Ze is lector ‘Duurzame Stads- en Streekontwikkeling’. Maar wat blijkt uit haar CV? Ze heeft sociale psychologie gestudeerd en is gepromoveerd op ‘een historisch-sociologische studie naar professionalisering van jeugdwerkers in Nederland’. Wat voor achtergrond is dat voor ‘Duurzame Stads- en Streekontwikkeling’????
Ze zal echter vast een heel goed netwerk hebben…
Wat is er mis…
met “duurzaam” ?
@mark79
kennis is belangrijk, kennissen zijn nog veeel belangrijker 😉
Reclame…
…toegestaan ?
Promovendi onder docenten
Ik had er diverse, als docent
– mijn afstudeerbegeleider Schrijver van o.a. een standaardwerk mbt sociaal-economische geschiedenis
– en hiertussen nog een tweetal
Sabbatical voor Doekle
Het zou goed zijn als Doekle een ‘sabbatical year’ neemt en daarvan gaat genieten op Aruba. Ik heb niet zoveel met mensen, die een ‘hoge positie’ bereiken door vriendjespolitiek, omdat het bij gebrek aan kennis en kunde op eigen kracht niet lukt.
Mijnheer Terpstra heeft nog nóóit van zijn leven een bedrijf of een school als werknemer van binnenuit gezien. Recht van de Sociale Academie (jaren ’70) naar de vakbond. Dus in mijn opinie heeft hij geen idee waarover het gaat. Bovendien draait hij nogal, om vooral zijn eigen inkomen veilig te stellen. Ooit was Doekle fel tegen de graaicultuur van het bedrijfsleven en de overheid (vakbondstijd). Nu doet hij de enorme salarisstijgingen van de hbo-bestuurders af als “Zo is het systeem nu eenmaal” (hbo-raad-tijd).
Ik bén het bedrijfsleven. Ir. met onderwijsbevoegdheid en vervolgens jarenlang ervaring mogen opdoen bij dé vrachtwagenfabrikant van Nederland, een groot (Europees) uitzendbureau en een wereldbedrijf (mainframes en software) op ict-gebied. Daarna gestart met een eigen bedrijf, dat inmiddels al weer ruim 15 jaar bestaat.
Vanuit die positie ben ik meer dan tien jaar actief geweest als docent in het hoger beroepsonderwijs. Niet voor het geld, want de vergoeding was meer dan beroerd, maar vanwege een ideaal: het op weg helpen van de volgende generatie.
Ik heb een mededeling voor Doekle. Mensen zoals ik vliegen er het eerste uit, als de RvB in vergadering spreekt over de nieuwe inrichting van hun kantoren, het aantrekken van een extra secretaresse (want dat is chique), de leasebakken die zeker wel iets deftiger moeten worden en het verjaardagsfeestje van het instituut waar toch minstens een paar ton voor moet worden uitgetrokken om indruk te maken.
De reden waarom mensen zoals ik het ‘eerste aan de beurt zijn’ is simpel. Het ‘ontslag’ kost niks en lijkt dus een directe besparing. Het ontslaan van vaste leerkrachten is heel wat lastiger en duurder.
Fossiel
Aanvulling/nuancering
Het is een van de grootste blunders van HBO-bestuurders geweest om avondschooldocenten, die een hoofdtaak in het bedrijfsleven hadden, te ontslaan. Ik heb zeer goede herinneringen aan de gesprekken tijdens de koffiepauzes ’s avonds in de docentenkamer: een natuurlijke manier van uitwisseling van kennis.
Maar de oorzaak lag natuurlijk wel in het feit dat de overheid het HBO enorme bezuiningen oplegde. Laten we dat niet vergeten! Het succes van het HBO in de jaren negentig: elk jaar stijgende instroom, werd niet gevolgd door evenredige toename van de (lumpsum) financiering (herinneren jullie je nog het z.g. herenaccoord ?).
Ik praat de manier waarop directies zichzelf verrijken helemaal niet goed, integendeel, ik kan mij nu nog ergeren aan het feit dat de eerste pc op de kamer van een bestuurder stond, i.p.v op mijn kamer, wat zeg ik: ik had toen helemaal geen kamer!
Maar nogmaals: de overheid was de schuldige en het is in en in triest dat de “bobo’s” de zaak niet failliet hebben laten gaan, burgemeesters in oorlogstijd zijn het, met nog een veel te goed belegde boterham ook.
Altijd morgen
Bij dit soort retoriek is de tendens steeds dat het over morgen gaat. Vandaag gebeurt het niet goed maar morgen wordt het beter. Het vervelende is nu dat vandaag het morgen van gisteren was. Doekle en zijn leden van de Hbo-Raad zijn verantwoordelijk voor vandaag. Waarom zouden wij nu ineens vertrouwen hebben in deze groep als het morgen betreft, is de vos zijn streken nu ineens verloren dan? Zijn er nu nieuwe inzichten die wij niet kennen? Of zijn ze strategisch de wind van de tegenstanders uit de zeilen aan het halen?
Fossiel is als praktijk docent bedankt en ingeruild voor een jonge lager opgeleide docent zonder bedrijfservaring. Dat is de harde werkelijkheid meneer Doekle. Zoals het Fossiel vergaan is zo is het veel praktijkdocenten vergaan. Deze mensen waren organisatorisch moeilijk en begrepen toch niet helemaal wat het onderwijs probeerde te doen. Dit soort mensen stoort zich ook mateloos aan `geklungel` van het management wat hun dan weer een verwijt van deconstructief gedrag op levert.
Onderwijs en praktijk hebben helaas heel weinig meer met elkaar te maken en dat is een direct resultaat van het gevoerde beleid.
Dan maar even: hoe was het ook al weer ?
Corgi schrijft: Fossiel is als praktijk docent bedankt en ingeruild voor een jonge lager opgeleide docent zonder bedrijfservaring. Ik ken de situatie van fossiel niet, maar in de jaren negentig zijn veel deeltijddocenten die hun hoofdtaak in het bedrijfsleven hadden, ontslagen vanwege de enorme bezuinigingen die de overheid het HBO, en dan met name het technische HBO, oplegde. Deze mensen zijn niet vervangen door “een jonge lager opgeleide docent zonder bedrijfservaring” maar door personeel in vaste dienst, dat voor hetzelfde salaris meer werk moest verzetten. Hoe noemden ze dat ook al weer ? Extensivering! In ieder geval nam het aantal contacturen per student behoorlijk af en de werkbelasting van docenten navenant toe.
vacatureprobleem, vind je het gek?
…..Maar we hebben wel een vacatureprobleem. Bij Saxion denken ze erover om bonussen in te voeren om mensen aan te trekken. Er wordt ten onrechte van uitgegaan dat de hogescholen het zelf wel op kunnen lossen. Daarom hebben wij de handen ineengeslagen.’…..
Door het “functiegebouw” wat op gezag van de HBO-raad bij Saxion is doorgedrukt zijn de “lesboeren” er 2 schalen op achteruit gegaan. Tegelijkertijd gingen de regelneven er 1 of 2 schalen op vooruit.
Veel ervaren docenten met bedrijfservaring zijn zo snel mogelijk vertrokken.
Onder druk van de publieke opinie moet Saxion nu plotseling weer meer les gaan geven, men meldt 500 vacatures. Die moeten “creatief” worden ingevuld met bonussen en andere onzin.
Een regelrechte belediging voor het zittend personeel, dat toen zo geschoffeerd is.
Hoogekwalificeerd
Uiteraard hebben studenten behoefte aan contact met docenten, al dan niet getooid met de modieuze kwalificatie “hooggekwalificeerd”. Dus lesuren, begeleidingsuren etc. Van docenten met de vereiste kennis en ervaring. Simpel toch. Vanwaar dan al deze kretelogie alsof het buskruit opnieuw is uitgevonden ? Nisschien omdat voor mensen als Terpstra die van buiten het onderwijs komen dit allemaal nog nieuw klinkt. Maar ik zou zeggen: breng eerst in eigen huis eens orde op zaken. Er zijn o.a. op deze site de afgelopen tijd nogal wat dingen aan de orde gesteld. Doe daar nu eerst eens wat aan.