RUG draait onderzoek de nek om

Het onderstaande artikel komt uit Het Financieele dagblad van 8 maart 2007.
=================================================
RUG draait onderzoek de nek om

Met het bezuinigingsvoorstel van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) om promovendi als student-promovendus aan te stellen, brengt deze universiteit haar wetenschappelijke voortbestaan in gevaar. Dat steekt schril af bij de ambitie met toponderzoek bij te dragen aan de kenniseconomie.

Student-promovendi hebben de status van student en krijgen een beurs die flink lager is dan het huidige salaris voor promovendi. Ook maken deze bursalen geen aanspraak op sociale zekerheid: pensioenpremies worden niet afgedragen en het is volledig onduidelijk in hoeverre er bij ziekte, zwangerschap of werkloosheid tegemoetkoming is.

Promoveren wordt dus minder aantrekkelijk, ook gelet mogelijkheden die bedrijfsleven en rijksoverheid bieden met uitdagende traineeships. De aanwas van nieuw wetenschappelijk talent, momenteel verantwoordelijk voor meer dan de helft van de wetenschappelijke productie, komt hierdoor in gevaar.

Maar de wetenschap is toch een roeping, betogen de RUG-bestuurders Koos Duppen en Jaap Koolhaas. De arbeidsmarkt trekt echter aan en met de vergrijzing in het vooruitzicht zal de run op jong talent verder toenemen. Wellicht is voor buitenlandse promovendi het bursalenstelsel aantrekkelijk genoeg. Maar zij vertrekken doorgaans weer, terwijl ook over twintig jaar nog wetenschappelijke medewerkers aan Nederlandse universiteiten nodig zijn.

Bovendien wordt de bursalen niet – of in dubieuze constructies – de mogelijkheid geboden onderwijservaring op te doen. De Hoge Raad maakte terecht korte metten met de Universiteit van Amsterdam, die promovendi als studenten behandelde. Onderwijs is echter een noodzakelijke competentie voor wie verder wil in de wetenschap.

Natuurlijk steekt het Nederlandse budget voor onderwijs en onderzoek schril af bij de verkondigde ambities. Daarin heeft de universiteit gelijk. Er zijn echter ook andere wegen om tot voldoende promotieplaatsen te komen.

Ten eerste het voeren van degelijk – financieel – beleid. Snijden in de organisatie levert betere onderzoeksprestaties en meer financiële adem op. Een slapende hoogleraar kost immers een veelvoud van een productieve promovendus. Nog afgezien van de topzware hoeveelheid ondersteunend personeel.

Ten tweede laten universiteiten te veel mogelijkheden voor externe financiering onbenut. Denk aan tweede geldstroomprojecten van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek en onderzoeksprojecten gefinancierd door (semi)private ondernemingen.

Ten derde krijgen promovendi aan de faculteit der rechtsgeleerdheid van de Universiteit Leiden een zesjarige aanstelling als docent met bijbehorende, fatsoenlijke beloning. Dit alternatief getuigt van waardering, realiteitsbesef en toekomstvisie.

De kenniseconomie is geen ‘free lunch’. De aanwas van potentiële wetenschappers komt met verdere versoberingen voor promovendi ernstig in gevaar.

De auteur, Henk Nijboer en Ronald Kroeze, volgen een tweejarige onderzoeks-master aan de RUG bij respectievelijk algemene economie en geschiedenis.
=================================================================
De RuG heeft dit beleid overigens al een paar jaar geleden ingezet bij de beta faculteit. Alleen als er extern geld op tafel kwam mocht een promovendus als werknemer aangesteld worden, als er geen extern geld was dan mocht dit alleen als student (bursaal genoemd). De RuG durfde het toen nog niet aan om Nederlanders als bursaal aan te nemen (vanwege het feit dat die misschien met het Hoge Raad arrest over de UvA onder de arm naar de rechter zouden stappen). Dus werden alleen buitenlanders als bursaal aangesteld (die maken geen problemen, want dan worden ze het land uitgezet). Dus alleen als er extern geld was werd (misschien) een Nederlander aangenomen. Dit leidde ertoe dat veel onderzoeksgroepen alleen maar buitenlandse promovendi hadden: Nederlandse belangstellenden werd gewoon de deur gewezen. Het huidige voorstel is dus in zekere zin een vooruitgang: Nederlanders kunnen nu weer aangenomen worden, maar dan wel tegen derde wereld arbeidsvoorwaarden.

1 Reactie

  1. Buitenlandse promovendi
    Dit leidde ertoe dat veel onderzoeksgroepen alleen maar buitenlandse promovendi hadden: Nederlandse belangstellenden werd gewoon de deur gewezen.

    En dan maar beweren dat er te weinig beta’s zijn want we moeten a.i.o.-ers uit het buitenland halen.
    Die zijn inderdaad goedkoper. Mijn vorige werkgever had 2 jaar een ingenieur uit Bulgarije ‘in dienst’. Deze had geen werkvergunning. Ondanks mooie beloften van deze werkgever werd hij afgescheept met alleen af en toe een belachelijk fooitje.

    Technologisch onderzoek, wat ook in promotie-banen gebeurt, wordt als heel belangrijk gezien voor de kennis-economie.
    En lees hier hoe de mensen betaald worden: je krijgt een beurs.

Reacties zijn gesloten.