Het Financieele Dagblad van 6 juli 2007 bevat een artikel over een metaalondernemer in Helmond, William Pijnenburg. In zijn bedrijf maakt men hoogwaardige technische apparaten. Ook Pijnenburg heeft zo zijn ervaringen met de nieuwe instroom. Deze ervaringen bevestigen wat (gelukkig) steeds meer mensen weten over het onderwijs. Zie navolgend citaat.
———————
Pijnenburg zorgt regelmatig voor nieuwe instroom van personeelsleden. Ook vanwege de jaarlijkse groei. Hij is daarnaast actief in het onderwijs. En hij laat constant vier tot zes stagiairs van vmbo-, mbo-en hbo-scholen in het bedrijf ervaring opdoen. ‘Dat is zwaar’, zegt de directeur. De studenten hebben aandacht nodig.’
Het valt hem steeds vaker op dat de stagiaires bepaalde basisvaardigheden missen. ‘Neem het hoofdrekenen. Ik zie ze steeds vaker met die machientjes eenvoudige rekensommen maken.’ Dat is zonde van de tijd, vindt Pijnenburg. ‘Omdat ze het gevoel voor getallen missen, zijn ze langer bezig om bijvoorbeeld de plaat metaal met de juiste afmeting uit het rek te halen.’
Ook ziet hij ze worstelen met het opstellen van eenvoudige stageverslagen. Zijn boodschap aan het onderwijs: ‘Laat de mensen niet te snel zelfstandig werken. Leer ze eerst de basisvaardigheden.’ Maar hij wil niet te negatief over het onderwijs zijn: ‘We krijgen ook talenten binnen.’ En hij vindt het wel prettig dat ze op school ook al hun uren moeten verantwoorden. Dat komt later goed van pas.
———————